DE WANDELBOULEVARD VERBINDT MARMARIS MET ICMELER ... een prachtige wandeling langs de zee.
Als je deze richting volgt, belandt je tenslotte in Içmeler.
In het 1ste deel wandel je in de zon, onbeschermd, met aan de rechter zijde de achterkant van vele hotels.
Daarna volgt een lange zone waar de hotels verder van het strand gelegen zijn en hun gasten slechts langs kleine poortjes toegang krijgen tot het strand dat hier heel wat dieper ligt. De hotelgasten liggen dan ook op aangelegde terrasjes ... soms palend aan het strand.
Ook het therapeutisch dolfijnen zwembad ligt langs dit gedeelte.
Even verderop ontdek je, verscholen tussen bomen, een ijspiste. Zelden heb ik er een schaatser of schaatsers gezien ... zuivere energie verspilling.
Als je Içmeler nadert dan dagen de 1ste terrasjes op en kun je zonodig je dorst lessen en je honger stillen. Deze terrasjes zijn aftands, maar geven wel een mooi uitzicht op de baai.
De meeste commentaren bij de foto's zijn afkomstig uit het boek: 'SAGALASSOS. DROOMSTAD IN DE BERGEN' van Marc Waelkens, Jeroen Poblome en Patrick De Rynck (Ed)
De Bovenste Agora, links van de Pronkfontein. Op de voorgrond, achter de noordoostelijke toegang tot het plein, de ca. 13 m hoge erezuil voor één van de 4 aristocraten die het plein heraanlegden en plaveiden (ca. 14 n.Chr.)
Op de achtergrond het Noordwestelijke Heroön.
Linksboven op een hoger gelegen terras, het atrium (vroegere Bouleuterion) en zijn monumentale trappentoegang van op het plein
Op de Bovenste Agora een kleine filmploeg
die allicht een Romeinse gebeurtenis in scène wilde opnemen.
Een zicht vanop de Bovenste Agora naar het hoger gelegen gedeelte.
Vele toeristen laten zich fotograferen aan de restanten van een Ionisch kapiteel op het plein.
Velen lieten zich fotograferen vòòr dit prachtig kapiteel. Zo ook deze gekende dame.
De Boog voor Caligula die in 43 n. Chr. opnieuw werd opgedragen aan keizer Claudius
en zijn overleden broer Germanicus, in de linker bovenhoek van de Bovenste Agora.
Beeld van Asklèpios uit een heiligdom voor deze god in de stad;
in de 4de - 5de eeuw gerecycleerd in een tabernakel van de fontein.
Ik liet mij vereeuwigen aan dit beeld.
De panoramische ligging van het macellum vanuit het noorden.
Rechts de westportiek met een teruggeplaatste zuil uit blauwzwart marmer van Dokimeion.
Rechts, de Alexanderheuvel. "De Sagalasiërs wachtten de komst van de Macadoniërs af op de heuvel voor hun stad, omdat dat een even sterke positie was voor de verdediging als de stadsmuur" ... schreef de historicus Arrianos aan het begin van zijn korte beschrijving van het verloren gevecht dat de Sagalassiërs in 333 met het leger van Alexanderde Grote leverden. De heuvel staat nu bekend als de Alexanderheuvel.
(ca.10 v.Chr. - 10 n.Chr.) uit regionale kalksteen gebouwd.
De opname (uit het zuidwesten) toont hoe het monument ca. 400 n.Chr. als een toren naast de noordwestelijke poort in de nieuwe stadsmuren werd opgenomen.
Het centrale deel bevat de bijna levensgrote danseressenfries.
De meest rijkelijk versierde pronkfontein van Sagalassos werd gebouwd tijdens de regering van Marcus Aurelius (161-180 n. Chr) en staat aan de noordkant van de bovenste Agora. 'Staat', want sinds 2010 is dit 'Antonijnse Nymphaeum' opnieuw opgericht.
De 'Antonijnse keizers' zijn Antoninus Pius, Marcus Aurelius en Commodus. Zij regeerden van 138 tot 192 n. Chr.
De fontein is een voorbeeld van de boeiende interpretatieproblemen waar archeologen voor staan als monumenten een lange en complexe biografie hebben, zoals in Sagalassos vaker het geval is.
Dit bouwwerk telt slechts één verdieping, maar is toch een kleine acht meter hoog en maar liefst 27 meter lang. Het heeft de vorm van een Griekse letter 'pi', met een lang centraal stuk en aan de zijkanten tabernakels met vier zuilen die naar voren uitsteken. Daartussen bevonden zich vier kleinere tabernakels met twee zuilen.
Het bassin, waar het water zich vanuit een centrale halfronde nis als een waterval in stortte, heeft een capaciteit van 81 kubieke meter. Via twee trapjes kon je de rand van de balustrade van het bassin en het water bereiken. (Bron: Sagalassos Droomstad in de bergen. Auteurs: Marc Waelkens, Jeroen Poblome, Patrick De Rynk Ed)
Het gebogen gevelveld van het 'tabernakel' (kapel gevormd door vooruitspringende zuilen)
rechts van de centrale nis met haar waterval in het Antonijnse Nymphaem (160-180 n.Chr.)
op de Bovenste Agora van Sagalassos.
Twee van de zes muzen op de sokkel van de laat-Hadrianische pronkfontein.
De meest rijkelijk versierde pronkfontein van Sagalassos werd gebouwd tijdens de regering van Marcus Aurelius (161-180 n. Chr.) en staat aan de noordrand van de Bovenste Agora. 'Staat', want sinds 2010 is dit 'Antonijnse Nymphaeum' opnieuw opgericht.
Dit bouwwerk telt slechts één verdieping, maar is toch een kleine acht meter hoog en maarliefst 27 meter lang. Het heeft de vorm van een Griekse letter 'pi', met een lang centraal stuk en aan en aan de zijkanten tabernakels met twee zuilen. Het bassin, waar het water zich vanuit een centrale halfronde nis als een waterval in stortte, heeft een capaciteit van 8 kubieke meter.
In het zuidwesten van Turkije, iets meer dan honderd kilometer ten noorden van de kustplaats Antalya, ligt Sagalassos. De antieke stad, thans een deel van de provincie Burdur, bevindt zich in het Taurusgebergte, met in het zuiden de Middellandse Zee en aan de noordkant de hoogvlakte van Anatolië. Sagalassos was eeuwenlang de belangrijkste stad van het antieke Pisidië, het binnenland van het huidige zuid-west Anatolië. Ze ligt op een berghelling die naar het zuiden is georiënteerd, op een hoogte van 1450 tot 1600 meter. Aan haar oostkant bevindt zich de top van de indrukwekkende Akdağ, 2271 meter hoog.
Zo beschreef Marc Waelkens in zijn boek 'Sagalassos, droomstad in de bergen'. (Het verhaal van de ontdekking van Sagalassos - 1706 tot 1982).
Marc Waelkens schreef in de aanvang van zijn boek het volgende:
"Het eerste bezoek aan Sagalassos haalde mijn leven overhoop en lag aan de basis van alle 'gelukkige' en 'tragische' ogenblikken die ik sindsdien heb beleefd. Die laatste werden gecompenseerd door de vele magische momenten, zoals toen een arend, amper twee meter voor onze minibus ons tot vlak voor Ağlasun begeleidde. Het was alsof we reden onder de bescherming van Zeus zelf. Of neem die valavond, toen ik het intacte hoofd van de 'kleinere' Dionysos uit het Antonijnse Nymphaeum omdraaide en de god mij glimlachend aanstaarde. Hij leek dankbaar dat hij na veertien eeuwen weer het daglicht zag."
Het boek werd geschreven met de medewerking van Jeroen Problome en Patrick De Rynck (Ed).
Persoonlijk beschouw ik het als een prachtige weergave van hun levenswerk.
Er was nog zoveel te zien in de binnenstad ... smalle straatjes, gezellige terrasjes met zicht op de zee. Helaas om 18 uur moesten we weeral de bus in.
Op 03 september kwamen we vrij laat aan in ons hotel in Antalya. 's Anderendaags stonden verschillende bezoeken op het programma: een bezoek aan een fabriekje waar edele metalen zoals goud en zilver werden verwerkt tot prachtige sieraden, een bezoek aan een fabriekje waar lederwaren werden geproduceerd, een bezoek aan het Kursunlu waterval Natuurpark van Antalya en tenslotte een bezoek aan het centrum van de stad.
Op 03 september verlieten wij Cappadocië en reden naar Antalya. Onderweg bezochten wij een Caravanserai: een ruime beschermde 'herberg' waar reizigers en kooplui de nacht door brachten met hun koopwaar en met hun vervoermiddelen, meestal kamelen en/of paarden.
Vele Caravanserai lagen langs de 2500 km lange 'zijderoute'.
De grotten werden destijds heel functioneel uitgehouwen ... ruimte voor mens en dier, opslagplaatsen voor voedsel, drinkbaar water, bier, wijn en speciale putten voor septische afval van mens en dier.
Luchtkokers zorgden voor frisse buitenlucht en voor de afvoer van de rook van verwarmingsbronnen.
Met grote stenen konden de verschillende ingangen op verschillende plaatsen afgesloten worden om de vijand de toegang te beletten.
In de grotten heerst een constante temperatuur van 14° - 16°.
De oorspronkelijke bewoners van Cappadocië zochten bescherming en afzondering in dit landschap tegen de overvallen door de Arabieren en de geloofstrijd binnen de Kerk.
In 1907 ontdekte de Franse geestelijke Guillaume de Jerphanion opnieuw hun ondergrondse kloosters en kerken. In de 4de eeuw begon de bouw van deze ondergrondse kloosters. Dit gebied werd in de hieropvolgende duizend jaar het centrum van de Grieks-Orthodoxe Kerk, dat ook veel bedevaarders aantrok. De monniken vestigden zich aanvankelijk in het dal van Göreme. In dit dal bevinden zich 350 grotkerken.
Helaas kregen wij niet de kans zo'n grotkerk te bezoeken. We bezochten enkel de bovengrondse bizarre stenen torens die in vrediger tijden ook bewoond werden. Slechts een paar bovengrondse kapellen mochten wij bezoeken. Ook in deze kapellen zagen we nog restanten van wellicht mooie muurschilderingen.
Thans noemt men Cappadocië alleen nog maar de smalle landstreek tussen de zoutmeren en Kayseri Cappadocië - een gebied dat vroeger was bedekt met de lava en het as van de vulkanen Erciyes en Hasan Daği.
Het vulkanisch sediment vormde de zachte tufsteen, die door de erosie van duizenden jaren bizarre vormen kreeg: een landschap van abrupt steil, wit gesteente dat oker kleurt zodra de zon boven de horizon verschijnt.
Midden op de Anatolische hoogvlakte, en ten zuiden van Ankara, ligt de stad Konya, één van de oudste en conservatiefste steden van Turkije. Midden in de stad staat het 'Mevlanamuseum' dat in het voormalig klooster van de Orde van de Dansende Derwisjen is gehuisvest. Deze orde werd gesticht door Roemi, één van de beroemdste soefimistisi.
In de nabijheid van Konya staan de autofabrieken die vroeger bij ons en in Europa waren gehuisvest.
Tegen een dergelijke concurrentie kan noch België, noch Europa op: de fabrieken krijgen de gronden voor vele jaren in bruikleen en betalen praktisch geen belastingen. Daarenboven werken de Turkse arbeiders aan een zeer laag loon ... sociale zekerheid en vakbonden bestaan er niet. Een paradijs voor de multinationals en de ondergang van ons Europees democratisch kapitalistisch systeem, met veel werkloosheid en stijgende armoede tot gevolg.
Een weinig aantrekkelijk vooruitzicht voor onze kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen !!!