| 
					
					 INTROÏTUS  
  
schrijd binnen tot stof vergane mens 
leg je neder voor het altaar van het leven 
ik zal je begroeten met wierook en licht 
je zegenen met water uit de Jordaan 
de Geest laat ik voor eeuwig over je zweven 
en hier allen zingen over je levensgedicht 
zij zijn rondom jou en met je begaan 
  
  
  
vier je eeuwig leven 
schrijd binnen, jij, tot stof vergane mens 
  
  
  
  
  
  
  
  
KYRIE 
  
  
ik hoor jullie roepen naar mijn Naam 
voel, ik ben aldoor met jullie begaan 
laten we samen de schepping dragen 
ik ben met jullie,  
totdat we de eeuwigheid verstaan  
  
de Aardse Liefde hoort jullie aan 
en deelt Zijn lichtend beeld 
laten ons samen het licht ontwaren 
Hij is het die de mens 
de hoopvolle genade toebedeelt 
  
ik hoor jullie roepen naar mijn Naam 
voel, ik ben aldoor met jullie begaan 
laten we samen de schepping dragen 
ik ben met jullie,  
totdat we de eeuwigheid verstaan 
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
  
GLORIA 
  
  
als ik juich met verdorde takken 
zwaaiend naar mijn Oorsprong 
als gedwongen naar nog enig houvast 
doch wegdrijvend naar afgestorven wakken 
  
ik kan niet meer zuiver denken 
al zegt mijn hart zie op naar de Heer 
en over liefde roepen en niet krenken 
echter ik ben een dode mens 
die het verleden verloor,  
ik kan het niet meer 
  
ik zou mijn handen willen reiken 
naar hemelse geschenken 
en de bevrijding willen bereiken 
maar mijn afgestorven lijf 
waar ik nu zo in beklijf 
vertoeft in machteloos wenken 
  
  
  
  
  
  
  
  
CREDO 
  
  
de Heer van leven en sterven 
heeft weet als behoeder van  
vertrouwen wat de mens in  
lijden zal beërven en zal aldoor 
om verscheurde harten rouwen 
  
het is de wanhoop in  
eindeloze zwarte nachten  
die het leven doet verachten 
  
het onvermijdbaar verscheiden  
van al wat geschapen is 
laat de rots van geloof en hoop  
versplinteren en doopvonten 
met oeverloze tranen dempen 
  
als verdoofd en verblind  
lijkt de Geest onbereikbaar 
om wat is, te verstaan  
en verwordt tot aardse duivel  
die ontvankelijkheid in 
schreeuwend hellevuur  
zwijgend laat vergaan 
  
machteloos roept de mensenziel; 
tot waartoe dient de Liefde 
waarom is mijn bloed vergaan 
  
  
  
  
  
  
  
  
AGNUS DEI  
  
  
Uw Aardse Liefde, tot sterven toe bereid,  
genageld aan het dode hout,  
maar ook in nood op verlatenheid vertrouwt  
zal zeker bij ons zijn, als het kwetsbare verleidt    
          
Uw Aardse Liefde, tot sterven toe bereid, 
          genageld aan het dode hout, 
          maar ook in nood op verlatenheid vertrouwt 
          zal ons zeker nabij zijn, als de schaduw verleidt   
  
Uw Aardse Liefde, tot sterven toe bereid, 
          ontvang de mens die is gegaan 
          geef hem de vrede,  
          in een hemels bestaan 
  
  
  
IN PACEM 
  
  
vaarwel mijn vrienden allen om mij heen geschaard 
ik voel nog steeds jullie warme liefde 
en neem het mee, alles wordt in mijn hart bewaard 
het zal de tocht naar het onvergankelijke bemoedigen 
alwaar de Schepper mij zeker zal verwachten 
en engelen vol van Geest en zo fijn besnaard 
jullie aardse droefenis  
met verlichte vleugels zal verzachten 
  
ik huil nog een keer mee en raak 
met mijn ziel nog even aan grootse harten 
terwijl de tedere rust mij al over de stilte verhaalt 
en helpt bij het afleggen van aardse smarten 
  
zing met mij het lied van de eeuwige vrede 
opdat al jullie tranen aan elkander worden geweven 
stilaan zal de Goddelijke vreugde opnieuw 
in jullie worden geboren en doen herleven 
  
ik mag nu gaan en hoor de cherubijnen roepen 
zij willen mij op handen dragen naar de Heer 
voor allen toch een troostrijke gedachte 
vaarwel en wacht tot ik in jullie wederkeer 
  
  
  
   
					
 
					
					
					 |