Jongens en Wetenschap
Inhoud blog
  • Jongerendagen
  • De Wetenschappelijke Methode
  • Terrorisme en Toerisme
  • Cursus
  • Hopen en Ondernemen
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Wonder en is geen wonder
    20-07-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cursus

    Zoals ik in een vorige column verteld heb, ik heb me laten verleiden tot het schrijven van een cursus. Het is uiteraard de bedoeling die te gebruiken voor lessen. Vandaar dat ik het nodig heb gevonden om een proefklasje in te schakelen, om te zien of die cursus een beetje aan de verwachtingen beantwoordt, zowel die van mij als die van hen.

    Meteen heb ik heel wat bijgeleerd, zowel over het cursusmateriaal als over cursussen in het algemeen. Als je schrijft leg je daar altijd een flink stuk van je eigen persoon in, ook van je ervaringen. En voorbeelden ga je dan ook al eens putten uit je eigen vroegere beroeps­ervaring.

    Maar dat is soms verre van ideaal, want die kan totaal vreemd zijn voor je publiek. Eigenlijk had ik dat kunnen weten, en nog wel uit zeer onverdachte bron, namelijk het evangelie. Ik neem aan dat ook anders-gelovigen en ongelovigen wel vertrouwd zijn met op zijn minst enkele verhalen daaruit.

    Jezus, zo leert ons het evangelie, is opgegroeid als zoon van een timmerman; we mogen dus aannemen dat hij met deze stiel vertrouwd was. En Jezus spreekt in gelijkenissen. Maar bij al deze gelijkenissen is er geen enkele te vinden  over een timmerman ! De meest uitgewerkte (en bekende) gelijkenissen gaan over een zaaier, over een herder, over werken in de wijngaard… Landbouw en veeteelt komen wel uitgebreid aan de orde, het ganse bouwbedrijf blijft beperkt tot “bouwen op het zand of op de rots”, en “de steen die de bouwlieden hebben verworpen”.

    Betekent dit dat Jezus het nooit zou gehad hebben over zijn “vroegere beroepservaring”? Dat kunnen we niet zo meteen stellen : zijn prediking is pas te boek gesteld toen hij zelf niet meer op deze wereld rondliep. Dus als hij het ooit over het werk van de timmerman zou hebben gehad, dan vonden de evangelisten (ook degenen die er zelf bij waren) dat mogelijks niet het meest geschikte materiaal om het volk te onderrichten.

    Onderwijzers en leraars komen meestal meteen na hun opleiding in het onderwijs terecht, zij hebben dus geen vroegere beroepservaring die hun lessen kan kleuren. Of anders is het precies in hun vroegere vakgebied dat ze als leraar aan de slag gaan, en dan kan die beroepservaring alleen maar een extra troef zijn. Maar wie ineens les wel geven over een computerprogramma, of in een blog een beetje aan filosofie wil doen, moet blijkbaar goed opletten met voorbeelden die uit een specifiek vakgebied gegrepen zijn.

    Dat zal ook wel met andere voorbeelden en anekdotes het geval zijn. Als je een voorbeeld zou nemen uit de sportwereld, dan mag je er niet van uitgaan dat iedereen de wielrennerij of het voetbal volgt, al zijn dat veruit de meest populaire sporten. En zelfs wie de sport volgt als supporter, is dikwijls meer geïnteresseerd in de sfeer die er rond hangt dan in technische details.

    Als je bij wijze van uitleg een voorbeeld geeft, zorg er dan tenminste voor dat je niet teveel tijd of energie moet besteden aan het uitleggen van het voorbeeld zelf.

    Sommigen zullen dan ook liever hun toevlucht nemen tot beeldmateriaal. Zegt een beeld niet meer dan duizend woorden ? Maar ook hier is voorzichtigheid geboden, want het beeldmateriaal trekt zodanig de aandacht, dat het ten koste van de tekst gaat. Dat wordt dan opgelost door de tekst te beperken tot kernzinnen. En op die manier verandert je les in een spectaculaire PowerPoint-presentatie.

    PowerPoint-presentatie bij wijze van les of betoog kunnen me zelden overtuigen, omdat meestal ze geen ruimte laten voor de gedachtegang achter het betoog. Je hebt dus alles wel gezien, maar de kans is groot dat je inzicht in de materie er niet op verbeterd is.

    Het zal dus weer afhangen van de doelgroep en van de bedoeling van je cursus. Als je iemand een bepaalde taak wil aanleren aan de montageband in een autoassemblagebedrijf, dan ga je daarbij anders te werk dan wanneer je diezelfde persoon zou willen opleiden tot monteur bij het klaarmaken van een auto voor een wedstrijd.

    Probeer ook niet te schitteren met je vaardigheden. De cursist is belangrijker dan de cursus, en de cursus moet belangrijker blijven dan de persoon die hem opstelt. En de inhoud moet belangrijker blijven dan de vorm.

    20-07-2005, 13:41 Geschreven door eric l
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    19-07-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hopen en Ondernemen

    Het citaat van Willem van Oranje laat me niet los, vooral omdat ik me de vraag stel in hoeverre ik hem kan bijtreden.

    Ondernemen doe je zelden alleen, en je kan dus de vraag stellen in hoeverre het verant­woord is om anderen mee te sleuren als er niet tenminste een sprankeltje hoop is. Ook al reken je er niet op dat je zelf het beloofde land zal bereiken, toch moet er minstens de overtuiging zijn dat je een stap in de goede richting kan zetten, en dat je het voor anderen iets makkelijker maakt om tot het ideaal te komen.

    Als ik een week lang geen berichten op deze blog heb laten verschijnen, dan komt het doordat ik me heb laten verleiden tot het schrijven van een cursus. Ik werk als vrijwilliger bij Buurtweb (voor wat Buurtweb inhoudt verwijs ik naar www.buurtwebaalst.be). In mijn functie van onthaalmedewerker-begeleider wordt ik regelmatig aangesproken over grote en kleine problemen in verband met de toepassing van bepaalde programma’s. Omdazt de beschikbare litteratuur meestal of te oppervlakkig of te uitgebreid is, vond ik dat ik zelf maar een cursus moest samenstellen die de gebruiker ervan in staat zou stellen op eigen benen te staan.

    In tegenstelling met het schrijven van een blog, is het schrijven van een cursus iets wat je niet alleen onderneemt : je hebt bij­voorbeeld een proefklas nodig om te zien of je wel je doel bereikt. Je moet dus mensen vinden die bereid zijn om een eind mee te gaan in je onderneming.

    Dat kan je niet verantwoorden, als je niet tenminste de hoop hebt om enerzijds die mensen iets bij te brengen, en anderzijds tot een betere cursus te komen, waarvan anderen later voordeel zullen hebben.

    Een blog schrijven doe je alleen. Je wisselt misschien al eens van gedachten met iemand, dikwijls zelf ook auteur van een blog, en je rekent op zijn of haar beleefdheid of bereidwilligheid om te reageren. Maar voor het overgrote deel doe je het alleen. Als je niet de hoop hebt om met je blog een stapje dichter bij een bepaald ideaal te komen, heb je genoeg aan een dosis pretentie om de onderneming te beginnen, en er mee door te gaan ook al lijkt ze niet te slagen.

    Want als je slaagt hoef je ook niet te volharden, want dan is de onderneming ook afgelopen. Vraag is natuurlijk wanneer je kan zeggen dat je geslaagd bent. Als je met “slagen” bedoelt dat het einddoel bereikt is, dan kan het best dat je gewoon niet kan slagen. Alles kan nu eenmaal beter.

    Misschien spreek je al van slagen als je een stapje dichter bij het doel bent gekomen. En dan is het duidelijk dat het pas geeft te volharden, ook als je slaagt.

    In het geval van de cursus is het de vraag wanneer zo een cursus publicatierijp is, ondanks de onvolmaaktheden die er nog zijn en de verbeteringen die nog kunnen gemaakt worden.

    Dan moet je in overweging nemen hoe dringend die cursus is. Als je er aan denkt les te geven, dan MOET je wel over een cursus beschikken, die van jezelf of die van een andere bron. Als je er op kan rekenen dat je leerlingen alles noteren, of alles kunnen onthouden, dan hoeft die cursus niet op papier te staan (of op cd-rom of diskette). Maar meestal is dit niet zonder meer het geval.

    Dus moet je overwegen wat het ergste is, de onvolmaaktheden of het uitstel. Uiteraard moet je volharden in het wegwerken van de onvolmaaktheden. Manifeste fouten moeten zelfs “onverwijld” verbeterd worden. In de praktijk zal dat “onverwijld” ook niet al te veel problemen stellen, want je cursus is niet in grote oplage gedrukt, maar in een aantal fotokopietjes die net voldoet aan de onmiddellijke vraag.

    Tekortkomingen in de manier van voorstellen kunnen meer tijd vragen. Hoeveel beeldmateriaal moet ik gaan gebruiken, en welk ? In het geval van een computercursus, moeten alle mogelijke dialoogvensters ook werkelijk afgedrukt worden ? Een beeld mag dan al meer zeggen dan duizend woorden, het kan ook leiden tot oppervlakkigheid.

    Het is een goede zaak dat de moderne technologie toelaat om een cursus telkens opnieuw bij te schaven, zo wordt het ook voor de auteur een “permanente vorming”.

    19-07-2005, 18:07 Geschreven door eric l
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Esperanto

    In een van de vorige berichten had ik het over Esperanto. Blijkbaar had ik het fout toen ik stelde dat Esperanto nauwelijks gesproken wordt buiten Esperantocongressen, en dat er geen discussieforums of chatrooms in Esperanto op Internet zouden bestaan.

    Blijkbaar heb ik niet goed gezocht, en heb ik mij laten leiden door een indruk. De moderne slogan mag dan wel zijn “perceptie is alles”, maar dat is niet bepaald de wetenschappelijke houding.

    Mijn oprechte dank dus voor wie mij hierop heeft gewezen. Betekent dit dat ik mij nu bekeerd heb tot het Esperantisme ? Helaas niet – of nog niet.

    Het blijft inderdaad zo dat het gebruik van Esperanto wereldwijd verspreid mag zijn, maar het blijft verspreid binnen een (zeer) kleine groep. Het materiaal waarover ik kan beschikken (Internet) laat me ook niet toe om te zeggen of daar al dan niet snel verandering in komt.

    Toch heb ik ook de nood gevoeld aan iets Esperanto (of een andere “neutrale” wereldtaal). Zo werd ik door een vorige werkgever uitgestuurd naar Griekenland om als expert in de papiertechnologie een agent van de lokale vestiging van onze groep te begeleiden bij een reeks contacten met hun lokale klanten in de papierindustrie. Nu bleken die technologen in de Griekse bedrijven meestal niet voldoende Engels te kennen, zodat de lokale agent als tolk moest optreden. Ik moest dus mijn uitleg geven in het Duits (ook al niet de taal waar ik meest mee vertrouwd ben), waarop de agent vertaalde in het Grieks, en het antwoord weer vertaalde in het Duits. Soms kon ik in het Grieks wel bekende vaktermen horen, en soms was er al een tekeningetje gemaakt, zodat ik toch al een vaag idee had van het antwoord. Maar toch liet de nood aan een gemeenschappelijke taal zich voelen.

    Ik sprak erover met onze agent, en die bleek binnen het bedrijf een verwant te hebben die Esperantist was. Tijdens een middagpauze werd ik met hem in contact gebracht, en gelukkig sprak de man behoorlijk Frans, zodat we vrijuit konden praten zonder tussenkomst van een tolk.

    Het bleek dat hij naar zijn zeggen dat hij nog nooit de kans had gehad om Esperanto te gebruiken bij zijn professionele contacten, terwijl zijn kennis van het Frans het had mogelijk gemaakt dat hij de contactpersoon was voor Libanon. Dat maakte dat hij meer bezig was met het vervolmaken van zijn Frans dan met het vervolmaken van zijn Esperanto.

    In de meeste bedrijfstakken en technologieën is het Engels de courante werktaal geworden voor internationale contacten. Betekent dit dat we ons daar zo maar bij moeten neerleggen ? De absolute dominantie van het Engels leidt ook tot een dominantie van het Amerikaanse ideeëngoed, en of dit inderdaad zo goed is durf ik te betwijfelen.

    Zeker in Europa moeten we onze veeltaligheid in stand houden, ook al houdt dat de verplichting in om vanaf een zeker niveau toch verschillende talen te beheersen.

    Een gemeenschappelijke “neutrale” taal als het Esperanto zou de druk op de zogenaamde “kleine” talen zeker doen afnemen. Het ideaal van het Esperanto blijft dus alleszins bestaan, en zou door de eenmaking van Europa alleen maar belangrijker kunnen worden.

    Maar politiek komt het nauwelijks in beeld – en dat is niet zomaar een indruk, dat wordt bevestigd als we nagaan (nog maar eens via Internet) hoe vaak, of beter hoe zelden, Esperanto aan de orde komt in het Europees parlement, of in de pers.

    De inspanningen van een kleine groep Esperantisten, hoe wereldwijd ze ook mogen verspreid zijn, zullen hieraan niet snel iets veranderen.

    Esperanto – de naam zegt het zelf – draait om hoop. Als ik in de Belgische politiek hoe men met het taalprobleem omgaat, dan lijkt het mij dat die hoop ver te zoeken is. Is er wel de wil om tot een oplossing te komen ?

    Voor de Esperantisten moet ik besluiten met het citaat van Willem van Oranje, dat ik al eerder heb gebruikt : "Point ne faut espérer pour entreprendre, ni réussir pour persévérer.” Of in Esperanto “Ne necesse esperi por entrepreni nek sukcesi  por persisti”. (met dank aan Mia)

    19-07-2005, 18:04 Geschreven door eric l
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Archief per week
  • 22/08-28/08 2005
  • 01/08-07/08 2005
  • 25/07-31/07 2005
  • 18/07-24/07 2005
  • 04/07-10/07 2005
  • 27/06-03/07 2005
  • 20/06-26/06 2005
  • 13/06-19/06 2005
  • 06/06-12/06 2005
  • 30/05-05/06 2005
  • 23/05-29/05 2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!