Wat het is Het is onzin zegt het verstand Het is wat het is zegt de liefde Het is tegenslag zegt de berekening Het is alleen maar pijn zegt de angst Het is uitzichtloos zegt het inzicht Het is wat het is zegt de liefde
Het is belachelijk zegt de trots Het is lichtzinnig zegt de voorzichtigheid Het is onmogelijk zegt de ervaring Het is wat het is zegt de liefde
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Categorie:gedichten uit de hele wereld
27-04-2009
Geef de vlinders zulke namen.......
Geef de vlinders zulke namen dat de klank de kleur van de vleugels verraadt . Geef de winterbijen honing en wijn , de kinderen wierook , mirre en goud .
Ga mijn huis binnen - en ik zal een kaars aansteken , in de pikdonkere nacht mijn gezicht in mijn handen verbergen . Zeg mij : 'Zwijg ' - en ik zal zwijgen , zeg : ' ween ' - en ik zal wenen als regen .
Het licht vlijt zich aan tegen de ziel , als water tegen een schip , als een zwaluw tegen het lege hemelgewelf . Zeg me zachtjes 'Ik hou van je ,'- en ik zal begrijpen hoe de vlam van het water houdt .
Hoe de geest houdt van het verlaten lichaam , hoe de eeuwigheid houdt van de wedloop van de haastige seconden , hoe wanhopig de Heer houdt van ons - van ons , naakt , wenend en zondig .
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen) Categorie:gedichten uit de hele wereld
25-04-2009
Kom naast me zitten.....
Portugal 1988 - 1935
Kom naast me zitten, Lydia, aan de oever der rivier . Laten we rustig kijken naar haar loop en leren Dat het leven langsgaat , en wij houden elkaars hand niet vast . (Leggen wij de handen in elkaar .)
Bedenken wij vervolgens ,volwassen kind'ren , dat het leven Langsgaat en niet blijft , niets nalaat en nooit weerkeert , Gaat naar een zee verweg , dicht bij het fatum , Verder dan de goden .
Maken wij de handen los,'t is niet de moeite ons te vermoeien . Of wij genieten ,dan wel niet ,wij gaan voorbij de rivier . Beter is te weten stil voorbij te gaan . En zonder grote onrust .
Zonder liefden,zonder haat, noch hartstocht die de stem verheft , Noch afgunst die de ogen tezeer doet bewegen, Noch zorgen ,want mét hen zou de rivier niet minder stromen , En altijd uitmonden in de zee .
Beminnen wij elkander kalm , bedenkend dat wij , als we wilden , Elkaar zouden kunnen kussen , strelen en omhelzen , Maar dat het beter is te zitten naast elkaar en De rivier te horen stromen en te zien .
Plukken wij bloemen , neem ze in je hand en leg ze In je schoot , en laat haar geur het ogenblik verzachten - Dit ogenblik waarin wij kalm in niets geloven , Argeloze heidenen der decadentie .
Althans , als ik eerst schaduw word , zul jij mij herinneren Zonder dat die herinnering je brandt of pijnigt of ontroert , Want nimmer legden wij de handen in elkaar , noch hebben wij gekust Noch zijn wij meer geweest dan kinderen .
En mocht,vóór mij, jij de obool gaan brengen aan de somb're bootsman , Dan zal ik niets te lijden hebben als ik aan je denk . Zacht zul je zijn wanneer ik je mij zo herinner - aan de oever der rivier , Trieste heiden en met bloemen in haar schoot .
Fernando Pessoa (Ricardo Reis -heteroniem) vertaling :August Willemsen
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen) Categorie:gedichten uit de hele wereld
23-04-2009
komen en gaan .
Liefde kwam met zulke zachte stappen dat ik dacht dat zij een droom was . Ik vroeg haar niet om gaan te zitten . Toen zij wegging hoorde ik het niet eerder dan wanneer zij de deur had geopend . Ik haastte me naar buiten om haar terug te roepen . Tegen dan was zij een lichaamloze droom die oploste in nachtelijke duister , de vlam van haar lamp op het verre pad een roodgloeiende begoocheling .
Opgevoed in zwijgzaamheid . Het is sindsdien mijn vak : woorden zoeken die zwijgen .Die je niet hebt , maar alleen kunt krijgen .
Misschien leerde ik het van mijn moeder . " Jongen , je weet wel ,"zei ze toen ik ging trouwen . Ik heb er bundels en vrouwen over gedaan om zo weinig te zeggen .
Om het geinige af te leren , vervolgens het chagrijnige ,om ten slotte thuis te komen in het weinige . Van de lenige liefde in de enige .
Dat was wat ik mij afvroeg toen ik gisteren dacht dat ik misschien wel , ooit een keer , zou willen denken , zien , voelen , liefhebben als iemand anders .
Mocht ik met een dichtje uw herte winnen ,'t waar mij weerd genoeg dat ik dichtte en dachte en werkte 's avonds late en 'smorgens vroeg. Maar ik zou dan weer dat herte dragen naar......Gij weet?...... Genoeg ! 'k Gev'Hem wat ik win en werkte 's avonds late en 's morgens vroeg . Hij.....Hij geeft voor mij mijn werken , 's avonds late en 's morgens vroeg , blijdschap , meer als ooit mijn herte vragen kon . Genoeg ! Genoeg !
Ik hou niet van jou maar van de kanarie die verliefd op een parkiet groen wordt van verdriet , van de gouden leeuw , van Artis in de sneeuw , van bittere chocolade , van de straat genoemd naar Tesselschade , van de pianostemmer die de toon niet vindt , van het éénogig kind gekleed als dierentemmer , van het touw dat je bindt rond de slaap die ik niet vind , van de tanden in je mond toen je mij in het donker vond .
Een jongeling zei: Spreek tot ons over vriendschap.
En hij antwoordde, zeggende: Je vriend is een antwoord op je verlangen. Hij is je akker die je met liefde bezaait en vol dankzegging oogst. En hij is je tafel en haardvuur. Want je komt tot hem met je honger en bij hem zoek je rust.
Wanneer je vriend je zijn eigen geest ontsluit, ben je niet bang voor het 'neen' in je eigen geest, noch onthoud je hem je 'ja'. En wanneer hij zwijgt, blijft je hart luisteren naar zijn hart; want zonder woorden worden in vriendschap alle gedachten, alle verlangens, alle verwachtingen geboren en gedeeld, vol ongevraagde vreugde. Wanneer je afscheid neemt van je vriend, treur je niet; want wat je het diepst in hem bemint, kan klaarder voor je zijn bij zijn afwezigheid, zoals een bergbeklimmer de berg duidelijker ziet vanuit de vlakte.
En laat je vriendschap geen andere bedoeling hebben dan een verdieping van de geest. Want de liefde die iets anders zoekt dan de openbaring van haar eigen mysterie is geen liefde, maar een net dat uitgeworpen wordt; en alleen het waardeloze wordt gevangen.
En laat het beste voor je vriend zijn. Zo hij de eb van je getij moet ervaren, doe hem ook de vloed kennen. Want wat is je vriend dat je hem enkel zoeken zou om de tijd te doden. Zoek hem steeds om de tijd te leven. Want hij moet je tekort vullen, maar niet je ledigheid. En laat er een lach zijn in de zoetheid der vriendschap en een samen beleven van genoegens. Want in de dauw der kleine dingen vindt het hart zijn morgen en wordt verfrist