Het citaat van Willem van Oranje laat me niet los, vooral omdat ik me de vraag stel in hoeverre ik hem kan bijtreden.
Ondernemen doe je zelden alleen, en je kan dus de vraag stellen in hoeverre het verantwoord is om anderen mee te sleuren als er niet tenminste een sprankeltje hoop is. Ook al reken je er niet op dat je zelf het beloofde land zal bereiken, toch moet er minstens de overtuiging zijn dat je een stap in de goede richting kan zetten, en dat je het voor anderen iets makkelijker maakt om tot het ideaal te komen.
Als ik een week lang geen berichten op deze blog heb laten verschijnen, dan komt het doordat ik me heb laten verleiden tot het schrijven van een cursus. Ik werk als vrijwilliger bij Buurtweb (voor wat Buurtweb inhoudt verwijs ik naar www.buurtwebaalst.be). In mijn functie van onthaalmedewerker-begeleider wordt ik regelmatig aangesproken over grote en kleine problemen in verband met de toepassing van bepaalde programmas. Omdazt de beschikbare litteratuur meestal of te oppervlakkig of te uitgebreid is, vond ik dat ik zelf maar een cursus moest samenstellen die de gebruiker ervan in staat zou stellen op eigen benen te staan.
In tegenstelling met het schrijven van een blog, is het schrijven van een cursus iets wat je niet alleen onderneemt : je hebt bijvoorbeeld een proefklas nodig om te zien of je wel je doel bereikt. Je moet dus mensen vinden die bereid zijn om een eind mee te gaan in je onderneming.
Dat kan je niet verantwoorden, als je niet tenminste de hoop hebt om enerzijds die mensen iets bij te brengen, en anderzijds tot een betere cursus te komen, waarvan anderen later voordeel zullen hebben.
Een blog schrijven doe je alleen. Je wisselt misschien al eens van gedachten met iemand, dikwijls zelf ook auteur van een blog, en je rekent op zijn of haar beleefdheid of bereidwilligheid om te reageren. Maar voor het overgrote deel doe je het alleen. Als je niet de hoop hebt om met je blog een stapje dichter bij een bepaald ideaal te komen, heb je genoeg aan een dosis pretentie om de onderneming te beginnen, en er mee door te gaan ook al lijkt ze niet te slagen.
Want als je slaagt hoef je ook niet te volharden, want dan is de onderneming ook afgelopen. Vraag is natuurlijk wanneer je kan zeggen dat je geslaagd bent. Als je met slagen bedoelt dat het einddoel bereikt is, dan kan het best dat je gewoon niet kan slagen. Alles kan nu eenmaal beter.
Misschien spreek je al van slagen als je een stapje dichter bij het doel bent gekomen. En dan is het duidelijk dat het pas geeft te volharden, ook als je slaagt.
In het geval van de cursus is het de vraag wanneer zo een cursus publicatierijp is, ondanks de onvolmaaktheden die er nog zijn en de verbeteringen die nog kunnen gemaakt worden.
Dan moet je in overweging nemen hoe dringend die cursus is. Als je er aan denkt les te geven, dan MOET je wel over een cursus beschikken, die van jezelf of die van een andere bron. Als je er op kan rekenen dat je leerlingen alles noteren, of alles kunnen onthouden, dan hoeft die cursus niet op papier te staan (of op cd-rom of diskette). Maar meestal is dit niet zonder meer het geval.
Dus moet je overwegen wat het ergste is, de onvolmaaktheden of het uitstel. Uiteraard moet je volharden in het wegwerken van de onvolmaaktheden. Manifeste fouten moeten zelfs onverwijld verbeterd worden. In de praktijk zal dat onverwijld ook niet al te veel problemen stellen, want je cursus is niet in grote oplage gedrukt, maar in een aantal fotokopietjes die net voldoet aan de onmiddellijke vraag.
Tekortkomingen in de manier van voorstellen kunnen meer tijd vragen. Hoeveel beeldmateriaal moet ik gaan gebruiken, en welk ? In het geval van een computercursus, moeten alle mogelijke dialoogvensters ook werkelijk afgedrukt worden ? Een beeld mag dan al meer zeggen dan duizend woorden, het kan ook leiden tot oppervlakkigheid.
Het is een goede zaak dat de moderne technologie toelaat om een cursus telkens opnieuw bij te schaven, zo wordt het ook voor de auteur een permanente vorming.
|