Voorstelling rond bier en brouwerij – zondag 23 oktober 2016
Michaël Bellon kwam in de voormiddag aan een twintigtal geïnteresseerden vertellen over het ontstaan van het gerstenat dat in onze contreien heel geliefd is. Reeds 7000 jaar vóór Christus was er al sprake van bier in Mesopotamië en via Griekenland zou het naar Europa overgekomen zijn. Er is duidelijk een verschil tussen Noord-Europa waar meer bier wordt gedronken en Zuid-Europa waar wijn duidelijk meer in de smaak valt. In de middeleeuwen was bier populairder dan water en vooral veel gezonder!
Er zijn 4 hoofdingrediënten nodig: water – graan (gerst, mout) – hop (voor de smaak en de bewaring) – gist (of natuurlijke gisting, fermentatie). Bier wordt vaak het gerstenat genoemd en de daad bij het woord voegend volgde onze eerste proeverij. Een plat, zuur bier van brouwerij Cantillon (nabij het Zuidstation in Brussel). Alcoholgehalte 5%, een Lambic zonder schuim. Nu zijn bittere bieren “in”.
Verder vertelde de spreker ons over mouterij. Mouten is het verhitten en lichtjes bevochtigen van de gerstekorrel. Daardoor wordt het kiemen op gang gebracht (enzymen) waardoor suikers gevormd worden wat leidt tot het brouwproces. Michaël Bellon legde ook uit dat eesten het kiemingsproces stopzet. De gedroogde mout moet worden vermalen om het zetmeel los te laten komen. Dit maalproces wordt schroten genoemd: de korrels worden zeer grof gemalen. Het kaf komt nu los van de gerst. Een brouwer heet in het Frans brasseur en daarin herkennen we bras (arm) wat duidt op hard labeur met de roerstok. Vervolgens moet het draf gescheiden worden van het wort. Veel belangrijker dan het dunbier (of klein bier waarmee tafelbier wordt aangemaakt) is het wort, de basis van het bier. Deze moutpap bevat zowel vergistbare als onvergistbare suikers en bevat daarmee eigenlijk de blauwdruk van het bier dat het resultaat zal zijn. Natuurlijke gisting kan ook in houten vaten of tonnen zitten. Langs de Zenne hangt het gistingsproces zelfs in de lucht! Het zijn micro-organismen die voor een typische smaak zorgen. Een mengsel bier bevat alcohol en koolzuurgas. Verder vertelde onze spreker over het ontstaan van geuze, Faro (Lambic met kandijsuiker) en Lambic met een historische zijstap naar Constant Vandenbroek (Anderlecht) en de brouwerij Belle-Vue. Iemand met een goede neus kan ook geuze van verschillende vaten samenvoegen (geuzesteek). En toen was het tijd voor ons tweede proevertje: Baby Lone met 7% alcoholgehalte en CO2 met 5 G/L. Het was een Brussels Beer Project van twee studenten waaraan broodresten zijn toegevoegd bij het brouwen. Het bier werd in 2015 gebrouwen en je kan het proeven in de Dansaertstraat. IBU (International Bitterness Unit) 55 is redelijk bitter. Volgens de European Brewery Convention is het amberkleurig (hangt af van de mout) met 38 op een schaal van 120.
Onze spreker ging ook even terug naar de middeleeuwen waar Hertog Jan I (de koning die graag dronk) Brussel tot de hoofdstad van Europa maakte en aan hem hebben we ook Harbalorifa te danken. Het is de koning te paard die op het logo van Primus staat. Er bestonden vroeger ook veel cafés (vooral in studentenkringen) die de naam Gambrinus droegen. Nog een klein woordje over de Britten die voor hun uitvoer van Pale Ale naar India meer mout toevoegden voor de bitterheid en de bewaring. Bellon raadde ons ook een bezoek aan het folkloristisch biermuseum in Schaarbeek aan, op de Louis Bertrandlaan. Brouwerij Wielemans-Ceuppens in Vorst (bekend van het Wiel’s bier uit WO II) kwam ook ter sprake die eigenaar was van Le Roy d’Espagne (De Koning van Spanje) op de Grote Markt in Brussel. Dat café is nu opgeslorpt door Interbrew en vervolgens door ABInbev, waar trouwens de eerste vergaderingen van de biergigant nog plaatsvonden. De derde proeverij was een blond Belgisch biertje dat ons terugbracht naar de Belgische Omwenteling van 1830: Jambe-de-Bois met in het logo een Luikenaar die met zijn houten been op een kanon zat. Tijdens die revolutie werd dat been dan ook nog eens aan flarden geschoten zodat de sukkelaar een borstel als prothese gebruikte. Het was een Belgian Revolution Triple van 8% alcohol gebrouwen in de Brasserie de la Senne. Het is ongefilterd en hergist op de fles. De Zinneke is een zijriviertje van de Zenne.
Na een welverdiend applaus kwamen Lieve en Sander even praten over het Erfgoedproject in Den Dam. Samen met de bibliotheek Hertoginnedal wordt “zwerfgoed” (erfgoed dat op menige zolder in Oudergem verstopt zit) verzameld en gedigitaliseerd en on-line geplaatst. Een goed voorbeeld daarvan is de legende van Leonard Boon (waar het fameus kruispunt naar genoemd is) die een café openhield in een woonwagen, zonder vergunning. Lous Schreyers, heemkundige, heeft ook bijgedragen met zijn kennis over café en estaminet (later verbasterd tot “staminee”). De oud-burgemeester van Oudergem, Charles Madoux (een berucht bierliefhebber), en de Brouwerij La Chasse Royale (De Koninklijke Jacht) kregen ook een vermelding. En toen was het tijd om o.l.v. Dora naar de kleine tentoonstelling over het bier te gaan kijken en naar haar uitleg te luisteren.
Michel Colemans
|