Herfstlicht
Het land is van koper,ik zal het vinden al effener gewreven door de winden of fijn geslepen tot een aangezicht, al blinkender en uit zichzelve licht. Want de glimmende dood is reeds geschapen. Gedierte en ongedierte zullen slapen. Ik rust in de schaar der glanzende kreeft, een rozeblad dat aan het snoeimes kleeft. Heb al effener één groot wit voorhoofd, ervaarbaar nog van binnen uit doorschijnend, maar in volmaaktheid immer meer verdwijnend tot het lang niets meer is dan licht dat dooft, dan droogte geurend van traag bederf. Het is mijn zuiverheid wanneer ik sterf (Jos DE Haes-1920-1974).
|