De Straatzangers
Elk jaar op hetzelfde tijdstip, is het bij ons jaarmarkt. Allerheilige, een tijd dat iedereen naar zijn overleden gaat. Al is het kerkhof, nu niet zo een plaats, waar een ieder graag naar toe gaat. De droefheid en de herinneringen zijn soms nog heel vers. Voor andere is het een zoveelste keer, dat men aan die periode van afscheid terug denkt.Allerzielen, is de dag waarop, we naar de rustplaatsen gaan van vrienden en kennissen die we niet vergeten waren maar , de drukte van de eerste dag liet het ons niet toe, even tot bij hen te gaan. Eigenlijk had ik het meer willen hebben over, de dag van Allerheiligen. Ons stadje, lijkt dan wel een plaats te zijn waar iedereen in vlaanderen wil naar toe komen. Ik wil dan de toeristen van buiten ons landje niet vergeten , want ook zij weten plots ,waar ze dat speldenkopje op de wegenkaart konden terug vinden. Op de weg naar de kapel toe, staan de kramen met de wassen-beeldjes, die moeten geofferd worden. De oude vrouwtjes die ze aan de man of vrouw willen brengen ,door het zingen van een lied waar de melodie nog voor moet geschreven worden , doet de lijdende gelovigen ,haastig kopen en het armpje en beentje in de manden deponeren.Als we dan over de veemarkt lopen worden we plots, naar de binnenstad gelokt door de geur van de frieten en ander baksels, die veelvuldig worden verorbert door de bezoekers. De stand-houder prijzen met een bepaalde vorm van humor hun waren aan ,aan de goed gelovige kopers. Dan worden we volledig opgevangen door een man en een accordionist, die samen met zijn vrouw de levens liederen laat galmen. Wanneer de markt en de stad leeg lopen zien wij de straatmuziekanten nog terug op het terras van een café. Wanneer wij ons avond-brood, met spek naar binnen werken en de dampen van de koffie, zijn aroma de huiskamer vult, weet moeder onze nieuwsgierigheid te weken. Buiten ,daar zien wij de straatmuziekanten waggelend en met een fles rode-wijn in de hand , schor en vals " daar bij die molen" kelen. Het leven van een zanger moet toch hard zijn . Want ik kon er toen niet bij, dat die man een jaar moest wachten om weer te kunnen zingen en daarna zijn zuur verdiende centen in een fles rode wijn om te zetten. auteur francois vandecruys
|