Heel veeljaren nu leef en werk ik ook met MS. Hetwas 1977 toen ik te horen kreeg dat waarschijnlijk MS de oorzaak was van mijn halfzijdige verlamming. Heel voorzichtig moesten de medici zijn want ik verstond alles wat men vertelde, ik werkte in hetzelfde huis als waar ik opgenomen was gedurende dat werk. Na een week wilde ik naar huis want ik kon thuis ook beter worden en weer leren lopen en vastpakkenen al die dingen doen die eens mens op een dag doet.
Na drie weken was ik weer zover opgekrabbeld dat ik vond dat ik alles weer aankon.
Een paar jaar later vond men dat ik me aanstelde, waarschijnlijk had ikgeen trek in werken maar ziek vond men me niet ook al sleepte ik me door het leven.
Mijn kind werd geboren en alleen de laatste momenten van de bevalling gingen moeizaam door vermoeidheid van mijn spieren. Ik moest me niet aanstellen want miljoenen voor me hadden dit ook gedaan.
Ik was dolgelukkig met mijn gezonde en vrolijke dochter. De motor die me door alles heen sleepte.
Woedend was ik toen de medische wereld wilde dat ik niet meer werken ging en de artsen van de medische diensten me afkeurden. Daar stond ik dan. Er zou een wereld voor me open gaan had de neuroloog gezegd toen de MRI zijn intrede deed en ik een van de eersten was die onderzocht werd in dat apparaat. Nu was men heel zeker; ik had MS.
Dat die wereld open ging heb ik ervaren; een aangepast rijbewijs, een invalidenkaart, iedere keer je moeten verantwoorden als je werken wilt en niet mag liegen bij je sollicitatiegesprek. Iedere keer de afwijzing want er zijn betere kandidaten.
Inmiddels ben ik al meer dan 50 jaar geworden en ga nog steeds vrolijk door het leven. Elke dag een feest te mogen opstaan en je lekker voelen. Beperkingen zijn er om mee om te gaan, proberen de positieve kanten van je ziekte ook positief te benaderen. Minder letten op de dingen die moeilijk gaan.
Alternatieven zoeken voor de dingen die minder zijn.
Werken doe ik nog steeds en iedere dag. Niks heb ik me aangetrokken van al die medici die het zo goed met me voor hadden. Me vertelden dat rusten de enige remedie was om het leven leefbaar te houden
Nu is het 2012.
Begin dit jaar ging mijn lijf opeens minder. Een flink stuk minder.
Toch maar een bezoek aan de neuroloog gedaan.
Allereerst het compliment vanhem dat ik steeds in beweging gebleven ben gaf me al vleugels. Zo blij dat ik altijd mijn gang gegaan ben.
Mijn voorbeelden gevolgd heb; als een dier, en het maakt niet uit welk dier in de vrije natuur, als de honger toeslaat zal het op zoek moeten naar voedsel. Ook al wil het lijf heel moeilijk meedoen. Zo heb ik altijd me gespiegeld aan de dierenwereld en ben ik zover gekomen als ik nu ben.
Natuurlijk weet ik ook dat er mensen zijn die dit geluk niet hebben en het gewoon echt niet meer gaat.
Het waait behoorlijk en dat is niet goed voor mijn stamrozen. Dit jaar bloeien ze meer als ooit tevoren. Al zijn ze met stokken in de grond aangebonden toch gaan ze flink heen en weer. Te veel bloemen? Te zwaar? Moet ik nu een oplossing voor gaan vinden want als de stam breekt is het gebeurd. Jammer, jammer.
Volgens Wikipedia: De hoornaar wordt gemiddeld 30 mm lang, maar koninginnnen kunnen beduidend groter zijn. Behalve door haar afmeting valt de hoornaar op door haar roodbruine kop en borststuk en haar felle vlieggeluid. Zij komt niet veel voor in Belgiƫ en Nederland, maar is ook geen zeldzaamheid, vooral in het oosten van Nederland. Hoewel de grote hoornaar meer dan twee keer zo groot is als de gewone wesp, is zij beduidend minder agressief ten opzichte van de mens. Werksters zijn 18-25 mm, koninginnen 25-35 mm en mannetjes tot 28 mm lang.
Dat geluid wat dit vliegend beest maakt is best hard en lijkt op het geluid van een straaljager in de verte. Je wordt bang om de deur open te laten laat staan de ramen. Ik moet er toch niet aan denken dat ik dit in huis heb. Trouwens nu ik dit bericht nalees was ik overgenomen heb van Wikipedia klopt de zin niet. De hoornaar wordt als mannelijk beschreven maar er staat haar afmeting, haar borststuk en haar vlieggeluid. Als dat zo is dan zou dit het hoornaar moeten zijn. Vreemd!
Staande in de tuin hoorde ik geritsel in het voederbakje van het konijn. Zelf zat mijn Wener buiten te genieten van de citroenmelisse die ik hem gegeven had. Ik keek in zijn hok en zag twee olijke oogjes die me aankeken. Een muis in de brokkenbak en Nijn interesseerde het niks. Zelfs mijn oude kat liet het gebeuren.
Het is vandaag 7 juni en omdat ik soms wat tijd overheb zal ik hier wat dingen beschrijven. Soms de tuin, soms de keuken en algemene dingen die iedereen in het leven tegenkomt.