Ik ben Anni (Anaïs) en Rogier
Ik ben een en woon in Nomade tussen Spanje en België () en mijn beroep is levensgenieters.
Ik ben geboren op 24/04/1949 en ben nu dus 75 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: vanalles en niets in het bijzonder.
Eigenlijk ben ik op dat thema gekomen nadat ik gedurende een aantal dagen op TV naar De Rode Loper heb gekeken. Het was de periode van de grote modeshows in Parijs en onze Belgische couturiers doen het daar helemaal niet slecht, daar niet van...... Daar mogen we trots op zijn.
Maar dan zit je zo in je luie zetel naar die modeshow's te kijken. Ten eerste heb ik zelden op een catwalk een toilet gezien wat ik onmiddellijk zou willen dragen. Ja, na een paar aanpassingen, zijn er wel die ik zou willen aandoen. Maar zeg nu zelf......... als je soms die onmogelijke creaties van hoeden, prints op die stoffen, make-ups ziet, dan ga je toch gewoon griezelen. En dan de mannequin's..............
Als je daar zo een meisje ziet komen aanstrompelen, want die kunnen echt niet meer normaal lopen........ ze zetten allemaal hun ene been voor het andere, zo scheef als een crab op het strand, en dan van die onmogelijke stekkebeentjes!!!!!!!!! Mensenlief, ik heb beelden gezien die de Amerikanen namen toen ze de concentratiekampen in Dachau, Buchenwald, enz. ontdekten. Iedereen was het er over eens dat die mensen levende geraamten waren, wel die lopen er de dag van vandaag op de catwalk. Levende geraamten zijn het.....................
Hun ribben kan je één voor één tellen, je hebt daar geen radiografie voor nodig. Hun ogen staan hol in hun gezicht. Ze kijken of ze al het leed van de hele wereld op hun frêle schoudertjes torsen, ze dragen kleding die zo van de kringloopwinkel zou kunnen komen. Als je ze in die outfit op straat zou tegenkomen, keek je gegarandeerd, meewarig achterom.
De modewereld is dat dan. Dat zou een voorbeeld moeten zijn voor hoe wij ons in het eerstvolgend halfjaar zouden moeten kleden.
Heimwee krijg je daar van. Heimwee naar gezond ogende, opgewekt kijkende jongens en meisjes die nog plezier hebben in het leven. Die nog plezier verwachten in hun leven. Daartegenover zie je uitgedoofde skeletten.
Als je dan met de doorsnee burger praat is iedereen het erover eens dat er aan een mens gerust wat vlees mag zijn. Horen die modeontwerpers de mensen dan niet? Lopen die allemaal wereldvreemd rond? Hebben die nog voeling met hun publiek?
Heb maar eens een dochter of een zoon die in zijn pubertijd zit en er wil bijhoren!! Je zal een goede advokaat moeten zijn om hem of haar te kunnen uitleggen dat ze zich niet blind moeten staren op die beelden die ze voorgeschoteld krijgen. Je moet al een sterk karakter hebben om jezelf graag te blijven zien en je gelukkig te voelen in je gezonde vel.
Sommigen wel en anderen niet denk ik. Is dit een gegeven van onze huidige tijd? Neen, dat heeft altijd bestaan. Misschien waren er vroeger procentueel meer die respect betoonden, maar was dat altijd zo gemeend?
Mijn overweging is (en ik geef toe dat dit strikt persoonlijk is) dat je door angst in te boezemen, geen respect afdwingt. Een man die zijn vrouw alle dagen aftroeft: krijgt die respect van zijn vrouw? Neen, ze gaat alleen bang zijn en wellicht zijn eisen inwilligen om niet opnieuw geslagen te worden. Is dit respect? neen, dat is angst.
Is het dat wat we willen? Neen, we willen gerespecteerd worden. Ik denk dat je respect afdwingt door je houding, je gedrag, je eigen gedragscode. Iemand die consequent is, duidelijk zijn standpunt over bepaalde zaken kan naar voor brengen en dat dit standpunt degelijk onderbouwd is en niet gebaseerd op willekeur, dwingt volgens mij respect af. Niet alleen bij de jeugd, maar ook bij anderen.
Ik heb bij de opvoeding van mijn dochter altijd getracht van als ik van haar iets wou, of wou dat ze bepaalde dingen niet zou doen: ik haar dat heb getracht uit te leggen Waarom. Zo van die antwoorden van: Je mag dat niet omdat ik het zeg..... daar heeft een kind niks aan. Dat is niet altijd een makkelijke opgave, want de redenen waarom zijn soms voor die kinderen nog moeilijk te begrijpen. Maar je kan vertellen over je eigen ervaringen toen jij diezelfde leeftijd had. Je mag gerust over je eigen fouten praten die je gemaakt hebt en de hoop uitdrukken dat zij die fouten niet zullen maken.
Bovendien is het volgens mij zo belangrijk om naar kinderen te luisteren en vooral niet direct geshokeerd te zijn over dingen die ze je zullen vertellen. Zaken waar zij soms licht mee omspringen roepen soms bij jezelf taferelen op van je reinste horror. Dan is het zaak om vooral je onrust, je angst en je ongenoegen even aan de kant te zetten en te trachten duidelijk te maken dat bepaalde dingen echt niet kunnen, en vooral uit te leggen Waarom. Als je dat niet doet, vertellen ze je de volgende keer niks meer, want ze hebben ervaren wat een onheil ze daarmee over zichzelf halen.
Ook is het zo dat tegenwoordig veel ouders bang zijn om hun kinderen te verliezen. We zullen ze maar naar de mond praten, want anders komen ze niet meer of zien we ze niet meer. Ook dat is iets wat geen respect afdwingt. Ze hebben zeer snel begrepen dat ze in een machtspositie zitten. Dus af en toe eens neen durven zeggen, zelfs op het gevaar af dat je dan misschien hun ongenoegen gaat opwekken, is soms moedig en kan respect afdwingen.
Mensen, ik heb hier alweer mijn eigen visie verwoord en niemand hoeft het daarmee eens te zijn. Denk vooral niet dat ik de wijsheid in pacht heb, maar ieder doet het zoals hij vindt dat het goed is en dit is mijn visie.
Het is zo makkelijk te zeggen dat de dood onvermijdelijk bij het leven hoort. Dat is ook zo. Maar kan men er dan niet evengoed bang voor zijn? Is het omdat het voor iedereen weggelegd is dat men er dan niet meer bang van is?
Indien we het afgelopen jaar (of is het al langer) allemaal in New Orleans hadden gewoond, dan was voor ons allemaal hetzelfde droevige lot van water en orkaan weggelegd. Maar zouden we er daarom niet bang voor geweest zijn?
Het onderwerp sterven wegwuiven met deze algemeenheid denk ik dat een beetje te simplistisch is. De manier waarop we zullen sterven, dat is een bijkomende reden om bang voor te zijn. Gaat het plots gebeuren? of wacht ons nog een lange en vermoeiende lijdensweg? De eerste manier is waarschijnlijk de comfortabelste voor de persoon in kwestie, maar dient men er daarom niet bang voor te zijn. Alleen al de onzekerheid die ons wacht kan reeds een reden zijn om bang te zijn.
Voor mijzelf sprekende kan ik enkel zeggen dat ik wel degelijk bang ben om te sterven. Ikzelf vind het leven zo mooi, zo vol, dat ik er niet zo snel afscheid wil van nemen. Ik ben bang iets te verliezen wat zozeer de moeite waard is.
Toen mijn vader in maart 1999 overleed, bleef mijn moeder na een aantal jaren van zorgen voor een man met longkanker alleen achter. Vermits mijn man en ik de gewoonte hebben om telkens met periodes van zeven a acht weken in Spanje te verblijven, wist ik eigenlijk niet of ik dat nu ook wel zou doen. Kon ik mijn moeder zo maar achterlaten en blijgezind naar Spanje vertrekk en. Ik vond dat het niet kon. Maar zij vertelde mij . Waarom zou je niet gaan? Je kan hier toch niks zitten doen. Ik trek mijne plan wel. Maar ik wou niet. Dus er werd afgesproken dat zij in de maand juni bij ons in Spanje op bezoek zou komen.
Alhoewel mijn vader altijd tegen dat verblijf in Spanje was geweest: Wat is er daar zoveel beter dan hier? Groeien de patatten daar met hun wortels omhoog misschien? Pffffffff als het hier 30° graden is vind ik het veel te warm. waren een aantal van zijn opmerkingen. Maar ik wist dat mijn moeder wel eens graag zou komen kijken in Spanje. Dus ik stelde haar dat voor. Ja maar, zij had nog nooit een vliegtuig genomen. Ze ging dat in hare oude dag ook niet meer doen. Vermits ik geen broers of zussen heb, is mijn nicht eigenlijk zo goed als mijn zus. Haar moeder en mijn moeder zijn zussen. Mijn nicht ging wel zorgen dat mijn moeder in Spanje kwam. Per slot van rekening werd het zo geregeld dat niet alleen mijn nicht en mijn mo eder kwamen, maar ook de twee zussen van mijn moeder, dus mijn nicht haar moeder en nog een tante van ons. Mijn nicht dus op stap met de drie Gratiën. Drie dames in de leeftijd van 76 tot 8O jaar toen. Zij was dan de chauffeur van de gehuurde auto, de gids in de luchthaven en de hulp van de stewardess op het vliegtuig. Ge kunt U dat voorstellen.
Toen zij hier toekwamen waren ze alle drie zeer opgetogen en ik genoot van mijn moeder haar gezicht te zien stralen. Mijn moeder die steeds hard gewerkt had en eigenlijk nooit eens op vakantie was geweest genoot met volle teugen en wou koste wat het kost in het zwembad gaan alhoewel zij niet kon zwemmen en geen badpak had. Dus hare combiné geruild voor een badpak van mij, haar zussen ook nog een badpak aangemeten van mij, en ik dan maar in mijn blootje in het zwembad. De dames konden niet zwemmen en wij wisten dat er in de film van De Witte van Zichem, gezwommen werd met varkensblazen, maar wij hadden hier geen varkensblaze n. Wat hebben wij dan gedaan? Wij hadden hier wat lege jerrycans staan van water dat wij destijds moesten gaan aanhalen vermits er hier geen drinkbaar water uit de kraan kwam, dus de drie dames met elk zo een lege jerrycan onder hun oksels het zwembad in. s Avonds werd er aperitiefje gedronken terwijl mijn nicht en ik achter het fornuis stonden. Mijn man vulde rijkelijk de glazen, weliswaar onder beleefd protest van de dames, maar ze dronken het toch op. Het smaakte zelfs goed, alhoewel wijn . Dat had hen eigenlijk nooit niet zoveel gezegd. Ja het had hun dan wel eens wat moeten zeggen. Na het eten en nog een kaartje leggen achteraf vielen de dames doodmoe maar blijgezind in bed. Zo is dat tien dagen doorgegaan.
De verhalen die ik toen gehoord heb van mijn moeder en van haar zussen, zullen mij altijd bijblijven. Ik heb zelfs in die periode vernomen waar ik geconfectioneerd ben. Ook mijn nicht vernam waar zij geconcipieerd werd. Mijn moeder werd terug jong. Ik heb vaak gedacht aan dat liedje over meisjes van dertien!!!!!!!!!!!! Giechelmeiden waren het. In die periode werd mijn moeder van Mijn moeder -------------- Mijn vriendin. En dat is nog steeds zo.
Toen wij dan terug thuis waren zag ik mijn moeder veranderen. Ze fleurde op. Ze ging wekelijks naar de kapper. Er werd een kleurtje op haar kapsel gezet, bescheiden weliswaar, maar het stond haar goed. Iedereen noemde haar vroeger Stien, maar eigenlijk is haar naam Christine, als jong meisje was ze Christine, en ze begon er op te staan om terug die naam te dragen. Mijn moeder werd terug Christine.
Tijdens de ziekte van mijn vader kreeg hij altijd bezoek van een vriend van hem, die weduwenaar was. Tijdens de begrafenis van mijn vader had ik die man gevraagd om zijn bezoeken te blijven voortzetten. Het was niet omdat mijn vader overleden was dat hij mijn moeder nu niet meer mocht bezoeken. Hij protesteerde met de opmerking dat de mensen daar zeker over zoude n gaan roddelen. Ik stelde hem gerust met de opmerking dat als ik als dochter er niet overviel, de andere mensen er geen zaken mee hadden. Dus hij hield woord en bezocht wekelijks mijn moeder met verse groenten uit zijn tuin, en vooral met rozen die hij zelf kweekte. Mijn moeder bloeide open als een roos.
Op een bepaald ogenblik kwam Jef, de fameuze vriend, bij mij thuis op bezoek, alleen. Hij kwam eens praten met mij. Ja Jef, was eigenlijk een beetje verliefd geworden op mijn moeder. Alsof ik dat nog niet gezien had. Maar als ik daar bezwaar tegen had, zou hij onmiddellijk stoppen met zijn bezoeken. Ik had nooit gedacht dat ik nog ooit eens een aanzoek zou krijgen van een man die mij de toestemming kwam vragen om mijn moeder graag te zien. En de liefde, of is het genegenheid, was wederzijds. Toen Jef na een zware operatie uit het ziekenhuis kwam was het normaal dat hij bij mijn moeder ging wonen zodat zij hem kon vertroetelen totdat hij weer aangesterkt was. En geloof me maar dat hij daar nogal wat pappekes en bouilonnekes heeft moeten naar binnen werken.
Jef woont nu reeds vier jaar samen met mijn moeder en ik en ook Jef zijn kinderen vinden dat een hele goede oplossing. Tot slot van ons verhaal kan ik vertellen dat wij er allemaal beter zijn van geworden.
Was dit nu een verhaal over relaties? Ik weet het niet en ik lig er ook niet wakker van.
Aan iedereen die alleen is wil ik dus zeggen, goede moed iedereen, mijn moeder was 76 toen zij weduwe werd en Jef was 78, zij wonen nu al vier jaar samen en ik hoop van harte dat ze mogen honderd worden.
Waarom kiezen oudere mannen voor een jongere vrouw?
Inderdaad, mijn man en ik verschillen 21 jaar, dus ik ben eigenlijk goed geplaatst om een antwoord te geven op de hierboven vermelde vraag.
Toen mijn man en ik elkaar tegenkwamen was ik gescheiden. Ik had dus ervaring met een man die een jaar jonger was dan ikzelf. Ik kon niet zeggen dat het een sukses was geworden. Wij waren uit elkaar gegroeid. Ik was dus ook wijzer geworden. Dus ik kom een man tegen, veel ouder dan ik. Van mijnentwege was er eigenlijk van in den beginne een aantrekking die uitstraalde van die man. Maar nee, ik was wijzer geworden. Ik ging mij niet wagen in een avontuur waarvan de uitslag onzeker was. Ik was niet gek. Anais, meisje, denk eens goed na! Heb je nog geen problemen genoeg gehad? Jawel, ik ging mij niet laten vangen. Dus ik negeerde mijn ge voelens. Wat dacht die gozer wel? Mij lekker wat verleiden en dan daarna, eenmaal de trofee verworven, belande ik terug bij af. Dat zou mij niet gebeuren. Ik was tenslotte toch wijzer geworden. Ik was tot de jaren van verstand gekomen zoals dat wordt uitgedrukt. Dus mij niet gezien.
Maar dan, zo eens een afspraakje om samen wat te gaan eten. Ja daar zat toch geen kwaad in? Of toch? Maar neen, ik zou wel met mijn twee voeten op de grond blijven. Onze wijze verstandige Anais. Maar tijdens dat etentje werd er gepraat, en dat ging wonderwel goed. Wij dachten gevoelig hetzelfde over een aantal onderwerpen. Wij konden zeer goed samen praten. Er volgden meerdere etentjes. Ik leerde met hem samen de beste restaurants van Brussel en omstreken kennen. Van koetjes en kalfjes tijdens het praten, kwamen er serieuzere onderwerpen aan de orde. Wat dacht jij over opvoeding van kinderen? Wat dacht jij van relatie problemen? Hoe zag ik de man-vrouw relatie? Waar wil jij met je leven naartoe?
Tijdens onze uitstapjes werden wij telkens bekeken. Wij kwamen ergens binnen en je zag de mensen denken. Och god, nog zo een oude bok met een groen blaadje. Dat zal zeker niet voor die man zijn schone ogen zijn. Wat een berekenend wijfje is dat? Is die man niet slimmer? Ook zijn vrienden waarschuwden hem. Ze gaven hem wel wat waarschuwingen mee. Gij denkt toch niet dat het gaat blijven duren zeker? . Mooi meegenomen, ik zou ook wel zo een lekker brokje lusten.. De rest van de opmerkingen wil ik hier niet allemaal herhalen, maar jullie zullen ze wel kunnen invullen. Maar ik voelde mij goed bij die man. En zoals hij mij later vertelde: De man denkt dat hij een vrouw kiest, maar de vrouw doet zichzelf kiezen!. Ook ik maakte geen uitzondering op die regel. Onze afspraakjes werden intiemer.
Ineens schiet mij hier een mop te binnen die eigenlijk heel goed past in dit onderwerp:
Als een diplomaat zegt: Ja------ dan bedoelt hij Misschien Als een diplomaat zegt: Misschien ------------ bedoelt hij Neen Als een diplomaat zegt: Neen ------------ dan is het geen diplomaat.
Als een dame zegt: Neen ------------ bedoelt zij Misschien Als een dame zegt: Misschien ----------- bedoelt zij Ja Als een dame zegt: Ja --------------- is het geen dame.
Dus op een bepaald ogenblik zei ik : Misschien!.
Wij zijn nu inmiddels al vijftien jaar samen en kennen mekaar al meer dan twintig jaar en nog steeds hebben wij een perfekte relatie. Dus als ik moet antwoorden op de vraag: Waarom kiest een oudere man voor een jongere vrouw?, uit liefde denk ik. Trouwens ik denk dat het met leeftijd niks van doen heeft. Het heeft eigenlijk met liefde te maken. Indien dat er niet is, gaat het niet tussen leeftijdsgenoten en niet tussen oudere man en jongere vrouw en tussen oudere vrouw en jongere man.
Hieronder een bericht dat ik schreef naar aanleiding van een ervaring die ik had met een grote Bank.
Beste allemaal,
Eergisteren kreeg ik telefoon van mijn moeder. Zij had een telefoontje gekregen van haar bank, of ze eens wou langskomen op de bank, ze hadden wat met haar te bespreken.
Mijn moeder die niet alleen een chauffeurke zoekt om naar de bank gevoerd te worden, maar mij daar ook wel graag bij heeft om haar achteraf eens duidelijk en op ons gemakske uit te leggen wat ze haar proberen aan te smeren, vroeg mij dus of ik mee wou gaan. Ja, en wat doe je dan, dan ga je toch mee?
Een vriendelijk juffrouwke ontvangt ons en kijkt al met een soort argwaan naar mij, vermits ik niet was aangekondigd. Ze had waarschijnlijk liever met mijn moeder alleen gesproken.
- Dag mevrouw, jij hebt een kasbon die vervalt op 19 september en heeft U er al over nagedacht hoe je dat geld gaat herbeleggen?
Hoe weet dat meiske dat mijn moeder zo een kasbon heeft? Dat was nog een document aan toonder, naamloos, niet geregistreerd met van die goede ouderwetse couponskes die je kon afknippen. Ik voelde Big Brother op de achtergrond meekijken.
- Wat stel je voor, juffrouw?
Trekt dat mens daar al haar registers open. Ze ging mijn moeder een verzekering verkopen. Ja want dan moest haar dochter, ik dus, geen successie betalen als er met haar iets ging gebeuren. Ze moest dan wel minstens nog drie jaar blijven leven, maar ja, als je 83 jaar oud bent is dat toch geen probleem. Als ik haar dan vraag wat er voor mijn moeder nog aan vast zit dan blijkt dat ze na 8 jaar bij leven wel in aanmerking komt voor uitkering van haar eigen centen, dan nog eens verhoogd met de gekapitaliseerde rente gedurende die 8 jaar, tegen een gewaarborgde basisrente van 2,5 procent. De winstdeelname die ging er dan nog bijkomen maar ja daar kon ze nog geen uitspraak over doen, dat was de toekomst nietwaar. Op mijn voorzichtige vraag hoeveel dat over het afgelopen jaar was, dan kwam er een cijfer van 1,5 procent over de brug. Maar de tijden gingen beteren en dat zou dit jaar zeker beter worden. Ze had zeker hare glazen bol deze morgen bekeken. De verzekering ging mij hebben als verzekeringsnemer en mijn moeder als verzekerde. Dus als mijn moeder in de loop van het kontrakt eens moest overwegen om een deel van het kapitaal op te nemen dan moest ze eigenlijk hopen dat ik dat ging toestaan, want als verzekeringsnemer had ik wel zogezegd de premie betaald en kon ik dan ook beslissen of er diende gewijzigd te worden of niet. Stel dat ik eens in een kwade bui was, wat moest ze dan doen?
Op mijn vraag aan die juffrouw of het niet beter was dat mijn moeder haar geld maar ineens aan mij zou geven inplaats van daar zo een omweg voor te maken, vertelde ze mij doodleuk dat ik daar toch eigenlijk niets mee zou kunnen doen, want met dat cashgeld kon ik toch niets beginnen. Geen enkele bank zou dat aanvaarden. Ik heb haar gevraagd of ze er zoveel liggen had, want dat ik haar daar zeker kon van af helpen. Mijne beenhouder of bakker heeft mij nog n! ooit gevraagd van waar ik met mijn geld kom. Ik ga nog iets verder, zouden ze bij voorbeeld,, bij de meubelwinkel, niet aanvaarden dat ik mijne salon cash betaal?
Enfin, om een lang verhaal kort te maken, ik was eigenlijk razend kwaad. Niet alle kinderen hebben de beste bedoelingen met hun ouders en die worden dus lekker aangemoedigd door de banken die die oudere mensen eigenlijk met hun ogen open, en met de beste bedoelingen, in hun eigen ongeluk doen lopen. Straks moeten die mensen hun hand ophouden om zoonlief of dochterlief te overtuigen om een deel van hun eigen centen te mogen opnemen.
Jullie zullen dus wel begrijpen dat ik met ons moeder nog eens duchtig ga nadenken wat we met dat geld gaan doen. Ik heb mijn moeder voorgesteld om alvast maar te beginnen breien aan een zwarte kous, dat brengt niks op, maar tegenwoordig brengt je geld op de bank ook niks meer op, dus ik zie het verschil niet. Integendeel dat kost dan tenminste nog geen geld, wat je van de banken niet kan zeggen.
Zag ik vanavond het nieuws en hoor ik daar dat Test Aankoop klacht indient tegen misleidende reclame door de banken. En ja hoor, de fameuze bank van mijn moeder zat er tussen. Waar is de tijd van de goede ouderwetse Spaarkas..................... een mens zou zowaar heimwee beginnen krijgen naar het Spaarboekje dat we als kind reeds wisten te waarderen en waar de bankier iedere maand januari zo lekker van die zegeltjes inkleefde die je dan weer wat rijker hadden gemaakt zonder dat je daar iets voor hoefde te doen.
En nu ga ik mij installeren om naar De Kinderen van Dewindt te kijken, want jullie weten het, dat is mijne feuilleton.
Over dit onderwerp zijn er volgens mijn mening bibliotheken volgeschreven, platen vol gezongen, dagen over gepraat, enz.
Hoeveel soorten liefde zijn er niet:
Moederliefde Kinderliefde Liefde tussen twee mensen, man en vrouw, man en man, vrouw en vrouw Dierenliefde Vaderlandsliefde Naastenliefde Ouderliefde
Over elk van deze liefdes weten we allemaal wel wat. Maar wat is nu echte liefde?
Op het ogenblik dat we ze tegenkomen weten we het. Liefde kan zo overheersend zijn dat al de rest er bij in het niet valt. We kunnen zo gelukkig zijn dat het pijn doet. Echt waar! Dat is althans mijn mening.
Toen ik mijn man ontmoette in 1972 wist ik het meteen. Hem zag ik graag. Hij boeide mij. Ik w! ou hem nooit meer missen. Voor hem had ik gevoelens die ik nog nooit voor iemand anders voelde alhoewel ik reeds een huwelijk achter de rug had. Hij vervolledigde mij. Op dat ogenblik besefte ik dat ik eigenlijk tot dan toe nog niet geleefd had. Eigenlijk is het gevoel dat je dan voelt zo intens dat je het eigenlijk niet onder woorden kan brengen. Bij alles wat je doet of denkt blijft dat gevoel sluimerend op de achtergrond.
Na zovele jaren ben ik blij te kunnen zeggen dat het gevoel blijft. Zo mogelijk groeit het nog. Het wordt wel rustiger. Het is een vaste waarde in je leven geworden. Het mooiste dat er bestaat is uit de grond van je hart tegen je partner kunnen zeggen: Schat, ik zie je nog altijd zo graag! en dan zijn antwoord, hij die eigenlijk niet zo makkelijk over zijn gevoelens praat, hij antwoordt je dan: Ook ik zie je nog even graag. Je bent een fantastische vrouw!.
Voor diegenen die zich de vraag stellen: Ware liefde bestaat dat? Kan ik volmo! ndig ja op antwoorden. Toch begrijp ik diegenen die er aan twijfelen. Ook ik heb die periode meegemaakt. Ik kan enkel zeggen, niet beginnen twijfelen, wellicht komt ook voor jullie het ogenblik waarop de bliksem inslaat. In ieder geval ik wens het iedereen toe!
Een thema waar vaak neerbuigend over gesproken wordt. Hieronder mijn visie hierop:
Internetliefde (30/8/04)
Mochten ze mij dat voor een paar jaar gevraagd hebben of internetliefde bestond, ik zou gelachen hebben. Voor mij was het internet iets voor jonge snotterkes die ook wel eens op avontuur wilden gaan, zich groter of ouder voordeden dan ze waren, Bovendien werden er zo van die indianenverhalen verteld over het internet.
Het internet dat was in mijn ogen een poel van verderf. Daar kwam je pedofielen tegen! sexmaniaken! kinderverkrachters! en nog van dat ander tuig. Daar bleef je als fatsoenlijke mens beter weg. Zo zie je maar, iets wat je niet kent, daar maak je jezelf de meest waanzinnige voorstellingen van.
Nu ik intussen een beetje tot de jaren van verstand ben gekomen, weet ik beter. Ik denk dat internetliefde zeker bestaat. Alleen vrees ik dat het in sommige gevallen beter bij internetliefde blijft. Iemand kan vreselijk ontgoocheld worden denk ik als hij zijn internetliefde in levende lijve voor zich heeft. Is dat die man of vrouw die zo medelevend kan zijn? is dat het luisterende oor dat ik steeds ontmoette op het internet? Is dat die persoon die steeds zo van die romantische toespelingen kon maken? Veel koude douches zijn soms het gevolg denk ik van internetliefdes die doorgetrokken worden naar de reële wereld.
Het internet is een beetje als vrijen in onze jeugd. Je ziet mekaar steeds als je op je "zondags" bent. Maar spijtig genoeg zijn er nog zes andere dagen in de week. Uiteraard is het zo dat er op alle regels uitzonderingen zijn. Er zijn zeker mensen die mekaar vinden ook buiten dat schermpje. En de kansen op slagen van een relatie, die zijn even groot binnen een relatie die is gegroeid uit internetliefde dan een normale kennismaking, maar ze liggen ook niet hoger.
Er wordt soms via het internet nogal een loopje genomen met de realiteit denk ik. Het is zo makkelijk je te verschuilen achter een nicknaam. Je beter voor te doen dan je bent. Maar in de werkelijkheid kan je dat dan niet volhouden en tuimel je naar beneden. Eerlijkheid is de basis denk ik van een relatie tussen twee personen, en dat maakt niet uit of dat via het internet loopt of via de werkelijke wereld.
Mensen hebben de mond vol over sex voor het huwelijk. Allemaal goed en wel, maar na het huwelijk wat betekent het dan.
Waar ik jullie in de voorgaande collum op jullie honger liet zitten, ga ik er hier mijn visie over geven. Ook dat moet kunnen toch......
Sex, na het huwelijk.
Het kan zo mooi zijn! Is dit nog wel sex? Is het niet eerder liefde?
Voor het huwelijk kan het spannend zijn, opwindend, vurig.................. Na het huwelijk wordt het zalig. Je kent mekaar beter, je voelt je meer op je gemak. Je voelt je thuis met je partner. Je weet wat hij graag heeft, hij weet wat jij graag hebt. Alles mag, niets moet. Je hebt samen geheimpjes die hij alleen weet. Hij kent je beter dan wie ook. Is er nog iets zaliger??? Je weet dat hij je mooi vind, met alle kleine foutjes die er toch wel zijn. Hij vertelt het je ook. Voor hem ben je diegene waar hij steeds van gedroomd heeft.
Hij vertelt je op zijn beurt zijn geheimpjes. Hij vertelt je zijn gevoelens, waar hij anders tegenover anderen zo zuinig op is. Hij, de ongenaakbare, wordt voor jou een gevoelige man. Ook hij heeft wel eens zijn twijfels. Iets wat hem dwars zit en waar hij alleen tegenover jou kan over praten. Is dit sex? Neen, maar je leert het wel ontdekken op het ogenblik dat je samen ligt, voor of na sex.
Hier stel ik mij dus de vraag, eindigt dit als je fysiek niet meer zo intact bent? Eindigt dit als je fysische prestaties niet meer zo volmaakt zijn? Neen, dat gaat door. Vrijen kan je op elke manier. Je kan vrijen enkel met je ogen. Je kan hem strelen met je ogen. Je kan insinuaties maken met woorden. Je kan mekaar opwinden door toespelingen te maken op fantasietjes die je samen deelt, op herinneringen die je samen hebt.
Ik kan enkel spreken uit eigen ervaring. Maar ik voel mij er goed bij en ik wens het jullie allemaal toe.
De volgende tekst sluit aan bij de vorige en is er eigenlijk een uitloper van, dus meer uitleg hoef ik er niet bij te geven.
Op roze wolkjes.
Sinds vanmorgen loop ik rond als een verliefde tiener die voor het eerst met zijn liefje naar bed gaat. Inderdaad, vermits Rogier nu deze week al elke dag met mij naar boven is geweest, om aan zijn bureau te werken, enz. , nu weten we dat ik het alleen aankan om hem van zijn bed op de rolstoel te helpen, van de rolstoel op de lift en van de lift terug op de rolstoel.
Hij heeft er nu het volste vertrouwen in dat ik het aankan. Dus zoals jullie mij kennen, ik ga dan weer een stapje verder.
- Schat, vermits je nu toch weet dat ik je kan opheffen, waarom zouden we dan niet samen in ons bed gaan slapen? Hier beneden in dat ziekenhuisbedje, dat is voor jou toch ook niet prettig? - Mmmmmmm, dat slaapt hier niet zo slecht. Alhoewel, vannacht heb ik eigenlijk wel een ganse tijd wakker gelegen. - Weet je nog? Jij zei mij altijd dat ik een "stoof" in bed ben? Vermits jij nogal eens koud hebt, dat zou toch goed zijn.- Mmmmmmm, misschien wel. We zien wel.
Dus vanmiddag heb ik hem de belofte afgepringeld om vanavond mee naar boven te gaan slapen in ons bed. Ik loop op roze wolkjes............ Vanmiddag ben ik met Mon het bed een tiental cm gaan verzetten, de kaptafel ook, dan kan Rogier met de rolstoel makkelijker aan bed raken. Vermits ons bed wel wat lager is dan het ziekenhuis bed, heb ik geoefend met Mon om hem op te heffen om vanuit ons bed in de rolstoel te raken. Mon is nog een stukje zwaarder dan Rogier, en ook hem kon ik opheffen.......... dus het zal wel lukken zeker? Mon heeft met een knipoogje aan Rogier gevraagd om hem morgen alle pittige details te vertellen. Hij vond ook dat ik alvast maar moest een fles champagne klaarzetten.
Dus beste lezertjes, morgen.................. ha ha just niks, ik vertel het jullie lekker niet, je gaat het zelf moeten invullen.
Groetjes van een dame die vervuld is van ondeugende gedachten.
In april 2005, toen wij toch al een viertal maanden thuis waren, lag Rogier nog in een ziekenhuisbed in de living. Maar we gingen er elke dag op vooruit. In die periode schreef ik dit bericht.
Je gaat het niet geloven!
Sinds vorige zondag, het was mijn verjaardag, kan het hier echt niet meer stuk.
Toen ik vorige zondag naar beneden kwam, verwelkomde Rogier mij met een liedje van Happy Birthday. Zijn excuus was: " Ja, sorry maar ik kon geen cadeautje kopen, ik zing dan maar........". Voor mij was dat het mooiste cadeau dat hij kon bedenken, dat heb ik hem dan ook meteen gezegd. Het was nauwelijks halfzeven in de morgen en ik ben dan maar meteen naast hem gaan liggen in zijn éénpersoonsbedje. Leuk, lekker dicht tegen mekaar............. Zijn arm rond mijn schouder, zijn hand op mijn borst, kortom het was genieten geblazen. Naast mekaar liggen, elkaars ademhaling voelen, de afgelopen maanden overlopen, vooruitkijken en je zorgen delen, er niet meer alleen voorstaan. Al je zorgen bespreken, maar ook je kleine vreugden. Wat kan het leven toch mooi zijn.
Dan gisteren, dé grote dag, we gingen samen trachten van zijn bed in de rolstoel te raken. Waar wij in de afgelopen weken hadden geoefend, samen met Mon en met Jan (de verpleger en kinesist) gingen we het nu samen doen, onder ons tweetjes. Na het ontbijt was ik met onze King op stap geweest. Toen ik thuis kwam, direct aan de afwas geschoten en dan om tien uur was het zover. Ik heb Rogier van zijn bed op de rolstoel gezet (alleen), dan met de rolstoel tot aan de traplift. Weer van de rolstoel op de traplift. Dan met de lift naar boven. Boven aangekomen, terug van de traplift op de rolstoel. Boven rondgereden met de rolstoel. Alles eens geïnspecteerd en uiteindelijk aan zijn bureau beland. De post die daar gedurende al die maanden door mij zorgvuldig werd bijgehouden heeft hij dan eens doorgenomen. Tegen twaalven terug met de rolstoel tot aan de lift. Weer van de rolstoel op de lift geraakt. Beneden van de lift terug op de rolstoel. Dan samen aan tafel gegeten. Rogier in de rolstoel en daarna was het tijd voor de siësta. Dus terug van de rolstoel in bed. Wel die laatste beweging ging een beetje de mist in. We belanden beiden weer in zijn bed. Maar vandaag ging het alweer een stuk beter. Vandaag hebben we er nog een stukje aangebreid. Rond zessen, weer terug vanuit zijn bed op de rolstoel en weer samen aan tafel gegeten.
Ik geef jullie op een briefje, het was genieten............... Mijn knieën zien zo blauw als een schalie, maar het was de moeite waard. Rogier ligt te glunderen en ik loop op een roze wolk. Nog een paar weken en ik kan deelnemen aan de olympische spelen "Gewichtheffen". Ik mag hem niet zo goed eten niet meer geven, ik ga hem niet meer kunnen opheffen. Gekheid, natuurlijk............... Wie had het voor een paar maanden durven denken. We krijgen ons leven terug. Toen ik hem vanmorgen op de badkamer aan de lavabo zag zitten in zijn rolstoel en zijn baard zag scheren............. Dat was voor mij zo een gelukkig moment.
Intussen is mijn oom, de man is 85, overal in ons huis en de tuin hellingen aan het maken. Rogier gaat kunnen rondrijden over ons ganse terrein, wees daar maar gerust in. Wat kan het leven toch mooi zijn. Men moet het alleen zelf maken. Niet bij de pakken gaan zitten. Niet opgeven...........
Voor al diegenen die het momenteel een beetje moeilijk hebben zou ik de raad willen geven, doorgaan.....................
Nadat jullie hierboven toch wel een aantal aangrijpende cursiefjes hebben doorgeworsteld wil ik vermijden dat jullie gaan denken dat ik een zielepoot ben. Niet is minder waar. Ik heb nog altijd mijn gevoel voor humor bewaard, zelfs tijdens die zware periode in mijn leven.
Ingevolge al de miserie van toen was ik op een bepaald ogenblik verplicht om een bezoek te brengen aan de afdeling Cardiologie. Dit keer voor mijzelf. Ik ga jullie dat verslag ook niet besparen, het is allemaal wel goed afgelopen hoor.
Hier volgt dan mijn schrijven over deze voormiddag:
Ik ben terug thuis van Gasthuisberg en het is allemaal meegevallen. Ik zal dat hier ne keer uit de doeken doen se.
Deze morgen om 8.30uur naar Gasthuisberg gebeld om te vragen vanaf wanneer dat de consultatie begon:
- Ja madammeke, dat begint om 13uur tot 16 uur.
Ik tegen mijne man gezegd, ge moet niet mee gaan zenne, want wat kunde daar nu zitten doen? ge gaat daar toch maar moeten wachten, bovendien wie gaat dan voor onze hond zorgen, enz. Allez, kortom, ik ging alleen gaan, na veel aandringen.
Ik was goed op tijd vertrokken, kwestie van niet te lang te moeten wachten. Ik was dus daar om 11.30 uur. Ik mij eerst laten inschrijven, dat gaat daar zoals bij den beenhouwer he, ge moet daar zo een nummerke trekken en dan is het binnen een uur aan uwen toer. Maar deze keer viel dat mee. Na een kwartier was ik gesteld. Alles stond te boek. Ik was daar nog eens in de jaren 80 geweest en toen hadden ze alles goed genoteerd, en dat was nog altijd hetzelfde gebleven, dus dat was rap opgelost.
Dan op pad naar de Consultatie Cardiologie, ik had een planneke meegekregen en als goede kaartlezer had ik dat direct gevonden. Ik kom daar binnen, ik was den eerste. Daar zit zo een juffrouw achter een pc-ke, en dat stond haar precies niet aan wat ze daar op dat schermke zag. Ah zo vies dat die keek zeg.
-We beginnen hier maar in te schrijven om 12.30 uur zenne madame.
- Bedankt juffrouw, dan kom ik over een uurke nog eens terug he.
Ik naar de cafetaria beneden, mij zo wat van die slappe koffie besteld en nog uitgedronken ook en ik tegen 12.30 uur terug naar de juffrouw.
Ik doe daar die deur open zeg, dat ziet daar zwart van het volk. Jamaar, ah zo gaat dat niet he zeg. Mij wandelen sturen en dan die ander achter mijne rug voorlopen. Maar bleek dat ze nog niemand had ingeschreven, het was nog 6 minuten voor één uur. Ge kunt u voorstellen als het 1 uur was, wat een getrek en geduw dat dat daar was hé zeg. Ah jongens toch, en al die gepensioneerden he, die zijn allemaal zo gehaast he. Precies of die hebben thuis allemaal nog kinderen die liggen te bleiten zeg.
Ik mij dan ook maar aangemeld, nadat er daar al een paar met mekaar bijna op de vuist waren gegaan! Pfffffff ........gelukkig had ik een spannend boek meegenomen. Desnoods kon ik met dienen boek nog op den enen of den anderen zijne kop kloppen he zeg.
Ik ben dan uiteindelijk ontvangen door zo een jonge dokteres, echt een lief meiske. Die heeft mij daar zo wat proeven laten doen, telkens met van die zuignappen op mijnen body, fietsen en blazen en nog zo wat van die toerkes en dan heeft ze daar het opperhoofd van dienen dienst bijgeroepen, die heeft mij dan al die toerkes nog eens over laten doen. Resultaat van mijnen dag is dat ik: mij gelukkig mag prijzen dat het niet erger is! dat ik 20 kg ga moeten vermageren en dat ik niet meer mag roken! Mijne cholesterol moet verlagen en mijne bloeddruk moet ook op een bepaald niveau gehouden worden. Dus ik ben weer gerust gesteld en eigenlijk voel ik mij nu wel een beetje opgelaten dat het niet erger is.
Op 24 oktober 2004 schreef ik volgende collum. Het was tijdens één van mijn dagelijkse bezoeken aan de Intensive Care op Gasthuisberg. Intussen was ik daar kind aan huis geworden.
Een uur om nooit te vergeten (24 oktober 2004)
Ik ben net terug van het ziekenhuis en heb gewandeld met onze King. Nu zit ik hier dus achter mijn laptopje nog na te genieten van het heerlijke uurtje dat ik op bezoek geweest ben.
Rogier en ik hebben gepraat, veel gepraat........... Over zijn verloren been. Ik heb hem er kunnen van overtuigen dat ik er rotsvast in geloof dat hij terug zal kunnen stappen. Dat er revalidatie voor nodig zal zijn, dat het soms moeilijk zal gaan, maar dat we dat samen wel gaan oplossen. Hij begon er zelf ook in te geloven en wilde zelfs onmiddellijk met de ergotherapeut praten en beginnen oefenen. Wij hebben als twee verliefde pubers mekaar gekust, echt gekust. Ik werd verlegen onder de blik van de verpleger die in zijn glazen hokje zat toe te kijken. Diene snotneus van dertig vond het mooi dat er zoiets nog bestond bij mensen van toch al een beetje gevorderde leeftijd.
Ondanks al de slangetjes en andere toestanden heeft Rogier mij in zijn armen genomen, over mijn haar gestreeld, mijn tranen afgedroogd en weggekust. Kortom, hij was het weer die mij steunde, zoals het altijd is geweest. Ik zag zijn hartslag omhoog gaan en deze keer maakte ik mij er nu eens geen zorgen over.
Nu nog wachten tot de plastisch chirurge haar werk heeft gedaan aan de doorligwonden op zijn stuit. Ze zal niet alle dagen het kontje van een 76-jarige man onder handen moeten nemen. Ik weet zeker dat we daar achteraf nog gaan mee lachen.
Wat er ons ook nog te wachten staat, en wat er misschien nog allemaal kan gebeuren, dit hebben we in ieder geval gehad en dat kan niemand ons nog afnemen. Ik kan er weer een tijdje tegen en straks zien we dan weer wel verder.
Ik ga een selectie moeten maken in mijn berichten die ik wil plaatsen op mijn blog en zal dus ineens overstappen naar 8 januari 2005. Eindelijk was het zover en na 110 dagen Intensive Care, was er sprake over naar huis gaan.
Dit leverde volgende tekst op:
8 januari 2005
Tien hectische dagen achter de rug. Sinds mijn laatste mail, waarin ik vertelde dat Rogier naar een gewone kamer is overgebracht is het leven voor mij in een stroomversnelling terecht gekomen.
Mijn belevenissen van een verblijf op een gewone afdeling zijn onvoorstelbaar.
Toen ik de tweede dag toekwam nadat hij de eerste nacht, alleen op een kamer, op een afdeling had doorgebracht zag ik al dat het niet zo goed ging. Hij was verwarder dan ooit. Helemaal niet bij zijn verstand. Hij wou niet eten, noch drinken, terwijl dit eigenlijk uiterst belangrijk is voor zijn genezing. Zijn stuit, waar hij toch die grote wonde op heeft, was helemaal rood en zag er naar mijn mening slechter uit dan ooit.
Toen ik de volgende ochtend binnenkwam, na de nacht, vertelde men mij dat hij het verband van zijn gewonde been had getrokken en dat men hem had gevonden in een plas bloed in zijn bed. Met de open wonde gewoon bloot op het laken. Niet echt bevorderlijk om infectie te voorkomen. Hij had ook opnieuw een blaassonde, en een baxter om hem vocht toe te dienen, vermits hij niet genoeg eet en drinkt. Ze zetten hem wel in de zetel, maar het eten staat daar dan zo ongeveer 1 ½ meter vanaf, tamelijk moeilijk bereikbaar voor een patiënt die niet kan stappen. Ja, dan is het niet moeilijk dat je niet genoeg eet of drinkt. Tegen half twaalf merkt men dan dat hij nog niet van de morgen heeft gegeten, en om 12 uur brengt men dan het middagmaal. Weer niet eten natuurlijk.
Derde morgen, bij mijn aankomst zat hij weer in de zetel met zijn voet in een plas bloed. Hij had een glazen karafje dat naast hem stond op de grond laten vallen en met zijn blote voet het glas bij mekaar geveegd. Men had op een bepaald ogenblik zijn handen in washandjes gestopt en toegeplakt, opdat hij niks zou kunnen pakken. Bij mijn aankomst nam hij mij vast en smeekte mij om niet meer weg te gaan.
Dit deed voor mij de deur toe. De leeuwin in mij werd wakker. Haar jong was bedreigd.. Ik ben dan naar de dokter gestapt en heb haar gezegd dat ik s nachts bij hem wou blijven slapen. Ze gingen mij daar niet meer weg krijgen. De doktores vond het een goed idee, de hoofdverpleger echter niet. De professor van de afdeling heeft dan de knoop doorgehakt en zijn devies was: Waarom zouden we het niet eens proberen?.
Die dag ben ik dus 24 uur gebleven. Na mijn eerste nacht bij hem te hebben gebleven was ik erachter wat hem parten speelt. Hij veert s nachts wakker in zijn slaap en heeft een nachtmerrie. Ik nam hem in mijn armen, ik maakte hem wakker en hield hem in mijn armen tot hij weer sliep. s Morgens, na de eerste nacht dat ik bleef, had ik mijn Rogier weer. Zijn geest was weer helder. Hij trekt nergens meer aan.
Sindsdien slaap ik dus in het ziekenhuis. Om 7 uur s morgens vlieg ik met de auto naar huis om met de hond te wandelen. Tegen tienen terug naar het ziekenhuis, dan is de verzorging achter de rug. s Namiddags om 17 uur probeer ik bezoek naar het ziekenhuis te krijgen dan kan ik nog eens over en weer naar huis om met de hond te wandelen. Tegen 19 uur ben ik dan terug en blijf ik voor de nacht. De eerste twee nachten waren zeer onrustig. Nu is het beter.
Deze eerste vijf dagen dat ik ben blijven slapen hebben van Rogier terug de oude gemaakt. Hij is weer helder van geest. Vind zelf dat hij verward is.Ik ben er dan ook achtergekomen dat ik eigenlijk best zelf voor zijn verpleging kan instaan.
Dus ik weer op pad bij de dokters. Ze kennen mij intussen nu al. Ze weten nu al dat als ik beweer dat ik iets voor mijn rekening ga nemen, ik dat dan ook doe. Dat ik ook niet direct vies ben van een ietsje vuiler werk. Dus ook dit vinden zij een goed idee.
Gans de afdeling is nu met man en macht mij aan het opleiden om zelf de verzorging te doen van een patiënt die te intensief is voor deze afdeling, en niet intensief genoeg meer voor de Intensieve diensten. Toekomende maandag is het dan zover.
Volgende maandag komt Rogier thuis.
Tussen mijn verblijven in het ziekenhuis door heb ik instructies gegeven aan mijn familie om mijn living her in te richten. Een ziekenhuisbed, ijzeren verpleegster staan nu in mijn salon. Ik had tegen de muren overal plakkertjes gehangen waar alles diende neergezet te worden. Zij hebben dat fantastisch gedaan.
Vanaf volgende maandag breekt er dus terug een nieuwe episode aan. Wellicht zal ik het een ietsje rustiger krijgen. In ieder geval, ik ben van het over en weer rijden naar het ziekenhuis af.
De meest zwarte dag van mijn leven beschreef ik als volgt:
Zondag 10 oktober 2004
Vandaag zie ik het niet meer zitten. Daar waar ik de afgelopen veertien dagen steeds mijzelf kon bijeenvegen, lukt het mij nu niet. Ik wil echter niet toegeven en zal via het schrijven proberen terug te krabbelen. Ik heb al zoveel geweend dat ik het niet meer kan. Telkens dat we een klein lichtpuntje zagen werd het binnen de twee dagen terug de grond in geboord. Het meeste mis ik een gesprek dat ik met Rogier zou willen voeren. Hij weet altijd raad, maar nu ligt hij daar geveld en ben ik en Paul het die de raad moeten weten. Was het nu maar voor mijzelf, maar neen het gaat over hem.
Wij konden in het verleden altijd perfekt aanvoelen hoe de ander zou reageren en handelen. Ik hoop dat ik nu ook de goede beslissingen ga nemen. Ik kan ze hem niet eerst voorleggen. Nu, nu het gaat over leven of dood, kunnen we niet praten omdat Rogier er fysiek niet toe in staat is. We bespraken tal van situaties over wanneer hij er niet meer zou zijn, maar deze situatie kwam bij ons niet op. We gingen er altijd van uit dat het ineens gedaan zou zijn. Niet deze situatie van vragen en kwellingen. Zijn standpunt was altijd, laat mij daar aub niet liggen afzien. Maar dat ging dan over een periode van afzien om uiteindelijk te eindigen in de dood. Maar is dit nu zo het geval? Volgens de dokters mij vertellen kan hij terug beter worden, weliswaar met een beschadigd linkerbeen of zelfs met een geamputeerd linkerbeen. Vraag is en blijft: wil hij dat? Ziet hij het nog zitten op die manier?
Voor mijzelf heb ik uitgemaakt dat zijn leven voor mij belangrijker is dan zijn linkerbeen. Zelfs beschadigd, zou ik hem zo graag bij mij willen houden. Ik zou hem nog zoveel plezier willen doen in zijn leven. Samen praten kan dan nog, samen van de zon genieten in Spanje kan ook nog, samen van een glaasje wijn genieten, zelfs een cigaretje, van een lekker etentje dat ik voor hem wel wil bereiden, of zelfs op restaurant. Denk ook aan het samenzijn met onze King. Voor hem zal het niet uitmaken of zijn baasje een been mist of niet. Ik zal de wandelpartner wel worden, dat doe ik nu ook en dat gaat goed. Het doet mij ook goed. Bovendien is het zelfs zo dat als Rogier zelf niet moet stappen wij samen toch nog lange wandelingen gaan kunnen maken. Langer dan nu wellicht, ik voer hem wel. Trouwens wandelen met de auto deden we wel vaker ook in het verleden.
Ik heb zelfs al plannen gemaakt om ons huis hier te verbouwen, zodat hij alles gelijkvloers heeft. Met een veranda over ons terras te maken en de garage om te bouwen in een slaapkamer en een badkamer en een bergruimte is het zo geklaard. Dat moet te doen zijn. Trouwens daar heb ik in het verleden al samen met Rogier over gepraat, maar toen lachte hij mijn voorstel weg. Hij vond dat ik niet moest beginnen hollen, het was nog niet zover. Is het nu toch zover?
Blijft dan uiteraard nog de vraag hoe het gesteld is met zijn rechterbeen? Blijft dat goed gaan? Hoe bruikbaar is dat nog? Zeker als we er rekening mee moeten houden dat zijn linker er niet meer zal zijn en het rechter dus extra belast gaat worden.
Blijft dan ook nog de vraag van zijn nieren? Gaan die terug beginnen werken? Voorlopig doen ze nog altijd niks. Gisteren zei de verpleegster dat hij nog steeds niet plast. Zal hij voortdurend moeten gedialyseerd worden? Hoe gaat dat evolueren? Komt dat terug goed? Wordt hij dan ook nog nierpatient? Transplantatie? Alle dagen naar het ziekenhuis voor dialyse?
Revalidatie na een amputatie om te leren lopen met een prothese, hoe gaat dat verlopen? Rogier die nu echt niet het meest sportieve type is, noch de meest handige. Ik zie hem nog niet in een fitnessruimte om zijn spieren aan te sterken om terug zijn been te kunnen gebruiken.
Zoveel vragen waar ik het antwoord niet op weet. Het is verschrikkelijk. De onzekerheid begint steeds harder en harder te wegen. Waar gaat dit eindigen? Ik weet het niet meer.
Hier dan nog eens een berichtje van mij, ik leef nog. Het is zeker niet de bedoeling om de zielepoot uit te hangen, maar de dokters van de Intensive Care hebben mij de raad gegeven om te praten en niet alles in mijn eentje trachten te verwerken. Praten gaat mij echter niet zo goed af, schrijven iets beter.
Iedere morgen kom ik met veel tegenzin uit mijn bed, maar ik moet omwille van onze King. Trouwens dat dier houdt mij gaande, zoals ik gisteren op de radio (VRT - Radio 2- Recht voor de Raap) heb getuigd. Inderdaad, diegenen die het gehoord hebben, die Anni die daar sprak dat was ik. De weg naar het ziekenhuis alle dagen is een heel hoge berg waar ik zeer tegenop kijk. Ik wil er zo snel mogelijk zijn en langs de andere kant wil ik liever niet gaan. Ik ben steeds bang voor wat ik ga aantreffen en welk spook ze mij nu weer in mijn maag gaan splitsen. Er is nog steeds niets met zekerheid te zeggen. Zeker niets positiefs.
Sinds een paar dagen begint Rogier bij bewustzijn te komen. Weliswaar tergend traag en voor mij zeer verontrustend maar men stelt mij gerust dat dit normaal is. Geloven durf ik niemand meer, dus ik zal wel zien. Mijn lieve, gevelde strijder kijkt mij zo vragend aan en ik kan hem nog niets geruststellend melden. Ik vertik het om hem voor te liegen. Ik durf hem alleen maar te vertellen hoe graag ik hem zie en hoezeer ik hem mis, de enige zekerheid die ik momenteel durf te verkondigen.
Ik denk dat ik mij intussen een klaar beeld kan vormen van hoe oorlogsveteranen zich moeten voelen. Ik voel mij een vietnamveteraan die de hel heeft meegemaakt en die niet achter zich kan laten, voorlopig nog niet. Ik zag ooit de film: "Born on the 4th of july", wel die agressie, die woede, die machteloosheid en dat fatalisme, dat is nu ook mijn deel.
Ik durf op geen enkel ogenblik de spanning in mijn lichaam los te laten omdat ik vrees dat er dan het ergste gaat gebeuren. Onzinnig, ik weet het, maar redelijkheid is nu niet mijn sterkste zijde. Ik loop op automatische piloot. Ik hoop dat die niet gaat begeven.
Het spijt mij als ik sommigen onder jullie wellicht een minder prettig gevoel geef, maar reken er tegelijkertijd op dat ik kan tonen aan anderen, die het wellicht ook al eens nodig hebben, dat onze mailgroep een steun kan zijn voor mekaar. Ontelbaar zijn de mailtjes die ik al kreeg om mij een hart onder de riem te steken. Bedankt hiervoor allemaal, tevens Trema hartelijk dank voor de telefoongesprekken die we samen kunnen voeren en waar ik steeds voel dat iedereen met mij begaan is.
Hieronder volgt een bericht uit mijn dagboek dat ik bijhield tijdens Rogier, mijn man, zijn lijdensweg. Ik wil jullie er deelgenoot van maken en vandaar zet ik dit op mijn blog.
4 oktober 2004
Dit schrijven gaat mij misschien behoeden om mijn verstand te verliezen. Rogier verblijft sinds donderdagavond op de Intensive Care van Gasthuisberg na zijn eerste operatie in Tienen en een verblijf van twee dagen op Intensieve in Tienen. Hij is daar toegekomen in zeer kritieke toestand en onmiddellijk opnieuw geopereerd. Sindsdien ligt hij daar en wordt in coma gehouden. De vooruitzichten zijn zeer slecht. Eén van de zaken die bijna vaststaan is het feit dat hij waarschijnlijk zijn linkerbeen zal verliezen, mogelijk zelfs beiden. Al de rest daar durf ik zelfs niet bij stil te staan.
Morgen zal ik opnieuw een gesprek hebben met de artsen en weet ik waarschijnlijk weer iets meer. Ik wacht bang af maar wil het toch zo snel mogelijk weten.
Ik dank iedereen voor de vele steun die ik mag ondervinden vanuit onze kring. Na de bijeenkomst in Antwerpen voelde hij zich ook een stukje van onze groep en ook hij zou waarderen wat jullie voor mij betekenen. Ik probeer het hoofd koel te houden en tot nu toe ben ik er in geslaagd. Ik hoop het vol te houden. Eigenlijk is hij, alhoewel in de toestand zoals hij is, mijn grootste steun op dit ogenblik. Ik hoor zijn woorden en ik ken zijn gedachten over dit gegeven en daar hou ik mij aan vast. Het is mijn enige reddingsboei om het vol te houden.
Spijtig jullie geen prettiger nieuws te kunnen melden groet ik jullie toch
Toen ik nog een klein meisje was, ik denk dat ik toen zes of zeven jaar was, was het hier bij ons in het dorp Kermis. Zoals elk jaar trouwens.Mijn vader was nogal een sociaal man en had vele vrienden. Den donderdag van de week van de kermis, dat was den hoogdag van die week, dan was het zo de gewoonte dat mijn vader samen met een aantal mannen van de geburen eens een pintje ging pakken in een aantal café's, kwestie van eens bij te praten met de geburen. De boog kan tenslotte niet altijd gespannen staan. Nu die dag moeten ze veel te vertellen hebben gehad, denk ik, want tegen dat het tijd was voor het middageten was mijn vader nog niet terug. Ik had direct in de gaten dat de lucht die er rondom mijn moeder hing niet meer zo zuiver was. Dat zag er zelfs bepaald slechte lucht uit, zelfs ik als kind zag dat, en nog meer, ik voelde dat vooral aan.
Wij dan maar onder ons tweetjes gegeten. De tafel afgeruimd. Op mijn vraag of onze pa niet moest eten, antwoordde mijn moeder dat die al gegeten had. Het werd zo een uur of vier in de namiddag en de lucht bij ons thuis werd alsmaar slechter! Tenslotte tegen vijf uur, begon mijn moeder zich aan te kleden, ze deed ook mijne jas aan en wij de deur uit. En wij begonnen te stappen. Ik vroeg aan mijn moeder waar wij dan wel naartoe gingen, waarop zij antwoordde:" naar de statie". In normale omstandigheden zou ik dat heel plezant gevonden hebben want wij reden anders nooit met de trein. Mijn moeder was van plan naar Leuven te gaan en wat ze daar dan van plan was..... ik ben daar tot op de dag van vandaag nog niet achtergekomen.
Ik begon mij toch ongerust te maken. Dus ik met een klein stemmeke: " en onze pa dan?". Waarop zij zei: "die zal ons wel komen halen". Hoe zij dat kon weten, dat is mij nog altijd een raadsel maar inderdaad tegen dat wij zo aan de statie toekwamen, kwam onze pa daar toch wel niet aan zeker. Buiten adem en met een hoogrode kleur.
Awel he, toen was de lucht op dat moment helemaal gezuiverd. Voor mij toch, voor onze pa dat weet ik niet. Dus ge ziet dat is allemaal relatief, he.
Na twee zware jaren heb ik eindelijk weer een beetje tijd gevonden om terug mijn blog eens te bekijken.
Het zet mij meteen aan het denken over de afgelopen periode en wat er intussen allemaal is gebeurd.
De eerste berichten zijn nog geschreven in een euforische stemming en periode in mijn leven maar op 27 september 2004, viel de wereld voor mij in. Daar waar wij leefden als God in Spanje tot dan toe, kwamen wij in de hel terecht. Rogier werd getroffen door ziekte en ikzelf ging door de zwaarste periode van mijn leven. Maar stilaan komen we er terug uit en inmiddels genieten we weer terug van ons huis in Spanje. Weliswaar een beetje aangepast ingevolge de handicap die Rogier overhield aan zijn ziekte, maar toch nog steeds samen en samen weer op weg.
Wellicht is het nuttig mijn ervaringen van de afgelopen periode hier eens neer te schrijven, het kan voor mijzelf een uitlaat zijn en wellicht voor anderen een troost, een inspiratie en een duwtje in de rug om door te gaan in moeilijke tijden en vooral de moed niet te laten varen. Daar ga ik eens over denken en eventueel aan beginnen. Het zal niet makkelijk zijn, emotioneel zal het worden, maar het zal misschien de moeite lonen.