De Franse filmactrice Léonie Bathiat, met de artiestennaam Artletty, is voorgekomen uit de jaren 1910-1920 in Parijs, een overgangstijd tussen de Belle Epoque en de dolle twintiger jaren. In deze tijd komen twee tradities te samen, die van het klassieke theater en die van het boulevardtheater, om tot een harmonisch geheel te versmelten. Het is dus geen wonder dat Arletty zichzelf in de eerste plaats als theateractrice beschouwt. Films maakte ze alleen maar, zoals ze zei, om wat zakgeld te verdienen en haar belasting te betalen. Met uitzondering van Jacques Prévert en Marcel Carné nam ze de film niet serieus, en het zijn juist deze twee die haar, om zo te zeggen tegen haar wil, tot filmster gemaakt hebben en tot een van de weinige echte vrouwelijke sterren van voor de oorlog. Bij haar eerste film was Arletty reeds 32 jaar oud. Negen films later, in 1934, ontmoette zij tijdens de opnamen van Pension Mimosa de regisseur Jacques Feyder, die haar gezicht bekendheid zou geven.
De komst van deze eigenzinnige acteur naar Hollywood betekende een revolutie voor de Amerikaanse film.
Vanaf het begin bestond er tussen Marlon Brandon en de droomfabriek Hollywood een haat-liefde verhouding. Hij was de mythische held van een verloren generatie. Hij bracht een revolutie in de kunst van het acteren, zowel op het toneel als in de film, door zijn eigenzinnige en onafhankelijke opstelling. Door de intensiviteit van zijn vertolking bracht hij de moeilijkste rollen tot leven en zette hij een fascinerende realiteit op het witte doek. Marlon Brando werd geboren als zoon van een aannemer en van een actrice. Begin jaren 40 ging hij naar New York, waar hij zijn eerste toneelrol speelde in Truckline Cafe. Daarna speelde hij in stukken van george bernard Shaw en Jean Cocteau. In de Actors Studio werd hij opgemerkt door Elia Kazan, die hem de rol gaf van Stanley Kowalsky in de Broadway uitvoering van A Streetcar named Desire van Tennessee Williams. Het was een groot succes en leverde Brando veel Hollywood-aanbiedingen op, maar hij bleef het stuk spelen tot de laatste voorstelling, en nam toen pas zijneerste filmrol aan, en dat was The Men van Fred Zinnemann.
Marlon Brando was driemaal gehuwd, alle drie de keer met een actrice: van 1957 tot 1959 met Anna Kashfi, van 1960 tot 1968 met Movita Castenada en van 1962 tot 1972 met de Tahitiaanse Tarita Teriipia. Hij had elf kinderen, waarvan drie geadopteerd. Zijn jongste drie kinderen waren verwekt bij zijn huishoudster, Maria Christina Ruiz.
Christian, zijn oudste zoon, schoot in mei 1990 Dag Drollet, de vriend van zijn zwangere halfzus Cheyenne, dood. Hij werd uiteindelijk veroordeeld tot tien jaar cel. Cheyenne pleegde vijf jaar later zelfmoord. Zij was toen vijfentwintig jaar oud.
Zijn zoon Miko was ooit de bodyguard van Michael Jackson. Jackson en Brando werden later goede vrienden, en Brando is zelfs te zien in de videoclip van Michael Jacksons "You Rock My World" uit 2001.
Marlon Brando leed al geruime tijd aan longfibrose toen hij op 1 juli 2004 in het UCLA Medical Center te Los Angeles overleed aan longproblemen. Hij leed tevens aan zwaarlijvigheid, hartfalen en diabetes, en recentelijk was leverkanker bij hem geconstateerd. Brando was tachtig jaar oud. Hij werd gecremeerd en zijn as is op twee plaatsen uitgestrooid, een deel op Tahiti en een deel, samen met de as van Wally Cox, in Death Valley.
Deze legendarische actrice speelde op haar zesenvijftigste haar eerste filmrol en bleef vanaf dat moment met de film verbonden. Na haar dood kreeg ze een staatsbegrafenis.
Sarah Bernhardt wordt tegenwoordig beschouwd als de grootste Franstalige actrice. Niet minder beroemd is haar rol als muze van de auteurs Marcel Proust en Oscar Wilde. Ze vierde triomfen bij de Comédie Française en verschillende theaters die onder haar leiding stonden, zoals het Thêatre Sarah Bernardt in parijs, dat nog steeds bestaat. Ze werd geroemd om de tragiek in haar gouden stem, maar ook om haar majestueuze houding en manier van bewegen. Tegen de jonge film met zijn overdreven gebaren koesterde ze van het begin af aan een diep wantrouwen. Toch liet ze zich overhalen in 1900 in Hamlet haar eerste filmrol te spelen. Pas in 1908 stond ze voor de opnamen van La Tosca (L. Mercanton) opnieuw voor de camera. Er wordt beweerd dat ze flauwviel toen ze zichzelf op het witte doek had gezien. In elk geval is deze film nooit voor het publiek vertoond
Dat alles verhinderde niet dat zij met haar spel als La Damme aux camélias in 1911 enorm veel succes oogstte. Op grond van dit succes besloot de Amerikaanse producent Adolph Zukor haar het jaar daarop de titelrol in de film Queen Elizabeth te geven, die geregisseerd werd door Louis Mercanton. Met de opbrengst van deze film kon Zukor de maatschappij Paramount oprichten.
Zij was een in haar tijd zeer bekende actrice met een Nederlandse moeder, Julie Bernardt, en een vader van onbekende nationaliteit. Hoogstwaarschijnlijk was haar vader geen Fransman. Ze voegde zowel aan haar voor- als achternaam de letter h toe, om haar Nederlandse afkomst en het feit dat ze een buitenechtelijk kind was, te verdoezelen. Feitelijk was ze Nederlandse en niet Frans. De naam die ze voor haar vader bedacht, Edouard Bernhardt, was in werkelijkheid de naam (zonder h) van haar moeder's broer. Haar grootvader Moritz Bernardt was een berucht Joods koopman in Amsterdam. Waarschijnlijk is haar Joodse moeder Julie eveneens in Amsterdam geboren.