Zoals ik in een vorige column verteld heb, ik heb me laten verleiden tot het schrijven van een cursus. Het is uiteraard de bedoeling die te gebruiken voor lessen. Vandaar dat ik het nodig heb gevonden om een proefklasje in te schakelen, om te zien of die cursus een beetje aan de verwachtingen beantwoordt, zowel die van mij als die van hen.
Meteen heb ik heel wat bijgeleerd, zowel over het cursusmateriaal als over cursussen in het algemeen. Als je schrijft leg je daar altijd een flink stuk van je eigen persoon in, ook van je ervaringen. En voorbeelden ga je dan ook al eens putten uit je eigen vroegere beroepservaring.
Maar dat is soms verre van ideaal, want die kan totaal vreemd zijn voor je publiek. Eigenlijk had ik dat kunnen weten, en nog wel uit zeer onverdachte bron, namelijk het evangelie. Ik neem aan dat ook anders-gelovigen en ongelovigen wel vertrouwd zijn met op zijn minst enkele verhalen daaruit.
Jezus, zo leert ons het evangelie, is opgegroeid als zoon van een timmerman; we mogen dus aannemen dat hij met deze stiel vertrouwd was. En Jezus spreekt in gelijkenissen. Maar bij al deze gelijkenissen is er geen enkele te vinden over een timmerman ! De meest uitgewerkte (en bekende) gelijkenissen gaan over een zaaier, over een herder, over werken in de wijngaard
Landbouw en veeteelt komen wel uitgebreid aan de orde, het ganse bouwbedrijf blijft beperkt tot bouwen op het zand of op de rots, en de steen die de bouwlieden hebben verworpen.
Betekent dit dat Jezus het nooit zou gehad hebben over zijn vroegere beroepservaring? Dat kunnen we niet zo meteen stellen : zijn prediking is pas te boek gesteld toen hij zelf niet meer op deze wereld rondliep. Dus als hij het ooit over het werk van de timmerman zou hebben gehad, dan vonden de evangelisten (ook degenen die er zelf bij waren) dat mogelijks niet het meest geschikte materiaal om het volk te onderrichten.
Onderwijzers en leraars komen meestal meteen na hun opleiding in het onderwijs terecht, zij hebben dus geen vroegere beroepservaring die hun lessen kan kleuren. Of anders is het precies in hun vroegere vakgebied dat ze als leraar aan de slag gaan, en dan kan die beroepservaring alleen maar een extra troef zijn. Maar wie ineens les wel geven over een computerprogramma, of in een blog een beetje aan filosofie wil doen, moet blijkbaar goed opletten met voorbeelden die uit een specifiek vakgebied gegrepen zijn.
Dat zal ook wel met andere voorbeelden en anekdotes het geval zijn. Als je een voorbeeld zou nemen uit de sportwereld, dan mag je er niet van uitgaan dat iedereen de wielrennerij of het voetbal volgt, al zijn dat veruit de meest populaire sporten. En zelfs wie de sport volgt als supporter, is dikwijls meer geïnteresseerd in de sfeer die er rond hangt dan in technische details.
Als je bij wijze van uitleg een voorbeeld geeft, zorg er dan tenminste voor dat je niet teveel tijd of energie moet besteden aan het uitleggen van het voorbeeld zelf.
Sommigen zullen dan ook liever hun toevlucht nemen tot beeldmateriaal. Zegt een beeld niet meer dan duizend woorden ? Maar ook hier is voorzichtigheid geboden, want het beeldmateriaal trekt zodanig de aandacht, dat het ten koste van de tekst gaat. Dat wordt dan opgelost door de tekst te beperken tot kernzinnen. En op die manier verandert je les in een spectaculaire PowerPoint-presentatie.
PowerPoint-presentatie bij wijze van les of betoog kunnen me zelden overtuigen, omdat meestal ze geen ruimte laten voor de gedachtegang achter het betoog. Je hebt dus alles wel gezien, maar de kans is groot dat je inzicht in de materie er niet op verbeterd is.
Het zal dus weer afhangen van de doelgroep en van de bedoeling van je cursus. Als je iemand een bepaalde taak wil aanleren aan de montageband in een autoassemblagebedrijf, dan ga je daarbij anders te werk dan wanneer je diezelfde persoon zou willen opleiden tot monteur bij het klaarmaken van een auto voor een wedstrijd.
Probeer ook niet te schitteren met je vaardigheden. De cursist is belangrijker dan de cursus, en de cursus moet belangrijker blijven dan de persoon die hem opstelt. En de inhoud moet belangrijker blijven dan de vorm.
|