IN DE RAND WAT NIEUWE INFO van toen, nu of morgen To know or not to know? That is not the question
16-04-2007
Terug verplichte burgerdienst of legerdienst voor één jaar?
Zelden
komen er verstandige en haalbare voorstellen vanuit de parlementaire
zetels, maar het huidige voorstel van de Waalse groenen (Ecolo) lijkt
me een doordenker waard. Als ikzelf even terugblik op mijn legerdienst
dan leek me dat toen een waardeloos, tijdverliezend gebeuren. Ik heb
zelfs stappen ondernomen om niet naar Duitsland te moeten enz. Vandaag
denken velen daar (ook) heel anders over. De neveneffekten van
legerdienst waren van veel groter belang dan het doel op zichzelf:
soldaatje spelen. Voor mij waren de ongekende sportprestaties een
gezonde uitdaging om in conditie te blijven en verstomd te staan van je
eigen kunnen. Zelfs met dat domme spoorkaartje werden we al met eigen
poten stevig op de grond gezet met de leuze: trek uw plan en zoek je
eerste kazerne maar op. Daar ik toen het leger wat hoger inschatte,
zocht ik, zoals in het verleden en de rest van mijn leven voor "iets
meer", een verantwoordelijker functie en daagde het gezag uit om
rezerveofficier te worden. In plaats van 12 maanden was dat toen 15
maanden dienst, waarvan 7 maanden op de schoolbanken van polygoon te
Brasschaat. Ook daar werden we voortdurend op de proef gesteld want het
weekendverlof was afhankelijk van ons puntentotaal dat we in de
voorbije week bijeen hadden gehaald tijdens de lessen en de oefeningen.
Hoopvol keken we 's zaterdags uit naar de officier die ons kwam
vertellen wie wel en niet de tram, richting Antwerpen-centrum, op
mocht. Dus elke week op de laatste dag spanning troef om te mogen weten
of we mogen lieven of niet. Telefoonhokjes waren in die dagen een
aardige bijverdienste van de RTT. Naast strotvullende wiskunde, de
laatste loopproef om met wapen en gevulde rugzak, binnen de 2 uren de
16 km af te leggen... waren hoogtepunten waar we op mochten
terugblikken vooraleer we de volgende 8 maanden richting Soest in
Duitsland gestuurd werden als reserveofficieren. Toen we daar aankwamen
wisten zowel zij daar, als wijzelf niet eens waar we aan toe waren.
Zelfs toen we afzwaaiden wisten we het nog steeds niet echt... en toch
hadden we heel wat bijgeleerd. Een Stella koste daar toen in de mess 8
Belgische frankskes... Maar voor een whisky-cola moesten we slechts 6
BF neertellen... Dus begrijp je best aan wat voor welk zwaar kaliber
wij toen nipten. Tijdvullende bezigheden want de bewoonde wereld lag
ver af. Ik weet het nog zo, en de bewijzen liggen nog bij mijn
militaire verzameling van toen. Maandelijks had ik zo'n drankrekening
van ruim 8.000 BF. (Deel maar eens even door 6). Er schoot niet veel
meer over van onze soldij om in de canadese winkel nog wat LP's en
smokkelmateriaal aan te kopen, tegen we de tweewekelijkse trein
Belgenland konden nemen. Als roker kocht ik maandelijks ook mijn totale
- en het budget van een nietrokende collega - op aan sigaretten. Maar
het kostte toen maar enkele frankskes voor een ongezond pakje. Toen
uiting van stoere volwassenheid.
En toch als je alles bij
mekaar neemt hebben ons die vijftien maanden heel wat geleerd. Vele
soldaten kwamen bij het leger voor de eerste keer los van moeders tet
en moesten zelf hun bed opmaken, materiaal en klederen dagelijks
blinkend houden, de broek in de goeie plooi en de boterhammekes, met
korstjes, zelf smeren. Soms vechten om nog een portie frieten - hoe
slecht ook gebakken - vast te krijgen. Ik weet nog, vooral in de
opleidingsmaanden in Brasschaat, hoe men je leerde vechten voor je
rechten, luisteren naar de meest absurde boodschappen én vooral
"luisteren naar het gezag" in het algemeen. We zagen dat ook bij de soldaten.
Vooral het leren vechten voor zijn plaats in de samenleving die daar
kazerne genoemd werd. Buiten de strikte militaire wetgeving van de
enkele vrije uren die we na 18 uur en zeker om 22 uur terug binnen even
mochten proeven van de vrije wereld. Toen nog verplicht in het militair
uniform waarop we fier waren om onder het gewone volk te komen. Hoe dan
ook, we voelden ons, de énige onverschrokken verdedigers van het
vaderland. Ook al moesten we al eens bij een overstroming met
zandzakjes gaan zeulen of regelmatig naar Elzenborg voor
schietoefeningen. Soms -15 graden in de winterse kou in de houten
barakken. Op onze verantwoordelijke post in
Duitsland werden we zwaarder op de proef gesteld. De gemoederen tussen
de naoorlogse Duitse en Belgische jeugd werden regelmatig uitgetest en
de vrije uren in België mondden daar in Soest al wel eens uit op een
ware veldslag tussen de Duitse jongeren en Belgische en andere
militairen. Vooral omdat de kazernes buiten het centrum op enkele
kilometers in de natuur waren weggestopt. Dus niet zelden met een
uitgestrekt bos tussen waar de enen al eens de anderen zaten op te
wachten én... de kleine oorlogjes uitvochten tot de Polizei en de
militaire politie tussenbeide moesten komen. Maar toch... De
zelfstandigheid en het manzijn groeide toen met elke veldslag.
Natuurlijk waren er minder prettige dagen waarvan mij ééntje bijna elke
dag even in herinnering komt. Als officier van wacht, regelmatig
overgenomen van een beroeps, voor 1000 BF, die graag naar België kwam,
tijdens een weekeind dat we toch daar moesten blijven, had men
het er op een kamer - waar zo'n 20-tal bedden stonden - niet beter op
gevonden om tijdens de nacht een mede-soldaat volledig met siroop en
confituur in te smeren. De ploeggeest was zo hecht dat ik niet dadelijk
kon ontdekken in welke hoek de daders te gaan zoeken. Schreiend heeft
het slachtoffer zich, midden in de nacht, ruim een uur in de waszaal
teruggetrokken en vers beddegoed halen, terwijl ik mijn verslag over de
nachtelijke uitspatting neerpende. Allemaal op het eerste zicht een
grappig tussendoortje totdat enkele dagen later de jongen zich verhing
en eigenlijk dan pas aandacht aan mijn verslag geschonken werd en men
op zoek ging naar de daders van de plagerijen die regelmatig
voorkwamen. Maar uit angst nooit ter ore kwam van de verantwoordelijken
die er nu bij geconfronteerd werden. Maar het is meestal zo. Er moet
iets ernstigs tot heel ernstigs gebeuren eer er beweging en begrip
komt. Van de verdere resultaten van de opzoekingen heb ik nooit iets
vernomen. Louis De Lentdecker was ontdekkingsjournalist in de Duitse
kazernes er werd met grote trom bij het A6 ontvangen. Toen kwam ineens uit het niet - als
nooit verkozen minister - wel gecoöpteerd senator - dienstwijgeraar
Limburger en CVP-er Leo Delcroix via de senaat minister van defensie
mocht gaan spelen om even de populairste beslissing voor de jongeren te
mogen aankondigen om de legerdienst af te schaffen. Een stap die
hem electoraal bij de jongeren op handen werd gedragen, maar, weinig
uit eigen ervaring, in werkelijkheid de wijsheid van een Laurent
evenaarde. Maar toen was laatstgenoemde nog niet geboren of aan zijn
wiegje toe. In elk geval blik ikzelf terug op de
mooie ervaringen van deze (nutteloze) legerdienst die ik vandaag nog
steeds regelmatig als leerrijk positief ervaar. Ik mis vandaag de duidelijke
grens-trekking tussen het kindzijn en het volwassen worden. Dit
voorstel voor burgerdienst of terug een soort militaire (hulp)dienst,
hoe nutteloos het ook lijkt zou een stap kunnen zetten naar heel wat
positieve toekomstgerichte levensresultaten. Vooral gezag, respect,
inzet, grenzen aan ongeremde vrijheden... komen nog zelden aan bod.
Tegenwoordig is het van: alles kan én alles mag. - Natuurlijk moet er een beloning
(vergoeding) tegenover staan. Niks voor niks zou Stevaert zeggen. Maar
ik denk even aan het traditioneel geven van het stempelgeld na de
schooljaren omdat men zonder werk zit kan men daartegenover dit
stempelgeld opwaarderen, inhoud geven en een doel betekenen als
vergoeding voor deze zelfgekozen verplichte dienst na schooltijd.
Burgerdienst of Legerdienst. - Iedereen gelijk voor de wet. Dus
geen mogelijke vrijstellingen en randverschuivingen (zoals vroeger)
die, buiten gezondheidsperikelen, voorkeurmogelijkheden toestaan. En
natuurlijk emancipatiegericht nu ook de dames toelaten tot deze
volwassenwording. Want hier leert men wat samenleving in goeie en
moeilijke omstandigheden is én of we mekaar wel nodig hebben. We
krijgen daar ruimte en tijd genoeg om te ontdekken, denken en praten.
Individualisme moet niet altijd leiden tot egoïsme. Integendeel.
Namelijk het "samen" krijgt daar in goeie en kwaaie momenten zijn
waardige betekenis. - Integratie van de zogezegde nieuwe
Belgen om hen misschien aan te leren wat het het is om Belg te zijn. In
mijn tijd werd er gesproken - op de eerste dag als bleuke-soldaat - van
dood met de kogel. Wellicht een ideale voorbereiding tot de toetreding.
Vroeger was men ook pas Belg als men soldaat geweest was. Het is maar
van welke kant je het wilt bekijken.
Natuurlijk onvolledig en los uit de mouw geschreven... Toch de moeite
hierover even na te denken, zonder dat we, als uitvlucht, dadelijk naar
de blauwe helm moeten zoeken. (GîG)