Op 7 november werd de voorwaardelijke vrijlating van KristianGeorgeault een feit. Na 6 jaar en 6 maanden achter de tralies van verschillende gevangenissen te hebben gezeten mocht hij eindelijk de gevangenis verlaten. De weigering te verzaken aan zijn inzet voor de onafhankelijkheid van Bretagne kostte hem, tot tweemaal toe, de voorwaardelijke vrijlating.
Na bijna 4 jaar voorarrest werd Kristian in 2004, tijdens het beruchte "proces van Kever" veroordeeld tot 11 jaar gevangenis voor medeplichtigheid in aanslagen van het A.R.B. Voor de dodelijke aanslag op de Mc Donald van Kever werd zijn onschuld erkend. Wij herinneren onze lezers dat de 28 jarige Laurence Turbec bij deze aanslag het leven verloor. De voortvarendheid van de onderzoekers, onderzoeksrechters, politiekers en de media om het A.R.B. voor deze moord te willen laten opdraaien en de hele Bretoense Emsav de mond te snoeren maken dat deze aanslag tot op heden onopgehelderd blijft.
Bij de opluchting over deze vrijlating mogen we niet vergeten dat Denez Riou in de gevangenis verblijft en andere Bretoense militanten nog steeds op een antwoord van het gerecht wachten.
Op 19 april 2000, gebeurde het ongehoorde! Voor het eerst viel een civiel slachtoffer (buiten twee jonge mannen van het A.R.B. F.L.B.)
De 28 jarige Laurence Turbec overleed bij het openen van een deur van de Mc Donald, waar zij werkte Onschuldig slachtoffer, bracht zij met deze daad een bom tot ontploffing.
Bretagne reageerde geschokt
De reacties die ik via Internet kon vinden en die ik vertaalde
Bloed op Bretagne, waarom? Bretagne, rood van schaamte!
Hervé Kerros schreef dat na de aanslag op Versailles in 1978, het merendeel van de leden van het A.R.B. vervangen werden door een jongere generatie. Eerder extreem links
Hij had het over de 8,3 ton springstoffendie in Plévingestolen werden. Minstens vier aanslagen, of pogingen, zouden, volgens hem, met de gestolen springstoffen plaats hebben gehad, zonder dat het A.R.B. de aanslagen opeiste
Dan komt die dodelijke aanslag. Hij schreef dat, volgens de politie, de springstoffen kwamen van Plévin Het A.R.B. reageerde niet Schuldige zwijgzaamheid? vroeg hij zich af. Volgens hem moest het A.R.B. reageren.
Moest men vanaf nu spreken over het rode A.R.B? Rood door zijn verschuiving naar extreem links. Rood door het bloed dat vloeide. Rood van schaamte.
En al leek het A.R.B. de dader te zijn, toch mochten andere extremistische groeperingen niet uitgesloten worden. Er waren zelfs geruchten over een provocatie vanwege de regering
Dan had hij het over allen die hun medeleven en geschoktheid betuigden: Patrick Montauzier (ADSAV), Christian Guyonvarch (UDB), Gaël Roblin (Emgann) enz
Oud-A.R.B.ers en oud-F.L.B.ers veroordelen
Iedereen was ervan overtuigd dat deze aanslag niet bedoeld was om te doden.
Volgden overwegingen over de zinloosheid van deze aanslag en het amateurisme waarmee hij gepleegd werd en de opmerking dat zolang de regering dezelfde onverschilligheid tentoonstelt tegenover terroristen, regionalisten of autonomisten, zullen de aanhangers van het geweld hiervan gebruik maken
Waarom heeft de regering en de media alleen oor voor de Corsicanen? Moet er bloed vloeien om gehoord te worden? en Zolang 4 ton explosieven in het Bretoense landschap verdwenen, kan men het beter over wat anders hebben dan over folklore
A.R.B. wordt extreem-links
Steeds volgens Hervé Kerros maakte het A.R.B. na de jaren 70 een dieptepunt mee en politie nog inlichtingsdiensten zouden hebben kunnen zeggen of het nu om een groepering ging of om verspreidde elementen. In elk geval, zou het A.R.B. niet meer dan een dertigtal leden tellen en iedereen leek akkoord om te zeggen dat het huidige A.R.B. niet veel ziens meer had met het oude A.R.B.: het A.R.B. was duidelijk veel linkser geworden.
Volgens de politie, was Emgann ( De strijd) het uithangbord van het A.R.B. Hun krant was de enige die systematisch de mededelingen van het A.R.B. publiceerde en bij de springstoffenroof van Plévin waren militanten van Emgann betrokken. Bleef het feit dat ook Emgann de aanslag op Kevert veroordeelde.
Hervé Kerros besloot: Schuldig of niet, of het nu gaat om de gewapende arm van F.L.B. of Emgann of samengesteld uit anti-mondialisten, het A.R.B. moet nu stelling kiezen en zich rechtvaardigen. Maar mag men van deze onverantwoordelijken verwachten dat zij hun verantwoordelijkheid opnemen?
A.R.B. of niet, zij die de aanslag pleegden bewijzen enkel dat zij een bende gevaarlijke en onbekwame amateurs zijn.
Gilles SERVAT staat al 35 jaar op de planken! Hij viert deze gebeurtenis met een CD, Je vous emporte dans mon coeur waarop 35 nummers zullen staan. De titellijst van deze CD werd opgesteld door zijn publiek.
Proces van Bernard Le Gac in Parijs : Het C.A.R.B. betuigt zijn steun
Maandag 13 november
Het proces van Bernard Le Gac nam zijn aanvang voor een uitzonderingsrechtbank. Hij werd, samen met andere bewoners uit de omgeving van Guingamp, opgepakt tijdens de herfst 2003.
Er wordt hem verweten hulp geboden te hebben aan Ierse militanten van de Real I.R.A., tegenstanders van de vredesakkoorden van 1998.
Le Télégramme van vandaag wijst op de inconsistentie van het strafdossier.Tijdens de drie jaar van procedure werd Bernard Le Gac slechts tweemaal ondervraagd door de onderzoeksrechter (telkens 1 uur!). Bernard Le Gac ondergaat al drie jaar een rechterlijke controle, moet zich tweemaandelijks melden op het rijkswachtbureau en mag Frankrijk niet verlaten. Dit alles nog voor zich te hebben kunnen verdedigen voor een onafhankelijke en onpartijdige rechter.
Het C.A.R.B. betuigt zijn steun aan Bernard Le Gac, ieder welbekend om zijn steun, sinds 1970, aan de Bretoense politieke gevangenen en hun families en vraagt zijn invrijheidstelling.
Na de arrestaties volgend op de springstoffenroof trokken de media van leer tegen de Bretoense beweging in het algemeen, en tegen de gearresteerden in het bijzonder. Hierbij schuwden zij niet de Bretoense verdachten, eens te meer voor te stellen als onverantwoordelijke dronkaards en de sympathisanten van de Emsav (de Bretoense beweging) werden voorgesteld als een marginale minderheid
Zo verbaasde Eric Conan zich, in LExpress van 17/02/2000, over het feit dat de vangst enkel bestond uit een oud-strijder van het terrorisme, enkele jonge geëxalteerden omringd door zonards waarvan de meeste een voorliefde voor hydromel blijken te hebben terwijl het palmares van aanslagen indrukwekkend werd. Een vijftiental aanslagen sinds 30 oktober 1998
Hij vermelde ook meteen dat de politie een link legde tussen het A.R.B. (Armee Révolutionaire Breton) en de linkse onafhankelijkheidsbeweging Emgann waarvan de meeste gearresteerden deel uitmaakten. Op de verklaring van de woordvoerder van Emgann, Gaël Roblin, dat Zij (de gearresteerden) hebben de clandestiniteit gekozen. Wij niet! Maar hun strijd is ook de onze en daarom zullen wij hen steunen verweet E. Conan een zekere dubbelzinnigheid aan het adres van Roblin en Emgann. Volgden 3 (drie!) paragrafen om aan te tonen dat Emgann helemaal niets betekende in de Bretoense politieke wereld en nog enkel aanhangers vond in het wereldje van jonge stempelaars, minimumloontrekkers en intérimairs
Na nog wat overpeinzingen over, enerzijds, het amateurisme waarvan de laatste aanslagen moesten getuigen en, anderzijds, zich te verwonderen over de geslaagde aanslagen van Belfort en Cintegabelle vermeld hij op zijn stoemelings dat de POBL (Parti pour lOrganisation dune Bretagne libre), rechtse partij waarvan de geestelijke vader Yann Fouéré*, oud-collaborateur, is zich solidair verklaard heeft
Om te besluiten vermeldde E.Conan dat de plaatselijke tolerantie tegenover de terroristen, tussen onverschilligheid en sympathie, te wijten was aan het feit dat er nooit dodelijke slachtoffers vielen (buiten 2 leden van de beweging zelf). Sommige plaatselijke enquêteurs hebben het over daklozen van de bombinette, moeilijk te onderscheppen want zij hebben geen kredietkaarten, geen mobiele telefoons
Wat maakte dat zij, soms, sympathie kregen? Het zijn gekke (zinzin) drommels!
* In 1955 werd Yann Fouéré van alle beschuldigingen van collaboratie vrij gesproken!
Van Plévin naar Kevert 2
Links of rechts, alle autonomistische of nationalistische bewegingen moesten, volgens de media, wel een fascistisch kantje hebben
Pierre Dharréville in LHumanité van 20 april 2000, begon met een jongere aan het woord te laten die beweerde dat niemand om het Bretoense nationalisme gaf.
Nochtans, zo schreef hij, behouden de verschillende autonomistische bewegingen een ambigue beeld, overblijfsel van het verleden.
Volgde een korte geschiedschrijving die begint in 1898 met de oprichting van de URB (Union Regionaliste Bretonne), in 1911 vervangen door de FRB (Fédération Régionaliste Bretonne). In 1927 vormden zij de eerste politieke partij: de Parti Autonomiste Breton die in 1931 zou splitsen door meningsverschillen.
De Parti National Breton, gesticht in 1932 zou door collaboratie tijdens de oorlog, voor vele jaren de ganse autonomistische beweging in het diskrediet brengen.
Vervolgens een overzicht van de huidige bewegingen: UDB, Frankiz Breizh, POBL en Emgann. Hij verbaasde zich over het feit dat Emgann zich tegen geweld, om zijn doel te bereiken, verklaarde zonder de gewelddadige acties van andere groeperingen, zoals het A.R.B., te veroordelen. Ook hij vermeldde dat de politie het A.R.B. als de gewapende tak van Emgann beschouwde en wist te vertellen dat het A.R.B. uit een tiental leden bestond.
En alhoewel de banden tussen legale organisaties en het A.R.B. onbekend zijn moesten deze wel bestaan. Het leek hem namelijk onmogelijk dat het A.R.B. zich zonder politieke steun kon handhaven.
Anderzijds, zouden de militanten voor het separatisme de verdediging van de Bretoense cultuur willen monopoliseren. Dit moest blijken uit studies van de Groupe Information Bretagne, tegenstanders van het Bretoens nationalisme.* Er zouden banden bestaan tussen culturele en politieke bewegingen. Culturele evenementen zouden politieke acties kunnen financieren. Het feit dat culturele organisaties onlangs geprobeerd hadden militanten met een troebel verleden te rehabiliteren bleek hem meteen het bewijs van geschiedenisherschrijving en steun aan de gewelddadige acties. De nevelvlek van het Bretoens nationalisme had al zijn geheimen nog niet prijs gegeven!
* klare taal! Gelukkig dat hij dit feit zelf even preciseerde!
Hieronder een tekst uit 2004. Deze zegt meer over de links-nationalistische beweging EMGANN in het kader van de processen Plévin en Kevert.
De enige politieke vooruitstrevende onafhankelijkheidsbeweging
In 1982 besluiten talrijke militanten van het KAB (Comité Amnestie Bretagne Kuzul An Distoliadeg)) en tientallen Bretoense ex-politieke gevangenen een partij op te richten voor de Nationale Bevrijding van het Bretoense volk en voor socialistisch zelfbestuur. Deze partij is Emgann.
Emgann is de enige Bretoense beweging die van meet af aan, openlijk, voor het onafhankelijke Bretagne opkomt.
In december 1983 ontvangt en publiceert de krant Emgann (nu Combat Breton) een mededeling van het A.R.B. Deze mededeling verschijnt met het nieuwe logo Armée Révolutionnaire Bretonne dat het oude Front de Libération de la Bretagne vervangt. Onder de titel Nationale Bevrijding en Socialisme, wordt de nood aan een revolutionair militair front bevestigd.
De aanslagen hernemen. De repressiediensten observeren, informeren betreffende de militanten en brengen in kaart. In tegenstelling tot wat vroeger gebeurde, komen ze enkel tussenbeide wanneer iemand op heterdaad betrapt wordt. Dit gebeurt bij de aanslag van ARZON (56) (waar de legger van de bom zwaar gewond wordt) wanneer twee geschaduwde militanten die in hun schuilplaats springstoffen en minuteurs afhalen, met de hand in de zak betrapt worden.
Het onderdak verlenen aan Baskische militanten door Bretoense militanten wordt andermaal een voorwendsel om deze in kaart te brengen en de komende repressie te verdedigen. In 1983, na aanslagen gepleegd door de GAL, groeit het aantal vluchtelingen uit Zuid Baskenland steeds maar aan. Tot dan, werden de asielvragers onder huisarrest geplaatst in de departementen van het Zuidwesten. Gezien het groeiende aantal vluchtelingen, vraagt de onderprefectuur van Bayonne aan het vreemdelingenonthaal naar mensen uit te kijken die onderdak zouden kunnen verschaffen aan deze vluchtelingen elders dan in het Zuidwesten.
In de zomer 1984 worden contacten gelegd in Bretagne, ondermeer met militanten van Emgann. Het onthaal wordt georganiseerd en in september worden de zes eerste vluchtelingen opgevangen, gevolgd, in oktober, door veertien anderen. In het begin worden hen de nodige papieren verschaft in de prefecturen maar, zeer vlug, worden zij ongewenst in de vijf Bretoense departementen. Zonder de nodige papieren worden zij verstekelingen. Hen onderdak verlenen wordt illegaal.
Tussen 1984 en 1992 beperkt de politie zich tot observatie en fichering. Als een Baskisch militant opgepakt wordt (dikwijls in functie van de goede verstandhouding tussen Spanje en Frankrijk), wordt deze naar de Spaanse grens gebracht. Meestal worden de onderdakverleners niet lastig gevallen. Een enkele keer wordt iemand in voorarrest geplaatst maar zonder gevolg. In mei 1992, echter, beslist de overheid op te treden en te straffen.
Ondertussen evolueert Emgann, strevend voor een socialistisch zelfbestuur in overeenstemming met de heersende sociale eisen: erkenning van de Bretoense taal en de integriteit van het grondgebied (5 departementen).
In de jaren negentig, na de aansluiting van heel wat jonge militanten, merkt men twee strekkingen binnen de partij. De ene is links, de andere is libertair beïnvloed. In Frankrijk en Europa is het de romantische tijd van Attac, de altermondialisten en solidariteit met het arme Zuiden. Emgann volgt deze tendens maar blijft zich inzetten voor de nationale bevrijding.
Na de actie, de repressie
De acties van het ARB tegen Staatssymbolen, zoals deze tegen het Hôtel de Région de Nantes opgeëist in 1988, lijken na 1997 toe te nemen. Sommige van deze acties, en dan vooral de aanslag tegen het gemeentehuis van Belfort op 30 november 1998, hebben tot gevolg dat de politie daadwerkelijk zal tussenkomen. De burgemeester van Belfort is niemand minder dan de Minister van Binnenlandse Zaken. Hij voelt zich persoonlijk aangevallen en opent de jacht op de Bretoense activisten die zich voor het onafhankelijke Bretagne inzetten. Deze jacht moet, ongezien de middelen, een succes worden.
Op 28 september 1999 worden in Plévin (22) meer dan 8 ton springstoffen gestolen. De politie verdenkt onmiddellijk Baskische militanten, geholpen door Bretoenen, van deze diefstal. Later zullen we vernemen dat de Basken vanaf hun vertrek gevolgd werden In Bretagne worden al vlug verscheidene personen in onderzoek gesteld en om toelichtingen gevraagd. Heel wat leden van Emgann of sympathisanten worden opgesloten. Steun en hulp aan de verdachten komen moeilijk op gang. Er is durf nodig om hen die, samen met Baskische terroristen springstoffen stalen te verdedigen. Zeggen de media niet dat een deel van de gestolen springstoffen in Bretagne is en er ook kan gebruikt worden?!
Ondertussen gaat het ARB verder met het plegen van aanslagen maar minstens één derde van de geplaatste bommen hebben een defecte ontsteking.
De steun aan de opgesloten militanten komt op gang en verbreidt zich tot 19 april 2000, 10 uur in de ochtend. Een bom ontploft in de Mac Donald van Quévert en maakt een dodelijk slachtoffer, een jonge dienster van het restaurant.
Vanaf nu, en nog voor het onderzoek start, is het niet gezond lid te zijn van of sympathie te hebben voor Emgann, of zich in te zetten voor Bretoense culturele of associatieve instellingen.
De procureur-generaal van de antiterrorisme sectie van het Parijse Parket komt ter plaatse en duidt, zonder aarzelen, de daders evenals de gebruikte springstoffen en hun afkomst aan. Dit alles nog voor enig onderzoek door de wetenschappelijke politie werd verricht. Van de aanwezige media wordt duchtig gebruik gemaakt om zomaar meteen de schuldigen voor te stellen
Na enkele weken beginnen de arrestaties, de huiszoekingen, de voorarresten, de inbeslagnemingen van computers, de DNA-analyses Tientallen en tientallen Het ARB stuurt een ware niet-opeising van de aanslag, waarna verscheidene personen opgesloten worden.De personen die in onderzoek gesteld worden, worden nu en dan verhoord, er is geen haast bij, alsof de hele affaire op de lange baan geschoven wordt. Vier jaar duurt het vooraleer het proces, een samenbundeling van 17 van de 40 aanslagen (bij het begin van het onderzoek), waaronder de aanslag op Quévert, geopend wordt. Tijdens het proces voor de speciale antiterrorismekamer van het Assisenhof van Parijs, wordt geoordeeld over de betrokkenheid van de links-nationalistische militanten in deze aanslagen.
Het resultaat: de rechters, rechterlijke ambtenaren, zijn akkoord noch met de onderzoeksrechter noch met de beschuldiging van medeplichtigheid aan de aanslag van Quévert voor vier van de beklaagden. Wel worden verschillende beklaagden tot zware straffen veroordeeld voor verschillende aanslagen gepleegd door het ARB tussen 1993 en 2000.
Wie zijn de verantwoordelijken van de aanslag van Quévert? Het Franse gerecht gaf geen antwoord op deze vraag maar bevestigde de onschuld van hen die zich op de beklaagdenbank bevonden.Het Franse gerecht kon deze verdachten niet veroordelen want zij werden voorbarig aangeduid als de schuldigen! Eerst door de gerechtelijke verantwoordelijke, vervolgens door de politici die van de eerste aanhoudingen en de belangstelling van de media gebruik maakten om hun gal te spuwen op Emgann en gans de Bretoense beweging.
Wat wij moeten vaststellen is dat, wie ook de daders mogen zijn, (barbouzes of onvoorzichtige of brutale militanten), de Franse Staat de touwtjes in handen heeft en sinds 19 april 2000 negatieve propaganda spuit. Het kwam allemaal welgelegen.
Naast de propaganda als repressiedoeleinde, gebruikt door de Overheid, zijn er andere elementen waarmee rekening moet gehouden worden, en die door vele militanten over het hoofd worden gezien. Op dertig jaar tijd, zijn de repressiemogelijkheden enorm toegenomen. De politiediensten, gespecialiseerd in het toezicht en in kaart brengen van verdachte personen genieten van vernuftigeen doeltreffende technologische middelen. Midden jaren 1980 stelde de Staat voor om voor de antiterreurwetten te stemmen. Deze wetten verlenen een uitzonderlijke macht aan de antiterrorismebrigade van het Parijse Parket. Het is deze brigade die nauwlettend toekijkt op wat er gebeurt in identitaire bewegingen en besluit waar en wanneer toe te slaan. Voor de Franse Staat moet er ingegrepen worden wanneer de veiligheid van de Staat of de ongeschondenheid van het grondgebied, zelfs door wettelijke middelen, in het gedrang komt.
Wie is terrorist? En wie niet?
In het Jacobijnse Frankrijk betekent zich inzetten voor de nationale bevrijding van zijn volk ook leren rekening te houden met, en zich voor te bereiden op, de repressie voor deze als een mokerslag toeslaat. En vooral vermijdendat het repressieapparaat vuile streken uithaalt.
Morgen herdenkt men het einde van de Grote Oorlog. Deze oorlog eiste heel wat slachtoffers.
Eerder dit jaar, op 27 augustus, werd een tweetalige gedenkplaat geplaatst ter ere van de meer dan 2000 Bretoenen die in Diksmuide het leven lieten.
Het merendeel van de jonge mannen die tussen 16 oktober en 10 november 1914 sneuvelden, drukte zich uit in de moedertaal, het Bretoens. Daarom wou de Bretoense Liga voor Mensenrechten de vergetelheid van de « officiële geschiedenis » goedmaken met een eerbetoon in de taal van de gesneuvelden.
De Bretoense Liga voor Mensenrechten klaagt de omstandigheden waarin de Bretoense politieke gevangene, Denis Riou, zich bevindt aan.
De heer Denez Riou, Bretoens nationalistisch militant, werd op 29 juni 2005, door het uitzonderlijke assisenhof van Parijs (opgericht voor terrorismebestrijding) veroordeeld tot zeven jaar opsluiting in het kader van de roof van springstoffen te Plévin.
Voor de veroordeling zat hij al 15 maanden in voorlopige hechtenis waarna hij, onder gerechtelijke controle, vrijgelaten werd in afwachting van het proces.
Veroordeeld maar nog steeds vrij, heeft hij negen maanden lang gewacht op een oproep van de procureur van Lorient. Vruchteloos, gezien zijn dossier in tegenstelling tot wat het tribunaal besliste, niet overgemaakt werd.
Om niet langer in het onzekere te leven nam Denis Riou contact op, door middel van zijn advocaat, met de procureur van Lorient die na kennisname van het dossier besloot de opsluiting effectief te laten worden op 10 april 2006.
Op die datum presenteerde hij zich in de gevangenis van Ploemeur waar hij opgesloten werd in het huis van bewaring.
Denis Riou heeft echter niets te zoeken in een huis van bewaring. Volgens Art. 717 van de strafvorderingcode hoort hij in een detentiecentrum: de veroordeelden moeten hun straf uitzitten in een strafinstelling.
Op 21 juni 2006 kreeg Denis Riou een brief van de regionale directie van het gevangeniswezen om zijn opname in het detentiecentrum van Ploemeur te bevestigen maar tot op heden bevindt hij zich nog steeds in het huis van bewaring.
Deze situatie is illegaal en Mijnheer Riou schreef dan ook naar verscheidene verantwoordelijken van het gevangeniswezen en naar de Minister van Justitie. Hij richtte zich ook naar parlementariërs, naar de heer Jean Yves Le Drian, Kamerafgevaardigde van het kiesdistrict waarin Ploemeur zich bevindt, en naar alle Bretoense afgevaardigden, deze van Loire-Atlantique inbegrepen, om hen uit te nodigen, als ooggetuigen te komen vaststellen dat zijn opsluiting illegaal verloopt.
Een tiental onder hen, van alle politieke strekkingen, hebben geschreven naar de Minister van Justitie, de Heer Pascal Clément, die tot op heden niet antwoordde of, indien wel, dit onrechtstreeks deed, via de centrale directie van het gevangeniswezen. Van deze directie ontving de heer Riou op 28 september 2006 een brief waarin hem gemeld werd dat hij zich op de wachtlijst voor het detentiecentrum bevindt en dat, begin 2008, een plaats zou vrijkomen!
Al zeven maanden zijn de omstandigheden waarin Denis Riou opgesloten is in strijd met de wet. De strafrechterlijke administratie is niet bekwaam om de wettelijke verplichtingen, zoals deze omschreven worden in de strafvorderingcode, te respecteren. Hierdoor wordt Denis Riouvan zijn rechten beroofd: geen uitgaansvergunningen (art. d.146), geen toelating te telefoneren (art. d.147), geen individuele en enkel nachtelijke opsluiting zoals voor definitieve veroordeelden (art. 717-2).
Bovendien wordt, door deze opsluiting in een huis van bewaring, de familie van de Heer Riou benadeeld voor de bezoekuren.
De Heer Riou hoeft, net als alle definitief veroordeelden, niet te lijden onder het in gebreke blijven van de strafrechterlijke administratie die, eens te meer, ter sprake kwam in het rapport van het Internationaal Observatorium voor Gevangenissen, van 20 oktober 2006.
Deze administratie moet er alles aan doen om de gevangenisstraf van de Heer Riou, in overeenstemming met de wet, te doen verlopen.
Na de repressie van de Franse Staat tegen Bretoense militanten in 1969, werd het een noodzaak de Bretoense gevangenen en hun families te helpen.
Skoazell Vreizh werd boven de doopvont gehouden door Gwenc'hlan Le Scouezec, Xavier Grall en Yann Choucq (toen nog advocaatstagiaire) De vereniging werd in overeenstemming met de wet verklaard. (Journal.Officiel van 24/01/1969).
- FLB- en ARB militanten werden opgepakt en opgesloten?
- Leden van Skol an Emsav (School van de Bretoense Beweging) kenden problemen door cheques ingevuld in het Bretoens?
- Leden van Stourm ar Brezhoneg (Strijd voor de Bretoense Taal) werden vervolgd voor het schilderen van de Bretoense namen op richtingaanwijzers?
- De Bretoense dienstweigeraars van LInsoumission Bretonne (MIB) werden opgesloten?
- Militanten uit Nantes waren niet langer akkoord met de schaamteloze propaganda voor het Pays de Loire en werden hiervoor vervolgd?
- Bretoenen werden, tussen 1992 en 1996) vervolgd op verdenking van het herbergen van Baskische militanten?
Telkens kwam Skoazell Vreizh hen te hulp.
Rol van Skoazell Vreizh :
In tegenstelling tot een steuncomité, waarvan de rol zich meestal beperkt tot één beperkte zaak, blijft Skoazell Vreizh op de bres.
Onze voornaamste opdracht is de families van de verdachten, evenals de verdachten indien nodig, moreel en financieel te steunen. Indien zij voor de rechter gedaagd worden helpen wij hen bij het zoeken van een advocaat, tussen advocaten die het vertrouwen van Skoazell Vreizh genieten, en betalen de verdedigingskosten,.
Onze rol beperkt zich niet tot deze acties. Zo nodig onderhandelen wij met de administratie (belastingen) en banken (het overbrengen van leningen) Wij contacteren humanitaire en internationale bewegingen (ACAT, Amnesty International, Liga voor de Mensenrechten enz.), de Bretoense Gekozenen, de Generale Raad, de Bretoense, Franse en internationale media, hopend zo het publiek te sensibiliseren voor de zaak die we steunen en verdedigen.
Steun aan Skoazell Vreizh:
Onze acties kosten geld. Veel geld !
Solidariteit speelt een grote rol. De steuncomités helpen ons door het organiseren van diverse activiteiten ( Festoù Noz Maaltijden Tombolas diverse verkopen)
Het grootste deel van hun winsten wordt op onze rekening gestort en helpt ons de media van de lopende zaken op de hoogte te houden.
Skoazell Vreizh, heeft nood aan automatische overschrijvingen. en giften. Zij die zich verwant voelen met onze humanitaire acties en medeleven voelen voor de Bretoense militanten en hun families, die te lijden hebben onder hun politieke betrokkenheid, kunnen hun steentje bijdragen.
Dankzij deze giften en overschrijvingen blijft het ons mogelijk te helpen telkens de repressie toeslaat.
Wij danken hen die ons regelmatig helpen. Dank voor uw verdere hulp.
Dank aan hen die ons, vanaf nu, zullen helpen. Dank voor uw hulp, uw steun.
Uw financiële hulp helpt de slachtoffers van de repressie die in Bretagne heerst
Contact Skoazell Vreizh :
Skoazell Vreizh / Secours Breton Comité de soutien aux familles des détenus politiques bretons
Feuteun Wenn 3, rue Aristide Briand 44350 Guérande Bretagne
De CARB, Bretoense Coördinatie Tegen Repressie, groepeert de Anti-Repressiecomités ontstaan na de golf van ondervragingen die volgde op 30 september 1999. Deze comités werken in meerdere steden van Bretagne, Occitanië en in de Parijse omgeving.
Ten gevolge van deze ondervragingen, lopend van 1999 tot 2001, werd er tegen 16 personen een onderzoek ingesteld voor inbreuken op de « terrorismewetten » (in januari 2004, werd één persoon buiten vervolging gesteld) en meerderen voor gewelddaden waarvan politiemannen het slachtoffer zouden geweest zijn (in Naoned, departement Liger-Atlantel, (Nantes, Loire-Atlantique) op 30 april 2000). Van de 16 personen in onderzoek voor verschillende zaken van terrorisme, hebben een tiental meerdere maanden en zelfs meerdere jaren in voorlopige hechtenis gezeten. Sommigen onder hen hadden te lijden van het gebrek aan geneeskundige verzorging in het Franse gevangeniswezen. Een van hen zag de dood van zeer dichtbij, een ander zal nooit meer normaal kunnen lopen .
De arrestaties en ondervragingen van de betrokken personen, al dan niet in verdenking gesteld, verliepen meestal op uiterst brutale wijze. Een ernstig zieke man ontsnapte nipt aan de dood tijdens het voorarrest. Computers en draagbare telefoons werden systematisch in beslag genomen en, uitzonderlijk, teruggegeven na een wachttijd van meer dan een jaar. De uitgave van een maandblad in de Bretoense taal en de werking van meerdere verenigingen werd moedwillig bemoeilijkt. Enkele personen werden tot binnen hun werkkring lastig gevallen. Een persoon verloor haar baan door de druk die de politie op haar werkgever uitoefende. Een beroepsjournaliste zag al haar materiaal in beslag genomen (computer, modem, ) en een syndicalist had niet alleen te maken met de in beslagname van zijn materiaal maar ook met de vernietiging van documenten.
Het is duidelijk dat de voormalige Franse Minister van Buitenlandse Zaken, evenals de voormalige Minister van Justitie, en politiemannen, de wetten op het vermoeden van onschuld met de voeten traden. Personen waarvan later gebleken is dat zij onschuldig waren, werden hiervan het slachtoffer. De media hielden zich afzijdig, sprak de overheid naar de mond en likt nog steeds zijn laarzen
De naasten van de gevangen evenals de advocaten hebben lange, dure en beproevende verplaatsingen achter de rug.
De Coördinatie wil reageren tegen deze repressie. Zijn bureau, samengesteld uit drie leden waaronder een woordvoerder, werkt samen met Skoazell Vreizh ( organisatie voor Hulp aan de families van politieke Bretoense gevangenen), de vereniging Dorn ha Dorn en het Collectif de Femmes (Vrouwencollectief) opgericht na de brutale razzias van juni 2000.
Onze webstek die sinds 2000 op het net staat, laat U de kans kennis te maken met de verborgen kant van het Land van de Mensenrechten en zal U misschien doen besluiten iets te ondernemen tegen deze repressie.
Nu gaan we even terug naar die vakantie in 1999 Wat gebeurde toen?
Eind september 1999 werd in het springstoffendepot Titanite, in Plévin (22), ingebroken. 8 ton dynamiet en ander materiaal verdwenen. De onderzoekers gingen meteen op zoek naar een Baskische piste want een getuige had het woord venga gehoord.
Al vlug was men ervan overtuigd dat deze Basken hulp kregen van het Bretoense A.R.B.
Toen begonnen de geruchten en de arrestaties
Hieronder een reactie van M.Herjean (LBDH), naar aanleiding van het proces in juni 2005 (Vertaling: Flieflodderke)
Chronologie (Bronnen : Breizh-Info, le Télégramme, Ouest-France)
Dinsdag, 28 september 1999, 6 uur in de ochtend Een commando van 6 of 7 personen, onder wie een vrouw, dringt de gebouwen van Titanite(1) binnen en neutraliseert de chauffeurs die juist hun dienst zijn begonnen. Het alarmsysteem heeft niet gewerkt. De gemaskerde commandoleden, in militaire kledij, hebben handwapens. Om 8 uur verlaten zij de gebouwen na 8 ton dynamiet, opgeslagen in dozen, 5000 ontstekingsmechanismen en kilometers lonttouw te hebben opgeladen. Het personeel slaat alarm waarna een helikopter van de gendarmerie, tevergeefs, de streek overvliegt. Onder leiding van Irène Stoller neemt de antiterreureenheid van Parijs de zaak in handen en verscheidene politiediensten evenals de gendarmerie komen ter plaatse. De chauffeurs van Titanite worden ondervraagd. Er wordt hen gevraagd zeer discreet te blijven tegenover de pers. Al heel vlug, gaat men ervan uit dat het commando bestond uit Basken. Volgens getuigen drukten de commandoleden zich uit met een vreemd accent en één van hen zou: Venga! (kom, in het Spaans) geroepen hebben naar een medeplichtige.
Woensdag 29 september, in Idron, voorstad van Pau (departement Pyrénées-Atlantiques) Een verdachte vrachtwagen wordt door de politie ontdekt nabij een huis. Een koppel wordt opgepakt wanneer zij, s nachts, het huis met een wagen willen verlaten. Later wordt een man, op zijn motor, tegengehouden. Twee andere personen kunnen ongemerkt het huis verlaten. Hun wagen, een Kangoo, heeft pech zodat zij hem achterlaten en een wagen stelen om de vlucht verder te zetten. In het huis vindt de politie 2,5 ton van de in Bretagne gestolen springstoffen, evenals bijna alle ontstekingslont en 4600 ontstekingsmechanismen. De drie aangehouden personen worden geïdentificeerd. Het gaat om Jon Bienzobas, 29 jaar, en Francisco Segurola Mayoz, 44 jaar. Allebei worden zij voorgesteld als deel uitmakend van actieve ETA commandos en gezocht door de Franse en Spaanse politie. De jonge vrouw die werd aangehouden is in Iparralde een gekende culturele militante: Mariluz Argi Perurena, 28 jaar. Zij zou het huis in Idron gehuurd hebben. s Anderendaags wordt Denis Riou, 45 jaar, uitgever van het maandblad Combat Breton ondervraagd. Men laat uitschijnen dat hij het commando zou geherbergd hebben en voor de logistiek zou gezorgd hebben (uit politiebron en overgenomen door de media). Ook Richard Le Faucheux wordt ondervraagd in An Oriant (Lorient). Hij is de huurder van een appartement waar het commando logeerde. Dan is het de beurt aan Charlie Grall, 46 jaar, verantwoordelijke van Breizh Info. Hij wordt opgepakt in Karaez (Carhaix), waar hij met vrienden op café was. De politie volgde hem al enkele uren zonder enige discretie. Tezelfdertijd wordt in Miarritze (Biarritz, Frans-Baskenland) een koppel opgepakt: de vrouw, Sylvie de Artola, zou de bezitster zijn van een wagen die gebruikt werd door het commando om naar Bretagne te reizen. Op 1 oktober wordt Alain Solé, 47 jaar, militant bij Emgann, bij hem thuis in Felger (Fougères, Ille-et-Vilaine) opgepakt. Hij wordt ervan verdacht het commando te hebben geherbergd(2)
Maandagavond 11 oktober wordt Hughes Richard uit An Oriant opgepakt. Hij ook, wordt verdacht Basken te hebben gelogeerd.
Donderdag 14 oktober, tegen 9u30, vinden rijkswachters een vrachtwagen van Titanite in de buurt Bordeaux-Bastide. Deze vrachtwagen Renault zou gediend hebben voor het transport van een deel van de springstoffen(3)
Diezelfde middag wordt Charlie Grall vrijgelaten nadat de rechter Laurence Le Vert een bevel tot voorwaardelijke invrijheidstelling afgeleverd had. Eerder, op 6 oktober, was een aanvraag tot vrijlating in kort geding, ingediend door zijn advocaat, nog afgewezen.
Tot zover een samenvatting van wat de pers tijdens oktober 1999 over de springstoffenroof van 28 september in Plévin(22) schreef.
Wat vooraf ging
In mei 1999, vaardigde Laurence Le Vert een aanhoudingsbevel uit tegen de Baskische militant Axier Oiarzabal Txapartegue. Hij is één van de Basken die, bij de komst van de politie, kon ontsnappen uit het huis in Idron. Hij is ook een van de Basken die op 23 september om 18u een afspraak had, in An Oriant, met Charlie Grall. Charlie Grall verscheen in het gezelschap van Denez Riou die hij even te voren ontmoette om enkele probleempjes aangaande Breizh Info te regelen. Nog een andere man was aanwezig in de Shamrock, een bar, waar de ontmoeting plaats had. Functionarissen van de Direction Nationale des Renseignements Généraux (Nationale inlichtingsdienst) maakten fotos van deze ontmoeting en zij werden tijdens het proces in juni 2005 als bewijs gebruikt. De ontvankelijkheid van deze bewijzen mocht in twijfel getrokken worden: de fotos zijn niet gedateerd en hebben geen legende! Een van de miltanten die op de foto te zien is zal pas later door de politie geïdentificeerd worden, nadat hij door Charlie Grall, tijdens het voorarrest, werd herkend. Dit detail brengt de versie van de Inlichtingsdiensten aan het wankelen. In tegenstelling tot wat zij in proces verbalen van het vooronderzoek (later heropgesteld door leden van het DNAT) en later tijdens het proces beweerden, schaduwden zij de Bretoenen Grall en Riou niet sinds juli! Bertrand Grimault is een naaste van Jean-Charles Grall. Was Grall werkelijk geschaduwd gedurende twee maanden, dan waren de dagelijkse ontmoetingen tussen Grall en Grimault in het oog gelopen en dan zou Grimault onmiddellijk zijn herkend en opgepakt met Grall. Hij staat op de foto met Denez Riou en de drie Basken die op de afspraak in de Shamrock verschenen.
De Inlichtingsdiensten en hun collegas van de DNAT (4) zeiden de Basken te hebben geïdentificeerd op 24 september, de dag na hun bezoek aan de Shamrock. De verantwoordelijke van de Inlichtingsdiensten beweerde persoonlijk de baas van de DNAT, Roger Marion, diezelfde dag nog gewaarschuwd te hebben. De identificatie bracht aan het licht dat enkele aanwezigen gezocht werden door het Spaanse (internationaal aanhoudingsbevel) en Franse Gerecht (de rechter Laurence Le Vert vaardigde in mei 1999 een aanhoudingsbevel uit tegen de Bask Axier Oiarzabal Txapartegui) Artikel 40 van het Wetboek van Strafvordering (code de procédure pénal) zegt: Iedere gestelde overheid, ieder openbaar ambtenaar of functionaris die in uitvoering van zijn functies kennis krijgt van een misdaad of wanbedrijf moet hiervan, zonder uitstel, bericht geven aan de procureur van de Republiek en aan deze alle inlichtingen, procesverbalen en geschriften doorgeven.
De Basken, tegen wie een aanhoudingsbevel liep, werden geïdentificeerd op 24 september en men liet ze lopen! Tijdens het proces in juni 2005, vroeg de Voorzitter aan een van de getuigen hoe de houding van de politie te verklaren nadat deze tot de identificatie waren overgegaan. De getuige, verantwoordelijke van de Inlichtingsdienst was verveeld en zijn antwoord verbazend: We zijn ze uit het oog verloren, zij verdwenen
De meest voor de hand liggende hypothese is dat de politie vermoedde, of erger, wist dat Basken een actie gingen uitvoeren op 900km van bij hen. Maar zij verkozen hen te laten begaan om hen op heterdaad te betrappen. Bewijs: de Inlichtingsdienst volgt hen op de voet in An Oriant, in Mor-Bihan. Zij worden geïdentificeerd maar twee dagen voor de roof worden zij uit het oog verloren. Als bij wonder worden zij de dag na de roofoverval teruggevonden te Idron dankzij een inlichting komende van een geloofwaardige bron die de politie anoniem wil houden.
In 1999 was commissaris Marion hoofd van de DNAT. Hij was dus de verantwoordelijke van de operaties verricht na de overval op Titanite. Opgeroepen om te getuigen, verklaart hij niet te kunnen antwoorden op de vragen die hem gesteld worden. Zijn enige houvast is, de geloofwaardigheid van de betrouwbare en confidentiële tipgever die hem deed besluiten het huis in Idron, waar de verdachten opgemerkt werden, in het oog te houden. Hij zei ook niet sinds wanneer dat huis in het oog werd gehouden. Zijn versie over de betrouwbare en confidentiële bron correspondeert echter niet met deze die gegeven werd door zijn collega van de Inlichtingsdiensten. Een gestructureerde organisatie, zoals men het ETA gewoonlijk voorstelt, heeft de gewoonte zijn schuilplaatsen nauwgezet voor te bereiden vanaf het ogenblik dat zij besluiten een belangrijke actie, zoals in Plevin, uit te voeren. Wij mogen aannemen dat de Baskische commandoleden opgemerkt werden toen zij de schuilplaats in Idron inrichtten, misschien nog vroeger. Het is best mogelijk dat de politie hen tot in Bretagne volgde, de diefstal liet voltrekken om daarna iedereen, op heterdaad te kunnen oppakken met inbegrip van de Bretoenen die zij ontmoetten op 23 september, in An Oriant. Zo neutraliseert de antiterreureenheid niet alleen een commando van de ETA, maar zij slagen er ook in de radicaalste kern van de Bretoense beweging verdacht te maken. Dat was hen sinds lang niet meer gelukt gezien de aanslagen van Belfort en Cintegabelle onopgehelderd bleven.
De snelheid en gelijktijdigheid waarmee de politie optrad in Idron, An Oriant en Miarritze doen vermoeden dat de politie de Basken al een tijdje op het spoor waren. Alleen de Basken van Idron (de schuilplaats) wisten wie hen zou vervoeren, en welke Bretoenen ze zouden ontmoeten. Om te kunnen optreden op drie plaatsen, tezelfdertijd, moest de politie wel zeker van zijn stuk zijn!
Volgens de beschuldiging werden de Bretoense militanten sinds juli 1999 door de politie geschaduwd. Dat is een leugen.
Om enig geloof aan deze bewering te bezorgen, dagvaardde de advocaat-generaal verschillende verantwoordelijken van politiediensten. Volgens hen zou de schaduwing van de Bretoenen, voor de diefstal, het één en het ander aan het licht gebracht hebben
Zo zouden Denez Riou, Kristian Georgeault en een derde man die niet geïdentificeerd werd (nog één!) elkaar ontmoet hebben in een café van Karaez. Tweemaal zelfs: op 19 en 21september. Een van die data is een zondag en iedereen weet dat die bepaalde pub al jaren gesloten is op zondag! Van deze ontmoetingen bestaan geen fotos, geen bewijsstukken, geen enkel proces verbaal noch nota! We zouden de politie op hun woord moeten geloven? Iedere keer, op voorwaarde dat die ontmoetingen plaats hadden, bleef de derde persoon een onbekende? Was de politie niet geïnteresseerd in die persoon? Volgens de politie werden Denez Riou en Kristian Georgeault allebei geschaduwd Stellen we ons even voor wat dat zou betekenen: Kristian Georgeault woont in Felger (Fougères), Denis Riou woont in Kaodan (Caudan, bij An Oriant). Voor beiden vallen er heel wat kilometers af te leggen, met hun engelbewaarders achter zich aan!, om ene Mijnheer X te ontmoeten in Karaez waar op die befaamde 19 en 21 september 1999 zich dus heel wat vertegenwoordigers van de wet bevinden Parijs zendt mensen van zijn inlichtingsdienst, met al de middelen waarover zij beschikken, ter versterking van de plaatselijke diensten en niemand van hen denkt er aan fotos te nemen van deze ontmoetingen? Verbazend voor spécialisten van de Inlichtingsdienst! De beschuldiging wil ten allen koste zijn beschuldiging van bendevorming in het kader van een terroristische organisatie staven. Zouden verbale rapporten tussen de inlichtingsdiensten en de DNAT, zonder enig geschreven bewijs, nu al volstaan om een akte van beschuldiging op te stellen?
Een ander ongeloofwaardig element in deze zaak: Denez Riou zou Argi Perurena ontmoet hebben in een restaurant, au Moustoir, in Karaez. Denez Riou geeft toe het restaurant te kennen, maar hij was alleen toen hij het bezocht! Na de springstoffenroof bezochten de onderzoekers het restaurant en verzamelden er de getuigenissen van de uitbaatster en een bediende. Deze getuigenissen zijn belastend voor Denez Riou. Daarom vraagt hij de uitbaatster te getuigen tijdens het proces. Het is schoorvoetend dat zij verschijnt, en met rede. Zo te zien werd haar belastende getuigenis haar gedicteerd door de politie. Tijdens het proces weigert ze eerst te antwoorden op de vragen en later weigert ze de verklaringen, afgelegd tegen de politie, te bevestigen. Bovendien herkent ze niemand tussen de beschuldigden!
De vrachtwagen!
In de beschuldiging zou Denez Riou aan Alain Solé gevraagd hebben een vrachtwagen te huren en deze naar An Oriant te brengen. Wat Alain Solé zou gedaan hebben. Maar deze vrachtwagen heeft niet gediend voor de roof in Plevin. Dat heeft Alain Solé verklaard aan de onderzoekers en de onderzoeksmagistraat en later, op aanraden van de advocaat die hem toen bijstond, meester Choucq, bevestigd. Deze versie, die Denez Riou belast, maakt van Denez Riou een medeplichtige. De redenering van de beschuldiging is deze: als Denez Riou vraagt een vrachtwagen te huren, is het omdat hij weet dat een roof zal plaats hebben! Maar de verklaringen van Alain Solé tijdens het proces in juni veranderen de gegevens! Hij huurde, inderdaad, een vrachtwagen maar niet voor Riou! Hij huurde de vrachtwagen voor een vriend uit Roazhon (Rennes). s Anderendaags gaat hij de vrachtwagen, die uiteindelijk niet gediend heeft, ophalen om Arno Vannier te helpen verhuizen. Alain Solé ging dus niet naar An Oriant Eens te meer getuigt de beschuldiging van verbeelding! In hun scenario moest Riou belast worden met méér dan een gewone huisvesting. Wat gebeurde!
Iedereen die ooit in voorarrest zat of verhoord werd kreeg te maken met de fotoalbums Er wordt hen gevraagd de fotos van X, in verschillende omstandigheden, te bekijken en namen te zetten op de personen die herkend worden. In de zaak Plévin zijn er zes of zeven fotos, genomen op 23 september 1999 om 18u, in de Shamrock Meer niet! Geen fotos voor 23 september 1999! Nochtans weten we dat de inlichtingsdiensten niet zuinig zijn op de filmrolletjes als het erom gaat manifestaties of verdachte ontmoetingen te onderzoeken.
Geen fotos, geen enkele nota of geschreven bericht, geen verslag over schaduwing tot 23 september. De enige procesverbalen die bestaan, komen van politieofficiers van de Direction Nationale Anti Terroriste en ze handelen over de verbale rapporten die werden uitgewisseld tussen de verantwoordelijken van de inlichtingsdiensten die de schaduwing zou uitgevoerd hebben.
Tijdens het proces in juni, heeft een van de advocaten meermaals gevraagd naar bewijzen van wat de politie beweerde. Mijnheer Fiamenghi gaf toe dat er geen bewijsstukken waren en dat er over de schaduwing geen geschreven verslag bestaat.
Ambtenaren schaduwden de Bretoenen sinds maanden!? Niet te geloven! Waar zijn de bewijsstukken die bruikbaar zouden zijn voor een gerechtshof? Het lijkt er meer op dat de beschuldiging, hier de antiterreureenheid van Parijs, een scenario gecreëerd heeft op basis van de gegevens die ze op 23 september 1999, om 18 u, verkregen. Het scenario werd verrijkt met enkele bezwarende gegevens om de betrokkenheid van Bretoense militanten te verergeren. De gelegenheid was te mooi om er niet van te profiteren!!
M Herjean
1/ in Plevin, gehucht bij Karaez 2/ In tegenstelling met wat de pers op het ogenblik van zijn arrestatie meldde, werd Alain Solé niet vervolgd voor het herbergen van de Basken maar voor het huren van een vrachtwagen. 3/ De late ontdekking van dit voertuig bewijst dat deze wagen niet geschaduwd werd en dat deze schaduwing de politie niet kon leiden naar Idron. Tot op heden (onderzoek en proces) laat niets toe te beweren dat de Baskische militanten die veroordeeld werden, op 28 september 1999 in Plévin waren. 4/Getuigenis afgelegd door - Inlichtingsdiensten : Mijnheer Fiamenghi - D N A T : de Heren Le Boursicaud, Pargade en Marion
De straffen die werden geëist:
Het proces Plévin: het arrest van het speciale Hof van Assisen met, tussen haakjes, de straffen die werden geëist door de beschuldiging
Tegen de Basken: allen hebben een definitief verbod om zich nog op Frans grondgebied te bevinden
-- Vrijspraak voor één Bretoense beschuldigde, Richard Le Faucheux, -- Denis Riou, leider van het ARB volgens de advocaat-generaal (in navolging van de verklaring van de Franse Minister van Binnenlandse Zaken, op zondag 21 november 1999, zeven weken na zijn aanhouding ) 7 (11) jaar, -- Gérard Bernard: 6 (8) jaar, -- Charlie Grall: 6 (6) jaar, -- Bertrand Grimault: 2 (5)jaar.
Voor de vijf veroordeelden die al in maart 2004 terecht stonden, is er een SAMENVATTING VAN DE STRAFFEN (wat betekent dat de tweede straf niet toegevoegd wordt aan de eerste)
De UDB (Union Démocratique Bretonne) vraagt zich af hoe een dergelijke uitspraak, zonder concrete bewijzen, mogelijk is.
De UDB is er steeds van overtuigd geweest dat, in een democratie, het gebruik van geweld om politieke standpunten door te drukken onaanvaardbaar was. De UDB heeft ook steeds verklaard dat gerechtigheid zo sereen mogelijk moet geschieden. Zo mag er geen sprake zijn van toegeeflijkheid of strengheid al naar gelang de politieke overtuiging van de betrokkenen.
De verdediging moet het voordeel van de twijfel krijgen? In dit proces lijkt deze wet, essentieel in een democratie, niet van tel te zijn geweest. Bij gebrek aan bewijzen zijn het vermoedens, verdenkingen en gevolgtrekkingen die tot zware straffen geleid hebben. Verschrikkelijkestraffen zoals Me Henri Leclerc, advocaat en oud-president van de Liga voor Mensenrechten, zegt. Vooral Jean-Charles Grall, journalist, werd zwaar gestraft (veroordeeld tot 6 jaar gevangenis) De advocaat generaal en het Hof hebben enigszins arbitrair besloten dat een ontmoeting met de Basken niets te maken had met zijn beroep! Zoals Me Yann Choucq, zijn advocaat, zei: Journalisten hebben alle redenen om bang te zijn. Zodra de pers wordt aangevallen, is gans de maatschappij bedreigd.
De UDB, op basis van de berichtgevingen, gaat ervan uit dat het hier om een politiek vonnis gaat wat, helaas, niet eervol is voor deze rechtspraak. De UDB hoopt dat de rechtspraak in Hoger Beroep, onbetwistbaar zal zijn.
Na het verdict, verwondert de UDB zich, zoals vele waarnemers, over de wanverhouding tussen enerzijds het gebrek aan bewijzen en de flou artistique van de beschuldigingen en anderzijds de gestrengheid van het verdict.
De UDB die zich steeds tegen politiek geweld verzet heeft wenst de aandacht trekken op het politieke karakter van deze rechtbank, speciaal samengesteld om recht te spreken over Corsicanen, Basken en Bretoenen
De UDB hoopt dat Charlie Grall, die ondanks een leeg dossier zwaar gestraft werd, niet de rekening van vele jaren toewijding aan Bretagne gepresenteerd krijgt.
Gelukkig laat de Franse wet toe om in beroep te gaan tegen het verschrikkelijke rekwisitoor, zoals Me Henri Leclerc het noemde, evenals tegen het overdreven vonnis.
Laten we het gerecht zijn gang gaan, zonder definitieve conclusies te trekken. De laatste jaren zagen we wel meer dat rechtbanken zich kunnen vergissen. Ondanks de politieke aard van deze zaak, mogen we nog hopen dat rede en waarheid zullen overwinnen. Mocht het niet zo zijn, dan zullen alle journalisten redenen hebben om bang te zijn, zoals Me Yann Choucq zei.
Afvaardiging van de Italiaanse Commission Provisoire (CP) du Comité Central du (nouveau) Parti communiste
BP 4, rue Lénine 93451 LIle-Saint-Denis delegazionecp@yahoo.it
02.07.05
Beste kameraden, de Afvaardiging van de CP wenst zijn solidariteit te betuigen met de onafhankelijkheidstrijders die vervolgd worden door het Franse gerecht. Onze solidariteit wil hen een steun zijn in de strijd voor nationale onafhankelijkheid en een kritiek van de Franse zelfingenomenheid. Wij zijn bereid deel te nemen aan solidariteitsinitiatieven in Frankrijk .
Leve de solidariteit! Leve het internationalisme! Leve de strijd voor nationaal zelfbestuur! Vrijheid voor alle kameraden!
Emgann 30/06/05
Een onrechtvaardig vonnis EMGANN Linkse Beweging voor de onafhankelijkheid BP 70215 22202 Gwengamp cedex
Emgann verwerpt de veroordelingen uitgesproken door het speciale Gerechtshof van Parijs, tegen 15 Basken en Bretoenen. Deze veroordelingen zijn eens te meer een belediging voor gans de Bretoense bevolking en niet alleen voor zijn pleitbezorgers. De beschuldigden komen op voor zelfbestuur, vragen zich te mogen uitdrukken in hun eigen taal, wensen vrij te onderhandelen met andere volkeren, bevrijd van de uitkijkposten die een blik op de wereld verhinderen. Emgann veroordeelt de straffen die, rekening houdend met de feiten die tijdens het proces naar voor werden gebracht, bijzonder zwaar zijn. De strafvermenging bevestigt dat de feiten een tweede keer beoordeeld werden wat op rechtsgebied niet toelaatbaar is. Emgann verklaart zich solidair met alle veroordeelden en roept op hen in alle omstandigheden een totale steun te verlenen.
Solidaire éénheid! Vrijheid voor de Bretoense gevangenen! Vrijheid voor Bretagne! Vrij en Socialistisch Bretagne!
De culturele vereniging Bemdez, verzet zich tegen de wreedheid van de Franse Staat en tegen het vonnis, uitgesproken op woensdag 29 juni 2005 door het Speciale Gerechtshof van Parijs tegen 15 Baskische en Bretoense militanten. Zij werden verdacht deelgenomen te hebben aan de diefstal van explosieven in september 1999, te Plévin. Ondanks een schrijnend gebrek aan bewijzen, ondanks de tegenstrijdige verklaringen van de politiediensten en het feit dat sommige beklaagden een tweede keer berecht werden heeft dit uitzonderlijke gerechtshof gerieflijk gebruik gemaakt van zijn arbitraire macht van sanctie.
Dit vonnis werd door Frankrijk uitgesproken tegen Bretagne en zijn bevolking. Onze leden zijn er eens te meer van verzekerd dat het enige antwoord van de Staat op de Bretoense eisen zal bestaan uit repressie.
De schijnheiligheid bereikt zijn hoogtepunt wanneer we zien dat de Staat telkens weer het gebruik van de machtsverhoudingen rechtvaardigt opdat volkeren hun legitieme rechten zouden herwinnen.
Het is duidelijk dat de veroordeelde militanten zich inzetten voor een rechtvaardige zaak. Hen wordt vooral verweten als Basken of Bretoenen geboren te zijn.
Onze vereniging roept iedereen op deel te nemen aan alle campagnes ten voordele van de Bretoense politieke gevangenen en veroordeelde Bretoense militanten.
Voor Bemdez, Bertrand Deléon Kevredigez / Association BEMDEZ Ti ar chevredigezhiou / Maison des associations Straed ar Govuerezh 6 rue de la Tannerie 56 000 GWENED / VANNES http://membres.lycos.fr/bemdez/
Asambles steunt de politieke gevangenen. Asambles Roazhon staat erop de Bretoense en Baskische militanten die voor de rechter verschijnen te steunen. Wij hopen dat tijdens dit proces onze landgenoten en anderen even zullen denken aan al diegenen die strijden voor de vrijheid, hier, in Europa en elders. Wij danken de Voorzitter van het Hof een einde gemaakt te hebben aan de fichering van het publiek door de Franse militaire politie en beslag te hebben gelegd op de verzamelde gegevens.
Wij vragen dat deze gegevens onmiddellijk vernield zouden worden. Dit machtsmisbruik is een democratie die aan de wieg stond van de Mensenrechten onwaardig. Het is hoog tijd dat de Republiek in plaats van politiek- rechterlijke confrontaties aan te gaan, kennis neemt van de kloof die is ontstaan tussen de Staat en zijn bevolkingsgroepen. Er moet hoognodig beraadslaagd worden wil men de sociale breuk die Frankrijk kent niet vergroten.
Voor Asambles Roazhon, Matthieu SCERRI Adjunct woordvoerder Dour-tan-douar@care2.com
CBIL Coordination Bretagne Indépendante et Libertaire (Coördinatie Onafhankelijk en Libertair Bretagne) 30/06/05
De CBIL verklaart het verdict, uitgesproken door het speciale gerechtshof van Parijs, walgelijk maar niet verrassend.
De 14 Basken en Bretoenen betalen hun tol aan het gerecht dat de orders volgt: onderdrukking, fichering, leugens en manipulatie van militanten die zich verzetten tegen een republiek die niet ophoudt ons volk en onze cultuur te bestrijden. De CBIL is solidair met de veroordeelde militanten en zal alle acties, ten voordele van hen, steunen.
Bevet Breizh Dizalch ha Diveliel www.cbil.lautre.net
In MEERVOUD (zie link)
Bretagne: nieuws van de politieke gevangenen
In maart werd bekend dat vijf Basken en tien Bretoenen tussen 1 en 30 juni in Parijs zullen moeten terechtstaan in de Plevin-zaak. Ze zouden betrokken zijn geweest bij de spectaculaire explosievenroof van 28 september 1999 in het Bretoense plaatsje Plevin. Het proces wordt voorgezeten door rechter Yves Jacob die vertrouwd is met antiterroristische zaken en ondermeer de zaak Erignac behandelde. In Bretagne zijn de politieke gevangenen al een hele poos in de actualiteit. Nadat in 1999 de eerste aanhoudingen werden verricht, bleek al snel dat de Franse overheid zich niet naar behoren gedroeg. De Bretoense beweging werd door het slijk gehaald en de links-nationalistische gevangenen werden soms uitermate slecht behandeld. Al jaren zaten Bretoense militanten in voorhechtenis toen ze vorig jaar werden vrijgesproken van de moord op een Mc Donalds-bediende! Enkele werden streng bestraft voor hun aandeel in kleinere aanslagen. De anderen zaten onschuldig vast. Ondanks de vrijspraak blijven Franskiljonse media beweren dat de Bretoense militanten veroordeeld zijn voor moord! Paskal Laizé heeft intussen het dagblad Le Télégramme voor de rechter gedaagd. Recent werd Gérard Bernard, die drie jaar in voorlopige hechtenis zat in de Plevin-zaak, voor 80% invalide verklaard. Tijdens zijn gevangenschap (1999-2002) kreeg Bernard niet de nodige verzorging, ondanks luide protesten. Voor meer achtergrond over de Bretoense politieke gevangenen zie de webstek van CARB (Coordination Anti-Répréssive de Bretagne): http://prizonidi.free.fr Met enkele teksten in het Nederlands!
Uit Meervoud april/mei 2005 Jan Van Ormelingen
De meeste originele Franse krantenartikels zijn van het Internet verdwenen
Vanaf nu, zal mijn blog, deels over flashbacks gaan en anderzijds over zeer recente onderwerpen. Sinds mijn ontdekking van de Bretoense beweging, de Emsav had ik heel wat contacten ondermeer met een politieke gevangene.
Vandaag 2 november, zal hij te horen krijgen of hij in de gevangenis blijft of niet.
En lien avec le délibéré sur sa demande de mise en liberté conditionnelle, ayant lieu demain, le 2 novembre, les militants d'Emgann-MGI Bro Naoned ont déployé une banderole de soutien à Kristian Georgeault. Sur la route de Nantes à St-Brevin en pays de Retz, alors que certains prendrons la route des vacances ils pourront constater qu'un prisonnier politique attend toujours le chemin de la libération depuis plus de 6 ans
Le breton est-il ma langue maternelle ? Non ! Je suis né à Nantes où on n'le parle pas. Suis-je même breton ???... Vraiment, je le crois... Mais de pur race !!!... Qu'en sais-je et qu'importe ? Séparatiste ? Autonomiste ? Régionaliste ? Oui et non... Différent... Mais alors, vous n'comprenez plus : Qu'app'lons-nous être breton, et d'abord, pourquoi l'être ?
Français d'état civil, je suis nommé français, J'assume à chaque instant ma situation de français. Mon appartenance à la Bretagne n'est en revanche qu'une qualité facultative Que je peux parfaitement renier ou méconnaître...
Je l'ai d'ailleurs fait... J'ai longtemps ignoré que j'étais breton... Français sans problème, il me faut donc vivre la Bretagne en surplus Et pour mieux dire en conscience... Si je perds cette conscience, la Bretagne cesse d'être en moi. Si tous les bretons la perdent, elle cesse absolument d'être...
La Bretagne n'a pas de papiers, elle n'existe que si à chaque génération Des hommes se reconnaissent bretons...
A cette heure, des enfants naissent en Bretagne... Seront-ils bretons ? Nul ne le sait... A chacun, l'âge venu, la découverte... ou l'ignorance !
De bewustwording of de onwetendheid
Is het Bretoens mijn moedertaal? Nee! Ik kwam ter wereld in Nantes waar men het niet spreekt.
Ben ik wel een Bretoen???... Ik denk het wel
Puur ras??? Weet ik veel en wat maakt het uit?
Separatist? Autonomist? Regionalist? Ja en nee Verschillend
Maar, dan sta je voor een probleem: Wat betekent het: Bretoen zijn
En vooral, waarom Bretoen zijn?
Ingeschreven en als Fransman beschouwd, aanvaard ik het Fransman te zijn.
Dat ik aan Bretagne behoor is, daarentegen, een feit dat ik naar keuze
kan ontkennen en verloochenen
Ik deed het ooit Lange tijd wist ik niet dat ik een Bretoen was
Als Fransman, dat staat vast, moet ik Bretagne, bijkomend, bewuster beleven .
Verlies ik dat bewustzijn, dan houdt Bretagne op, in mij, te bestaan.
Verliezen alle Bretoenen dat bewustzijn dan bestaat Bretagne helemaal niet meer
Bretagne heeft geen identiteitspapieren en bestaat enkel als, bij iedere generatie,
mensen zich als Bretoen erkennen
Op dit ogenblik worden kinderen geboren, in Bretagne Zullen zij Bretoenen zijn?
Niemand kan het zeggen
Voor ieder, met de jaren de ontdekking of de onwetendheid
BRETAGNE Vakantieoord bij uitstek! Prachtige kusten, aangenaam binnenland En lekker eten! Oesters, zeevruchten Heerlijk Keltische muziek
Dat is wat ik tijdens die eerste zomervakantie in 1993, ontdekte.
En was het toeval? Maar zelfs het weer was schitterend! Niets kon ons nog tegenhouden om ook de volgende jaren naar Bretagne te gaan maar na enkele jaren verkozen we het drukke zomerseizoen te mijden.
Deze beslissing had heel wat voordelen! Eind oktober zijn de huurprijzen lager, er is geen gedoe om een parkeerplaats te vinden wanneer je wat wil bezoeken en je kunt rustig genieten van de mooiste landschappen en gebouwen En je ontdekt de Bretoenen!
Geïntrigeerd door twee Belgen die zich niet lieten afschrikken bij het vooruitzicht heel wat miezerige regenbuien, slierten vochtige nevel en hevige wind te moeten doorstaan, waren zij dikwijls de eersten bereid voor een praatje.
Zo werden wij trouwe bezoekers van enkele kappelletjes waar wel wat anders te vinden was dan wijwater...
Het was in oktober 1999 dat ik, in één van die «kappelletjes», hoorde over opgepakte Basken en Bretoenen Wat was er aan de hand in dat mooie Bretagne van me?
Mijn nieuwsgierigheid was geprikkeld en wat ik ging vernemen, was het verhaal van Bretoenen die het belijd van de Franse regering maar niets vonden, die het niet langer pikten belastingen te betalen voor televisiezenders waarop hun taal nooit aan bod kwam, die het beu waren te moeten smeken om subsidies om de EIGEN taal, het Bretoens, te mogen onderwijzen