Vervolg uit mijn dagboek.
Op 9 oktober 2004 schreef ik volgende tekst:
Gegroet,
Hier dan nog eens een berichtje van mij, ik leef nog. Het is zeker niet de bedoeling om de zielepoot uit te hangen, maar de dokters van de Intensive Care hebben mij de raad gegeven om te praten en niet alles in mijn eentje trachten te verwerken. Praten gaat mij echter niet zo goed af, schrijven iets beter.
Iedere morgen kom ik met veel tegenzin uit mijn bed, maar ik moet omwille van onze King. Trouwens dat dier houdt mij gaande, zoals ik gisteren op de radio (VRT - Radio 2- Recht voor de Raap) heb getuigd. Inderdaad, diegenen die het gehoord hebben, die Anni die daar sprak dat was ik. De weg naar het ziekenhuis alle dagen is een heel hoge berg waar ik zeer tegenop kijk. Ik wil er zo snel mogelijk zijn en langs de andere kant wil ik liever niet gaan. Ik ben steeds bang voor wat ik ga aantreffen en welk spook ze mij nu weer in mijn maag gaan splitsen. Er is nog steeds niets met zekerheid te zeggen. Zeker niets positiefs.
Sinds een paar dagen begint Rogier bij bewustzijn te komen. Weliswaar tergend traag en voor mij zeer verontrustend maar men stelt mij gerust dat dit normaal is. Geloven durf ik niemand meer, dus ik zal wel zien. Mijn lieve, gevelde strijder kijkt mij zo vragend aan en ik kan hem nog niets geruststellend melden. Ik vertik het om hem voor te liegen. Ik durf hem alleen maar te vertellen hoe graag ik hem zie en hoezeer ik hem mis, de enige zekerheid die ik momenteel durf te verkondigen.
Ik denk dat ik mij intussen een klaar beeld kan vormen van hoe oorlogsveteranen zich moeten voelen. Ik voel mij een vietnamveteraan die de hel heeft meegemaakt en die niet achter zich kan laten, voorlopig nog niet. Ik zag ooit de film: "Born on the 4th of july", wel die agressie, die woede, die machteloosheid en dat fatalisme, dat is nu ook mijn deel.
Ik durf op geen enkel ogenblik de spanning in mijn lichaam los te laten omdat ik vrees dat er dan het ergste gaat gebeuren. Onzinnig, ik weet het, maar redelijkheid is nu niet mijn sterkste zijde. Ik loop op automatische piloot. Ik hoop dat die niet gaat begeven.
Het spijt mij als ik sommigen onder jullie wellicht een minder prettig gevoel geef, maar reken er tegelijkertijd op dat ik kan tonen aan anderen, die het wellicht ook al eens nodig hebben, dat onze mailgroep een steun kan zijn voor mekaar. Ontelbaar zijn de mailtjes die ik al kreeg om mij een hart onder de riem te steken. Bedankt hiervoor allemaal, tevens Trema hartelijk dank voor de telefoongesprekken die we samen kunnen voeren en waar ik steeds voel dat iedereen met mij begaan is.
Groeten van
Anaïs
|