Bij het aanschaffen van een nieuwe fiets kijkt men steeds meer naar het gewicht van de fiets. Tenslotte, hoe lichter de fiets hoe sneller je klimt en accelereert. Is gewoon een paar kilo afvallen niet veel efficiënter voor betere prestaties?
De snelheid van een fietser hangt bij een gelijkblijvende inspanning (vermogen) af van de rolweerstand, de luchtweerstand en de hellingshoek van de weg. De luchtweerstand trekt zich niets aan van het gewicht. De rolweerstand is wel afhankelijk van het gewicht. Als het gewicht toeneemt, neemt ook de rolweerstand toe, door de vervorming van de banden.
Gewicht bergop Bij hellingen tot 3% is het fietsgewicht van beperkt belang. De snelheid ligt dan nog relatief hoog, waardoor rol- en luchtweerstand nog een aanzienlijk deel van de totale weerstand bepalen. Een fiets van 8 kilo in plaats van 10 kilo, met een fietser van 75 kilo, levert maximaal 2,5% winst in hellingsweerstand op. Dit is ± 1,5% van de totale weerstand en ongeveer 1% in snelheid. Bij een snelheid van ± 30 km/uur (± 350 watt!) kan dit 30 seconden tijdwinst per uur opleveren. Bij steiler klimmen gaat het gewicht een steeds belangrijker rol spelen.
Lichaamsgewicht en vermogen Zwaardere fietsers klimmen vaak slechter dan lichtere. Omdat zwaardere renners meer gewicht mee omhoog moeten zeulen lijkt de stelling ook logisch: voor meer gewicht heb je meer vermogen nodig. Afhankelijk van het stijgingspercentage van de weg en de fietssnelheid moet voor 10% meer gewicht tussen de 7 en 10% meer vermogen worden geleverd. Op de vlakke weg kost 10% extra gewicht slechts 5 à 7% meer vermogen. Het vermogen dat een fietser kan leveren blijkt echter recht evenredig te zijn met zijn lichaamsgewicht (er van uitgaan dat er geen verschil is in vetpercentage, want vet levert geen vermogen). Dit komt omdat het overgrote deel bestaat uit spieren. Meer spiermassa betekent meer vermogen. Het zogenaamde conditiegetal is dan ook de maximale zuurstofopname gedeeld door het lichaamsgewicht. Anders zou een zwaardere, grotere fietser altijd beter getraind lijken, aangezien hij absoluut gezien meestal de hoogste zuurstofopname zal hebben. Een fietser die 10% zwaarder is kan in principe ook 10% meer vermogen leveren.
Lichaamsgewicht en vlakke weg Op de vlakke weg is een fietser met meer vetvrije massa (lees spiermassa) duidelijk in het voordeel. De rolweerstand neemt evenredig toe met het gewicht, maar omdat een zwaardere fietser méér vermogen kan leveren is dit geen bezwaar. De luchtweerstand neemt echter minder evenredig toe met het gewicht. De zwaardere fietser houdt daarom ten opzichte van de lichtere vermogen 'over'. Op het vlakke telt vooral het absolute vermogen (Watt) wat iemand kan leveren.
Lichaamsgewicht bergop Bij het klimmen valt dit voordeel voor de zwaardere fietser weg en lijkt het of hij in het nadeel is. Bij het klimmen telt ook niet het absolute vermogen maar juist het vermogen per kg lichaamsgewicht (Watt/kg). Degene die hier het hoogste scoort zal ook het snelste kunnen klimmen. Plaats van het gewicht Bij slechte fietstechniek is de plek van het gewicht belangrijk, dan is namelijk zo dicht mogelijk bij het zwaartepunt beter dan er ver boven (dus beter in de fiets dan in je eigen lichaam wat zich boven het zwaartepunt bevindt). Concluderend is het zeker makkelijker en efficiënter om lichaamsgewicht kwijt te raken, en dan vooral door verlagen vetmassa, dan veel geld te investeren in enkele grammen minder gewicht van je fiets. Maar als je natuurlijk heel graag op een hele mooie, getunede fiets wilt rijden, dan is daar natuurlijk ook niets op tegen!
Je hoort bij fietsers regelmatig dat men last heeft van inspanningshoofdpijn. Wat kan de reden zijn?
Veel wielrenners krijgen te maken met hoofdpijn na het fietsen. Vaak is er een goede verklaring voor te vinden. Te weinig gedronken, te weinig gegeten of te diep gegaan. Soms betreft het een verkeerde afstelling van de fiets waardoor er overbelasting van de nekspieren ontstaat. Er zijn een aantal wielrenners die kunnen drinken wat zij willen, hebben hun fiets goed na laten kijken maar zij krijgen toch heel vaak hoofdpijn na het fietsen. Vaak gaat het dan om primaire inspanningshoofdpijn. Deze onschuldige vorm van hoofdpijn kan heel vervelend zijn voor de sporter en het plezier behoorlijk bederven. Symptomen van primaire inspanningshoofdpijn zijn: het ontstaan van hoofdpijn tijdens of enkele uren na het sporten, die meestal binnen 24 uur weer verdwijnt. De hoofdpijn is tweezijdig en bonzend van aard. Bekende uitlokkende factoren zijn sporten in warm weer en op hoogte. Er bestaat gelukkig een medicijn die, wanneer deze voor het sporten wordt ingenomen, de hoofdpijn vaak kan voorkomen. Jammer genoeg is deze vorm van hoofdpijn en de behandeling ervan bij veel artsen niet bekend. In zeldzame gevallen kan hoofdpijn tijdens en na inspanning een uiting zijn van een ernstig probleem in het hoofd of zelfs een hartkwaal. Daarom is het noodzakelijk dat iedereen die regelmatig hoofdpijn na het sporten heeft, een arts bezoekt om ernstige oorzaken uit te sluiten.
Nog meer gezondheidtips voor fietsers:
http://www.mallorcacyclingsport.com/index.php/Gezondheid/
14-11-2011 om 12:10
geschreven door Gas geven
|