VAN HOUTHAKKER TOT BOSBEHEERDER
De Nacht van de Geschiedenis in Bosvoorde, 19 maart 2013
Het Zoniënwoud wordt voortreffelijk beheerd zeker in Vlaanderen-: dat is de voornaamste indruk na deze Nacht van de Geschiedenis in het trefcentrum de Jachthoorn te Bosvoorde, georganiseerd door de afdeling Oudergem met de medewerking van de afdelingen van Etterbeek en Elsene.
Onder de altwetende leiding van Raymond Doms verkende het 25-koppige gezelschap vooreerst de oude dorpskern van Bosvoorde : Zoals men kan zien in de Ferrariskaart van 1777 was deze ooit volledig omsloten door het Zoniënwoud ten zuiden en door akkers ten noorden. De jacht en de houtvesterij bekleedden een voorname plaats in de plaatselijke economie. We bewandelden dan ook straten en verborgen steegjes met de namen van Jachtveld, Hondenberg, Hondenwetstraat, Jachtstraat, Jachtstoetsdreef en Jagersveld. Via de Krekelenberg en het Delleurpark met zijn bunkers uit WO II keerde de groep terug naar, jawel, de Jachthoorn. Onderweg vertelde Raymond voluit over de wandtapijten van Maximiliaan van Oostenrijk (1459-1515), de barokke landschapsschilderijen van het Zoniënwoud door Jacques DArtois (1613-1686), de luie jagerstechnieken van Karel van Lorreinen (1712-1780) enz.
Na deze wandeling in een bijtende kou die representatief was voor de hele winter van 2013 waren ons een goed verwarmde zaal, wat versnaperingen en een Omer 8° van hoge gisting uit het West-Vlaamse Bellegem meer dan welgekomen.
|
Dr. Willy Verbeke, sinds 1992 docent van het in het kasteel van Groenendaal gevestigde Forum voor Groenexpertise (Inverde) van het Vlaams Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) liet ons op een uiterst duidelijke en aangename manier delen in zijn immense kennis over het Zoniënwoud. Het is een overblijfsel van het immense Kolenwoud. Ten tijde van Karel van Lorreinen besloeg het nog 12.000 ha. De 4.500 ha die nu nog overblijven werden in de voorbije 10.000 jaar nooit beboerd, waardoor de typische diep ingesneden dellen behouden bleven.
Het Zoniënwoud heeft zijn overleving te danken aan het feit dat het steeds een geliefkoosd jachtgebied was van de Brabantse heersers. Het Keurboek van Zoniën uit 1371 geeft aan hoe het bos moet worden onderhouden en is het allereerste in zijn soort. Het woud telde 7 kloosters (Groenendaal, Rood Klooster, Ter Kameren, Hertoginnedal, Capucijnen te Tervuren, Vorst...). Keizer Karel V vierde 20 maal het Paasfeest in Groenendaal, ontving er graag zijn vrienden en maakte van de priorij een soort Camp David avant la lettre.
|
Onder de Oostenrijkers, in 1786, werd Woudmeester dEscaille, adept van de toen gangbare techniek van de natuurlijke regeneratie, opgevolgd door Joachim Zinner, die meer planmatig werkte. Het woud zoals het er nu uit ziet hebben we aan Zinner te danken. Onder het Nederlands bewind werd in 1824 het beheer van het woud toevertrouwd aan de Société Générale, die een dramatische kaalslag aanrichtte en het woud tot zijn huidige oppervlakte reduceerde. 50 jaar later nam de Belgische Staat het woud eindelijk over. In 1900 werd het systeem van Tri et Aire (kap met behoud van 6 tot 8 stammen per ha) verlaten voor een geplande sectoriele heraanleg met daartussen des Rideaux dAgrément. De storm van 1990 noopte tot een stevige herbebossing.
Sinds de regionalisering van 1989 is het woud opgesplitst in een Vlaams, Brussels en Waals deel. De Walen en de Brusselaars willen het kathedraal -uitzicht van hoogstammige beuken- behouden. De Vlamingen vrezen dat de warmteschuwe beuken de opwarming van de aarde niet zullen overleven en opteren voor een herbebossing met meer resistente eiken. Probleem is wel dat beuken door hun snellere groei de eiken overschaduwen en beletten tot wasdom te komen.
Maar de samenwerking tussen de drie gewesten verbetert. De oudste bomen worden beschermd een beuk wordt ong. 300 j. In het centrale deel wordt een spontaan natuurlijk groeigebied vrij gehouden zonder enige menselijke ingreep. Om de stijgende toevloed van wandelaars te kanaliseren en de weinige overlevende reëen te beschermen worden toegangspoorten aangelegd. Ook de exploitatie loopt goed. Tot in China bestaat er een vraag naar het hoogwaardige beukenhout van het Zoniënwoud. Vlaanderen telt in het totaal 8.000 bosarbeiders, wat veel meer is dan de visserij.
De aandacht was zeer intens en er kwamen vele vragen. Maar om 22u45 moesten Willy Stroobants en Michel Colemans aan de bijeenkomst een einde stellen. Voortaan zullen we tegen het door iedereen geliefde Zoniënwoud helemaal anders aankijken.
Lieven Vermote
|