Onderweg…
Vanmorgen om tien voor zes opgestaan om naar het WK wielrennen op de buis te kijken. Hercules, onze kater, kijkt met me mee, maar na een uur houdt hij het voor bekeken. De commentaarstemmen van José en Renaat werken op zijn sluitspieren en hij moet dringend.
Nog honderd kilometer te gaan! VDP is er al niet meer bij. Zijn potje is overgekookt. Je zou voor minder uit je Hollandse krammen schieten.
Het is al Remco wat de klok slaat. Hij dolt met de tegenstand, zet Wout in de tang, wrijft eens door zijn haar en wordt wereldkampioen. De nieuwe Jempi is opgestaan. Alle superlatieven zijn ondertussen opgebruikt.
Hij had zijn beste zondagse benen uit de kast gehaald. Remco. Mao how zeg!
Laat het dan maar eens over mijn benen hebben. Ongeschoren en nog een beetje stram van gisteren nog wel. Ze hebben afspraak met Mark aan ‘t Kalf.
Onderweg spot ik de Van Peteghem Boys en de Klavermannen.
Mark en ik hebben wel wat bij te praten. Heftig belgerinkel verbreekt onze conversatie. Een wielertoerist die het werelduurrecord wil breken kom je niet elke dag tegen. Hij blaast in onze nek.
Mijn vrouw had getipt op Wout omdat hij een beter kapsel heeft en een echte familieman is, zegt ze.
De Brabançonne knalt door de living. Pajottenland op het hoogste schavotje. Wolfke glundert. Mijn vrouw vindt zijn bril veel te groot. Precies een visbokaal, zegt ze.
Mijn benen waren nooit zo goed, maar daar heeft mijn vrouw geen boodschap aan.
'Wanneer ga je de garage dweilen'?
dc
|