Kunnen
jullie
eens iets laten weten,
zonder dat ge daarvoor moet beginnen zweten,
want ik kom niet om te eten,
dat wil ik eerst laten weten,
ik zal reeds hebben ontbeten,
zonder de worst te hebben gemeten,
want anders is 't geen vreten,
zelfs al heb ik erbij gezeten,
en mijn teljoor weer wat versleten,
of hoe zo'n plaat ook moge heten.
Een borrel mag natuurlijk wel,
zo lekker langzaam, en niks snel,
d'hoeveelheid ijs is van geen tel,
de whisky, die natuurlijk wél !
Das ook gezond voor mijn teer vel.
Misschien rinkelt er al een bel ?
Natuurlijk ! Gij verstaat mij wel !
Vertaling naar het Marsiaans :
Kunnen
jullie
eens iets laten weten,
zonder dat ge daarvoor moet beginnen zweten,
want ik kom niet om te eten,
dat wil ik eerst laten weten,
ik zal reeds hebben ontbeten,
zonder de worst te hebben gemeten,
want anders is 't geen vreten,
zelfs al heb ik erbij gezeten,
en mijn teljoor weer wat versleten,
of hoe zo'n plaat ook moge heten.
Een borrel mag natuurlijk wel,
zo lekker langzaam, en niks snel,
d'hoeveelheid ijs is van geen tel,
de whisky, die natuurlijk wél !
Das ook gezond voor mijn teer vel.
Misschien rinkelt er al een bel ?
Natuurlijk ! Gij verstaat mij wel !
Wie drinkt er bier met vaten ?
Wie kan 't zuipen niet laten ?
Wie drinkt wodka met kuipen ?
Kan niet stoppen met zuipen ?
Wie is er konstant dronken ?
Kijkt met ogen die lonken ?
Van Warschau tot in Olen ?
.... De politie van Polen.
De mens.
Hoe ouder ik word, hoe vaker ik eens over mijn schouder terugblik.
Logisch toch ?
Want hoe ouder je wordt, hoe meer je hebt om op terug te kijken.
En ík heb héél wat achter de rug.
Goede herinneringen, en, slechte herinneringen.
Veel goede, maar, helaas, ook veel slechte.
Ik denk dat, op de klassieke uitzonderingen na,
de wereld zónder de mens beter geweest ware.
Alles op deze wereld, planten, mineralen, alle soorten
dieren van klein tot groot, heeft zijn nut.
Maar de mens .... ?
Tja, de goden moesten met hun afval toch ergens naartoe.
En zo werd de grootste smeerlapperij op aarde uitgestrooid.
Of ze er fier op zijn weet ik niet.
Want sinds de schepping heeft er nóóit één mens ook
maar één god gezien.
Place Madou.
Het was er ene van Sabam.
Hij zat in Brussel op de tram.
Hij reed natuurlijk eerste klas,
Net alsof hij eigenaar was.
Achter hem klonk een licht geluid.
Was 't een gitaar ? Was het een fluit ?
Al was het 't bidden van een non.
Als hij maar inkasseren kon.
Genoegzaam keek hij achteruit,
Hopend op een weerloze buit,
Maar keek recht in donk're ogen,
Die er precies niet om logen ....
Zijn lippen prevelden iets zacht,
Want dat had hij wel niet verwacht.
De billen dicht, de anus toe,
Stapte hij af aan Place Madou.
Achter ieder groot man staat een vrouw ....
Achter ieder mislukkeling ook ....
Alleen is de vrouw die achter een groot man staat zelden of nooit zijn eigen echtgenote .... maar zijn minnares.
En de vrouw die achter een mislukkeling staat is zelden of nooit zijn minnares .... maar zijn eigen echtgenote.
|