ZONDAG 3xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Vr.6. Heeft dan God den mens alzo boos en verkeerd geschapen? Antw. Neen Hij; maar God heeft den mens goed a en naar Zijn evenbeeld geschapen b, dat is in ware gerechtigheid en heiligheid, opdat hij God zijn Schepper recht kennen, Hem van harte liefhebben en met Hem in de eeuwige zaligheid leven zou, om Hem te loven en te prijzen c.
Vraag 6
Heeft God de mens dan zo slecht en verkeerd geschapen?
Antwoord
Nee;
· God heeft de mens goed a en naar Zijn beeld geschapen b,
· dat is in ware gerechtigheid (billijkheid, eerlijkheid) en heiligheid (deugdzaam, dierbaar, gemeend),
· zodat hij God zijn Schepper echt kende zoals Hij werkelijk is,
· Hem van harte liefheeft
· en met Hem in de eeuwige zaligheid (heerlijkheid, glorie, heil, verlossing) leven zou,
· om Hem te loven en te prijzen c.
a Genesis 1:31
Toen overzag God alles wat Hij gemaakt had en het was heel goed. Zo eindigde de zesde dag.
|
a Genesis 1:31
En God zag al wat Hij gemaakt had, en ziet, het was zeer goed. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de zesde dag.
|
b Genesis 1:26,27
Toen zei God: "Laat Ons mensen maken die op Ons lijken en kunnen heersen over alle dieren op aarde, in de zeeën en in de lucht."
God schiep daarop de mens als Zijn evenbeeld. Als man en vrouw schiep Hij hen.
|
b Genesis 1:26,27
En God zeide: Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en dat zij heerschappij hebben over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over het vee, en over de gehele aarde, en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt.
En God schiep den mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij ze.
|
c Efeziërs 4:24
Sterker nog, u moet een heel nieuw mens worden, die alleen voor God leeft, zuiver en goed. Trek een nieuwe natuur aan als een stel nieuwe kleren.
Collossensen 3:10
Maar nu bent u een nieuwe mens, die nog steeds groeit en God beter leert kennen. Zo zult u meer en meer gaan lijken op God, Die u heeft gemaakt.
2 Corinthe 3:18
Wij, gelovigen, hebben geen sluier over ons gezicht. Wij zijn net spiegels, die het schitterende licht van de Here weerspiegelen. Terwijl Zijn Geest in ons werkt, gaan wij steeds meer op Hem lijken.
|
c Efeziërs 4:24
En den nieuwen mens aandoen, die naar God geschapen is in ware rechtvaardigheid en heiligheid.
Collossensen 3:10
En aangedaan hebt den nieuwen mens, die vernieuwd wordt tot kennis, naar het evenbeeld Desgenen, Die hem geschapen heeft;
2Corinthe 3:18
En wij allen, met ongedekten aangezichte de heerlijkheid des Heeren als in een spiegel aanschouwende, worden naar hetzelfde beeld in gedaante veranderd, van heerlijkheid tot heerlijkheid, als van des Heeren Geest.
|
|