Meeuwen Als visvrouwen schreeuwen krijsen de meeuwen terug duiken, een wolk van sneeuw en zonnelicht,over de brug. Wit wemelende gensters, wimpels, bewogen papier, ver versplinsterde gensters uit luchtkastelen tot hier, ijllichten der gedachte, vonken, gebarsten ziel, meeuwen, licht aangebracht en zwierend op een windenwiel, elke vleugel een zenuw gespannen van zorg en lust, maar,lieveling, ik leen u al mijn zwermen, wees gerust, naar u rilt licht en wimpel en duikelen in de Taag, weerkaatst en weggerimpeld, meeuwen verlangend omlaag. (Hubert Van Herreweghen 1920)
|