Inhoud blog
  • De mergel van Gelinden.
  • Heksen in Gelinden
  • Gelindense Folklore
  • Het kanton Sint-Truiden
  • De grote steenweg
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    GELINDEN
    Een dorp als geen ander
    22-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Ridders en de parochie van Gelinden.
    Henricourt schrijft in zijn werk "Miroir des Nobles de la Hesbaye" enige aanduidingen over de familie "de Monferrant" van Bas-Heers.  Hij schrijft " Yves de Monferrant had éen zoon, Adam, en elf dochters, die allen huwden met edellieden.  Uit de tiende dochter sproten de ridders van Gelinden en van Rijkel in 't Graafschap Loon. Ze hadden een gouden wapenschild met zwarte leeuw.
    Van het kasteel dat de Monferrants gedurende de eeuwen te Bas-Heers bewoonden, blijft niet meer over dan een weg welke men nog "den dreef" noemt, en een plaatsnaam "t demoisellenveld achter Monferrants".  Het kasteel lag bij het gehucht Maesnil, links van de weg die van Batsheers naar de Bovelingenstraat loopt.  Het kasteel is zodanig "geslecht", dat zelfs van de grachten, die een vierkant vormden, niets meer zichtbaar is. Het schijnt dat de grondvesten en een gedeelte van de muren van de kleine hoeve, toebehorend aan Trienke van "Barons", zijn gebouwd met dikke blokken silex die overbleven van het kasteel.
    In de kerk van Batsheers vindt men nog een grafsteen en jaarlijks worden er nog 5 missen gelezen ter nagedachtenis van deze roemrijke familie. De laatste Monferrant stierf te Bas-Heers op 16 augustus 1693.  Ulrich de Monferrant bezat in 1241 goederen te Bas-Heers, evenals zijn zoon Yvan in 1315.
    Al de aangetrouwde families der elf dochters en éen zoon van Ivo de Monferrant zijn, verwantschapshalve, moeten tussenkomen in de bloedige strijd der huizen van Awans en Waroux.
    Op 12 mei 1284 ging Ridder Arnold van Gelinden (getrouwd met de 10de dochter van de Monferrants) een overeenkomst aan met de Kanunniken van St Materne, aangaande de Kerk van Gelinden. (Cart II, 382). De Ridder behield zich het recht voor de kosterij te begeven. Het Kapittel mocht een priester aanstellen om de H. Mis te lezen aan het altaar van OLVrouw. De inkomsten van het OL Vrouwe altaar volstonden niet meer om in de priester zijn levensonderhoud te voorzien, en daarom kreeg hij van de Ridder de inkomsten van de kosterij.  De Gemeente sprong ook bij en geeft hem later ook de functie van dorpsonderwijzer.
    De zoon van Ridder Arnold, Ridder Wilhelm de Gelinden (Gleyden, Glendene, Glynden), schonk op 15 mei 1306 enige bunder bouwland, gelegen te Egoven, aan de abdij van St-Truiden, bestuurd door de Abt Adam (cart. de St-Trond I p. 423).  Alzo werd de Abdij van St-Truiden de kleine tiendeheffer in Gelinden. De abdij moest bijgevolg, volgens de beslissing van den Aartsdiaken of de deken van het Concilie van Tongeren (Denis Scroux), tussen 1558 en 1572, bijdragen tot het herstel van de kerk van Gelinden.
    Het Kapittel van St Servaes en St Materne te Luik was de begever van de Pastorij en meteen ook de grote tiendeheffer.  De grote tiendeheffer moest de middenbeuk van de kerk onderhouden en zorgen voor al de benodigheden van het altaar.  Zij moesten ook de banklok aanschaffen.
    De kleine tiendeheffer moest zorg dragen voor het koor van de kerk.  Het Kerkfabriek droeg de lasten van het onderhoud van de zijbeuken en van al het meubilair dat niet behoorde tot het hoofdaltaar.  Is de toren gebouwd van op de grond, dan moestende parohianen er voor instaan. Staat de toren evenwel op de muren van het schip der kerk, dan is hij ten laste van de grootste tiendeheffer.
    Klein-Gelmen behoorde tot de parochie Gelinden.  De kapelaan van Gelinden moest er in de kapel, die toegewijd was aan OLV, twee maal per week de mis lezen. 's Zondags moesten de inwoners van Klein-Gelmen mis horen in de parochiekerk van Gelinden.
    In het verslag van het bezoek van den aartsdiaken, op 22 mei 1628, wordt ook de Kapel van Maesnil vemeld, die toegewijd was aan St Jan.  De pastoor van Opheers las er wekelijks één Heilige Mis.  De kapel was in het bezit van de Ridders  van Malta (Tempeliers).  Het gehucht Maesnil behoorde tijdelijk toe aan de gemeente Heers.
    In het hoger vermeld veslag lezen wij dat de pastoor van Gelinden, aangesteld door het Kapittel van St Materne, de opbrengst had van twaalf bunder grond, genomen aan tien vaten gerst per bunder. Hij had geen deel aan de tienden.
    Op het einde van de 17de eeuw gaf de tiendeheffer hem een toelage van tachtig florijnen.
    In 1700 telde de parochie Gelinden 73 families en 220 communicerenden.
    Volgens de parochielijsten van het voormalig landdekenaat Tongeren, opgesteld door J. Paquay, hadden wij in Gelinden : "het altaar van OLV, waarvan de inkomsten 16 mud bedroeg. De begever was het Kapittel van St Materne"
    In 1581 had de Kerkfabriek een inkomen van 18 mud gerst en de Armen een inkomen van 15 mud.
    In 1730 had de kosterij een inkomen van 20 mud gerst.


    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 02/02-08/02 2009
  • 28/07-03/08 2008
  • 21/07-27/07 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 30/06-06/07 2008

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    Over mijzelf
    Ik ben Vanswegenoven René
    Ik ben een man en woon in Gelinden (België) en mijn beroep is Bruggepensioneerd.
    Ik ben geboren op 22/03/1947 en ben nu dus 77 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: erfgoed.


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!