De Maltese archipel, bestaande uit de eilanden Malta, Gozo en Comino, is een veelzijdige bestemming voor een vliegvakantie.
Voor duikers is Malta een waar paradijs, want bij het eiland bevinden zich de beste duiklocaties van de Middellandse Zee.
Ook voor natuurliefhebbers heeft een vliegvakantie naar Malta het een en het ander te bieden. Bijvoorbeeld de grillige kustlijn met een natuurlijke brug, genaamd 'Azur Window', en de inlandse zee van Gozo.
Malta biedt veel historische bezienswaardigheden uit diverse tijdperken. De Arabische, Italiaanse en Engelse invloeden zijn nog sterk terug te vinden.
De baai van Mellieha met het populaire zandstrand.
De jaarlijkse festa van Mellieha wordt officieel gevierd ter ere van Maria, maar in de praktijk herdenkt en viert men de overwinning van de Maltezen op de Ottomanen in 1565.
Van deze overwinning wordt vaak beweerd dat ze de redding van het christendom in Europa betekende.
DE WANDELBOULEVARD VERBINDT MARMARIS MET ICMELER ... een prachtige wandeling langs de zee.
Als je deze richting volgt, belandt je tenslotte in Içmeler.
In het 1ste deel wandel je in de zon, onbeschermd, met aan de rechter zijde de achterkant van vele hotels.
Daarna volgt een lange zone waar de hotels verder van het strand gelegen zijn en hun gasten slechts langs kleine poortjes toegang krijgen tot het strand dat hier heel wat dieper ligt. De hotelgasten liggen dan ook op aangelegde terrasjes ... soms palend aan het strand.
Ook het therapeutisch dolfijnen zwembad ligt langs dit gedeelte.
Even verderop ontdek je, verscholen tussen bomen, een ijspiste. Zelden heb ik er een schaatser of schaatsers gezien ... zuivere energie verspilling.
Als je Içmeler nadert dan dagen de 1ste terrasjes op en kun je zonodig je dorst lessen en je honger stillen. Deze terrasjes zijn aftands, maar geven wel een mooi uitzicht op de baai.
De meeste commentaren bij de foto's zijn afkomstig uit het boek: 'SAGALASSOS. DROOMSTAD IN DE BERGEN' van Marc Waelkens, Jeroen Poblome en Patrick De Rynck (Ed)
De Bovenste Agora, links van de Pronkfontein. Op de voorgrond, achter de noordoostelijke toegang tot het plein, de ca. 13 m hoge erezuil voor één van de 4 aristocraten die het plein heraanlegden en plaveiden (ca. 14 n.Chr.)
Op de achtergrond het Noordwestelijke Heroön.
Linksboven op een hoger gelegen terras, het atrium (vroegere Bouleuterion) en zijn monumentale trappentoegang van op het plein
Op de Bovenste Agora een kleine filmploeg
die allicht een Romeinse gebeurtenis in scène wilde opnemen.
Een zicht vanop de Bovenste Agora naar het hoger gelegen gedeelte.
Vele toeristen laten zich fotograferen aan de restanten van een Ionisch kapiteel op het plein.
Velen lieten zich fotograferen vòòr dit prachtig kapiteel. Zo ook deze gekende dame.
De Boog voor Caligula die in 43 n. Chr. opnieuw werd opgedragen aan keizer Claudius
en zijn overleden broer Germanicus, in de linker bovenhoek van de Bovenste Agora.
Beeld van Asklèpios uit een heiligdom voor deze god in de stad;
in de 4de - 5de eeuw gerecycleerd in een tabernakel van de fontein.
Ik liet mij vereeuwigen aan dit beeld.
De panoramische ligging van het macellum vanuit het noorden.
Rechts de westportiek met een teruggeplaatste zuil uit blauwzwart marmer van Dokimeion.
Rechts, de Alexanderheuvel. "De Sagalasiërs wachtten de komst van de Macadoniërs af op de heuvel voor hun stad, omdat dat een even sterke positie was voor de verdediging als de stadsmuur" ... schreef de historicus Arrianos aan het begin van zijn korte beschrijving van het verloren gevecht dat de Sagalassiërs in 333 met het leger van Alexanderde Grote leverden. De heuvel staat nu bekend als de Alexanderheuvel.
(ca.10 v.Chr. - 10 n.Chr.) uit regionale kalksteen gebouwd.
De opname (uit het zuidwesten) toont hoe het monument ca. 400 n.Chr. als een toren naast de noordwestelijke poort in de nieuwe stadsmuren werd opgenomen.
Het centrale deel bevat de bijna levensgrote danseressenfries.
De meest rijkelijk versierde pronkfontein van Sagalassos werd gebouwd tijdens de regering van Marcus Aurelius (161-180 n. Chr) en staat aan de noordkant van de bovenste Agora. 'Staat', want sinds 2010 is dit 'Antonijnse Nymphaeum' opnieuw opgericht.
De 'Antonijnse keizers' zijn Antoninus Pius, Marcus Aurelius en Commodus. Zij regeerden van 138 tot 192 n. Chr.
De fontein is een voorbeeld van de boeiende interpretatieproblemen waar archeologen voor staan als monumenten een lange en complexe biografie hebben, zoals in Sagalassos vaker het geval is.
Dit bouwwerk telt slechts één verdieping, maar is toch een kleine acht meter hoog en maar liefst 27 meter lang. Het heeft de vorm van een Griekse letter 'pi', met een lang centraal stuk en aan de zijkanten tabernakels met vier zuilen die naar voren uitsteken. Daartussen bevonden zich vier kleinere tabernakels met twee zuilen.
Het bassin, waar het water zich vanuit een centrale halfronde nis als een waterval in stortte, heeft een capaciteit van 81 kubieke meter. Via twee trapjes kon je de rand van de balustrade van het bassin en het water bereiken. (Bron: Sagalassos Droomstad in de bergen. Auteurs: Marc Waelkens, Jeroen Poblome, Patrick De Rynk Ed)
Het gebogen gevelveld van het 'tabernakel' (kapel gevormd door vooruitspringende zuilen)
rechts van de centrale nis met haar waterval in het Antonijnse Nymphaem (160-180 n.Chr.)
op de Bovenste Agora van Sagalassos.
Twee van de zes muzen op de sokkel van de laat-Hadrianische pronkfontein.
De meest rijkelijk versierde pronkfontein van Sagalassos werd gebouwd tijdens de regering van Marcus Aurelius (161-180 n. Chr.) en staat aan de noordrand van de Bovenste Agora. 'Staat', want sinds 2010 is dit 'Antonijnse Nymphaeum' opnieuw opgericht.
Dit bouwwerk telt slechts één verdieping, maar is toch een kleine acht meter hoog en maarliefst 27 meter lang. Het heeft de vorm van een Griekse letter 'pi', met een lang centraal stuk en aan en aan de zijkanten tabernakels met twee zuilen. Het bassin, waar het water zich vanuit een centrale halfronde nis als een waterval in stortte, heeft een capaciteit van 8 kubieke meter.