Op donderdag 21 juni reisden we met het DF van Etterbeek per autocar naar Antwerpen. Daar werden we in de binnenstad rondgeleid en ontdekten we enkele mooie verscholen hoekjes. Kennen jullie bijvoorbeeld de Vlaeykensgang? Dit héél oude straatje is een pareltje waar de tijd is blijven stilstaan. Volgens de legende was er destijds een cabaret, op het nr 12. Als we onze gids André mogen geloven, zou het woord "Caberdouchke" daarvan afgeleid zijn (Cabaret douze).
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Beter bekend is de Lange Wapper. Zijn legende dateert uit de 16e eeuw. Hij kon zichzelf zo klein maken als een kind, of zo groot als een reus. Hij pestte dronkaards en speelde met de kinderen. Hij nam ze in het ootje om daarna met een diabolische lach te verdwijnen. Het standbeeld van de Lange Wapper staat vóór het Steen (Oud Nederlands woord voor "versterkt gebouw"). Het is rondom deze burcht dat de stad Antwerpen werd gebouwd.
Op de handschoenmarkt, vóór de O.L.Vrouwkathedraal, vinden we de "Put van Quinten Metsijs". Voor deze waterput uit 1490 smeedde Metsijs het ijzerwerk; hij was aanvankelijk smid alvorens schilder te zijn. Hij werd verliefd op de dochter van een schilder maar deze laatste wou slechts zijn dochter aan Quinten Metsijs uithuwelijken voor zover hij schilder werd. Een grote kunstschilder werd die dag geboren! Wat ware liefde niet allemaal kan teweegbrengen!
Verder bezochten we nog het Marktplein, de fontein van Brabo en het Vleeshuis en belandden terug op de kade, waar de Flandriaboot, de "Mozart", ons opwachtte. De bootreis kon beginnen, eerst de Schelde opvaren en daarna het kanaal.
Eerst een beetje historiek over het zeekanaal Brussel-Schelde (ook Willebroekse vaart genoemd). De website van de Gemeente Willebroek vertelt er het volgende over:
"Het idee om een rechtstreekse waterweg te graven tussen Brussel en de Rupel ontstond reeds in de eerste helft van de 15de eeuw. Reeds in 1436 verleent Filips de Goede toestemming om de werken aan het kanaal uit te voeren. Door protest van de stad Mechelen werden de plannen echter gedurende ruime tijd opgeborgen. De stad Mechelen had immers als enige tolrecht op de schepen die via de Zenne naar Brussel voeren. Het is pas in 1531 dat Keizer Karel voor een ommekeer zorgt en de toestemming van Filips de Goede voor het graven van een kanaal, hernieuwt. Uiteindelijk duurt het nog tot 1550 vooraleer de nieuwe landvoogdes Maria Van Hongarije, de toestemming geeft om de werken te starten. Op 16 juni 1550 geeft Jean van Locquenghien, burgemeester van Brussel, de eerste spadesteek. In 1561, na elf jaar, wordt het kanaal met een indrukwekkend feest geopend."
Onze boottocht duurde wel langer dan gepland. Inderdaad, we moesten nog door de sluizen van Wintam en Zemst. De eerste versassing verliep vlot, de tweede minder. In Neder-Over-Heembeek gingen er een aantal mensen aan wal. Ze moesten echter eerst overstappen op een andere boot, wat niet van een leien dak liep. Het kostte onze schipper enorm véél moeite om de boot tegen de andere boot te loodsen en vooral om de uitgangspoorten van beide boten pal tegenover elkaar te plaatsen. Na méér dan een half uur slaagde hij er eindelijk in en konden we verder varen. Terug een obstakel: om onder de laatste brug door te kunnen moest de kapitein eerst nog zijn stuurhut afbreken; die was inderdaad te hoog. Terwijl we onder de brug doorvaarden moest de kapitein zich dan nog eens bukken om te vermijden dat hij een kopje kleiner werd gemaakt. Het was wel een bizar spektakel!
Iedereen kwam heelhuids toe in Laeken, wel met 1u30 vertraging, maar de meesten toch tevreden over hun daguitstap. De deelnemers waren vooral inwoners van Etterbeek, maar er waren ook inwoners bij van Oudergem en Overijse. Het weer was maar zus en zo, véél wind, maar geen regen. We leerden nieuwe mensen kennen en wisselden telefoontjes en E-mailadressen uit. Al bij al toch een interessante en plezierige dag.
Foto's van de uitstap kunnen bekeken worden op http://picasaweb.google.nl/REINTJE49/BOOTREISDFETTERBEEK
Irène
|