Bever is bezig met een flinke opmars
Circa 25 jaar geleden was de bever in Nederland bijna uitgestorven. Inmiddels is dier weer volledig terug en bezig met een gestage opmars. De officiële schatting is dat er zeker 600 bevers leven. Gezien het grote aantal dat in Limburg, bij de Maas en de Maasplassen, wordt waargenomen is het heel goed denkbaar dat het er aanmerkelijk meer zijn. De opmars van de bever heeft ook een keerzijde. Het dier veroorzaakt vraatschade aan gewassen en graafschade aan dijken. En door de dammetjes die de bever in sloten bouwt, bestaan er risico's voor wateroverlast. Nu is de bever nog beschermd, maar in de toekomst moet het dier mogelijk bestreden moeten worden. In november organiseerde de Zoogdiervereniging voor waterschappen, dijkbeheerders en natuurorganisaties een symposium over de bever. Daar werd geconcludeerd dat het aantal bevers in Nederland over 20 jaar vertienvoudigd kan zijn. Voor grote schade is de vereniging niet bang, wanneer er tijdig sturende maatregelen worden genomen. In een glooiende dijk zonder water aan de dijkvoet zal een bever niet gaan graven. Daar kan bij regulier onderhoud al rekening mee worden gehouden. Ook is het mogelijk om een hoogwaterterp aan te brengen in de uiterwaard, waardoor bevers een goed alternatief voor de dijk hebben. De vraatschade aan gewassen komt momenteel niet boven de 1000 euro per jaar uit. Onveilige situaties door vraat aan bomen zijn nauwelijks aan de orde, aldus Stefan Vreugdenhil van de Zoogdiervereniging. De bever plant zich ook niet zo snel voort als muskusratten en beverratten en is met eenvoudige maatregelen te sturen. Wanneer natuurbeheerders, grondeigenaren, waterschappen en dijkbeheerders met elkaar in gesprek blijven en van elkaar leren is de bever prima te handhaven in Nederland. bron: Reformatorisch Dagblad, 27/12/12
|