Een atheïstische professor in de wijsbegeerte sprak over het probleem dat de wetenschap heeft met God, de almachtige. Hij vroeg een van zijn christelijke studenten om naar voor te komen. “Ben jij een christen?” “Ja, meneer.” “Dus je gelooft in God?” “Absoluut, meneer.” “Is God goed?” “Zeker.” “Is God almachtig?” “Ja.” “Mijn broer is gestorven aan kanker terwijl hij God gebeden had hem te genezen. De meesten van ons zouden anderen die ziek zijn helpen. Maar God deed dat niet.
Is God dan wel goed geweest voor hem? Hmm?”
De student zweeg. “Daar heb je geen antwoord op, hé? Laten we eens opnieuw beginnen. De wetenschap zegt dat we 5 zintuigen hebben waarmee we de wereld om ons heen identificeren en waarnemen. Zeg eens ... Heb jij God ooit gezien?” “Nee, meneer.” “Heb jij God ooit gehoord?” “Nee, meneer.” “Heb jij God ooit gevoeld, aangeraakt, geroken of geproefd? Heb je ooit enige zintuiglijke perceptie van God in welke vorm dat ook gehad?” “Nee, meneer. Ik ben bang van niet.” “Toch geloof je nog steeds in Hem?” “Ja.” “Volgens empirisch, testbaar, aantoonbaar protocol, zegt de wetenschap dat jouw God niet bestaat. Wat heb je daarop te zeggen?” “Niets. Ik heb alleen mijn VERTROUWEN.” “Ja, vertrouwen. Dat is juist het probleem dat de wetenschap heeft …”
Het werd erg stil in de klas toen de student overnam. “Is er iemand in de klas die ooit het brein van de professor heeft gezien? Is er iemand die ooit het brein van de professor heeft gehoord, gevoeld, aangeraakt, geroken, geproefd? Niemand? Dus, volgens het empirisch, testbaar, aantoonbaar protocol, zegt de wetenschap dat u, professor, geen brein heeft. Met alle respect, maar hoe kunnen wij geloven dat het juist is wat u ons leert?” Muisstil was het. De professor staarde de student ondoorgrondelijk aan en zei: “Ik denk dat je daar maar op moet vertrouwen, jongeman.” “Dat is het professor ... Exact! De band tussen de mens en God is vertrouwen. Vertrouwen houdt alles in leven en in beweging.”
366 HOORBELLEN
|