Sterven doe je niet ineens, maar af en toe 'n beetje en alle beetjes die je stierf, 't Is vreemd, maar die vergeet je, het is je dikwijls zelfs ontgaan, je zegt ik ben wat moe, maar op 'n keer dan ben je aan je laatste eindje toe. (Toon Hermans)
Het menselijk ras bezit het vermogen om wetenschap en kunst te scheppen, waarom zou het dan niet in staat zijn een wereld van rechtvaardigheid, broederlijkheid en vrede op te bouwen? (Léon Blum)
Weer zijn we met verbijstering verslagen. Moeten we altijd verder leven, met de angst om onze kleinkinderen? Wat nu met Bart gebeurde kan overal gebeuren. Wanneer stopt eindelijk dit zinloze geweld?
Geluk is geen kathedraal, misschien een klein kapelletje. Geen kermis luid en kolossaal, misschien een carouselletje. Geluk is geen zomer van smetteloos blauw, maar nu en dan een zonnetje. Geluk dat is geen zeppelin, 't is hooguit 'n ballonnetje. (Toon Hermans)