Pieter Gorus werd op 23 februari 1881 te Dendermonde geboren als zoon
van de lokale textielfabrikant en latere burgemeester van Wanzele,
Leopold Gorus (1848-1909), en van Elisa De Block (1857-1893). Hij bracht
zijn eerste levensjaren door in de mooie herenwoning van zijn ouders
Le Chalet du Boulevard, het huidige torenhof aan de Leopold II-laan,
in 1880 opgericht naar de plannen van architect Pieter Van Kerkhove. Na
zijn studies aan het H.-Maagdcollege studeerde hij te Leuven voor
mijningenieur.
Hij brak deze studies na twee jaar af en begon
toen resoluut aan een kunstopleiding aan de Dendermondse Academie voor
Schone Kunsten, waar hij onderricht kreeg van Jacques Rosseels, Isidore
Meyers en Ferdinand Willaert. Hij maakte er kennis met Herman Broeckaert
met wie hij in die tijd samen het Scheldelandschap exploreerde. Pieter
Gorus huwde op 16 mei 1910 te Sint-Joost-ten-Noode met Henriette
Charlotte De Wilde en vestigde zich in de Nachtegaalstraat te
Dendermonde. Drie van hun acht kinderen (Stephan, Albert en Ernest)
maakten later op hun beurt naam als kunstenaar. In 1914 verliet het
jonge gezin het door het Duitse leger geteisterde Dendermonde en
vestigde zich tijdelijk in het landelijke Overmere-Donk.
Enige
tijd later koos Pieter Gorus definitief voor een woning met ruim atelier
op Zele-Dijk. Hij zou er zich ontwikkelen tot een kwaliteits- en
succesvol landschapschilder, van wie de realistisch en impressionistisch
geschilderde werken zowel in binnen- als buitenlandse tentoonstellingen
lovende kritieken kregen. Hij illustreerde daarnaast ook diverse
boeken, ondermeer die van zijn vriend Karel Van de Woestijne. Pieter
Gorus werd in 1908 benoemd tot leraar lijntekening aan de Dendermondse
academie. Omwille van een oogkwaal diende hij op 5 januari 1925 zijn
ontslag in. In diezelfde periode was hij ook als tekenleraar bedrijvig
in de Dendermondse Stadslagere Jongensschool. Op 14 mei 1941 kwam hij
tengevolge van een aanrijding om het leven.