Uit het leven van een Karmelietes Een jonge vrouw wordt geroepen tot een Godsgewijd leven.
Haar roeping zal ze verwoorden in een dichtbundel: ...DOORHEEN MOERAS EN KLAVER...
03-12-2007
MINNAAR
Mijn trouwe speelkameraad, ik vond u terug in mijn verste herinnering. In de tijd van het kindje dat urenlang met de handjes aan de teentjes speelde.
En toen ik verder ging vond ik een verre vriend. De eerste en de trouwste. In de tijd van de tiener met de vragen. En ik zocht naar oude gedachten maar vond ze niet.
Verdergaand zag ik de lieve Meester. In de tijd van het radeloze meisje met de eerste zorgen en het kleine verdriet maar zoeken naar gedachten had geen zin. Ik vond ze niet.
Nu ik de tijd ontgroeid ben en samen met U ouder werd hek ik het mogen weten waarom Gij speelmakker gebleven zijt ondanks al mijn grillen.
Waarom Gij vriend werd en bleef al waren er dagen dat ik het niet wou weten en Jou als vriend verraden heb
Waarom Gij meester werd en geduldig bleef bij al mijn zinloos praten. Waarom Gij mij de liefde leerde al was ik beter in het haten.