Van Plévin naar Kevert 1
Na de arrestaties volgend op de springstoffenroof trokken de media van leer tegen de Bretoense beweging in het algemeen, en tegen de gearresteerden in het bijzonder. Hierbij schuwden zij niet de Bretoense verdachten, eens te meer voor te stellen als onverantwoordelijke dronkaards en de sympathisanten van de Emsav (de Bretoense beweging) werden voorgesteld als een marginale minderheid
Zo verbaasde Eric Conan zich, in LExpress van 17/02/2000, over het feit dat de vangst enkel bestond uit een oud-strijder van het terrorisme, enkele jonge geëxalteerden omringd door zonards waarvan de meeste een voorliefde voor hydromel blijken te hebben
terwijl het palmares van aanslagen indrukwekkend werd. Een vijftiental aanslagen sinds 30 oktober 1998
Hij vermelde ook meteen dat de politie een link legde tussen het A.R.B. (Armee Révolutionaire Breton) en de linkse onafhankelijkheidsbeweging Emgann waarvan de meeste gearresteerden deel uitmaakten. Op de verklaring van de woordvoerder van Emgann, Gaël Roblin, dat Zij (de gearresteerden) hebben de clandestiniteit gekozen. Wij niet! Maar hun strijd is ook de onze en daarom zullen wij hen steunen verweet E. Conan een zekere dubbelzinnigheid aan het adres van Roblin en Emgann. Volgden 3 (drie!) paragrafen om aan te tonen dat Emgann helemaal niets betekende in de Bretoense politieke wereld en nog enkel aanhangers vond in het wereldje van jonge stempelaars, minimumloontrekkers en intérimairs
Na nog wat overpeinzingen over, enerzijds, het amateurisme waarvan de laatste aanslagen moesten getuigen en, anderzijds, zich te verwonderen over de geslaagde aanslagen van Belfort en Cintegabelle vermeld hij op zijn stoemelings dat de POBL (Parti pour lOrganisation dune Bretagne libre), rechtse partij waarvan de geestelijke vader Yann Fouéré*, oud-collaborateur, is zich solidair verklaard heeft
Om te besluiten vermeldde E.Conan dat de plaatselijke tolerantie tegenover de terroristen, tussen onverschilligheid en sympathie, te wijten was aan het feit dat er nooit dodelijke slachtoffers vielen (buiten 2 leden van de beweging zelf). Sommige plaatselijke enquêteurs hebben het over daklozen van de bombinette, moeilijk te onderscheppen want zij hebben geen kredietkaarten, geen mobiele telefoons
Wat maakte dat zij, soms, sympathie kregen? Het zijn gekke (zinzin) drommels!
*
In 1955 werd Yann Fouéré van alle beschuldigingen van collaboratie vrij gesproken!
Van Plévin naar Kevert 2
Links of rechts, alle autonomistische of nationalistische bewegingen moesten, volgens de media, wel een fascistisch kantje hebben
Pierre Dharréville in LHumanité van 20 april 2000, begon met een jongere aan het woord te laten die beweerde dat niemand om het Bretoense nationalisme gaf.
Nochtans, zo schreef hij, behouden de verschillende autonomistische bewegingen een ambigue beeld, overblijfsel van het verleden.
Volgde een korte geschiedschrijving die begint in 1898 met de oprichting van de URB (Union Regionaliste Bretonne), in 1911 vervangen door de FRB (Fédération Régionaliste Bretonne). In 1927 vormden zij de eerste politieke partij: de Parti Autonomiste Breton die in 1931 zou splitsen door meningsverschillen.
De Parti National Breton, gesticht in 1932 zou door collaboratie tijdens de oorlog, voor vele jaren de ganse autonomistische beweging in het diskrediet brengen.
Vervolgens een overzicht van de huidige bewegingen: UDB, Frankiz Breizh, POBL en Emgann. Hij verbaasde zich over het feit dat Emgann zich tegen geweld, om zijn doel te bereiken, verklaarde zonder de gewelddadige acties van andere groeperingen, zoals het A.R.B., te veroordelen. Ook hij vermeldde dat de politie het A.R.B. als de gewapende tak van Emgann beschouwde en wist te vertellen dat het A.R.B. uit een tiental leden bestond.
En alhoewel de banden tussen legale organisaties en het A.R.B. onbekend zijn moesten deze wel bestaan. Het leek hem namelijk onmogelijk dat het A.R.B. zich zonder politieke steun kon handhaven.
Anderzijds, zouden de militanten voor het separatisme de verdediging van de Bretoense cultuur willen monopoliseren. Dit moest blijken uit studies van de Groupe Information Bretagne, tegenstanders van het Bretoens nationalisme.* Er zouden banden bestaan tussen culturele en politieke bewegingen. Culturele evenementen zouden politieke acties kunnen financieren. Het feit dat culturele organisaties onlangs geprobeerd hadden militanten met een troebel verleden te rehabiliteren bleek hem meteen het bewijs van geschiedenisherschrijving en steun aan de gewelddadige acties. De nevelvlek van het Bretoens nationalisme had al zijn geheimen nog niet prijs gegeven!
*
klare taal! Gelukkig dat hij dit feit zelf even preciseerde!
|