xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De Bretoense Liga voor Mensenrechten klaagt de omstandigheden waarin de Bretoense politieke gevangene, Denis Riou, zich bevindt aan.
De heer Denez Riou, Bretoens nationalistisch militant, werd op 29 juni 2005, door het uitzonderlijke assisenhof van Parijs (opgericht voor terrorismebestrijding) veroordeeld tot zeven jaar opsluiting in het kader van de roof van springstoffen te Plévin.
Voor de veroordeling zat hij al 15 maanden in voorlopige hechtenis waarna hij, onder gerechtelijke controle, vrijgelaten werd in afwachting van het proces.
Veroordeeld maar nog steeds vrij, heeft hij negen maanden lang gewacht op een oproep van de procureur van Lorient. Vruchteloos, gezien zijn dossier in tegenstelling tot wat het tribunaal besliste, niet overgemaakt werd.
Om niet langer in het onzekere te leven nam Denis Riou contact op, door middel van zijn advocaat, met de procureur van Lorient die na kennisname van het dossier besloot de opsluiting effectief te laten worden op 10 april 2006.
Op die datum presenteerde hij zich in de gevangenis van Ploemeur waar hij opgesloten werd in het huis van bewaring.
Denis Riou heeft echter niets te zoeken in een huis van bewaring. Volgens Art. 717 van de strafvorderingcode hoort hij in een detentiecentrum: de veroordeelden moeten hun straf uitzitten in een strafinstelling.
Op 21 juni 2006 kreeg Denis Riou een brief van de regionale directie van het gevangeniswezen om zijn opname in het detentiecentrum van Ploemeur te bevestigen maar tot op heden bevindt hij zich nog steeds in het huis van bewaring.
Deze situatie is illegaal en Mijnheer Riou schreef dan ook naar verscheidene verantwoordelijken van het gevangeniswezen en naar de Minister van Justitie. Hij richtte zich ook naar parlementariërs, naar de heer Jean Yves Le Drian, Kamerafgevaardigde van het kiesdistrict waarin Ploemeur zich bevindt, en naar alle Bretoense afgevaardigden, deze van Loire-Atlantique inbegrepen, om hen uit te nodigen, als ooggetuigen te komen vaststellen dat zijn opsluiting illegaal verloopt.
Een tiental onder hen, van alle politieke strekkingen, hebben geschreven naar de Minister van Justitie, de Heer Pascal Clément, die tot op heden niet antwoordde of, indien wel, dit onrechtstreeks deed, via de centrale directie van het gevangeniswezen. Van deze directie ontving de heer Riou op 28 september 2006 een brief waarin hem gemeld werd dat hij zich op de wachtlijst voor het detentiecentrum bevindt en dat, begin 2008, een plaats zou vrijkomen!
Al zeven maanden zijn de omstandigheden waarin Denis Riou opgesloten is in strijd met de wet. De strafrechterlijke administratie is niet bekwaam om de wettelijke verplichtingen, zoals deze omschreven worden in de strafvorderingcode, te respecteren. Hierdoor wordt Denis Riou van zijn rechten beroofd: geen uitgaansvergunningen (art. d.146), geen toelating te telefoneren (art. d.147), geen individuele en enkel nachtelijke opsluiting zoals voor definitieve veroordeelden (art. 717-2).
Bovendien wordt, door deze opsluiting in een huis van bewaring, de familie van de Heer Riou benadeeld voor de bezoekuren.
De Heer Riou hoeft, net als alle definitief veroordeelden, niet te lijden onder het in gebreke blijven van de strafrechterlijke administratie die, eens te meer, ter sprake kwam in het rapport van het Internationaal Observatorium voor Gevangenissen, van 20 oktober 2006.
Deze administratie moet er alles aan doen om de gevangenisstraf van de Heer Riou, in overeenstemming met de wet, te doen verlopen.
Voor de LBDH M.Herjean
-----------
Denis Riou
Prisonnier politique breton
020838
Centre pénitentiaire
BP72
BZH 56275 Ploemeur
France
|