*
De lammergier of baardgier is een vogel uit de familie van havikachtigen.
De lammergier voedt zich voor 80% met botten van kadavers. Door de grote snavelopening kan hij botten tot 18 cm groot in een keer doorslikken. Grotere botten neemt hij mee in de lucht om ze op rotsen kapot te laten vallen. Botten bevatten naast kalk veel eiwit en het merg is eveneens voedzaam. Deze vogel kan door gebruik te maken van thermiek urenlang in de lucht cirkelen zonder een enkele vleugelslag.
De lammergier heeft eigenlijk een witte borst, maar hij heeft de gewoonte deze met rode klei te bestrijken. De witte kop en lange staart zijn een goed kenmerk. De lengte is 100 tot 115 cm en de spanwijdte 2,50 tot 2,82 meter. Deze vogel heeft een gewicht van 4,5 tot 7,1 kilogram.
De naam "lammergier" stamt uit de tijd dat men dacht dat de vogel op lammeren en zelfs kinderen joeg. In Europa is dat een van de redenen geweest dat het dier halverwege de 20ste eeuw vrijwel is uitgestorven; lange tijd werd er jacht op gemaakt.
De lammergier is na de Condor de roofvogel met de grootste spanwijdte
In de Alpen werden de laatste vogels ongeveer honderd jaar geleden uitgeroeid. In de zeventiger jaren van de twintigste eeuw is er een grootschalig herintroductieproject gestart. In 1986 werden in het Oostenrijkse nationale park Hohe Tauern broedparen uitgezet. In Zwitserland zijn onder andere nabij Engadin en sinds 2010 in het Calfeisental, Vättis, aan de noordzijde van de Alpen, broedparen uitgezet. In Engadin was het project succesvol en broeden de lammergieren opnieuw in de vrije natuur. In Frankrijk zijn op verschillende plekken vogels uitgezet, zowel in de Alpen als in het Centraal Masief. In het Parc National de la Vanoise (Grajische Alpen) is sinds 1997 een levensvatbare populatie. Ook in Italië zijn vogels uitgezet. Tot 2005 waren in totaal 137 broedparen uitgezet in de Alpen.
bron:Wikipedia
|