De geschiedenis van Kerstmis
Het verhaal achter de boom
Kerstmis is een volksfeest waar zowat elke Vlaming aan meedoet. Het is een periode van eten en drinken, een tijd van vrede voor alle mensen. Mensen lopen met een kerstmuts op straat of hangen lichtjes in de tuin. Achter dit sfeervolle gebeuren zit echter een heel rijke traditie die ver teruggaat in de Westerse geschiedenis.
In de geloofsbeleving herdenken christenen met Kerstmis de geboorte van Christus. Dit vieren ze in de eerste plaats tijdens de eucharistieviering. De middernachtmis is nog altijd een belangrijk moment in veel parochies. De naam van het feest is dan ook afkomstig van 'Kerst-misse', de mis van Christus. De eerste verwijzingen naar dit feest zijn afkomstig uit Egypte, waar men rond het jaar 200 de geboorte van Jezus herdacht in april of mei. Vanaf 336 wordt het feest in Rome op 25 december gevierd. De Kerk in het Oosten laat het geboortefeest samenvallen met de herdenking van het doopsel van Christus op 6 januari, maar later neemt ook zij de datum van Rome over. De aanleiding voor de keuze van 25 december is de populariteit van een bestaand feest in het Romeinse leven: de verjaardag van de onoverwonnen zon. Men viert in de kortste dagen feest omdat de dagen stilaan weer langer worden. De zon overwint de lange nacht. Dit feest kent een hoogtepunt in populariteit rond het jaar 250. Bij de kerstening van het Romeinse rijk geeft men dit feest een duidelijk christelijke connotatie. Chrysostomos heeft hierin een grote bijdrage geleverd. Men verbindt de onoverwonnen zon met Christus. Hij wordt immers 'het licht' genoemd en hij heeft de dood overwonnen door de verrijzenis.
Vigilie
Het geven van cadeautjes met Kerstmis gaat terug op twee feesten in het Romeinse rijk. Op 17 december vierden de Romeinen het feest van Saturnalia, een feestelijke dag met veel geschenken. Op 1 januari vierde men het Romeinse nieuwjaarsfeest en dat ging gepaard met het geven van geschenken aan de kinderen en de armen. De huizen worden dan versierd met groen en met lichtjes, wat meteen de oorsprong is van onze kerstdecoratie. De Kelten en Germanen vulden het feest verder in. Er wordt een boom gedecoreerd en in een gezellige sfeer gegeten. Na een verbod van Karel de Grote in de negende eeuw om bomen te versieren met Kerstmis, verdween deze gewoonte stilaan. Sinds de zeventiende eeuw maakt het echter opnieuw deel uit van de traditie rond Kerstmis. In de Middeleeuwen ontstond een uitgebreid aanbod van kerstliederen. Het kindvriendelijke karakter van Kerstmis heeft veel te maken met het feit dat in bepaalde streken Sint-Nicolaas wordt gevierd op 25 december. Door de vermenging met sprookjesachtige figuren uit sagen ontstaat de kerstman: Santa Claus in een karrenslee, voortgetrokken door rendieren. Dat is meteen ook de verklaring waarom in bepaalde Amerikaanse kerstliederen 'Santa Claus' wordt vernoemd. Bij ons valt dat feest op 6 december. In Nederland komt de Sint op 5 december. De vigilie op de vooravond van Sint-Nicolaas, een liturgische viering, is daar in de volkstraditie 'pakjesavond' geworden. Zo is het familiefeest ontstaan zoals we het nu vieren: winkelen in een sfeervol verlichte stad, een kerstboom met kerstballen en slingers versieren, gezellig tafelen met de familie met kerstmuziek op de achtergrond, pakjes geven aan elkaar... Soms is er nog een verwijzing naar de originele christelijke betekenis te vinden onder de kerstboom, waar dan een kerststalletje staat...
Wij hebben alleszins uitstekend getafeld onder de gezelligste omstandigheden, waarvoor onze oprechte dank en welgemeend respect aan Nico en Elsie!! :)
|