Inhoud blog
  • Kerstverhaal: Jeske (deel 2)
  • Kerstverhaal: Jeske (deel 1)
    Zoeken in blog

    Kerstverhaal van Frans Depeuter: Jeske

    24-12-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kerstverhaal: Jeske (deel 1)

     JESKE

    (het waar gebeurde verhaal van Sepke Facteur)

    Kerstverhaal

    FRANS DEPEUTER

     

    © Frans Depeuter, De Heikens 29, 2250 Olen

    Tel. 014/ 266 339


    Voor Felix, Gerard, Stijn, Cyriel, Nest, Filip

    en al die andere Vlaamse meesters

    die ons leerden wat vertellen is.

     

    In ’52 was het, het laatste jaar van de oorlog in Korea. Van bij ons in Gooreind waren er twee naar ginder gegaan om tegen de communisten te vechten: Mon van Gutte Nelles en den Djek. En voor de rest was er sinds de bevrijding niks bijzonders gebeurd in ons dorp. Alles ging zijn gewone gang: er werd geboren en gestorven en daartussenin werd wat gevrijd en gevochten soms.

    Gooreind was toen nog een dorpje van 348 huizen, waarin hoop en al 2000 mensen woonden. Een strontdorpje, met een pastoor en een champetter, zelfs een dokter vondt ge er niet. Maar er waren wel 16 cafés, en voorts een smid die ook velo’s repareerde, een drogisterij-en-bakkerij-tegelijk, Mitteke Snoep met haar kalissestokken, een ellegoedwinkel, en de schoenmakerij van Staf Pit, die de hele dag voor zijn raam nageltjes zat te tuffen.

    En een postbode was er ook natuurlijk. Sepke heette hij, maar iedereen zei “’t Facteurke”. Sepke was iemand die het leven van de schone kant bezag en ‘s morgens fluitend naar zijn werk reed. Om 7 uur stond hij al in ‘t kantoortje de post te sorteren, in houten bakken, volgens ‘t zelfde plan als hij zijn ronde deed. Het Dorp, de Grote Steenweg, de Driehoek, de Dreef, de Molenbaan, de Kleine Rees, de Kasteellaan, de Veldweg, de Ekelaar, de Slijkstraat, de Boskant, en dan langs de Mostenbeek naar den Donk toe en zo terug naar 't centrum. Al 21 jaar deed hij dat, zes keren per week, door weer en wind, met een oude krakende fiets met van voren een leren zak erop.

    Sepke hield van zijn werk, zijn werk was zijn leven voor hem. Een dikke pree zat er wel niet aan vast, maar het contentement gaat boven de cent, zei hij altijd. Goede tijdingen brengen, dat deed hem deugd: een huwelijksaankondiging, een geboortekaartje, een liefdesbrief - dat rook hij aan de parfum. En als ‘t kwade tijdingen waren, dan was hij daar om te troosten.

    Ja, ‘t Facteurke zag zijn mensen graag. Als hij voorbijreed, dan stak hij zijn hand omhoog en riep iets van “Koud weer vandaag, hè Dimpna?” of “De haag aan ‘t scheren, Thijs?” iets wat iedereen zag en eigenlijk niet eens gezegd moest worden. En hij nam zijn tijd om wat te praten, want tijd had Sepke méér dan genoeg. Hij woonde heel alleen in ‘t huis van zijn ouders, dat veel te groot was voor hem. ‘t Gebeurde wel eens dat hij zat te knutselen in ‘t schuurtje, aan de werkbank van zijn vader zaliger, een beeldje maken of zo, maar voor de rest had hij niet veel om handen.

    Van trouwen was er nooit wat gekomen. Sepke had de woorden van zijn vader goed onthouden: “Pas op, jong, voor ‘t achterste van een ezel en ‘t voorste van een vrouw”. Op zijn ronde had hij genoeg gezien en gehoord, van koppels die elkander in ‘t haar vlogen, en van vloeken en tieren. Zoals bij Sus Vink, en Gutte Nelles, en bij Jef ‘Tedju’ van Hemel.  En ook thuis bij zijn ouders was er wel eens vuur in de pan geschoten. Het huwelijk, vond Sepke, dat  was eerst smakken en likken, en dan hakken en pikken.

     

    *************

     

    En dat was ook wat Maaike Vanderpol van ‘t Schuin Deurke ervan dacht. Als die haar boekje begon open te doen over den Djek!¼ Den Djek was een Engelsman die na de oorlog in ‘t Schuin Deurke was blijven plakken. Hij had Maaike twee klein mannen aangesmeerd en was dan naar Korea getrokken. En Maaike kon maar zien hoe ze de bekjes kon vullen, want nog geen frank had hij naar huis gestuurd.

    Café ‘t Schuin Deurke was één van de kapelletjes waar Sepke altijd aanlegde. Het was het laatste huis van zijn ronde, helemaal in de uithoek van de Donk. Als Sepke daar in de vroege namiddag arriveerde, was er nog geen kat te zien. Maar tegen de avond aan, wanneer die van ‘t cementfabriek het stof uit hun keel kwamen spoelen, dan was ‘t er volle bak.

    “Bij Maaike Vanderpol kunt ge plakken zonder colle,” lachten ze wel eens. Want iedereen wist dat Maaike niet verlegen was om de trap op te gaan. ‘t Was niet voor niet dat haar café ‘t Schuin Deurke heette. En Maaike zelf deed daar ook geen doekjes om. Haar vent ginder in Korea zou van zijn pieterke ook geen paterke maken, zei ze, waarom zou zij dan haar portemonnee op de knip doen?

    Eigenlijk deed ze ‘t alleen maar om ’t schoolgeld van haar kinderen te kunnen betalen, die in Notre-Dame-des-Anges op pensionaat waren en aan wie ze een beter leven wou geven dan het hare, had ze eens tegen Sepke gezegd. Want tegen Sepke vertelde Maaike alles¼ behalve wat ze niet kwijt wou. Van wie ze dat trommeltje had gekregen waarmee ze nu alweer een tijdje rondliep, dat zou geen mens te weten komen. Er waren er die Sepke aanwezen, omdat hij zoveel bij haar zat, maar niemand beter dan Sepke zelf wist dat daar niks van aan was.

    O ja, Sepke zat graag bij Maaike, dat wel, en Maaike zat graag bij Sepke, maar wat was daar verkeerd aan? Thuis zat er toch niemand te wachten. En dat hij na elke ronde in ‘t Schuin Deurke afstapte, och, ook aan de andere cafés kon Sepke niet voorbij zonder zijn fiets tegen de muur te zetten. Het begon al in De Keizer, in de hoek van de markt. Daar ging hij een koffie drinken met een neutje jenever erbij, nadat hij ‘t Dorp gedaan had.

    Vanuit De Keizer had hij een gezicht op ‘t grootste deel van de markt en op de kerk. En op het stalletje dat daarnaast stond: een hutje met een strooien dak, dat hij zelf nog gemaakt had. En ook de houten beelden had hij zelf gesneden en geschilderd. De Maagd Maria met haar hemelsblauwe mantel. Het Kindje Jezus, wiens kopke eigenlijk een beetje te groot was uitgevallen. En de heilige Jozef met zijn staf en zijn sandalen. En de os en de ezel natuurlijk, maar die waren eigenlijk ook niet zo goed gelukt, vond hij, het leken meer grote Sint-Bernardshonden met gebreide mutsjes op hun kop.

    Ja, voordat Sepke aan de Grote Steenweg begon, moest hij een beetje bijtanken, zei hij, want ‘t was verdjuus een zware ronde, vast en zeker. En vooral in deze tijd van ‘t jaar, omstreeks Kerstmis, wanneer iedereen een kaartje stuurde naar iedereen. Op zo’n dagen zat zijn tas bomvol. En daar kwam nog bij dat hij op veel plaatsen werd binnengeroepen voor een borrel of een fooi, zodat de ronde twee keer zo lang duurde als anders.

     

    *************

     

    Toen hij langs de Mostenbeek reed, begon het weer te sneeuwen. Van die verse klamme vlokken die op zijn bril kleefden, zodat hij soms moest stoppen om de glazen schoon te maken. En dan stond Sepke even te kijken naar de sneeuw die zich tegen de oever van de beek had opgehoopt als een dikke laag watten. En naar de populieren erachter die hun zilveren takken tegen de grijze hemel opstaken¼

    Het had pakken gesneeuwd de laatste dagen: van de stapels maathout die naast de weg lagen, was amper nog wat te zien. En na de sneeuw was er een vlaag regen gekomen, en daarop had het zo hard gevroren dat de telefoondraad hier en daar was geknapt. De weg lag er verraderlijk glad bij. Als Sepke wat te fel op de pedalen duwde, slipte het achterste wiel weg. De koude wind deed goed in zijn gezicht, want hij voelde zich wat beneveld, net of er stond een molentje in zijn hoofd te draaien.

    Nog drie huizen en dan zat het er alweer op: de dikke Brems waar nooit iemand thuis was overdag, boer Hannes die nog te gierig was om een zalig kerstfeest te wensen, en het Schuin Deurke. Daar zou hij wat op adem kunnen komen en misschien wachten tot het sneeuwen geminderd was¼

     

    *************

     

    Het was vreemd, anders zat Maaike altijd achter ‘t venster en nu was er geen teken van leven. Ook was de cafédeur op slot. Sepke stond al op het punt om weer op de fiets te springen, toen hij een zwak geluid hoorde. Net of iemand iets riep, van diep in het huis. Het Facteurke plantte zijn fiets terug tegen de schutting en liep door het Ptuintje naar achter. Ja, hier bleek de deur niet gesloten, er moest dus toch iemand in huis zijn.

    “Hello,” riep Sepke. “Is er iemand?”

    De ruiten van de achterkeuken waren helemaal bewasemd van de waterketel die stond te fluiten op het gasvuur. Sepke draaide de kraan dicht en liep verder de woning in.

    “Hello? Maaike?” riep hij nog eens. En opnieuw kwam het hem voor dat hij iets hoorde. Een zacht gekreun leek het, als van iemand die zich bezeerd heeft. “Ochgot!” dacht Sepke, “Gottenheer! ‘t zal Maaike toch niet zijn zeker!?” Het zou wel iets voor half januari worden, had ze gezegd, maar ge weet maar nooit¼

    Hij duwde de deur van de keuken verder open en toen zag hij haar. Ze zat met de rug tegen de muur, de knieën wijd opgetrokken en de rok opgeschort, en tussen de dijen op de vloer niets dan bloed. Sepke verschoot er zo van dat hij eerst geen woord kon uitbrengen. Maar dan gooide hij zijn pet op tafel en hurkte bij haar neer.

     “Maar Maaike toch,” zei hij. “Maar Maaike toch.”

    Sepke wist niet wat hij moest doen. Hij keek in ‘t rond, liep naar de kast, deed die open, deed die weer toe, pakte een handdoek die op tafel lag, hing die op de stoel¼ en dan zag hij de telefoon. Hij nam de hoorn op, maar¼ er kwam geen geluid uit. Gottendju, dat was waar ook! de draad die het begeven had! dat mankeerde er nog maar aan!¼

    Sepke knielde weer bij Maaike. “Doet het zeer, meiske?” vroeg hij en het leek of er op Maaikes gezicht een glimlach verscheen. Ze mompelde iets en wees met haar hand¼ De moor, ja ja, nu begreep Sepke het, hij liep naar de achterkeuken, vond een bekken onder de pompsteen, goot er de inhoud van de fluitketel in over en pompte er wat koud water bij.

    En dan zat hij opnieuw bij Maaike, die met toegeknepen ogen met twee handen op haar buik drukte¼ En daar, tussen dat nat kroezelhaar, daar zag Sepke iets blinken, iets wat groter en groter werd. Sepke zag hoe Maaikes kakebeenderen zich opeenklemden van het persen, en toen¼ toen legde ook hij zijn hand op haar blote buik om wat mee te duwen.

    En dan zag hij het hoofdje komen, rood en glimmend als een knolradijs, en “Ja!” zei Sepke, “duwen, Maaike!” En Maaike duwde en perste en huilde en schreeuwde. En ook de schoudertjes waren nu zichtbaar, en het lijfje en de armpjes. “Nóg, Maaike!” riep hij weer, “Nog een beetje!”¼ En dan stak Sepke zijn handen uit, en hij aarzelde nog even, veegde zijn vingers over zijn broek en pakte het lijfje beet. “Duwen, Maaike!” zei hij opnieuw, terwijl hij heel voorzichtig meetrok, “duwen, het komt!” En het lijfje werd groter, en nog groter, daar waren de billetjes al, en de knietjes, en de beentjes. En ineens hield Sepke dat warme ding in zijn handen, en hij klemde zijn lippen opeen van blijdschap. En ook Maaike lachte en schreide tegelijk, maar toch met een beetje schrik in haar ogen, vond Sepke, en daarom legde hij de baby op haar buik en zei: “Zie eens hoe schoon, het is net een poppetje!” En dan ineens ging het mondje open en het poppetje begon te schreien, te huilen, te krijten, alsof het aan heel de wereld wou laten horen dat hij er was¼

    En toen werd het geluk van Sepke nog groter omdat hij zag hoe gelukkig Mááike was, en hij sloeg zijn vuist in zijn handpalm en “Yes!” riep hij, “yes!” en hij had zin om te dansen en te zingen en om Maaike vast te pakken en¼ ik weet niet wat nog allemaal!¼


    (Lees verder in deel 2) 

    *************

     

     

    24-12-2006 om 00:00 geschreven door Frans Depeuter

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (12 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 25/12-31/12 2006
  • 18/12-24/12 2006

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!