Bleri Lleshi neemt de uitspraken van Jan Jambon in de recentste weekendkrant van De Standaard niet. De aanpak van de minister leidt volgens hem tot nog meer angst bij de bevolking en nog meer kans op aanslagen. ‘Niemand anders blijkt die honderden dansende moslims gezien te hebben. Als Jambon geen bewijzen heeft van zijn beschuldigingen, moeten er sancties volgen.’
Wie? politiek filosoof, jeugdwerker en auteur van 'Liefde in tijden van angst' (EPO, 2016)
Wat? Jambon heeft, net zoals de lokale politie, geen enkele voeling met de Brusselse jongeren
We wisten dat er in Brussel vroeg of laat aanslagen zouden komen. Redenen genoeg: het oorlogsbeleid van België, Brussel als hoofdstad van Europa, de jarenlange verwaarlozing van de nationale veiligheidsdiensten en vooral ons collectief falen om onze jongeren een toekomstperspectief te bieden.
De honderden soldaten en politiemensen hebben die aanslagen niet kunnen voorkomen. Het zullen ook niet de laatste zijn, zolang de oorzaken van extremisme niet worden aangepakt. Dat laatste lijkt onwaarschijnlijk met deze regering, die volop inzet op de angstcultuur, en met ministers zoals Jan Jambon, die hele bevolkingsgroepen en woonwijken stigmatiseren. Die aanpak leidt tot nog meer angst bij de burgers en tot nog meer kans op aanslagen.
Racial profiling
In een interview in deze krant (DS 16 april) gaat Jambon nog een stap verder: ‘Een significant deel van de moslimgemeenschap danste in de straten naar aanleiding van de aanslagen.’
Ik daag de minister uit om hiervan een bewijs te leveren. Niemand anders blijkt die honderden dansende moslims gezien te hebben. Als hij geen bewijzen heeft van zijn beschuldigingen, moeten er sancties volgen. Je kunt niet zomaar 700.000 moslims, burgers van dit land, gratuit stigmatiseren. Deze onzichtbare dansende moslims, en de ‘honderden jongeren in Molenbeek, die met stenen en flessen naar de politie zouden hebben gegooid tijdens de arrestatie van Abdeslam’, zijn volgens Jambon ‘het echte probleem’.
Jambon heeft duidelijk geen kennis over deze jongeren. Het klopt dat bij de actie in Molenbeek een groepje jongeren met stenen gooide, wat ik afkeur. Maar beweren dat ze dit deden om Abdeslam te beschermen is een regelrechte leugen. Die jochies kennen hem niet en wisten ook niet waar Abdeslam verbleef. De Mechelse politie wist dat overigens wel.
Die Brusselse jongeren hebben een slechte relatie met de politie. Uit onderzoek van de KULeuven is gebleken dat racisme bij de politie voor hen het grootste probleem is. Net zoals Jambon heeft de meerderheid van de politieagenten geen voeling met de stad of haar jongeren.
De politie weet dan ook bijzonder weinig over wat in de wijken gebeurt of wie er woont. ‘Racial profiling’ door de politie is de normaalste zaak.
Rambo Jambon
Een collega van Marokkaanse origine uit Molenbeek werd onlangs in vier dagen tijd drie keer aangehouden door de politie. Twee van die drie keren was hij onderweg om leerlingen naar huis te brengen die bang waren om de metro te nemen, vanwege de aanslagen.
‘Bij de arrestatie van Abdeslam heeft niemand me op triomfalisme kunnen betrappen’, beweert Jambon in hetzelfde interview. Jambon is vergeten dat hij onmiddellijk na die arrestatie een foto op Twitter plaatste van zichzelf en premier Michel, staande voor een jeep met paracommando’s, vergezeld van de tekst: ‘You got him boys! So proud of you.’ Het Rambogehalte kon niet groter.
Falend beleid
Op één punt ben ik het eens met Jambon: het migratiebeleid heeft gefaald. Volgens hem heeft het in Wallonië meer gefaald dan in Vlaanderen. Vreemde opmerking, want Vlaanderen telt 195 Syriëstrijders, Wallonië telt er maar 47.
België heeft gefaald door migranten aan hun lot over te laten toen de jobs waarvoor ze werden ‘geïmporteerd’ niet langer bestonden. Dat geldt niet alleen voor de huidige regering, maar net zo goed voor alle voorgaande regeringen. Het is daarom dat nergens in Europa de situatie van migranten zo slecht is als in België. Armoede, werkloosheid, racisme en discriminatie ontnemen hen perspectieven en kansen. Dát is ‘het echte probleem’, meneer de minister. Zolang we die problemen niet aanpakken, komen we niet verder. Deradicaliseringsprogramma’s zullen ook niet helpen. Wat wel helpt is investeren in jongeren en hen echte kansen en perspectieven bieden in het onderwijs en op de arbeidsmarkt.
De relatie tussen politie en jongeren moet beter. Dat kan als de politie preventief te werk gaat: aanwezig zijn in de wijken, samenwerken met sleutelfiguren, straathoekwerkers, onderwijs... Preventief beleid is efficiënt tegen alle vormen van extremisme.
Tenslotte: kunnen we er nu eens ernstig over denken om de wapenexport naar Saudi-Arabië en de Belgische deelname aan bombardementen en oorlogsdaden te stoppen? Oorlog voeren heeft consequenties. En al is die oorlog nog zo ver, de gevolgen liggen soms hier, zoals 22 maart heeft laten zien.