verbruikte toekomst
Inhoud blog
  • droomwereld
  • spiegelscherven
  • voor een medemens
  • Lacjeaw
  • verkeerde ochtend
  • nietsnut
  • noma
  • bloemenvrouw
  • maart
  • nostalik
  • schemerschrift
  • vuur
  • zaterdag 21 maart
  • niksniksniks
  • zwerfvuil
  • luchtbelheiligen
  • coiffeur
  • hazenrug
  • speekselgeut
  • zondag vijftien februari tweeduizend en negen
  • wandelstok
  • vraag me af
  • straatsteenCé
  • vrijdag 16 januari 2009
  • lompenvrouw
  • brief
  • rugkeuvel
  • begin 2009
  • simpel
  • vrijdag 26 december 2008
  • ongetiteld
  • ouderschap
  • kil fluistert het weer
  • ongetiteld
  • Dinsdag 15 augustus 2006
  • dinsdag 2 december 2008
  • slapende mens
  • land in
  • amsterdam
  • 25 mei 2006
  • neushoorn
  • parijs
  • zwartwitteveetje
  • ongetiteld
  • zondag 9 november 2008
  • kijken
  • volrond
  • ma
  • heidenspraak
  • neig
  • donderdag 14 oktober 2004
  • dinsdag 11 april 2006
  • zondag 5 oktober 2008
  • blind
  • zondag 9 april 2006
  • zondag 28 september 2008
  • schuw
  • duimreuk
  • mountainbike
  • de laatste mens
  • konijnenvoer
  • demonen
  • bloedneus
  • in opgetroopte hemdsmouwen
  • helaas
  • geur
  • afscheid
  • litteraire droom
  • zondagnacht
  • ietwat verward
  • ze bijt
  • nachtvandaag
  • poken
  • nooit gestopt
  • hoe mijn leven begon
  • roi Albert
  • kilte dampt
  • windstoten
  • hoteldroom
  • flodder
  • papillon
  • tweeling
  • laatste dag
  • zwijg
  • piemonte
  • de lege uitgestrektheid der dingen
  • kostuum
  • onverzonden brief
  • regenboog
  • hoe- hoe ' erkoe
  • vrijheid
  • 1 juni 2008
  • aapneus
  • zeug
  • drie eigenzinnigen
  • katrien
  • ik en de wereld
  • nieuwjaar
  • italië
  • goulash
  • stalen vogels
  • fietstocht
  • ma
  • dertig april 2008
  • aardbei
  • repetitie
  • gele tulp
  • hommel
  • azuurblauwe morgen
  • roofvogel
  • zaterdag twaalf april 2008
  • Brussel
  • droomhuis
  • dampende mest
  • vrijdag 20 augustus 2004
  • schaduw
  • vraag me af
  • hapjetapje
  • bloemenvrouw
  • waterdame
  • caroline
  • mistig
  • donderdag 20 maart 2008
  • vreemd normaal
  • kijk
  • wanhoopsdaad
  • barman
  • dinsdag 4 maart 2008
  • ooit
  • vandaag
  • vandaag
  • verkoudheid
  • geboorte
  • gebroken spiegel
  • verzwegen
  • dinsdag 12 februari 2008
  • naartoe
  • sprekver...
  • sneeuw
  • aftakel
  • konijn
  • lichtwoorden
  • donderdag 24 januari 2008
  • toch
  • theo
  • weetik?
  • duet
  • striem
  • storm
  • geen hout meer
  • maandag 22 mei 2006
  • malschaduw
  • snolwijs
  • mal4
  • mal3
  • mal2
  • mal1
  • volkscafé
  • mosselfriet
  • verstotene
  • kerstavond2007
  • ontbijt
  • dialoog
  • sneeuw
  • vorst
  • evjeke
  • boerweg
  • 2late
  • frietketel
  • ik wil nog wel even
  • woestijnmensen
  • honds
  • onpoeet
  • onnozel
  • weeral hetzelfde
  • zondagsmarkt
  • poker
  • onzin
  • marcel
  • bouwvakkers
  • festijn
  • nog wat tijd
  • pint bier
  • jeke
  • droom1000
  • citeer
  • brunch
  • sjoukroet
  • schouwburg
  • onkruid
  • plvc
  • koeien
  • seizoen
  • witlicht
  • arlette
    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    verbruikte toekomst
    19-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.droomwereld
    waar de huizen in rotswoestijnen staan
    gebouwd op drakenholen
    waar het de ganse dag schemert
    mensen schichtig en zwijgzaam zijn
    daar bevind zich de wereld in mijn dromen
    mijn toevlucht om te biechten te gaan

    waar lieflijke paarden
    mij beschermen tegen loslopende stieren
    kamelen mij de weg wijzen langs een verloren pad
    daar bevind zich de wereld in mijn dromen
    mijn toevlucht om angsten te overwinnen

    langs een trap en stoffige ruimten
    daal ik af naar een andere wereld
    geschapen door mezelf
    waar ik kan vliegen zonder vleugels
    naar de aarde kijk
    en de sterren als wilde dieren
    zich laten strelen

    dat is mijn wereld in dromen
    waar geen verantwoording noch liefde bestaat
    waar overwonnen angst mij zo kwetsbaar maakt 
     
    ben ik vader van mijn kinderen
    minnaar van zijbijmij
    niets is anders geweest
    in deze wereld van gecontroleerde dwaasheid
     
    ik zweer op het bloed dat door mijn aders stroomt
    dat elke waarheid in een ongewilde leugen schuilt
    maar nu ben ik moe en heb nog een lange weg te gaan.

    19-08-2009, 00:45 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    17-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.spiegelscherven

    Wind en heet. Deze dag is een aangenaam tijdverlies. Ze spelen covers op het dorpsplein.

    Woodstock in Duisburg. De wereld gaat om zeep.

    Ik heb een ronde spiegel aan diggelen geslaan, de scherven aan de muur gekleefd en dan een zellfportret gemaakt. Ik kijk ernaar...tot ik besef dat ik het ben, mijn ijdelheid in scherven, de slaapkamer met het boekenrek, de pyjama op het bed nooit beschreven.

    Nu is het nacht en buiten schreeuwt een papegaai. Ik ben er niet helemaal zeker van.

     

    ik wil U eraan herinneren

    dat deze wereld een geschenk van onze voorouders is

    dat we hier passanten zijn

    en zorgzaam moeten zijn

    17-08-2009, 23:18 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    19-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.voor een medemens
    Je mag dat niet smeren. Je moet dat met plakken erop gooien.
        Neen, ik zoek naar het evenwicht tussen het broodje en het beleg. Daarna een sigaret.
    Voor één dollar krijg je hier tien ananassen. Als iemand je er één geeft is dat een geschenk.
        Mag ik effe op je gitaar spelen?
    Doe maar. Ze is niet gestemd.
        De poes hangt aan mijn arm.
    Hij heeft geen klauwtjes. Ik zie het. Schrijf jij maar het verhaal dat ik nu vertel. Aiko noemt hij.
    Ben in een nieuw schrift begonnen. Wat vind je ervan?
     Ja, we zijn chaoten en je bent als mij...om het goed te laten zien en straks ben ik ook lang bezig. Ik zie het helemaal voor me...schitterend...heerlijk mens ben je.
    Dat vind ik ook van jou alsof we iets onzichtbaars delen dat moeilijk uitspreekbaar is en telkens opnieuw proberen te beschrijven, de chaos in onze kop die we een plaats willen geven.
    Verdomme toch. Ben weeral leeg. Dool rond met een zonnebril aan. Vergeef mij voor wat ik ben dat ik niet zou mogen zijn, om mijn scheefhangende kaders aan de muren, het ongemaaide gras en de giftige bessen waarvan ik eet, mijn eigenzinnigheid als ik zit te turen in afwezigheid bij jullie.
        Het is je vergeven. Er is geen reden voor.
    Er zit een indrukwekkend insekt op de bladzijde, groen met een gekartelde rug.
    Lang geleden zou ik het dagboek dichtklappen om het dier als een herinnering te bewaren maar nu kijk ik verwonderd naar de schoonheid waarin het beweegt. Daarom noem ik haar 'ze'. Ze zou een soortgenoot kunnen zijn in een later leven, en ook de vlieg die van mijn schaafwonden proeft...of ruikt ze maar zoals ik dat doe? Ik voel niet eens het verschil.
    Ze heeft voelsprieten en twee maal drie hoge pootjes. Wat eet ze, hoe drinkt ze, voelt ze genot als ze nieuw leven in zich draagt?
    Zoveel vragen.
    Links streel ik netels om de prik. Op de kop bloeien ze al. Dacht dat het pas in julie mocht.
    Er rijd een tractor voorbij met een bejaarde boer achter het stuur. Kan zich het werken niet laten of is het hem om het nalatenschap te doen?
    Wellicht maait de vrouw de spinnenwebben uit het huis terwijl hij het land bewerkt en ik hier zit te nietsnutten, destructief zonder schuldgevoel.
    Mijn wereld staat stil. De aarde beweegt. Vandaag ben ik een kraai. De hazen schrikken niet.
    Het begint te stormen terwijl het licht in de hemel blijft. Ik heb de asbak en een glas wijn over het papier gezet en de stop op de inktpot gedraaid. De tafel wiebelt. Met mijn linkerhand houd ik in tegenwind de staak van de parasol vast. Mijn rechterhand beschrijft nu met vulpen. Niets vliegt weg van deze tafel.
    De berk buigt. Het riet vingert om zich heen. Alles beweegt. Mooi is dat gewoel. Zit hier weeral in herhaling te beschrijven...kan niet op een andere manier.
    De wind gaat nu liggen. Zon schijnt opnieuw. Ga achteraan rijpende bessen eten. Heel neig deze aarde. Hou van haar.
    Binnen ruikt het naar dennenhout. Dat komt omdat de houtkachel smeult. Zijbijmij heeft die aangestoken. Ze glimlacht als ik haar vraag waarom ze dat doet. Het wordt te kil met een open deur.
    Ik kijk graag in het vuur. Ik zie er een wereld van rotsen en gedaantes in die langzaam verdwijnen. Opnieuw gooi ik er dan een houtsklomp in om te kijken in gloeiende spelonken. Betoverend is dat.
    Raar. Het is bijna elf uur en buiten roept een kraai. De hond drinkt uit de waterton. En ik huil omdat ik er zin in heb.

    19-07-2009, 23:44 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    11-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lacjeaw
    Zal ik je iets vertellen beste vriend. Ik heb het gisteren onderweg opgeschreven.
    Voor hij sterft
    wil hij met zes vrouwen
    die hem het meest genegen zijn op een open plaats in een kring
    hand in hand en op blote voeten
    in een losbarstend onweer staan.
    Zes plus één is zeven.
    De bliksem zal de jongste onder hen
    een vaderloos kind schenken.
    Meteen wordt over de naam beslist.
    Lacjeaw zal het heten, genoemd naar de aanwezigen hier.
    Daarna is het maar een halve maan, een zaterdagochtend...
    kijkt hij naar as die overblijft uit een nachtelijk vuur
    gestookt met houtsklompen die de winter moesten dienen.
    De nacht was lang...schone mensen, een schrijfster had het hem verteld.
    Vuurspuwen als een charletan, ja dat kon hij nog.

    11-07-2009, 14:32 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    29-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.verkeerde ochtend
    Je bent zo'n lieve vrouw; intelligent, ongelooflijk tolerant, veel rationeler dan ik en bovendien ben je mooi. Maar soms, heel uitzonderlijk dan, bij voorkeur om halfvijf vanochtend, jaag je mij de stuipen op het lijf met een enkele blik, een lichaamstaal zonder een woord te zeggen. Ook dat kan je zo overtuigend doen dat ik me afvraag: "Wat heb ik nu in godsnaam misdaan?". Was het de printer of mijn ochtendhoest die je tot boven hoorde en je te vroeg wakker maakten?
    Zwijgend sjoffelen we mekaar voorbij. Jij in ondergoed naar de keuken waar je voor jou alleen een kop koffie zet; ik naar buiten.
    En dan daarna aan de wenteltrap zeg je met die ontwapenende blik van jou: "Sorry, het was een verkeerde ochtend".

    29-06-2009, 20:20 Geschreven door warket
    Reageren (3)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    12-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nietsnut


    verdomme toch
    ben weeral leeg
    dool rond met een zonnebril aan

    er zit een indrukwekkend insekt op de bladzijde
    groen met een gekartelde rug

    lang geleden zou ik het dagboek dichtklappen om het dier als een herinnering te bewaren
    maar nu kijk ik verwonderd
    naar de schoonheid waarin het beweegt
    daarom noem ik haar 'ze'

    ze zou een soortgenoot kunnen zijn
    in een later leven
    en ook de vlieg die van mijn schaafwonden proeft
    of ruikt ze maar zoals ik dat doe
    ik voel niet eens het verschil

    ze heeft voelsprieten en twee maal drie hoge pootjes
    wat eet ze, hoe drinkt ze, voelt ze genot als ze nieuw leven in zich draagt?
    zoveel vragen

    links streel ik netels om de prik
    op de kop bloeien ze al
    dacht dat het pas in julie mocht

    er rijd een tractor voorbij
    met een bejaarde boer achter het stuur
    kan zich het werken niet laten
    of is het hem om het nalatenschap te doen?

    wellicht maait de vrouw de spinnenwebben uit het huis
    terwijl hij het land bewerkt
    en ik hier zit te nietsnutten,
    destructief zonder schuldgevoel

    mijn wereld staat stil
    de aarde beweegt
    vandaag ben ik een kraai
    de hazen schrikken niet

    of zal ik een klaproos voor je bewaren in mijn verhaal?

    12-06-2009, 16:31 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.noma
    Zelden zijn de dagen zo mooi geweest als deze. Eerst die grijze ochtend, dan zinderend zonlicht en nu koelte. Ook de wind is mild. Moest ik nu mijn haren laten groeien, het nooit meer kammen, me niet meer scheren…
    Ik hoor vogels comunniceren zonder nadenken. Zij doen dat zingend. Het is onveranderd gebleven.
     
     
    hoe zou het zijn om met een onbekende samen te zijn
    die nachtmaan en sterren opnieuw verenigt
    hoe zou de ochtend zijn na enige tijd in sleur
    en de winterdagen rond het vuur
    zal zijzelf het hout aansteken of zal ik dat doen
    gaat ze me aanklampen in de dagen die me nog resten
    of ga ik ten onder in een laatste liefde
    noma, noma
    zonder fatsoen

    03-06-2009, 23:41 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    31-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bloemenvrouw

    Schat, ben je er nog?
    Ja.
    Zou je niet opstaan, het is over tienen.
    Ik heb de vroege ochtend verkwanseld in mijn slaap. Ze is naar de markt geweest en als een bloemenvrouw teruggekomen.
    "Jij doet de keuken vandaag". Ze zegt het bijna zingend. Vrouwen zoals zij zeggen zoiets geen twee keer. Als een papieren engel zweeft ze door de tuin, wikkend en wegend met de planten die ze gekocht heeft. Geen dampende koffie met croissants. Ik dool als een kluizenaar rond in de sacristie die gisterenavond voor de sauzen diende, scharrelend in het overschot. Voor we weggaan, moet de keuken proper zijn.
    We hebben een regenjas meegenomen. Zij rijdt voorop. Huizen kijken. Soms zegt ze: kijk, die ramen hebben een mooie kleur, dat zou bij ons ook niet misstaan.
    Ergens op een bank leest ze een boek, ik een krant. We drinken Fanta-light.
    Thuis heeft iemand de Camembert opgegeten. Er ligt nog wat vereenzaamde smeerkaas in de koelkast.

    De ochtend erna... Ingeduffeld in kamerjas geniet ze van haar tweede kop koffie. Geen slaperigheid meer te bespeuren in die fonkelende ogen die me vertellen dat ik vandaag niet de ganse dag op een stoel zal zitten turen naar woorden. Er is een barst in de gevel die moet gedicht worden. Na die fietstocht van gisteren is teveel gevelschoon op haar netvlies gebleven. Ik zal het zelf wel doen maar ik heb je advies nodig, zegt ze diplomatisch.
    Wanneer?
    Vandaag, nu.
    Laat mij het doen.
    Wanneer?
    Na de kelder.
    Dat duurt nog tien jaar. Hou op in die kelder en dicht die barst vandaag.
    Eerst de krant en dan straks.
    Goed, vandaag dan?
    Vandaag.
    Ze glimlacht mild. Ze denkt: wat hebben we aan woorden.
    Verscholen voor een matige regenbui heeft ze een deken over zich heen gelegd. Aperitieven met een fles Pineau des Charents van Jules Gautret. Pas maintenant chérie. Ze leest, ik schrijf. Wat een geluk hier niet te moeten zitten in een achterkamertje van een krap appartement in Sint-Jans-Molenbeek zoals Sher Nazar.
    Geen zin om naar hapje-tapje te gaan? Samen de wereld zien. Kom, we zijn weg van hier.
    We schuiven mee in de massa. Je ruikt van dichtbij de miasmen van halfvergane parfums. Een jong vanuit tegenovergestelde richting vraagt of de sardienen die ik eet warm of koud zijn. Ik kan haar adem voelen. Ik antwoord: ze zijn lauw. Ze lacht terwijl ze voortgeduwd wordt door de menigte die in duizenden gedaantes gluurt naar het schoonste en het lelijkste.
    A la anima et di corpo.

    31-05-2009, 08:21 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    24-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.maart
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Niets is verzonnen. Toch ben ik niet wat anderen denken dat ik ben. Een geheim verzwegen. De dag begint in mist. De hemel is nog zwart. Het waait nat. Mijn schedel jeukt onderhuidse pijn. Dit is mijn laatste onwerkbare dag.
    Een tovenares met toverkracht slaat woedend gloeiende woorden op een aambeeld. Ze is de winter beu.
    Deze vooravond heeft iets zomerachtigs. Is het het licht dat langer shijnt, het leven dat opnieuw uit de grond stulpt, het dorre dat begint te verdwijnen of kijk ik maar?
    Jij hield mij wakker in paniek met blauw flitslicht in de kamer. Ik hield een baby zonder ledematen in mijn armen. Het hoofd lachte de wereld toe.
    Ze strijkt een kledingstuk dat ze meteen zal aantrekken. Ze vraagt om de was te drogen. Op de slaapkamer staat een rek. Doe ik zo meteen. Dan gaat ze weg.
    Vandaag schipper ik tussen wat ik zou willen en wat ik hoor te doen: mezelf onwaarschijnlijk overtreffen en halve waarheden tot de verbeelding sublimeren. Er druipt onverwacht een speekselgeut uit mijn mond.
    Kijk naar die ouwe stoel in de struiken die reikt naar afwezige tijden. Zie het uitgedroogde wijnglas van gisteren rood aangeslagen staan. Het zijn getuigen in langzaam verderf.
    Deze dag veegt het brood van tafel. Niet verplicht denk ik aan Kamiel. Ik houd me taai, had hij gezegd.
    Ik ga proberen mijn leven te beteren want het is niet alleen van mezelf.
    Tien voor negen. Ze is net vertrokken als ik beneden kom. Ik ruim het huis, vul het afwasmachien, kuis het gasvuur, dweil de vloer, klop het tapijt en de kussens uit, cireer de eettafel en maak nu stoofvlees klaar.
    De zon schijnt sinds vanmorgen. Het huis ruikt naar kruidig stoofsel van laurier en tijm. De temperatuur is zacht. Het nageslacht eet vanavond mee. Ik ga zelfgemaakte frieten bij het stoofsel serveren. Niet vergeten om naar C. te bellen.
    C.?
    Hé, gij zijt het. Ik dacht u ook te bellen.
    Is dat Cubaans optreden vanavond?
    Ja.
    We kunnen niet komen.
    Dat is jammer. Zeg, ik ga afleggen want ik sta hier in ’t stad in een pashokje.
    Even in het kasserol roeren en wat trappist bijgieten. Dan ga ik aan de buitentafel in witlicht met insecten zitten. Er ligt een goudgroen kussen op de tafel. Het is het zonlicht dat het groen een goudkleur geeft. De paasbloem die twee weken geleden verplant werd staat nog recht. Iemand in de buurt maait het gras. Een herkenbaar zomers zaterdaggeluid. Het is nog geen zomer.
    Achteraan in de hof staat een meer dan honderdjarige Taxusboom en een houten kruis met een christusfiguur eraan genageld. Recht tegenover is de pastorie. Tussen het kruis en de pastorie loopt een smalle kasseiweg.
    Ik proef van de saus. De stoofpot mag van het vuur. Nu kunnen de kruiden nog twee uur in het stoofvlees trekken.
    Ze is blij als ze ’s avonds thuis komt en haar zonen en schoondochter ziet. Het eten is klaar. Tafelen in gepalaver. De muren luisteren mee.
    De volgende ochtend sta ik als eerste op. Het is half negen. Wind en motregen. Geroosterd brood met kaas en hesp. Sterke koffie. Ik drink een tweede grote jat met veel suiker en melk.
    “Je moet eens naar de kapper gaan” zegt ze, wanneer ze een half uur later erbij komt zitten. Ze wil vandaag ergens naartoe. Desnoods gaat ze alleen weg. Ik aarzel, bedenk, wankel in gedachten en…”Waarheen zullen we gaan?”
    Naar een museum?
    Te saai.
    De markt?
    Er is nog eten genoeg. Laten we een nieuwe regenton kopen.
    Oh ja. Een houten regenton. Maak je klaar en kam je haar. Ze straalt.
    Ik rijd. Ze kijkt verbaasd. Het gaspedaal staat rechts. Anavent, we zijn vertrokken met dertig kilometer per uur. Het moet nog wennen. Op de hoofdbaan wordt de snelheid stoutmoedig naar vijfenzestig gedreven en op de autostrade halen we een duizelingwekkende snelheid van honderd kilometer  per uur. Nog een wegomleiding, wat verkeerslichten, zien dat niets omver gereden wordt…kijk, een tuincentrum!
    Waar is de parking?
    Aan de overkant. We zijn er net niet voorbij.
    Opgelucht volg ik haar langs de automatisch opengaande deur.
    Namiddag: we zijn terug, doch zonder regenton. Het moest een houten zijn.
    De jongste zoon doet aikido in de tuin.  Het gaspedaal staat nu weer op nul. Op de tafel ligt het paradijs: een half uitgelezen boek, een ongelezen krant en wat eigen schriftuur om te verbeteren.
    Zal ik wat houtklompen klieven en het vuur aansteken?
    Doe dat.
    Stilaan wordt het later. Iemand stapt mijn omgeving voorbij. Waarschijnlijk een vrouw of een man.
    De geur van mijn vingers, mijn pols…doen me denken aan deze dag.
    Er komt nog iemand voorbij. Weeral heb ik niet gezien of het een vrouw of een man is. Het was op een draf, een loopje. Waarschijnlijk gaat hij of zij naar huis, gaat dan onder een regendouche of in een heet bad met geurige oliebolletjes die langzaam ten onder gaan. Daarna souper met namaakkaviaar en champagne.
    Wie weet wat er nog gaat gebeuren nu het donker wordt.
    Ze zeggen dat op dit uur de merels fluiten. De zon gaat onder langs de volwassen berk. Het eten is klaar.
    Ik eet weliswaar met mate een avondmaal. Ziehier de romantiek van een zonnestraal in een volle maag. Wat ben ik blij om tot de bevoorrechten van deze wereld te zijn.
    De nog thuiswonende zoon stuift de trap af en vraagt welgemeend of het morgen paasmaandag is.
    Neen, dat is pas volgende week maar laten we proberen om een kokosnoot open te breken zonder teveel lawaai.
    Ik hak met een scherp vleesmes met verbazing het hoofdje van de noot eraf.  Heerlijk dat kokossap, zegt mijn zoon. Hij snijdt het witvlees eruit en zegt: ‘van de schelp maak ik een asbak’.
    Ik lees dat deze samenleving naar de verdommenis gaat en dat het ooit zal beteren omdat de geschiedenis zichzelf herhaalt. Er zou een zekere wetmatigheid bestaan met voorbedachte rade, een plan. Dan neem ik een boomstronk en gooi hem weg, vraag me af of het toeval is dat hij daar nu ligt op die onbepaalde plaats.
    De hond snurkt.
    Ik heb de hik. Een wind in de broek kan je nog onderdrukken maar de hik, daar geraak je niet zomaar van af. Onbedacht, onvoorspelbaar is hij en bepaalt de tijd van hikkend interval. De hik laat niets aan het toeval over…verstoort in het openbaar tot hij bevrijdend verdwijnt. De hik is weg. De stuiptrekkingen zijn verdwenen.
    Ik heb een, net boven de wortels dwars doorgezaagde schijf van een oude eik gevonden, meegesleurd, het kopshout geschaafd en het brutaal gebaar van de boomzaag in het hart bewaard. Hij heeft een jaargetij binnen gelegen. Ik heb hem pal voor mij buiten op een tafel gezet en kijk ernaar in gedempt avondlicht. Nu pas zie ik de schoonheid van zijn nerven. Hij lonkt naar mij in zijn vergankelijkheid. In angstaanjagende stilte toont hij zijn vroeger bestaan. Er is een relatie ontstaan met die zwijgende getuige van het leven. En vraag ik af, hoe zou het zijn om als een mier zijn landschap te verkennen of hem als olifant op mijn weg te ontmoeten.
    Ik had evengoed een mier of een olifant kunnen zijn, of een boom.

    Ze heeft het laatste bot dat ze gekregen heeft afgeknaagd. Wij vegen het vet van onze kin. Voortaan zullen we elkaar een zoen geven als we thuis komen of vertrekken.

    Dag schat. Een knuffel. De laatste keer, zoveel lieflijkheid vergeten.

    Weet jij waar de emmer staat, vraagt hij.

    Ik moet vanavond nog strijken, zegt zij.

    De piloten in de vliegers vervelen zich dood. De hond luistert aandachtig naar vereenzaamd geblaf in de verte, of zou het geblaat zijn?

    Ik riek weeral aan mijn pols. Het is windstil. De hemel is een schilderij. Niks beweegt. Zelfs geen zucht aan mijn kaken.  

    Mijn tijd, uw tijd. De tijd beweegt van kort naar lang en omgekeerd. Hij lengt en kort. Vandaag heeft langer geduurd dan vorige zondag. Zonder klok gaat alles sneller. Het verbaast me steeds hoe snel de tijd is als men er niet aan denkt.

    Het is te begrijpen. Oneindigheid niet. Nog meer zou ik het niets willen begrijpen want daaruit ben ik gekomen, daarin keer ik terug.

    Er kruipt een piepklein groen insect over dit blad. Ik riek de zomer. Het koren is nog niet halfvolwassen en de maïs komt pas uit de grond. De klimop is ontembaar geworden. Dit is de vier-en-vijftigste keer.

    Soms verliezen we een spel, valt zomaar een vogel in volle vlucht uit de lucht en gaan dingen verkeerd. Soms gaat alles kapot in onherstelbare breuklijnen en zeggen we neen, voorlopig ontstemd door losgeslagen regendruppels pletsend op een gespannen vilt.

    Een half mensenleven lang heb ik in haar donkere ogen gekeken maar deze keer was er iets aan de hand. Er was iets afstandelijks ontstaan. In haar zelfstandigheid had ze me hulpeloos gemaakt. Ze draagt de macht van ons leven in haar schoot. Ik klamp me vast aan haar schaduw.  

    24-05-2009, 08:49 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    15-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nostalik

    Weeral die ijle kop. Geef mij maar het bos vandaag.

    Nog duizend dagen te leven. Niet omdat het zo is. Ik wil een kalender in dalende lijn, de tijd aftellen naar het duizendtal. Vanaf nu nog negenhonderdnegenennegentig dagen. Op de duizendste dag is het feest. Als je goesting hebt, kom dan maar af.

    Het is lang geleden dat ik in dit woud ben geweest. Toen waren mijn oren nog niet zo slecht. Ik ben op zoek naar de plaats waar ik met zijbijmij gespijbeld heb van school. Ze was amper zestien. We hadden een stokbrood, kaas en limonade mee. Verscholen onder een den hebben we mekaar de ganse dag gekust. Ik had nog nooit borstjes gezien. De regen voelden we niet eens.

    Het dennenhars en haar geur zijn in mijn geheugen gebleven. Ik ken nog de weg.

    Eerst die varens door langs een onzichtbaar pad. Dan de open plaats waar het dennenbos begint. In het midden staat nog die grote den. Ook de jongen en het meisje liggen eronder nog te kussen.

    De ouderling gaat zitten, spijbelt deze keer alleen en neuriet meera voor zich uit.

    Verdorie toch, ik wil opnieuw beginnen en maak er vijftienduizend dagen van.

    Een heel eind verder, op een onverharde weg, komt een vrouw veel jonger dan ik met een hond voorbij. Haar haren zijn nog pikzwart. Ze moet zo rond de dertig zijn. Ik kijk haar medelevend aan. Ze bekijkt me wantrouwig. Wat zit die jonge grijsaard tijdens de werkuren in dit bos te schrijven in een kladblok op een zadel?

    Ze versnelt haar pas en roept kikkie tegen de hond.

    15-05-2009, 21:47 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    01-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.schemerschrift
    Het is één april tweeduizendennegen. Die rode bol die langs de takken zakt, vliegtuigstrepen, muggen in tegenlicht...ik weet dat ik opnieuw datzelfde vertel met een halfblinde hond in een nieuw seizoen. We zijn elkander gelijk.
    Het zadel van mijn tweewieler is krom door sleet. De bambou beweegt. Waar slapen de muggen als het donker wordt, hoelang blijft het leven in een pas afgezaagde tak? Zullen we het aan onze kinderen vragen misschien.
    De dag verdwijnt langzamer dan hij begonnen is. Morgen koop ik zonnesmeer want mijn kop wordt rood.
    Wat ik hier schrijf is geen poëzie noch proza. Het is een onweerstaanbare drang. Moest ik weten waarom ik dat doe zou ik het niet doen.
    Het wordt donker nu, mijn vingers krijgen kou in schemerschrift...

    01-04-2009, 22:11 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    28-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vuur
    Toen ik er bijna was waar ik hoorde te zijn besloot ik plots om mijn dagtaak niet te vervullen. Het is goed om onmisbaar te zijn. Het is negen uur. Ik slenter rond. Tijd zat. Welkom in de leegte, laat ons iets eenvoudig doen.
    Het kluitenland schuift onder mijn tweewieler door. Ik wil geen wielrenner zijn.
    De deuren van een warenhuis gaan open. Mensen staan in de rij met ik wil de eerste zijn op kop.
    Voor ik het vergeet, het heeft nog niet geregend vandaag en ik ben geen spijbelaar. Integendeel.
    Aan het voetbalstadion moet de inwendige orde nageleefd worden. Toch plas ik tegen een boom. Misschien wordt dit een goed kortverhaal. Ik ga nu verder en schrijf de toekomst later op.
    Neem een andere weg, een onbekende weg. Een weg van twijgen en knoppen kijken. De herfstbladeren zijn krokant. Mijn tenen krijgen kou. Ik ga verder.
    Op een vitrine is een aankondiging geplakt. Iemand wil een pachthof tot woning en kantoor verbouwen. Aan de kleuterschool krijsen kinderen. Het is speeltijd nu. Een boer pompt koeienzijk in de beek.
    11h: Eindelijk verdwaald in een holleweg. Hier zijn konijnengaten. Daarboven ligt mijn houten zwaard begraven. Nu gaat het bergop in zure tegenwind. Zet een zonnebril op om de wind tegen te gaan in men ogen en grijsheid te verbergen. En voor de rest kom ik thuis, maak de tafel schoon en zorg voor het eten. Daarna zien we wel hoe het donker wordt. Ik ben er niet zo zeker van dat ze mijn rug streelt voor het slapen gaan.
    Gisteren keek ik in vuur hoe vlammen een houten rots omarmen tot hij gloeiend breekt, verzwolgen wordt en het vuur dooft. Ik was op zoek naar je in een andere wereld. Telkens als je verscheen glipte je weer weg. Er wonen maar weinig mensen daar. De man met het paard, de stier, en er is een kamelendorp. Ze kennen mekaar al heel lang. Als vreemdeling moet je op je hoede zijn. Het paard beschermt je tegen de aanstormende stier.
    22h: De stilte maakt lawaai. Ik hoor het bloed door men aders stromen. Mijn lichaam leeft.
    De zoon heeft een nieuwe geluidsversterler gekocht speciaal voor akoustische gitaar. Vanaf nu kunnen we tesamen spelen als we dat willen. Honderdvijftig watt. Met gehoorapparaten aan lukt dat wel. Nog een micro voor mijn bluesharp. Het is vrijdagavond vandaag...bewolkt...nu sterren in een opklaring. En nog wordt het niet nacht.

    28-03-2009, 00:46 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    22-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zaterdag 21 maart
    Ook vandagg schijnt de zon. 's Morgens paren de vogels. Laattijdig snoei ik de zilverberk. Het is tien uur.
    De hond blaft voortdurend. Stef is bij zijn broer blijven slapen.
    In het dorp wordt weeral iemand begraven. Vorige week ook al.
    De twijgen bind ik in bussels om in de winter de kachel aan te steken.
    Tien voor twaalf: asperge met een ei. De zon komt op de binnenkoer. Ik drink een glas wijn. Er vliegt een dikke hommel voorbij. Hoe kan hij zijn gewicht dragen met die dunne vleugels? Is het een hij of zij?
    Haar geblaf werkt op mijn zenuwen. Ze heeft opnieuw een knobbel op haar kop. Vorige keer had ik eraan zitten prutsen. Dacht dat het een teek was maar het was een gezwel. Gelukkig heeft ze het overleefd.
    Ik gooi nu de aspergeschillen op de composthoop. Van twijgen binden, daar krijg je rugpijn van. De tak is van de boom. Ik schuif de ladder uit en zet hem tegen de stam.
    Stef komt thuis. Hij heeft een skateboard gekocht. Eindelijk zwijgt de hond.
    Wanneer ik het leeggoed weg doe zie ik hem op straat skaten als een kind van drie-entwintig. Even later komt Lowie met een zonnebril aan. Lang niet meer gezien.
    Een dikke tak afzagen is maar een kwestie van geduld en spijt. Het sap loopt langs de stam. Ik proef van berkensap. Met regelmaat ga ik aan mijn schrijftafel zitten. Ze baadt in de zon. Het is de schaduw van mijn pen die schrijft. Telkens als ik hem in de inktpot sop zie ik de groeven in mijn hand en gezwollen aders door de inspanning om schoon schrift.
    Nu klim ik in de berk. Van hieruit kan ik het dorp zien. Kijken als een apenkind zoals vroeger. De zon bijt in de kruin zilverlicht in men ogen.

    22-03-2009, 12:55 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.niksniksniks

    vandaag doe ik niks

    dan dansen naar de waterton

    op zoek naar lentetwijgen

    en een merelnest

    zie mezelf in een waterspiegel

    bakelierend in de zon

    een nieuw woord verzinnen

    kijkend naar een muizenlijkje

    vandaag

    maak ik opnieuw

    er een rotzooi van

    schrijf ik MIJN gedicht

    en een zinloze vierde zin

    een vijfde in een laat refrein

    14-03-2009, 19:16 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    12-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zwerfvuil

    Op een bank eet een bejaarde vrouw friet. Ach ja, bejaard ben ik ook niet ver vandaan. Het tikken van de timmerman galmt door de winkelstraat en ook de hoge hakken van chique dames in gezoem van optrekkende scooters.  De betonmolen maakt lawaai en snerpend slijpschijfgeluid van de man die straatstenen maait. Ik kijk naar de benen van een mooie vrouw. Een kind kraait iets onverstaanbaars in de lucht. Aan het einde van de laan  pieken torens kitsch-kitsch-kitsch met geleerdenbeelden in mijn zicht. Iemand schreeuwt tegen mij omdat ik haar geen voorrang verleen aan het zebrapad. Stom van mij, die onoplettendheid. Waar gaan al die mensen naartoe?

    Ik ga zitten op een bank en kijk hoe iedereen zich verplaatst. Zie de stadsduiven zonder hoogtevrees. Als ze tippelen sjokken ze met hun kop. Mijn bank is nat. Niemand komt erop.

    Vanuit een bruin café kijk ik door het venster naar een jonge vrouw die terrastafels buiten zet. Als ze zich buigt zie ik de welvingen van haar rug naar haar dijen gaan. Schoon is dat. Het beest in mij is nog niet verdwenen. Is die kortgekleedheid nonchalance of doen ze het met opzet vraag ik me af. Een man speelt scrabbel aan de toog met lauwe thee.

    Ik ga verder en bij de volgende stop aan mijn vertrouwde bank kijk ik naar de verdroogde modder op mijn fiets. De bank is nu nog bemost…deze waar ik sliep…met zielsgenoten. Die wordt opnieuw zomer.

    Het is bewolkt vandaag. Toch noopt het licht mij een zonnebril aan te doen, kraait het licht. Later scharrelen kraaien restanten uit een gemaaid maïsveld. Op de terugweg beukt de wind in men ogen. Het lijkt of de zon gaat schijnen, maar nee, het motregent nu. Toch zwermen muggen in een zwak tegenlicht. Hoe houden ze hun vleugels droog? Als ik thuis kom kus ik haar hals.

     

    12-03-2009, 21:46 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    05-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.luchtbelheiligen

     ’s Avonds op stap kwam ik voorbij een gebouw dat met schaduwen verlicht werd. Het bestond uit meerdere torens overkoepeld met glas. Het leek op een modern paleis. Hoewel het donker was kon ik de omgeving duidelijk waarnemen. Er hing doorzichtige mist die langzaam bewoog. In die mist hing de zon, de maan en nog andere hemellichamen. Vreemd genoeg verspreidden ze geen licht. Nochtans zag ik hun wezen. Het was als een uitgedoofd heelal dat tot in de aardatmosfeer gezakt was in vredige stilte die mij aanvankelijk schrik aanjoeg maar geleidelijk tot me doordrong. Dan zag ik grote luchtbellen zweven. Er zaten heiligen in die me roerloos  aankeken. Ik kon ze net niet aanraken. Toen ik begon te zweven werd ik wakker, viel opnieuw in slaap en kwam bij een collega terecht. Hij was druk bezig met een architect. De plannen lagen verspreid over de vloer. Hij wou dat ik hen mee hielp. Ik moest echter naar een verjaardagsfeest van mijn zoon dat reeds in de kelder begonnen was. Zijn vriendjes hadden speelgoed meegebracht. Mijn moeder, die voor het eten zorgde, maande me aan om in het vervolg op tijd te komen. Ik fotografeerde de aanwezigen in hun spel. Toen mijn vader de foto’s zag schold hij me uit voor pedofiel. Ik werd opnieuw wakker.

    We weten dat er iets anders is maar wat precies weten we niet, zei ik luidop waarna zijnaastmij me porrend zegde dat ik luidop aan het dromen was.

    05-03-2009, 23:23 Geschreven door warket
    Reageren (3)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    25-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.coiffeur

    woensdag 25 februari 2009 

     

    Rond twintig voor vijf wordt ik wakker. Het is nog te vroeg om op te staan. Ik trek het deken over me heen. Ze kreunt in haar slaap door die beweging.

    In een resterende droom stap ik langs een autoweg op sandalen naar Namen, verlies ik de weg en kom ten einde raad een opdrachtgever tegen die me iets te drinken geeft. Dan wordt ik opnieuw wakker, deze keer rond halfzeven.

    In de spiegel is mijn linker oog rood en kleiner dan het rechter.

    Ik poets mijn tanden en was mijn lijf. Mijn haar en wimpers zijn te lang.

    Het licht komt eraan met zes kraaien in een naakte boom en een vuurbal uit de grond. Ik ga naar de coiffeur rond het middaguur.

    Zal ik mijn gehoorapparaten aan doen?

       Neen, dat hoeft niet. Wij praten toch niet tegen elkaar.

    Dan doe ik mijn ogen dicht en voel haar schaar en vingers in mijn haar. Zalig is dat. Af en toe bekijk ik haar in de spiegel. Haar buikje is verdikt en haar tepels drukken door haar blouse. Zou ze zwanger zijn? Ik durf het niet te vragen en sluit opnieuw mijn ogen.

    Op de terugweg trekken ze voren in de berm opdat zigeuners er niet zouden kamperen.

    25-02-2009, 20:39 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    21-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hazenrug

    hazen schuilen 's nachts in voren
    vreten en spelen voor wij wakker zijn
    sterven soms in ochtend of bij volle maan
    gestrikt door zachte wreedaarden

    slurp ik het gestoofde vlees van een hazenrug
    niets ontziend met een volschonk glas wijn

     ik wil nu bij iemand zijn

    desnoods met een onbekende slapen gaan

    mijn wil schrapen uit een nachthol

     

     

    21-02-2009, 00:18 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.speekselgeut

    Jij hield mij wakker in paniek met blauw flitslicht in de kamer. Ik hield een baby zonder ledematen in mijn armen. Het hoofd lachte de wereld toe.

    Ze strijkt een kledingstuk dat ze meteen zal aantrekken. Ze vraagt om de was te drogen. Op de slaapkamer staat een rek. Doe ik zo meteen. Dan gaat ze weg.

    Vandaag schipper ik tussen wat ik zou willen en wat ik hoor te doen: mezelf onwaarschijnlijk overtreffen en halve waarheden tot de verbeelding sublimeren. Er druipt onverwacht een speekselgeut uit mijn mond.

    Kijk naar die ouwe stoel in de struiken die reikt naar afwezige tijden. Zie het uitgedroogde wijnglas van gisteren rood aangeslagen staan. Het zijn getuigen in langzaam verderf.
    Deze dag omhult de tijd en veegt het brood van tafel. Niet verplicht denk ik aan Kamiel. Ik houd me taai, had hij gezegd.

    Terwijl ik zachtbeulend maretakken uit bomen haal, woekerende bruidssluiers uit dakpannen snoei, kijk ik uit naar vanavond. Ik ga proberen mijn leven te beteren want het is niet alleen van mezelf. Soms verliezen we een spel, valt zomaar een vogel in volle vlucht uit de lucht en gaan dingen verkeerd. Soms gaat alles kapot en zeggen we neen, ontstemd losgeslagen. Dan lezen we een boek tot de bladzijden loodzwaar in slaap bedwelmen.

    Tien voor negen. Ze is net vertrokken als ik beneden kom. Ik ruim het huis, vul het afwasmachien, kuis het gasvuur, dweil de vloer, klop het tapijt en de kussens uit, cireer de eettafel en maak nu stoofvlees klaar.

    De zon schijnt sinds vanmorgen. Het huis ruikt naar kruidig stoofsel van laurier en tijm. De temperatuur is zacht. Het nageslacht eet vanavond mee. Ik ga zelfgemaakte frieten bij het stoofsel serveren. Niet vergeten om naar C. te bellen.

    C.?

    Hé, gij zijt het. Ik dacht u ook te bellen.

    Is dat Cubaans optreden vanavond?

    Ja.

    We kunnen niet komen.

    Dat is jammer. Zeg, ik ga afleggen want ik sta hier in ’t stad in een pashokje.

    Even in het kasserol roeren en wat trappist bijgieten. Dan ga ik aan de buitentafel in witlicht met insecten zitten. Er ligt een goudgroen kussen op de tafel. Het is het zonlicht dat het groen een goudkleur geeft. De paasbloem die twee weken geleden verplant werd staat nog recht. Iemand in de buurt maait het gras. Een herkenbaar zomers zaterdaggeluid. Het is nog geen zomer.

    Achteraan in de hof staat een meer dan honderdjarige Taxusboom en een houten kruis met een christusfiguur eraan genageld. Recht tegenover is de pastorie. Tussen het kruis en de pastorie loopt een smalle kasseiweg.

    Ik proef van de saus. De stoofpot mag van het vuur. Nu kunnen de kruiden nog twee uur in het stoofvlees trekken.

    Ze is blij als ze ’s avonds thuis komt en haar zonen en schoondochter ziet. Het eten is klaar. Tafelen in gepalaver. De muren luisteren mee.

    De volgende ochtend sta ik als eerste op. Het is half negen. Wind en motregen. Geroosterd brood met kaas en hesp. Sterke koffie. Ik drink een tweede grote jat met veel suiker en melk.

    “Je moet eens naar de kapper gaan” zegt ze, wanneer ze een half uur later erbij komt zitten. Ze wil vandaag  ergens naartoe. Desnoods gaat ze alleen weg. Ik aarzel, bedenk, wankel in gedachten en…”Waarheen zullen we gaan?”

    Naar een museum?

    Te saai.

    De markt?

    Er is nog eten genoeg. Laten we een nieuwe regenton kopen.

    Oh ja. Een houten regenton. Maak je klaar en kam je haar. Ze straalt.

    Ik rijd. Ze kijkt verbaasd. Het gaspedaal staat rechts. Anavent, we zijn vertrokken met dertig kilometer per uur. Het moet nog wennen. Op de hoofdbaan wordt de snelheid stoutmoedig naar vijfenzestig gedreven en op de autostrade halen we een duizelingwekkende snelheid van honderd kilometer  per uur. Nog een wegomleiding, wat verkeerslichten, zien dat niets omver gereden wordt…kijk, een tuincentrum!

    Waar is de parking?

    Aan de overkant. We zijn er net niet voorbij.

    Opgelucht volg ik haar langs de automatisch opengaande deur.

    Namiddag: we zijn terug, doch zonder regenton. Het moest een houten zijn.

    De jongste zoon doet aikido in de tuin.  Het gaspedaal staat nu weer op nul. Op de tafel ligt het paradijs: een half uitgelezen boek, een ongelezen krant en wat eigen schriftuur om te verbeteren.

    Zal ik wat houtklompen klieven en het vuur aansteken?

    Doe dat.

    18-02-2009, 21:14 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zondag vijftien februari tweeduizend en negen

    8h: wakker worden met een maandagochtendgevoel op een zondag. Koffie met een witte pens. Daarna een sigaret in pyjama.

    9h30: ze scharen zich met een een slaapkop achter tv. Het zal nog een uur duren vooraleer ze zich omkleden.

    10h: ik scan het verleden en leg het vast op internet.

    12h10: ik blijf in de auto zitten als ze in het warenhuis gaat. De mensen die hier in en uit lopen…velen dragen een trainingsbroek. Er staat zelfs een coureur met schoenen zonder kousen aan en een helm op zijn kop. Sloddervossen op een zondagmiddag. We gaan brunchen.

       Brunch

    We huren een helicopter in New York.

       Dan ben je algauw honderd euro kwijt op een kwartier. Dan nog liever een bordeel.

    Da ga keineig worden. Twee dames op sittietrip in New York. Ik zou als een vlieg met hen willen mee reizen om er een kortverhaal over te schrijven.

    Hebt ge gehoord wat Greet zei?

       Neen.

    ‘Dan nemen we een vliegenmepper mee’.

       Ah Ja?

    16-02-2009, 21:57 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wandelstok

    Hij zit gevangen in iets dat hij niet begrijpt. Hij schaterlacht en soms is hij lastig. Hij is op een andere manier zichzelf. Ik was bang om hem te ontmoeten. Toen we in zijn kamer kwamen was hij er niet.

    Het was halfvier en volgens de verpleegster zou hij na de therapie, die tot vijftien uur duurde, nu op zijn kamer moeten zijn.

    Eerst ijsbeerden we benieuwd, dan in de gang tot Marcos besloot om hem te gaan zoeken.

        Ga eerst eens kijken in het cafetaria, misschien zit hij op café.

    Hij herkende mij niet meteen toen Marcos met hem uit de lift kwam.

    Langzamerhand besefte ik dat hij anders geworden is.

        Kunt ge opstaan en u voort bewegen?

    Hij grijpt mijn hand en we stappen twee meter verder. Dan laat ik hem los.

    We luisteren naar de onzin die hij vertelt en drinken met hem champagne.

        Eet u geen indigeste   met die praniles…we trekken streepjes op de muur.

    Hij schaterlacht…wij schaterlachen.

        Kom, we gaan op café.

    Als ik hem zijn jas aantrek is hij dicht bij mij en tiert hij:’ Ge stinkt naar den toebak’

    Eens buiten met hem kwam een jonge verpleegster aangelopen die zei dat het verboden was om zonder toestemming van de balie met een patient het pand te verlaten. Gelukkig bemiddelde vollemaan en stoven we verder.

    Ge ziet er goed uit, zegt kristjan.

    Hij glundert.

        Ik heb veel lieven gehad…lacht

    In het café doet iedereen zijn best om ons met een rolstoel binnen te laten. Dan neem ik afscheid van hem en zegt hij: ‘allee, het feest begint pas’. Daarna zegt hij mercie.

    Een paar dagen later verliest een kraai haar schraapsel, draait ze in scheervlucht  om en verliest ze bij het opstijgen opnieuw haar buit.

    In een berm kamperen zigeuners, lopen vrouwen in gevlochten haren met kinderen om zich heen.

    Ik kijk met smeltende sneeuw in mijn ogen. De kou kleeft aan mijn kin. Ik wil met een mes een wilgentak afsnijden en een wandelstok maken.

    14-02-2009, 18:46 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vraag me af

    In de werfbarak ligt snoepverpakking, staan koffiethermossen op twee goedkoop versleten tafels. De timmerlieden zitten met wollen mutsen op het dak. Ik zie door hun plastieken brooddozen dat ze van hun vrouwen boterhammen met kaas meekregen. Waarom altijd die Hollandse kaas? Jonger dan ik zijn ze heel vroeg in de ochtend vertrokken.

    Ik heb geleerd om mij alles af te vragen. Deze voormiddag schijnt een vreemd zonlicht over de stad. Toch vraag ik mij niet af waarom.

    Iemand fietst met een grijze haarlok vervreemd in zwart voorbij. Is het met opzet of zo?

    Kijk, daar begint het weer in dagelijksheid. Wat is de samenstelling van de inkt die deze woorden zichtbaar maakt, hoe maken ze een inktpot die betaalbaar blijft, waarom kiezen mooie vrouwen voor lelijke mannen?

    Geen zier weet ik van de dingen en neem het afvragen mee in het graf.

    Ik vraag me af waarom zovelen zich weinig afvragen en vraag me af of dat wel zo is.

    07-02-2009, 10:54 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    02-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.straatsteenCé

    De Cé is een week geleden gecremeerd. Het was doodstil in de kerk toen ze hem binnen droegen. Er werd zelfs niet gekucht. Stef droeg mee de kist. Wij stonden achteraan in de zijbeuk. De kist werd bijgezet in het koor.

    Dan doorbrak een ijzig geluid de stilte. Undefined speelde life.

    Lowie heeft iets voorgelezen. Daarna is hij ineengestort.

    Cé zijn zus had ook iets te vertellen. Eerst trilde haar stem, dan werd ze zangerig en af en toe sprak ze tranen. Weinig dichters kunnen  zo’n  waarachtigheid evenaren.

    Voor ze hem buiten droegen gaf zijn ma hem nog gauw zijn pet mee. Daarna viel Stef in moeders armen. Hij had zich kranig gedragen.

    Vandaag ben ik thuis gebleven. Het is opnieuw beginnen sneeuwen. Nochtans is  het ijs aan het smelten en is de poolster zichtbaar. Het lijkt erop dat deze winter niet wil sterven.

    Het merelkoppel is terug gekeerd. Speels knisperen ze in een gewiekste vlucht naar de berk vlakbij de wilde haag waar ze overnachten. Ze planten zich elk jaar drie keer voort. Ze gedragen zich in het licht van lengende dagen.

    Wat u niet ziet is hoe ik met mijn rechterhand deze woorden schrijf terwijl mijn linkerhand het bloed dept dat uit mijn neusgat druipt.

    Vanavond eten we  rijst met kip, look en ananas.

    Nog iemand wijn?

    Neen. Ik wil straatstenen tellen.


             maandag 2 februari 2009

    02-02-2009, 21:24 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vrijdag 16 januari 2009

    molshopen stulpen uit de grond

    het begint te schemeren om halfacht

    op de terugweg zie ik een aureool rond wolken

    niet meer pikzwart

     

    de nacht is zacht

    zie de maan in sterren geschreven

     

    nog veelmaals

    zal ik blijven beschrijven

    en geen dichter zijn

     

    ondertussen sprijdt een vrouw

    wijdbeens met nylonkousen aan

    mijn zicht

     

    nogmaals heet ik geen dichter te zijn

    eerder als een nietsnut te kijken

     

    nog twintig minuten te gaan,

    ben ik thuis

    laat dit iets ziin

    thuis te zijn

    16-01-2009, 17:14 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    15-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.lompenvrouw

    Mensen op hun knieën met een kartonnen bekertje roerloos voor zich uitstarend als wassen beelden. Je ziet het meer en meer in de straat, in drukke winkelstraten zonder verkeer. Ook in de vrieskou. Ze kijken niet meer op naar de voorbijgangers. Ze spreken niet meer. We durven hen niet in de ogen kijken uit schaamte. Bedelaars, het slechts betaalde beroep ter wereld. Zelfs vrolijke zigeunermuzikanten voelen zich er onwennig bij.

    Ik had in een pittabar een Afrikaanse schotel besteld. Dat is hetzelfde als een kebap maar dan met meer sla, tomaten, ajuin en pepers opgediend op een bord met frieten en drie sauzen erbij. Halverwege de maaltijd kwam er een in kleurrijke lompen geklede vrouw binnen die meteen naar de toog ging. Ze droeg een kind in haar rechter arm en vroeg iets aan de man die mij bediend had. Ik zag hoe hij afwijzend zijn hoofd schudde. Tenslotte kwam ze zonder aarzelen naar mijn tafel. Ik was de enige aanwezige klant. Eerst keek ze naar mijn bord en dan recht in mijn ogen terwijl ze haar duim met wijs- en middenvinger tegen elkaar gedrukt naar haar mond bracht. Geen enkele taal zou dit gebaar kunnen evenaren.

    Instinctmatig sneed ik het broodje dat bij de schotel opgediend werd langsdoor en liet haar kiezen wat er tussen moest. Voor ze wegging keek ze me kort vanzelfsprekend aan. Zelden heb ik me zo klein gevoeld.

    15-01-2009, 22:27 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    13-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.brief

    En in tweeduizendenvijf…

     

    Ik heb gedroomd over een veerboot met vrouwen. Het lijkt of het nog nacht is buiten. Gisteren heeft het de ganse dag hard gevroren. Het huis geraakt moeilijk verwarmd. Ik neem de vrijdagskrant mee. Eerst nog tanden poetsen. Tandpasta vinden. De tube is leeg geperst. Geen tandpasta vergeten als we naar de GB gaan en ook geen glansmiddel voor de afwas.
    We schrijven het nooit op. Zo komt het dat we dingen vergeten. In plaats van een boodschappenlijst bij te houden denken we dat we het niet zullen vergeten. En toch vergeten: tandpasta, glansmiddel en scheermesjes.

    Later begint de sneeuw te smelten in het bos. Hij druipt van de takken in mijn nek. We slaan een modderig bospad in. Daar ga ik niet door, zegt ze.

    Mijn paté met kerstmis was heerlijk en mijn zus had lekker gekookt.

    De bliksem beweegt zich voort met een snelheid van driehonderdduizend kilometer per seconde. Ons leven gaat iets trager maar de gebouwen, wegen en nog wat, blijven bestaan als we er niet meer zijn. Ik bedoel maar, verspil geen seconde van dit leven als het je dierbaar is want het is zo voorbij. Te snel om alles te begrijpen.

    Dag vriend. Uw e-mailadres is letterlijk in het bierkaartje verwaterd door een regenbui net voor ik verleden jaar ‘s morgens thuis kwam. Ik doe een gok om het correct te spellen al zal dit bericht u wellicht nooit bereiken. In dat geval zal het als een spreuk in een wijnfles op de internetzee blijven dobberen en zal ik de enige zijn die het kan weten. Toch probeer ik enkele zinnen te lispelen.  Geen wereldfilosofie of verzonnen waarheden maar iets over halfweg tussen Leuven en Duisburg. Halverwege omdat net op dat moment de volle maan in mijn gezichtsveld door de wolken breekt en de hemel in het oosten begint op te klaren tussen nacht en ochtend. Ik denk aan hier en nu, een fragment uit de toekomst dat al sluimerde toen we nog op de schoolbanken naar spannende avonturen van Jan Zonder Vrees luisterden. Was het niet die meester Volders die zo'n boeiende verteller was?

    Weet ge, het heeft me ontzettend goed gedaan iemand zoals u eens te ontmoeten want soms voel ik me als overschot van een op de klippen verpletterd schip. Het komt misschien door het verlangen naar onmogelijke schoonheid of naar een zweem van solidariteit dat ik niet zie in mijn straat.

    Maar beste, nu in tweeduizendennegen  bestaat ge al bijna een jaar niet meer. Ik kon het mij niet laten dit te schrijven.

    13-01-2009, 21:47 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    10-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.rugkeuvel

    ze lijkt groter dan hij

    misschien is het wel zo

    dat ze groter is dan hij

     

    hij lijkt jonger

    net volwassen te zijn

     

    tegen een zwijgzaam gebogen rug

    keuvelt hij

    keutert hij langdurig

    met een pink in zijn oor

    en is het oprecht

     

    waarschijnlijk zijn ze broer en zus
    uit het buitenland
    in een laatavonduur

    10-01-2009, 11:21 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.begin 2009

    Vannacht riep een uil vanuit het gebergte. Dankbaar voor de schaduw op dit tafelblad ruik ik aan mijn pols terwijl honden blaffen in het dal. De uil zwijgt allang.

    Met een stoel aan de afgrond zwabbert een lachtraan aan Marco’s neus. Vanavond maken we een kieken klaar.

    Mijn nek kraakt als ik achterover leun. De tafel wiebelt. Ik hoor het van de inktpot.

    Elke ochtend beitel ik aan een houtstapel een gedicht van steen voor iemand die ik nauwelijks ken. Een ongekende die elke morgen mijn woorden leest in een wereld voortdurend in het schemer.

    Eens onderweg hoor ik er niet meer bij, gebeuren ongelukken met schade en menselijk leed. Alleen de bouwwerven blijven veilig.

    Ik ben als eerste opgestaan en veeg etensrest van tafel. Nog voor de vrouwen verschijnen is de koffie klaar.

    Na het ontbijt drinken we champagne in een regenwolk, beuken mijn gedachten tegen een rotsmassief.

    Doe het venster dicht. Dat houdt het gedierte buiten zeg ik tegen haar.


    Begaanbaarheid afbakenen in de sneeuw. Ik heb het lang niet meer gedaan. Ik hoop nog steeds dat de sneeuw blijft liggen, wit onder een ijskoude blauwe hemel met in het nachtelijk uur sterren en een wassende maan. Ik herdenk de doden die ernaar keken.


    07-01-2009, 21:01 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    27-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.simpel

    Met een onderlip in scheve lach verkondigen heersers van alle werelden het nietszeggende woord waarvoor jonge mannen ten strijde gaan naar het eind van het pad der levenden. Grauw is de lucht als de wereld brandt, het bloed in de rivieren verdampt en de bodem barst. Nu het buskruit zwijgt wordt goed en kwaad vernieuwd, schreeuwen oude mannen een belofte van wraak terwijl hun vrouwen wenen om het geleden verlies.

    Moeders, we zijn blij door julie gebaard te zijn, het nageslacht te vereeuwigen en niet gedoemd in armoede geschapen te zijn.

    Ik zou een lied in dit landschap van stilte willen zingen maar mijn stem is te schor, verschrompeld door de roes van genot.

    Niet ver vandaan breekt een vlinder uit haar eerste gedaante. In een zonnestraal proeft ze nectar uit het bloeisel. Zolang zal het duren tot haar veelkleurige dunne vleugels verschrompelen in haar kortstondig bestaan.

    Ga niet over uw limiet. Drie dagen geleden hebt ge uw grens al eens overschreden.. dat is voor niks nodig.

    Miskende Godin der stormen, bemin ons met uw toorn. Omhels ons met mistdampen, grijp ons met uw zwaarmoedigheid.

    27-12-2008, 15:20 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    26-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vrijdag 26 december 2008

    9h Ik wordt wakker. Zij is in de badkamer. Ze werkt vandaag. Morgen ook. Dan gaan we weg.

    Ik ruim de spullen op die we gisterenavond lieten staan. De hond krijgt haar spuitje en eten. Buiten schijnt de zon. De wind waait koud. Ik rook een sigaret in het atelier en kijk naar de pastorie. Daarna trek ik potloodlijnen in mijn schrift die ik weggom als de bladzijde volgeschreven is. Nu nog leeggoed verzamelen, de vuilbak ledigen en het afwasmachien vullen. De binnenglippende zonnestralen zitten vol met stof. Stapsgewijs huistaken vervullen. Door ze tussendoor te beschrijven wordt het plezant.

    Middag. Een stuk stinkkaas met een glas La Châsse du Pape. De belangrijkste nog te voltooien taak is de badkamerkraan herstellen of desnoods vervangen. Eerst trek ik mijn kleren aan. De hond gedraagt zich besluiteloos.

    Het is nu halfeen als ik aan de kraan begin. De dop van de inktpot is ook versleten.

    Kwart voor twee. Met de kraan was niks mis. Ik heb ze gekuist en ga nu buiten brandhout zagen. Daarna steek ik de houtkachel aan.

     

    Ik wil nu bij haar zijn

    of met een onbekende slapen gaan.

    Mijn wil schraap ik uit het hol der alleenzamen.

    Is het geluk uit ongeluk dat men voelt

    of gevoelloosheid.

    26-12-2008, 20:57 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    15-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ongetiteld

    ik wou dat zij vroeger sterft dan ik

    dan ga ik het verlies lijden

    15-12-2008, 22:24 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ouderschap

    Ik was met koorts vroeg slapen gegaan en belandde samen met mijn vrouw in een dorp. Het moet in Frankrijk geweest zijn want de bewoners spraken er Frans. We waren te voet gekomen. Onderweg had ik mijn zoon op mijn schouders gedragen. Bagage hadden we niet mee.

    We hadden onderdak gevonden bij een groot gezin. Wij sliepen boven in een kamer waar een tafel stond maar eten moesten we beneden doen. s’ Nachts begon mijn zoon luidruchtig te spelen. Er was geen houden aan, zelfs toen de eigenaar op de kamerdeur bonkte en iets onverstaanbaar bromde. Eindelijk, toen mijn grootmoeder uit het hiernamaals in de slaapkamer kwam werd hij rustig. Ik hoorde mijn vader beneden in vlot Frans met de eigenaar praten. Wat doet die hier, vroeg ik me af. Hij had mijn moeder al meerdere keren verlaten maar in Frankrijk was hij nooit geweest.

    De ochtend nadien waren we vroeg opgestaan. Beneden sliepen ze nog. Mijn vrouw ging naar het dorp om te zien of er een bakker was. Mijn zoon en ik maakten ondertussen een groot schilderij dat we beneden in een kamer aan de muur hingen. Toen de dochter van de eigenaar opstond om te plassen gebood ze ons het schilderij meteen van de muur te halen en het behangpapier niet te beschadigen. Tot mijn spijt en schrik merkte ik dat mijn zoon het aan de muur had gelijmd. Bovendien had hij ook in zijn bed geplast. We zouden hier een fikse schadevergoeding moeten betalen.

    Ik vroeg aan de dochter om op mijn zoon te passen. Ik wou mijn vrouw in het dorp gaan zoeken. Het was niet haar gewoonte om zo lang weg te blijven.

    Eens buiten zag ik op het einde van de straat mijn versleten bromfiets staan waarmee ik nog naar Griekenland was gereden. Ze hadden er de benzinetank afgenomen. Langs een kerk en een voetbalveld kwam ik in het dorp terecht. De mensen verplaatsten zich op kamelen en ezels door de stegen. Het rook er naar mest. Hoe verder ik ging, hoe drukker het werd. Er werd handel gedreven door Afrikanen en Chinezen. Tevergeefs vroeg ik hen of ze geen vrouw hadden gezien met lang zwart haar. Niemand had haar gezien. Ik besloot dan maar terug te keren en liep verloren. Telkens kwam ik op dezelfde hoofdweg terecht die naar de stegen leidde. Wanhopig ging ik op het voetpad zitten tot een kameel me vroeg wat er scheelde. Hij bood me aan me terug te brengen. Hij kende de weg.

    Ik kon moeilijk mijn evenwicht behouden tussen die twee bulten. Dan begon hij te schaterlachen en stoof in galop een helling af tot aan het huis waar we logeerden. Mijn vrouw zat aan de ontbijttafel en vroeg waar ik zo lang gebleven was. De zoon was verdwenen.

    14-12-2008, 09:13 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    10-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kil fluistert het weer

    in seizoenen bevroren winters
    donker met slapende wezens
    vliegen valken in rijm
    boven een wolkendek
    een moment
    dacht ik bijna dat het gisteren was
    de droomnevel trok langzaam weg

    denk een spinnenweb in rimpels van een stoel
    dichtbij is een plein, een vijver
    met vissen zonder reigers
    en een neuspeuteraar in de schaduw
    die wacht tot de zon lager staat

    de sterren staan al in de lucht terwijl het nog niet donker is
    zorg goed voor het kind dat pas geboren is
    vanavond heeft de waarheid haar bestaan verloren,
    verwerp ik…herschep ik haar

    zomaar om over het vermogen te beschikken
    fantaseer ik een werkelijkheid

    de wereld herschikkend
    met land in strijklicht

    nat en kil fluistert het weer
    iets uit een zwanendans
    op een verweerde tafel

    en  smeekt  aan joelende wind dat geen inkt uit een pen vergaat.

    Hemel klaart boven land in mist
    op dezelfde plaats waar noorderwind
    het onkruid liet bewegen
    ik sta hier maar naar wolken te kijken in een half verlichte hemel
    met maanlicht op een blad papier

    10-12-2008, 01:14 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    06-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ongetiteld

    Helemaal bloot is minder spannend dan deels bedekt. Tijdens een dorpsfeest sluip ik naar buiten om geruchten te beluisteren, mensen te bespieden en ga ik een hamburger halen zonder iemand met een zelfgemaakt houten zwaard tegen te komen die zegt: hopelijk is het morgen ook nog goed weer. Voor een keer voel ik onmacht omdat het geen spel meer is. Het lijkt of het lot van onze huidige beschaving bepaald wordt door vleselijk geworden kwaad. Iemand zei dat religie en poëzie alleen maar troostende woorden zijn voor de onzekerheid van iemands bestaan.

    Is de pompbak hersteld?

             Neen, ik heb stoverij klaar.

    Ik had liever dat de pompbak hersteld was en dat we een boterham met kaas eten vanavond.

             Ik vond geen schroevendraaier.

    Maar wel stoofvlees hoewel de beenhouwer met vakantie is.

                Ik heb het soepvlees van eergisteren gestoofd met groenten van bij Adriëenne.

    En ondertussen blijft de pompbak verstopt.

                Drinken we rode of witte wijn bij het eten?

    Voor mij witte wijn.

             En voor mij een rode.

    Ontstop je daarna de pompbak?

                Als jij de schroevendraaier voor me vind.

    Waar ligt die?

             Weet ik niet.

    Stoofvlees van soepvlees en de pompbak die niet ontstopt is doordat je me niet kan vertellen waar die ligt.

             Stel je voor dat we in Bagdad zouden wonen.

    Nu wordt je weer extreem.

             Neen, ik relativeer onze miserie van een verstopte pompbak.

    In Egypte was je asociaal.

             Kun jij dan van rechts naar links schrijven?

    Niet in de steegjes.

                Weet je wat? Ik ga de pompbak herstellen.

    Zonder schroevendraaier?

                Ja, ik haal een oude Belgische frank uit mijn trouwkostuum. Die past in de gleuf van de vijs. Waar hangt mijn trouwkostuum?

             Dat hebben we niet meer. Je hebt dat jaren geleden verkwanseld met carnaval.

    Niet waar. Dat was je trouwkleed.

    06-12-2008, 13:08 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dinsdag 15 augustus 2006

    Terwijl ik dit schrijf wordt mijn aandacht afgeleid door een tot aan de rand met regenwater gevuld jeneverglas waarin een vlieg spartelt. Af en toe blijft ze roerloos drijven alsof ze op adem wil komen om dan plots onverwacht haar doodstrijd verder te zetten. Ik zou haar met mijn penpunt uit het water kunnen halen opdat ze haar flinterdunne vleugeltjes en tere pootjes drogen kan op de rand van mijn blad papier. Moe getergd in een recent verleden door treiterende zomervliegen die me wanhopig bijna naar het schavot dreven, besluit ik om verder te schrijven. In een almachtig gevoelen dat daarop volgt door over leven en dood te mogen beslissen besluit ik dat, indien na dit schrijven nog enig teken van leven aan de waterspiegel te bespeuren valt, ik het insect plat nijp tot een bloedvlek.

    Ik begrijp u. Normaal bereiken vliegen het hiernamaals via een mep. Een plotselinge dood is dat. Zij heeft een doodstrijd beleefd. Ik heb haar ervaring niet ontnomen. Het was haar lot. Het heeft geen zin om hierover na te denken. Het overkomt ons vanzelf. Ongewild liggen we ooit zelf op een drempel uitgeput het einde tegemoet, keren we terug naar datgene dat we als levenden niet konden begrijpen.

    Niets is raadselachtiger dan ruimte en tijd als je er zelden bij stilstaat. Daags na mijn thuisgeboorte toornde mijn vader me reeds mee naar zijn stamcafé waar hij me, in zijn corpulente werkmanshanden geborgen, aan alle aanwezigen toonde en zei: dat is mijn zoon. Mijn eerste zelfstandig cafébezoek was bij Marcel van de Meutte aan de tramstatie. In het midden stond een altaar van een biljart. In het begin mocht ik ernaar kijken, maar niet aanraken. Later kwamen we met zen vieren en werd het zware zwarte doek van de tafel gerold. Dan haalden we de keus uit het foedraal en krijtten we met een devotje de stompe punt. We dronken niet meer dan twee pinten. Geen gezever, geen gedoe met Witte van Hoegaarden of andere flauwekul. Wij dronken pinten en het was altijd om het biljarten te doen. Dikwijls hing er dan een gewijde stilte om ons heen en hoorde je het getik van ivoor tegen ivoor. Cafés, decor van van dingen die voorbij gaan. Marcel van de Meutte  bestaat al lang niet meer en van het café is een verloederd karkas overgebleven.


    06-12-2008, 00:00 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    02-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dinsdag 2 december 2008

    dinsdag 2 december 2008

     

    Die teef veroudert sneller dan ik. Zij is halfblind, ik halfdoof. Als we weg gaan gebruikt ze haar reukvermogen. Af en toe botst ze tegen een obstakel. We slenteren aan een leiband…beiden aan een uiteinde. Ik leid de weg, zij houdt mij in evenwicht.

    Het is kil, vochtig en stil rond de graven aan het kerkgebouw. Niemand op straat. Ik heb geen zin meer om verder te gaan.

    Nu, in een tijdspanne later ligt ze met uitgestrekte poten en half dichtgeknepen ogen op de stenen vloer. Ik weet dat het daar tocht. Zij voelt het niet. Nu vervaagt ze in een hondsslaap.

    02-12-2008, 21:59 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    30-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.slapende mens

    In een halfdroom ontmoette ik mijn nicht en nonkel als personages uit de late jaren zestig. Ik herbeleefde de begrafenis van mijn grootvader, ook al was ik toen nog heel jong. Terwijl de mensen langs de binnenkoer met een plechtige tristesse binnen gingen om de overledene een laatste groet te brengen, hoorde ik mijn grootmoeder ontroostbaar huilen. Ik had het lijk ook gezien en was geschrokken van dat wit vertrokken gelaat met ingezakte oogkassen. Het rook er naar Keuls water. De dood bestond nog niet voor mij. Mijn grootvader lag in een diepe slaap en zou nooit meer wakker worden. Nu, in zijn slaap zou ik zijn aambeeld aanraken en het mysterie van zijn vuur begrijpen. Ik had zijn leven nooit aangeraakt. De koude van zijn afwezigheid maakte me benieuwd. Ik blies door het as van uitgedoofd smidsvuur en probeerde vuur te stoken. Ik  keek door een kier van metselwerk naar binnen. Uiteindelijk ben ik...mijn eigen niet vergeten.

    Ik werd wakker, keek door het dakraam, zag dat het klaar werd en hoorde duizenden vogels zingen in mijn kop. Plots begon alles neerwaarts te kantelen en hoorde ik achter mij een geluid dat op een aanraking leek.

    in seizoenen bevroren winters

    donker met slapende wezens

    vliegen valken in rijm

    boven een wolkendek

    een moment

    dacht ik bijna dat het gisteren was

    de droomnevel trok langzaam weg

    30-11-2008, 22:11 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.land in

    denk een spinnenweb in rimpels van een stoel

    dichtbij is een plein, een vijver

    met vissen zonder reigers

    en een neuspeuteraar in de schaduw

    die wacht tot de zon lager staat

     

    de sterren staan al in de lucht terwijl het nog niet donker is

    zorg goed voor het kind dat pas geboren is

    vanavond heeft de waarheid haar bestaan verloren,

    verwerp ik…herschep ik haar

     

    zomaar om over het vermogen te beschikken
    fantaseer ik een werkelijkheid

    de wereld herschikkend
    met land in strijklicht

    30-11-2008, 09:39 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    24-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.amsterdam
    Zaterdag 3 juni ….dinsdag 6 juni 2006
     
      Het is nacht. Ik zoek   in Domberg met de wegwijzers en een kaart mijn weg naar Breda. Soms gebeurt het dat ik verkeerd fiets en moet ik terug. En dan, als ik terug ben, merk ik dat het toch de juiste richting was. Dan moet ik terug en daarna verder, af en toe langs slapende dorpen. Ik voel geen pijn. Op het laatst begon ik de controle over mezelf te verliezen. Het schemerde toen ik door het veld reed. De gewassen langs de rand namen de vorm van mijn verbeelding aan en waar er geen gewassen stonden zag ik ravijnen langs weerszijden van het pad. Ik ben tot het uiterste gegaan.
     
    Ik ben nu 2 dagen onderweg en bijna in Amsterdam. Straks gaat de zon onder, kijk ik uit naar een overnachtingplaats. Doorfietsen tot een spoor naar braakliggend land. Er is nog licht genoeg om het tentzeil uit te zetten. Dan ga ik slapen.
    Het is windstil onder het open zeil. Ik houd mijn kleren aan, gebruik mijn regenjas als kussen en trek de veel te kleine slaapzak waarvan de rits kapot is over me heen. Net wanneer de nacht uit de hemel weg gaat sta ik op.
    De dageraad begint. Het blauw en wolken krijgen langzaam gestalte. Alles is ingepakt. Nog geen kat op straat. Alleen koekoeksroep en merels die fluiten. Tegen dat de zon schijnt ben ik in Amsterdam.
    Het is fris op de fiets tot de zon wat hoger staat. Alleen de schaduwzijden hebben het dan nog koud. Op dat moment ben ik Amsterdam binnen gereden. Een leeg Amsterdam met nog gesloten winkels. Alleen de mensen van de vuilkar zijn op straat. Ik heb me neergezet en ben tegen mijn fiets beginnen te praten, zomaar en niet lang. Voortaan zeg ik niet meer dat ik op reis ga, maar dat we op reis gaan. Nog voor de cafés open gingen waren we al vertrokken. Van hieruit gaat het naar Rotterdam en dan naar huis. Dat heeft een dag, een nacht en een dag geduurd. Al die tijd heb ik niet geslapen.

    24-11-2008, 23:37 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.25 mei 2006

    zondag 25 mei 2006


    In de mesthoop zoemen zeven bijen. Vandaag is het nog niet de langste dag. Ik doe verder tot in het schemeruur. Nimmer ben ik met mijn mesthoop zo intens bezig geweest. Hij dampt en ruikt naar zoetigheid.
    Ge zijt zot.

    Vannacht reed ik langs onderbroken wegen, stond ik in een fietswinkel waar niemand kwam. In het bos zag ik een panter vanuit een verlaten huis en kwam een kwartier te laat op het werk door een wegversperring. Aan het station miste ik de tram en nam wat verder de bus aan een roltrap met veel volk. Nu nog een schil soepvlees, dan een eerste sigaret in de wind. Daarna snuit ik mezelf een bloedneus. De rest komt vanzelf.
    De buurvrouw komt terug van de krantenwinkel. De hond raast als een woeste beer naar de poort. Ze kan erom lachen en wuift me vriendelijk een goede morgen toe. Een beetje verliefd op zoveel genegenheid knipper ik wederzijds met mijn rechteroor. Het is een begin van een droge winderige dag met opklaringen.

    Ik fiets naar de stad en neem mijn klassiek fototoestel mee dat ik al twintig jaar bezit. Een handbediend zwaar metalen apparaat met een zwart-wit film erin. Ik heb er een groothoeklens opgevezen. Daarmee ga ik straks op het trottoir aan portretfotografie doen.
    10h55: ik koop in een grootwarenhuis groentesap. Net voor de kassa krijg ik weer een bloedneus. Genant is dat. Met mijn neus in de weer geef ik aan de dame achter mij mijn portefuille en vraag om te betalen. Als ik buiten kom schijnt de zon en is na vijf minuten het bloed in mijn neus gestold.

    12h10: ik eet alleen gezeten op de oude markt een dagschotel. De wind waait het stof van de weg. Daarna laat ik op een bank in het begijnhof mijn eten verteren in bijtend zonlicht. Op de terugweg langs het veld heerst tegenwind. Het overbevolkt hoge gras woelt met de wind. Coureurs snellen mij regelmatig voorbij. Mijn fiets waait omver.

    Het is weeral bijna eind mei en twintig voor zes. Ik heb karnemelk gedronken. Dan zet ik de oven aan, doe ik mijn vuile kleren aan om onderaards centimeters steen te bekappen. Het is goed zo, stuur de beesten maar naar huis.


    24-11-2008, 20:43 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.neushoorn

    Ik heb een zelfportret gemaakt en kijk ernaar, naar mijn ogen waarin ik zelden kijk,  mijn tenen die altijd verborgen bleven, mijn blik zonder weinig uitdrukking omdat ik erin kijk. Mijn armen hangen slap aan mijn schouders, ongeschorenheid draagt een wit-grijze kleur met zich mee. Mijn haar is in de war.  Ergens in onze wereld was de revolutie net gedaan.

    Zij zou later op de dag komen. In afwachting ging ik naar een jeugdherberg waar ik vroeger al gelogeerd had. Het was er nu vervallen. Het stonk er naar pis en bovendien was er geen plaats meer voor mij. Ik plaste in de hall, nam mijn bagage en ging in de stad.

    De mensen zongen en dansten. Op een plein kwam ik mijn ouders tegen die op zoek waren naar een logement. Wat doen die hier in Nepal, vroeg ik me af.

    Ik herinnerde me nog een leegstaand huis aan de rand van de stad.

    Plots stormde een neushoorn op mij af. Ik verstopte me achter een houten wand. Dan zag ik haar komen langs een aarden weg. Ze herinnerde zich ook het huis maar had de neushoorn niet gezien. Er loopt hier een neushoorn rond, riep ik. Ze lachte en droeg een kind op haar arm.

    24-11-2008, 18:37 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    23-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.parijs

    Donderdag 11mei 2006

    Aan de trappen van het gemeentehuis eet zij een broodje en ik sardienen uit blik dat we net gekocht hebben. De zon gloeit. We fietsen naar Parijs langs bebost gebied dat uitmondt aan de Maasvallei tot in Wepion. Nog vijf kilometer tot aan ‘Le chateau du beau Vallon’. Net op tijd om de zonsondergang te zien.
    ’s Ochtends dringt de zon door sparren langs het open venster in de kamer. Ik blaas haar wakker. We gaan verder door de Maasvallei. Halverwege Mariembourg … het is heet. Laten we in de schaduw ‘les boulettes de la maison’ eten. Terwijl zij in een tijdschrift bladert lees ik de krant. Dan steken we de Maas over langs een doolhof met smalle bruggen. De weg gaat verder recht door een bos. Dit wordt kilometervreterij.
    19h: De gastheer en zijn dame spreken met een Antwerps accent.
    Na de schemer zitten mensen buiten te praten. Er hangt een kruidengeur van barbecue in de lucht.


    zaterdagochtend

    Vannacht heeft het geregend. Bij het vertrek regent het opnieuw. Een uur later wordt de hemel blauw. In Balieux kopen we brood. Picknick op de trappen van een kerk. We fietsen langs een asfaltweg de grens over. Er is een vervallen café dat de tweede wereldoorlog nog gediend heeft.

    17h rue Jean Charton 18…
    De dame die ons verwelkomt is veel ouder dan ze eruit ziet. Geblondeerd, opgespoten lippen, weggetrokken rimpels, een boezem om U tegen te fluisteren en gekleed als een wulpse tiener.
    Die valt nu echt in mijn smaak, zeg ik.
    Hoe is dat toch mogelijk, zegt ze onbegrijpend.
    De inkomhal en de trap zijn versierd met roze en witte bloemen. Hemelbed opnieuw roze met pastel, spiegels en antiek. Satijnen kussens, frullen en franjes. Zelfs het wc-papier is geparfumeerd.
    ’s Anderendaags is het geneveld. De weg gaat lichtglooiend door gele koolzaadvelden, kleine dorpen zonder winkels en staminettes. In de late namiddag zijn we in de laaggelegen voorstad van Laon. De kathedraal is gebouwd op de top. Zodra we de spoorwegbrug oversteken begint de steile klim. Zij boekt een overnachting in hotel ‘Les Chevaliers’. Wijn, paté met zoutkoekjes op de kamer. Dan slenteren door de kleine stad ondergedompeld in strijklicht. De immense ruimte in de kathedraal is adembenemend. Het licht dat langs de glasramen binnenvalt wordt gevangen tussen bogen en gewelven waaruit een engelenkoor galmt. We gaan traag door de enorme middenbeuk. In het portaal neem ik in een lichtstraal een foto van haar. Vanop een stenen reling hierboven zien we het landschap waar we doorgefietst zijn. We kletsen tegen elkaar als goede vrienden.

    22h30
    Een sigarettrek in de vensteropening van de badkamer. Ik registreer zonder diepgang. Tijd om slapen te gaan.

    De volgende ochtend om 6h30 rook ik opnieuw in de vensteropening van de badkamer een sigaret. Iemand van de vuilkar plukt met een grijpstok zwerfvuil van het trottoir. De helft blijft liggen. De man staat er blijkbaar alleen voor.
    Terwijl ze uitslaapt ga ik in de stad. De onbemande kabellift die het lage met het hoge stadsdeel verbindt, gaat met hoge snelheid heen en terug, echter zonder pendelaars. Midden in een zijstraat aan ‘La Place General Léclercq’ laat een jongeman zonder gêne een hond zijn behoefte doen. Een uit tegenovergestelde richting komende voetgangster werpt met enige afschuw een blik naar de langwerpige zandkleurige drol. Het maandagochtendleven komt op gang. De kokette dames op de trottoirs vormen een schril contrast met de vervallen natuurstenen gevels. Nonchalante schoonheid. Klakkende hakken op de kassei…klak…klak…klak.

    16h35
    Burlp…die Leffe smaakt. Vive la France! Merde aux voitures! Vandaag zijn we amper twee fietsers tegen gekomen.
    Ik bestel ‘un grand café au lait’. Ze vindt die jonge serveuse onsympathiek. Ik niet. Ik hou van die koele uitdrukking en dat handje dat de deur dicht smakt in plaats van dicht te doen. Daarachter ligt meestal een ondoorgrondbare reden. Niet dat ik haar badwater zou drinken, maar het heeft iets.


    dinsdag 16 mei

    De gastvrouw, rondborstig struis, vraagt of we vanavond mee eten. Natuurlijk eten we mee. Ze toont langs een stenen trap de kamer.
    s’ Avonds zijn we met zes aan tafel. De gastheer die tevens burgemeester is, verschijnt als laatste met in zijn linkerhand een fles wijn. Een monument van een vent met politesse.

    woensdag 17 mei

    6h45

    De zon geeft al warmte in de hoger gelegen velden. Ik moet op tijd terug zijn om haar wakker te maken voor het ontbijt. Stipt om 8h wordt de tafel gedekt. Ik laat de ochtendlucht diep in mijn longen dringen, blaas ze krachtig uit, herhaal tot lichaam en geest scheiden.
    Na het ontbijt willen we nog een dag langer blijven, zonder moeite en tijd zat.
    De dorpen in deze glooiende landschappen zijn onveranderd gebleven. Alleen de weg heeft er een asfaltlaag bij gekregen. De huizen zijn opgetrokken met gekalibreerde witte steen en tegelpannen daken. Daartussen geel, wit en purper bloeisel dat bedwelmt. Hoofd ondersteund door linkerarm, verrijkt met leegte. Men zegt dat gemis de basis vormt voor een goed verhaal. Nu ik niets mis, niet het minste verlangen heb en alleen nog het ogenblik koester, verkleumt mijn pen bij elke zin. Binnen klettert geluid als afwas zonder afwasmachien. Ik dacht ook kikkers te horen in een kwakkend geluid.

    Leven ingekapseld in tijd en ruimte. Oneindig ziet het kind akkers opnieuw bloeien, heersen verzonnen Goden onmacht der wijzen tot het licht dooft.
    Is het een zwaluw of een vreemde vogel die dit geluid maakt? Het lijkt op een snel kabbelend riviertje, maar dan vanuit een boom.

    11h
    La Collégiale St. Thoma, gebouwd in 1182. Aan de ingangsboog is een inscriptie: ‘Le peuple français reconnaît l’Etre Suprême et l’immortalité de l’âme’. Ik koop een bloedpens die we op een bank achter een kermismolen op eten. Zij proeft twee centimeter. Ik slok achtentwintig centimeter naar binnen. Mijn vingers hebben er een bruin-rode kleur van gekregen. Ze zegt: veeg uw mond schoon.
    Op de heuvel aan de ruïnes van een Romeins amfitheater slaan we een bospad in. Nog tachtig kilometer.

    donderdag 18 mei

    22h53
    Place de la Bastille in Parijs. Ongetwijfeld drinken we cocktail op een terras. De laatste 30 km ging het in tegenwind langs een kanaal. Deze stad bruist. Ik kus haar op een wang. We hebben een goedkoop hotel gevonden in de rue Antoine. De fietsen konden in de inkomhal. Kleine kamer met twee eenpersoonsbedden. Ouderwets en versleten maar het werkt. Het water is even warm als in een viersterrenhotel waarvoor je hier gemakkelijk tweehonderd euro betaalt. In dit hotel mag je zelfs roken op de kamer.
    Het is nacht. We drinken chocomelk met Cointreau. Ik lonk naar ‘les Parisiennes’ die zwierig voorbij lopen. Nu nog banen fietsers zich een weg langs het drukke verkeer. Ongelooflijk. Parijs is een fietsende stad in wording. Ik krijg zin om mijn fiets in het hotel te gaan halen maar dan rijd ik onherroepelijk verloren.

    23-11-2008, 20:23 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    22-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zwartwitteveetje

    Wij kregen in 1975 een zwart-wit televisie. Een plastieken draagbare met een beeldscherm van exact vijfentwintig op twintig centimeter. Vier keer is het mee verhuisd en heeft het zowat op alle plaatsen gestaan. De laatste jaren stond het stokversleten in de badkamer. Hier en daar ontbrak er iets aan maar de vitale organen waren nog intact. We konden twee zenders ontvangen. Plots besliste vooruitgang dat beelden niet meer met antenne worden uitgezonden. Van de ene dag op de andere is ons teveetje beeldloos geworden. Ze hebben het vermoordt.

    Koop een cinemascreen en vraag een digitale aansluiting aan, zegt mijn zoon heel gewoon.

    Ik ga buiten staan.

    Er hangt sneeuw aan het rooster dat op het kampvuur van de zomer is blijven liggen. Niet ver vandaan staat vergrijzde lavendel die ik in gedachten nog zie bloeien. Nu weet ik het zeker, het kruid is aan zijn winterslaap begonnen.

    Donderdagnacht had ik een schuilplaats gevonden op een bank onder een afdak in een park. Twee jongeren ruim de volwassen leeftijd voorbij hebben mijn slaap verstoord. Een van hen rijkte mij een bierblikje aan maar ik wou water. Ik vertelde dat ik hier tijdelijk was en wees hen op energieverspilling in deze tijd. Tijdelijk licht, tijdelijk seizoen, tijdelijke wereld.

    Hou op met zeveren, zei een van hen.

    Gistenochtend was het aan het stormen met regen. Overdag bleef het droog. Het waaide door alle kieren. ’s Avonds werd het koud en vanochtend heeft het gesneeuwd. Nu schijnt de zon.

    22-11-2008, 12:45 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    15-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ongetiteld

    Eerst dacht ik te vertellen waarom ik dit zou schrijven en dan bedacht ik me weer. Nu ontgaat mij wat ik wou. Een kakkewals in de tijd echoot in mijn kop.

    Het is nu volle maan. Onze voorouders feestten dan want het land was ’s nachts verlicht. Moeders brachten hun kindren mee…hadden kruiden bij die ze over het nachtvuur strooiden terwijl ouderlingen door koperen pijpen zongen. Het gebeurde voordien enlaten we indachtig zijn.

    15-11-2008, 02:10 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    11-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zondag 9 november 2008

    6h: Ik ben klaarwakker, sta op, pers een appelsien en ga dan buiten op de binnenkoer. Het waait vocht. Het is niet koud. Ik kan in pyjama buiten staan. De tuin is bedekt met bruingele bladeren.

    7h: Stef komt thuis met vrienden. Ze hebben de nacht in de buitenlucht doorgebracht. Ik stop de borden in het afwasmachien en maak de keuken proper.

    8h30: Een tas koffie in de wind. Het is klaar geworden. Er bloeit nog zeldzaam purper met bordeaux. Ook rozelaars behouden een uiteindelijk wit restant.

    9h30: Zijbijmij is uitgeslapen.

       Vergeet niet dat we straks op zoek gaan naar een boekenrek.

    Oei, dat was ik vergeten. Ik ga me nu scheren.

    Ondertussen doet ze wat ze bij het opstaan al heel lang doet: ze drinkt koffie bij TV.

       Bert en Evie komen vanavond eten. Maken we ossobuco klaar?

    Ik geef de hond een inspuiting tegen suikerziekte en geef haar eten. Ze wordt blind.

    11h: In de zaak die vandaag uitzonderlijk open bleef stond aan de kassa een twintig meter lange file. Bij het zien hiervan zijn we meteen naar buiten gevlucht zonder boekenkast.

    Zijbijmij is nu ingridiënten gaan kopen voor het avondeten. Ondertussen snuit ik mijn neus en kan mijn gelaat opnieuw ongeschoren worden. Ik heb het gevoel dat mijn afgetakeld lichaam mezelf niet meer kan herbergen.

    12h30: Telefoon.

       Pappa, hoe laat komen wij eten?

    Rond zeventien uur?

      Liefst halfzeven. Ik wil nog wat doen vandaag.

    Halfzeven dan. Ik maak ossobuco klaar met pasta.

    Zij is terug en maakt de houtkachel leeg. Ik trek mijn houthakkerskleren aan en wil in novemberstorm brandhout klieven. Eerst een middagaperitief.

    13h30: Terwijl ik herfst bijeen gritsel poets zij het huis. Als de kinderen komen moet het er netjes uitzien. Ze heeft een geurkaars gekocht om de hondengeur uit de huiskamer te verdrijven. De transistorradio staat aan. Ze heeft de kachel aangestoken.

    er hangt houtskoolgeur in wind

    ze tekenen een wapenbestand in volle overgave

    aan nederlaag en zegevieren

    gehuld in strakke vesten en lange pardesu’s

    klimmen ze naar het schavot dat de toekomst gaat

    herverdelen met andere heersers

    …dat was gisteren.

    14h30: Stef heeft zijn roes uitgeslapen. Aan de koelkast vraagt hij wie de garnaalkroketten opgegeten heeft. Ik vannacht. Hij mompelt een Franstalige vloek.

    De zon komt erdoor. Mijn inktvod raakt verzadigd. Ik trek mijn houten klompen aan.

    Achteraan in de hof staan twee versleten tafels. Een van hen staat al twintig seizoenen buiten en is zo verzwakt dat ze amper nog een bloempot kan dragen. De andere is krom maar stevig. Aan beiden heb ik geschreven en avondlange gesprekken gehad.

    18h: de keuken is te klein voor ons twee. Ik ga de wijn chambreren en ervan proeven. Zij maakt het voorgerecht. De klokken luiden zes keer als een gebiedend geluid voor gelovigen en een tijdssignaal voor verliefden, een eeuwenoud geluid voor zij die geen uurwerk hebben.

    18h30: Het eten is bijna klaar. Ze lachen joviaal. Zijbijmij is content met de kinderen in huis. Ik ook. Het wordt hier een festijn.

    20h30: De fles wijn is leeg. Evie drinkt cola light.

    11-11-2008, 10:51 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    01-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kijken

    kijken

    bewegen blauwe twijgen traag

    luisteren ogen doof

    naar lichtgloed uit wolken

    die wind in oorschelpen

    alles doet bewegen in wit en geel

    na dit vroeguur van de winter

     

    nat en kil fluistert het weer

    iets uit een zwanendans

    op een verweerde tafel

    01-11-2008, 19:40 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.volrond
    ze zit op een bank midden in een stad
    we hebben op het middaguur afgesproken
    ze is op tijd
    ik ben twee minuten te laat
    eerst nog even naar het buro
    dan terug naar de zitbank
    dagschotel, sla, …de wijn is voor haar

    de dames zijn in dit gloeiend weer licht gekleed, getooid in geel, roze, blauw, verbloemd
    vrouwzomerbloesem gesprenkeld  met dure parfums

    diep uitgesneden decolette en gebronzeerde benen in laarzen met hoge hakken
    de mode heeft het uitzicht van het zomerseizoen bepaald
    de winkel met grote maten had wel iets
    volronde dames zonder corset die hun gading vinden
    sierlijk staan ze solidair te passen voor de spiegel
    de kleinste maat iets te klein
    de grootste maat iets te groot
    tot het ultieme kledingsstuk rond het lichaam past
    die winkel met grote maten
    daar zie je geen klasseverschil
    ik heb ondergoed gekocht
    geen schoenen?

    neen, ik had geen tijd   het heeft wel iets, die weg door het veld waarover je altijd vertelt
    ik heb dorst   drinken we nog iets?
    ik ga nog winkels in en uit    blijf jij maar zitten
    ik gluur naar schoonheid die passeert
    daarna komt ze terug en ga ik schoenen passen, kleedjes bekijken, in en uit
    vanuit gloeiende zon langs trottoir naar binnen en buiten
    onvermoeibaar
    tot mijn verschraalde tong langs mijn enkels daalt
    en ik verzuchtend op een terras de hitte met koelte verdrink
    ze is opnieuw verdwenen in de straat
    en dan komt ze terug en zegt ze: kijk wat ik gekocht heb
    drink ik de lauwe fond uit mijn glas   kom we gaan naar huis

    01-11-2008, 16:39 Geschreven door warket
    Reageren (3)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    28-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    maandag 27 oktober 2008

    Adfundum in de leegte. Alleen de besten mogen minder ziek dan hun fantasie over twijfel, terugval en vraagtekens vroegtijdig ontleven. Die tegendraadsheid stemt me niet eens mistroostig aan een vreemd verlichte tafel. Je bent nooit klaar met zoeken en vergelijken. Het instrument dat ik nu bespeel is een wild beest geworden. Het gaat nooit ophouden. De toegangswegen en de  ring rond Leuven raken overbevolkt. Dat veroorzaakt een prikkelende geur en maakt lawaai. De hele tijd vraag ik me het vermijdbare hiervan af. Economisch-sociaal denken op de fiets. Bezinnen tussen raven en konijnen. Door het winteruur wordt het klaar als ik vertrek. Gustaaf heeft zich overslapen. Terwijl ik mijn post lees en werfschoenen aan trek stel ik het zinvolle van de werkdag in vraag. Is het alleen voor de poen dat we het doen? In Kessel-Lo moet ik op een dak en daarna ook op de Sint-Pieterskerk, maar mijn benen trillen vandaag. Ma, ik heb geen evenwicht meer. ’s Middags wordt het een kebab en daarna zien we wel. Het zal een uur vroeger donker worden vandaag.

    28-10-2008, 14:02 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    26-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ma
    we zijn weg
    vader   moeder   zijbijmij
    en ik
     
    hij vertelt over zijn zus
    zijn broer...en verdwenen vrienden
     
    zij vertelt over kleinkinderen
    en over mij toen ik nog haar kind was
     
    ma,
    wat blijf je een prachtige dame
    ik...
     
    smeek nu aan joelende wind
    dat de inkt op mijn pen
    niet vergaat

    26-10-2008, 20:20 Geschreven door warket
    Reageren (3)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    22-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.heidenspraak
    In het ochtendcafé zit een man met gekruiste benen aan een kansspel. Op de glasplaat ligt een pakje Marlboro. Een vrouw kijkt rond, tuurt bij de koffie door het raam. Ze heeft krulhaar en draagt een bril. De ochtend loeit en reikt over iedereen heen als een reusachtig lichtgordijn. Schaduwen van zij die buiten zijn. Zelf vind ik mijn schaduw niet. Misschien besta ik niet meer.
    De maan had de avond voordien nog wazig geschenen en de wind was gaan liggen zodat de loszittende dingen niet meer bewogen.
    Het nieuwe fietslicht schijnt in het donker een ander licht.
    Koude regen en windvlagen striemen. Bladeren rotten nu op de platgestampte aarde. De stad is bijna leeg.
    De terugkeer lijkt oneindig ver. Eens mijn ijzig gezicht ontdooid, ben ik thuis.
    Zij kwam in een zwarte winterjas. Ik beluisterde muziek.
    Nu stop ik het restant van de avond in een afwasmachine.
    De dampkap in de keuken maakt lawaai; ook het gekletter van teljoren als ze de tafel dekt.
    Langzaam in de nacht blijft de maan verscholen in joelende wind. De berk verliest zijn laatste zomertakken. Hier, …elders schreeuwt de wereld een lied.
    Laten we dansen van vreugde, overlopen van levenslust. Onjuist is het niet, ook al kan die uitbundigheid overslaan in woede.
    Nog een dag te gaan. Dan ga ik na zonsondergang als een heiden in het bos op een open plek bewaarde spraaksels prevelen.
    Het is koud geworden. De herfst wordt met rijm bedekt.

    22-10-2008, 20:42 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.neig
    Weet je wat ik neig vind aan dit leven? Dat het zo tijdelijk is. Ben ik dankbaar   dat we hier vier   seizoenen hebben, ons gedacht kunnen zeggen en met drinkbaar water uit de kraan onze handen wassen.

    De telefoon maakt lawaai. Het is vollemaan die voor alle zekerheid vraagt of we de brunch van zondagmiddag niet vergeten zijn.

    Neen. Zal ik HAAR roepen?

    Een kwartier later is zijbijmij met vollemaan nog altijd aan het comuniceren. Ook dat is neig.

    Rond vijftien uur was de hemel blauw geworden en werd het fris. Het duurde een uur later dan gisteren voor het donker werd. Enkele dagen geleden was het volle maan in een heldere hemel. Ik ben er 's nachts doorgereden. Je kon de veldweg en de omgeving in dat maanlicht zien. Ook dat is neig.

    En in de vooravond liepen zes fazanten op de weg tot er een tractor afkwam. Toen ze wegvlogen trokken ze hun poten in zoals eenden dat doen. Dan keer ik terug in de oertijd en zie reuzenvogels over dit landschap vliegen.

    En die telkens opkomende zon, dat is om helemaal gek van blijdschap van te worden. Toch zal iemand ooit het vergaan van deze planeet ervaren. Misschien zijn wij daar het begin van.


    16-10-2008, 22:16 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.donderdag 14 oktober 2004

    De dagen worden korter, de nachten lang. Binnenkort zal de zonsopgang onderweg verdwijnen. Zonsondergang is voorlopig nog een cadeau tot het winter wordt. Seizoenen kennen geen stilstand.
    Aan de campus fiets ik in tegenovergestelde richting van aankomende studenten. Ze fietsen tegendraads, nonchalant, onbezonnen giechelend en kwetterend. Toen gebeurde waarvan ik dacht dat het me nooit zou overkomen. Een  frontale klap in schemerlicht. Ik botste tegen een fietser met korte rok en kniekousen aan, die graag heeft dat de kou tussen haar benen bijt. Ik heb nog geen handschoenen aan en rijd met dunne kousen en sandalen.
    Schreeuwend, wenend lag ze langszij. Ik voelde me schuldig
    ook al reed ze tegendraads en was ik niet in fout. Als een gek graaide ik haar schriften van de weg, probeerde ik te vertellen dat dit een stom toeval was, dat het nu eenmaal kan gebeuren.
    Later verlies ik mijn menselijkheid als ik naar de eenden op het water kijk. Zie hoe ze vliegen en kwetteren in een onverstaanbare taal. Twee eenden komen dichterbij. Ze vragen om eten maar ik heb niets bij.
    Weer niets…niets erweer…. Zoweer is een wereldbeeld verdwenen van eenden in volle vlucht kwetterend in een onverstaanbare taal.
    Aan de kant van de rivier zit een kater.
    Zijn snorharen zijn bevroren. Hij zit daar tot ik dichterbij kom. Dan sluipt hij weg. Ik passeer de plaats waar hij was en vergeet haast de reden waarom ik hier ben. Het komt door die rivier zonder vissen met een kater aan de zijkant.
    Verder, evenwijdig met dit pad is een treinspoor en een brug. Een brug waaronder ik als het regent mijn handen droog en een sigaret draai. Dan sta ik ook te staren naar de grijze lucht, de brug, de spoorweg, de rivier, naar rimpels van regen op het water met uitdijende cirkels die botsen tegen de kant, die de boeien verbreken waaraan ik gekluisterd ben. Even niet ze, wij, men, enzovoort.
    Ik heb altijd plezier gehad om met iets onvoltooid bezig te zijn, maar nu blijft er niet zoveel tijd meer over. Meer en meer denk ik aan onze sterfelijkheid. Vreemd genoeg bedroeft mij dat niet. Wat mij nieuwsgierig maakt is of er iets onthullend zal zijn na het afsterven. Of zal het zijn zoals voor onze geboorte: ...niets.   Hoe kan ik dit tijdelijk bestaan erkentelijk zijn?  Ik dacht dat ouderdom wijsheid had maar er zijn meer vragen dan voordien. We worden onvermijdelijk oud. Een voor een. Het is een kwestie van tijd. Alleen de sneeuw, regen en wind verouderen niet.
    Later bij mijn terugkeer
    naar huis nam ik twaalf gepikte bakstenen mee. De boeren doen de bieten uit. Ze blijven maar doorrazen met hun machines over smalle wegen. Veldwegen zijn dan modderig en met die felle wind van vrijdagnacht  liggen daar waar bomen staan afgewaaide takken op de grond. Met twaalf bakstenen in het pikkedonker op een modderige veldweg in een lichtstraal van twaalf meter klief ik naar huis.
    Wintermaan, ijskoude wind. Mijn adem verdampt. Kom ik thuis.
    Van gruwelen gespaard, ben ik nu alleen achter gebleven in een avond…spreek tot iemand mijn woorden leest Twee woorden zoals wijnrood en fluweel.



    14-10-2008, 00:00 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dinsdag 11 april 2006

    Ook al is ze bijna zegtig, ze moet nog manieren leren. Met een zakje “Krupuk” in mijn linkerhand  zeg ik: zit. Ondertussen ga ik verder van haar weg en als ze aanstalten maakt om naar me toe te komen zeg ik: zit.

    Als ze dan zit krijgt ze een “Krupuk” als beloning. Anders eet ik het zelf op, dat krokant weet-ik-niet schelpje met vissmaak betoverd.

    Iemand zei: ge liegt tegen mij.

    Aangedaan keek ik haar aan en zei: mijn leugen is waar.

    Dan gingen we op reis naar het zuiden op een avond in een stad volgebouwd met restaurants. De kelners probeerden op straat klanten binnen te lokken. Er heerste een enorme drukte. We besloten om met ons lichaam over de stad te vliegen waarna we in een weiland terecht kwamen. Daar ontmoetten we een eenzaat die een paard bezat. Telkens als iemand voorbij kwam sprong het paard over de omheining om de voorbijganger te groeten.

    Op een keer was het paard alleen en vonden we de eenzaat in een sloot. Zijn bovenlichaam was verstijfd. Zijbijmij droeg hem op haar schouders. Hij leefde nog maar sprak niet meer. We brachten hem naar het dichtstbijzijnde huis.

    Daarna stonden we in een groot gebouw met veel verdiepen. Beneden waren ze het aan het verbouwen. Mijn vader liep tussen de werklieden en had een leidende rol. Hij was nog jong. Ze stoomden behangpapier van de muren.

    Ik ging buiten en stak een Cubaanse sigaar aan die ik van een vriend gekregen had op een feest. Er was een scheur in de sigaar en het tabaksblad verpulverde in mijn mond.

    Plots besefte ik dat zijbijmij verdwenen was. In paniek ging op zoek in het gebouw maar vond haar niet. In elke kamer waar ik binnen kwam waren de mensen kwaad om mijn onverwacht bezoek. Ik voelde me onderdrukt en had een groot verlangen naar haar. Zonder haar zou ik dit leven niet overleven.

    Dan ging ik naar het huis waar we de eenzaat achter gelaten hadden. Hij leefde nog en zei: ze is hier geweest en is net vertrokken.

    Ik ging buiten en vond het paard.

    Weeral word ik wakker. Onderweg twijfelt een haas of hij zou vluchten voor mijn nabijheid en sprokkelen kraaien takken voor een nest. Het zonlicht blijft verdoken in een dichtgeslibde lucht. De dag woedt verder tot het avond wordt.

    07-10-2008, 17:47 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    06-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Om vijf voor twee zie ik mensen naar hun uurwerk kijken. Afspraak om veertien uur. Onherroepelijk minstens een kwartier te laat. Ik zal zo laat zijn dat het een gemiste afspraak wordt. Een telefoonnummer heb ik niet om mijn nalatigheid aan te kondigen. Een lege fles met een boodschap dobberend op de rivier of een bericht meegeven met een duif is niet meer van deze tijd.

    Er stopt een lijkwagen vlak bij mij. Ik sta immers aan de ingang van een begraafplaats. De kistdragers stappen plechtig uit. Ze dragen lange donkergrijze jassen van kwaliteit. De ceremoniemeester is gehuld in een blauw pak. Er is echter geen publiek, geen enkele nabestaande…ik maak me uit de voeten om deze vijfmansplechtigheid niet te verstoren. Abdij van Park noemen ze deze plek.

    06-10-2008, 17:42 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    05-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zondag 5 oktober 2008

    Ik was op stap met collega’s  toen we op een bouwwerf van mijn vroegere werkgever kwamen. De graafmachines draaiden op volle toeren. Er werd geroepen en getierd. Ik zag hoe de kraanman een krat wijn naar boven hees. De werfleider herkende me meteen. Hij vond het vreemd dat ik met collega’s op werfbezoek kwam. Ik vertelde hem dat het puur toeval was.

    In de werfkeet kwamen we de projectleider en de zaakvoerder tegen. Verdiept in bouwplannen gedroegen ze zich wantrouwig over onze aanwezigheid.

    Plots wendde de zaakvoerder zich tot mij en zei op een toon die ik herkende :

    “Ofwel ga je opnieuw voor mij werken ofwel verlaat je deze werf”.

    Ik voelde opnieuw de hel in die laatste jaren toen ik voor hem in dienst was geweest en bedankte voor het aanbod waarna we verder gingen.

    In de vooravond als iedereen weg was kwamen we terug. We hadden een slaapplaats nodig. Het hek hadden ze vergeten dicht te doen en de deur van de werfkeet stond open. Net toen we bijna sliepen knetterden blauwe vlammen uit de stopcontacten. Hals overkop vluchtten we in het donker langs de bouwputten naar de uitgang. Die was nu gesloten. Plots begonnen motoren te ronken en kwamen de graafmachines in beweging. De nachtploeg ging aan het werk. Zonder dat iemand het zag konden we over het hekken klauteren en verdwijnen in het veld. Daar stelde ik vast dat ik mijn boekentas in de werfkeet vergeten was. Ik liet mijn collega’s verder gaan en keerde terug. De projectleider zat me op te wachten. ‘Dat had ik van jou niet verwacht’ zei hij. ‘Kom je dan toch terug bij ons werken

    ‘Ik heb hier vannacht geslapen en vergat mijn boekentas mee te nemen’ bekende ik.

    10h21: storm en regen buiten. De houtkachel smeulde nog vanmorgen. Ze was nog warm. De zoon had er op het einde van de nacht bij zijn thuiskomst een houtklomp ingelegd.

    Normaal zou ik naar de oudste zoon gaan om het plafond te plamuren maar we hebben problemen met het opstarten van de verwarmingsketel,  de nieuwe spoelbak van de wc moet geplaatst worden en het hout ligt om ingekort te worden voor de houtkachel. Ik bel hem dat ik niet kom. Hij lijkt opgeluchter dan ik wanneer ik het hem vertel. Zijbijmij had ook niet veel zin.

    Het is moeilijk om aan iets te beginnen als je zin hebt om in de zetel te ploffen en wat te lezen.

    Doe dat dan, zegt het duiveltje in mij.

    Gun de klus geen uitstel. Eens zal je het toch moeten doen, redeneert de huisvader.

    11:05: de verwarmingsketel werkt terug. Vanwege het proefdraaien wordt het binnen tropisch warm. Ik heb zin in een broodje confituur met boter. Zijbijmij dwijlt het hondshaar van de vloer. Daarna gaat ze in het dorp inkopen doen. Vanavond eten we ajuinsoep.

    De zoon is opgestaan en ligt in de oude lederen fautuille met zijn knokige voeten voor het vuur. Neuspeuterend staart hij voor zich uit. Ik observeer en ga op zoek naar de herinneringen toen hij nog een kind was. Tenslotte herbeleef ik zijn geboorte.

    15h: wat een rotweer. Het riet waait tegen de grond. Alles is nat. Geen raaf die uit een boom komt. Zullen we in die windvlagen gaan wandelen? Neen, daar heeft ze beslist geen zin in. Zelfs de hond krijg je met geen stok buiten. Hou op met dat gezeur over het weer. Morgen staken ze tegen welstandsverlies. Wablieft?

    05-10-2008, 19:43 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.blind

    Ik ga weg
    weg van hier
    Je zal het met herinneringen verder moeten doen.
    Ik wil alleen zijn,
    slapen op onmogelijke plaatsen,
    overleven, niemand zijn, wegsmelten als sneeuw.
    Ik wil we niet meer. Het moet ophouden te bestaan.
    Die lucht, wat sta ik ernaar te kijken alsof het de laatste keer zou kunnen zijn.
    Het is alsof ik op een hoogvlakte lig. Heb ik niet teveel gezondigd in dit leven?
     
    Licht kan gloeiend zijn. Het maakt dingen tot schijn.
    Wat je aanraakt heeft een kleur, is blijdschap die je voelt.
    Ik zie het met mijn ogen.
    Ik zie niet wat jij gewaar wordt in die onomkeerbare stilte in het donker. Je hebt
    niets anders gekend. Het zal nooit anders zijn.
    Toch wil ik het beschrijven in jouw gedachten.
    De zon is een vuurbol en doet pijn als je er lang naar kijkt. Ze werpt onze schaduw op de grond.
    Dat kunt ge U niet inbeelden want ge hebt het licht nooit gezien.

    03-10-2008, 15:58 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    30-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zondag 9 april 2006

    zondag 9 april 2006

     

    5h  ’s morgens: ik ben opgestaan, drink lauwe koffie als overschot van gisteren en eet de rest van de suikertaart. Ik had een vreemde droom. Mijn familie had me verlaten. Ik voerde een anarchistische strijd tegen een uiterst rechtse gemeenschap waarbij mijn broer zich had aangesloten. We leefden op voet van oorlog. Ik was niet alleen. Ik leidde een verzwakt volk dat steeds op de achtergrond bleef. Heel zelden ontmoette ik mijn familie die mijn levensstijl afkeurde. Mijn broer speelde een cruciale rol. Ik stond op het punt broedermoord te plegen, klauterde over een omheining en werd achtervolgd door een stier.  Dan ontmoette ik mijn oudste zoon. We sliepen als tegengestelden buiten dicht bij elkaar. Hij werd wakker als een kind en vroeg om bladgoud te eten.

    Dit is geen dag om binnen te blijven. De zon schijnt, geeft warmte ook in tegenwind. De markt is zoals alle zondagsmarkten zijn: alledaags op een zondagvoormiddag. Ik zei het al of wellicht nog niet: we zijn bij het krieken van de dag opgestaan. Laten we weggaan, zei ze.
    Toen we terug kwamen reed ik voorop en verdwaalden we kortstondig langs veldwegen. Stilaan wordt het dan later.
    Nu is het vooravond en riekt het binnen naar soep. Iemand stapt mijn omgeving voorbij. Waarschijnlijk een vrouw of een man.
    De geur van mijn vingers, mijn pols…doen me denken aan deze dag. Het is zondag.
    Er komt nog iemand voorbij. Weeral heb ik niet gezien of het een vrouw of een man is. Het was op een draf, een loopje. Waarschijnlijk gaat hij of zij naar huis, gaat dan onder een regendouche of in een heet bad met geurige oliebolletjes die langzaam ten onder gaan. Daarna soupé met namaakkaviaar en champagne.
    Wie weet wat er nog gaat gebeuren nu het donker wordt.
    Ze zeggen dat op dit uur de merels fluiten. De zon gaat onder langs de volwassen berk. Het eten is klaar.
    Ik eet weliswaar met mate een avondmaal. Ziehier de romantiek van een zonnestraal in een volle maag. Wat ben ik blij om tot de bevoorrechten van deze wereld te zijn.
    De nog thuiswonende zoon stuift de trap af en vraagt welgemeend of het morgen paasmaandag is.
    Neen, dat is pas volgende week maar laten we proberen om een kokosnoot open te breken zonder teveel lawaai.
    Ik hak met een scherp vleesmes met verbazing het hoofdje van de noot eraf.  Heerlijk dat kokossap, zegt mijn zoon. Hij snijdt het witvlees eruit en zegt: ‘van de schelp maak ik een asbak’.

    30-09-2008, 22:39 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    28-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zondag 28 september 2008
    Fris buiten. De zon is opgestaan. Het is acht uur. Stef is net vertrokken om zijn examen bosbeheer. De koffiepot is nog halfvol.
    Een prikje aan de hond, naar het toilet, keuken opruimen. Voor de bakker is het nog een half uur te vroeg.
    9h: Zes sneden beenhesp en een halve kilo gehakt. Ze hebben het over deze schitterende nazomerdagen. Er is geen zuchtje wind.
    10h30: Vollemaan en Dupont (die zich overslapen had) komen zijbijmij oppikken. Ze gaan naar een plantenbeurs. Ontbijten doen ze bij Greet. Ze hebben zich onoverdreven opgetut. Dupont zoals gewoonlijk zigeunerachtig, vollemaan wat jongensachtig   en zijbijmij heeft haar purperen jasje aan. De zomer onder de armen.
    Ik tracht hun gezelschap nog wat aan tafel te houden maar er is geen houden meer aan. Ze geven me een zoen.
    "Zijt voorzichtig en geen alcohol voor wie met de wagen rijdt!" roep ik nog alsof het pubers zijn. Dan gaat de tuinpoort dicht en is de zondag voor mij alleen.
    Straks gaat het zonlicht over de tafel schuiven. Ik schuur er de vet- en wijnvlekken uit.
    13h30: Het bladeren in de krant maakt me misselijk.Teveel onfatsoen dat de wereld naar de kloten helpt, maar niet de oase van onze tuin, zijbijmij, onze kinderen...en tenslotte de hond.
    14h30:   Spoelbak van wc hersteld. Lekt nog een beetje. Boodschappen doen in de enige winkel die de hele zondag open blijft. Eerst een glas wijn. Zou ik mij niet scheren?
    16h: Voor mij rijdt een vrouw te paard. Zie hoe ze haar heupen rond het dier klemt, evenwicht bewaart met de beweging van haar lichaam op de cadans van die paardenrug. Ook zij is nu alleen. Ik moet plassen.
    In mijn dagboek steekt een vogelpluim. Opgeraapte herinnering. Even zie ik vlinders maar het blijken vallende bladeren te zijn.
    20h30: Ze is thuis. De avond begint. Alleen vliegtuigen hoor ik nog. Het is redelijk stil. We eten wortelen met erwten. Nooit zal ik iets anders beminnen zoals zijbijmij. De dag eindigd nu.

    28-09-2008, 22:45 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    24-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.schuw

    Als je constant bezig bent met wat je denkt met wat een ander wil wat je bent  crash je vroeg of laat. Daar stopt het en kan je niet meer denken.

    Er is geen dageraard meer zegt ze.

    De lucht is gesluierd. Het motregende vanmorgen nog.

    Waar ik ook ga, als ik vandaag iemand in de ogen kijk ben ik er zeker van dat men de triestesse in mijn aankijken ziet.

    Ik voel me angstig. Ik schuuw deze dag en wil een nachtdier zijn.

    24-09-2008, 23:23 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    13-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.duimreuk

    Weeral beschrijf ik in herhaling ruikend tussen duim en wijsvinger een moment. Eerst die gehoorapparaten uit. Er is hier teveel lawaai. Heerlijk is daarna die stilte.

    Nu nog in verbeelding een paar Romeinen verslaan, oceanen bevaren in een hevige storm en daarna de buurvrouw neuken. Dan maak ik kip met knoflook klaar.

    Het motregent buiten, het is grijs en vaal. Een duimreuk maakt dat wel goed.

    13-09-2008, 16:36 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.mountainbike

    We gingen ergens naartoe. ‘We’ was niet erg duidelijk en ‘naartoe’ evenmin. In het dorp waar ik opgegroeid ben zou een trein komen die de mensen ergens naartoe bracht. Ik verkoos echter om met een mountainbike te gaan. In het begin verliep de tocht moeizaam. De straat leek wel op een gerimpeld tafelkleed dat voortdurend verschoof. In het halfdonker reden tractoren heen en weer.

    Toen ik aan een hypodroom arriveerde kwam het daglicht op. Gilbert Aché stond me op te wachten met tickets. Eens plaats genomen op de gradins van het stadion vroeg ik hem: ‘Wordt dit een paardenkoers?”.

    “Neen, ze gaan hier voetbal spelen” zei hij.

    Plots kwamen twee bekenden erbij zitten waarvan één van hen zei: ‘Je hebt gisteren een trappist gedronken. Drink niet zoveel’.

    Door het feit dat ik hier niet op een paard kon wedden en tevens een hekel aan voetbal had besloot ik om te gaan fietsen. Om bij mijn mountenbyke te geraken moest ik de lift nemen. Met liften liep het altijd scheef maar deze keer (behalve het feit dat de lift overbevolkt was met dienstvrouwen die telkens op een ander verdiep dan ik moesten zijn) verliep alles normaal.

    Eens beneden begon iemand mijn oud fototoestel uit elkaar te halen. ‘Wees niet ongerust, ik heb hier verstand van’ fluisterde hij in mijn oor.

    ‘Plaats dan tevens een nieuwe batterij in mijn gsm’ zei ik bezorgd toekijkend hoe hij de tandwieltjes terug in elkaar vees.

    Het was een oud toestel waarmee ik vijfentwig jaar geleden drie volle manen in Kathmandou was geweest.

    Toen hij het terug helemaal in elkaar had gezet begon het toestel te lachen met een vrouwelijke stem en riep: ‘Ik ben opnieuw nieuw! Waarom heb jij dat niet eerder gedaan?’.

    Mijn mountainbike wou ook een beurt maar de technicus was inmiddels verdwenen.

    ‘Wat doe jij hier. Waarom zat je niet op de trein?’ vroeg mijn vrouw die met de zoon op een tabouret naast mij kwam zitten.

    ‘Ik ben met de fiets gekomen en neem nu de trein’.

    We vertrokken tezamen. In het station verloren we mekaar uit het oog. Ik besloot dan maar willekeurig op een trein te stappen en wisselde in elk station tot ik mijn geboortedorp herkende. Ik stapte af en kwam in de struiken terecht. Er waren spoorarbeiders aan het werk die me aanmaanden de berm te verlaten. Ik vroeg aan één van hen of mijn grootmoeder nog leefde waarna ik een met steengruis bedekte helling af liep naar het grootoudershuis.

    Op de stoep zei iemand die me nog herkende dat mijn grootmoeder naar de bakker was. In afwachting at ik alle rijpe aardbeien uit de tuin en besefte te laat dat ze hiervoor boos zou zijn omdat ik er geen bruine suiker op deed.

    Toen ze niet opdaagde ging ik te voet naar huis. Aan de voordeur zei mijn zoon:’ Ze is ongerust geworden en is op zoek naar jou’.

    13-09-2008, 12:29 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    12-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de laatste mens
    In deze ochtend
    pikken zeven raven nog gauw
    vergeten graankruimels
    uit omgewoelde grond.
     
    Als de zon plots een schaduw
    langzaam over de aarde schuift
    houden hanen op met kraaien
    janken hondenteven
    in het vale lichtrestant.
     
    Het is genoeg geweest
    met die twijfelende zekerheden
    liefde en verderf.
     
    Eindelijk scheurt, kraakt het land
    barensweeën in opkomende kilte
    een verkorte dag
    de laatste mens.

    12-09-2008, 20:30 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    09-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.konijnenvoer
    Een ouwe plukt konijnenvoer. Mensen zoals hij hebben de gewoonte om goeiendag te knikken.
    Er fladderen koolwitjes over het groeiend loof van bieten die in de vrieskou gaan rijpen. In korte hemdsmouwen is het vandaag nog warm. Het dagzweet kleeft aan men lijf.
    Ik ben bang om zomaar de kier van je deur open te duwen zegt iemand tegen mij.
    We hebben geen haast.
    Ondertussen drink ik het gif van een verdronken bij uit een trappistenglas. Vergeef me haar vroegtijdige dood. Ze is van een dronkroes gespaard gebleven.

    09-09-2008, 22:03 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.demonen

    Het paard was nog niet bejaard toen het in mijn bijzijn neerzeeg in een plotselinge dood. We kenden mekaar amper twee dagen. De eigenaar had het afgestaan. Ik had het nog niet bereden. Het was een wit paard dat lachend stierf.

    Toen ik het wou begraven belandde ik in een tempel met rotsachtige doolgangen .

    Op sommige plaatsen slenterden mensen rond die zwegen. Ze leken mijn aanwezigheid niet op te merken. Plots veranderden ze in demonen die beurtelings op me af kwamen. Sommigen spuwden scherven, anderen hadden een stekelvacht waarmee ze me bliksemsnel trachtten te raken. Ik kon ontkomen aan hun aanvallen door me in spleten van rotswanden te verschuilen maar steeds vonden ze me opnieuw. Net toen ik de kille adem van een van hen in mijn nek voelde kwam ik in de buitenwereld terecht, vlakbij een landingsbaan aan de luchthaven. Het was nacht. Het bleek een landingsbaan voor vliegtuigen in nood te zijn. Ik zag een vliegtuig op en neer duiken tot het in een spiraalvlucht te pletter viel. De brokstukken vlogen over me heen. Ook daar bleef mijn lichaam ongeschonden.

    Ik werd wakker en keek of ze naast mij lag. In het zwakke schemer zag ik de contouren van haar gelaat vol stekels en scherven die langzaam verdwenen. Er lag een engel naast mij.

    07-09-2008, 15:26 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    03-09-2008, 21:48 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    30-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bloedneus
    Ik herhaal. We zitten tezamen en eten pens met appelmoes.
    De zoon komt thuis.
    De hond kucht.
    Ik ruik het zweet aan mijn hand,
    bekijk een beeld met tieten en een navelbuik.
    De klokken luiden met voetstappen op de kassei.
    Zal ik nog wat klimop wieden of een fles 'Pineau Des Charantes' ontkurken voor ons twee?
    In deze warme windstilte snuit ik mijn neus
    en kijk in de zakdoek of er geen bloedsporen achterblijven.
    Zijbijmij vertelt over een vent.
    De zoon eet nog een pens.
    Een ruik aan de buitentafel en dan de ladder op.
    'Zou je niet beter het strijkijzer herstellen' vraagt ze nog.
        'Als het regent'.
    Zie deze tafel zo besmeurd
    met bloed, wijn en etensrest
    in nonchalance gepatineerd
    gedekt met herinneringen.
    Zijbijmij heeft een avondkleed aan gedaan en zit vlakbij.
    De chirurg komt in zijn luxewagen voorbij.
    De keffer blaft.

    30-08-2008, 21:15 Geschreven door warket
    Reageren (3)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    29-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.in opgetroopte hemdsmouwen
    De dagen korten alweer. De boer begint te mesten. Alleen maïs blijft nog overeind.
    Wetende dat alles in een ogenblik gedaan kan zijn ben ik op een andere manier verbonden met de dingen. Het verleden speelt een rol en stilstaan, ja, dat wel.
    'Live the way you like' lees ik van een plastieken boodschappentas.
    Op mijn fietsklok is het 12h40. De hemel is dicht bewolkt. Het blijft droog. Ik rijd in zwart hemd met opgestroopte mouwen. De windtemperatuur is mild. Als je aandachtig kijkt beginnen boombladeren al stilaan te vergelen. In bermen zit nog bloeisel maar klaprozen zie ik niet meer. De seizoenen gaan zo snel.
    Onderweg zie ik twee tieners voorzichtig zoenen. Wat verder is er een frituur waar ze zelfgemaakt stoofvlees serveren.
    Het daglicht verheldert. Zo kan ik me beter oriënteren als ik van de weg dwaal. Ik verplaats me in een wereld waar meer dan zestig procent van de bevolking jonger is dan ik.
    Mijn soortelijk gewicht is nul-komma-nul in deze samenleving. Als ik dan al eens mijn bek open doe moet ik luidkeels aandacht vragen. Dan denken ze: 'Het is de warket maar'.
    Geen erg. Dat is een gans leven al zo geweest. En ja, wat is dit fragment dat ons leven is in een voortdurend veranderend tafereel dat zo onvoorspelbaar is. Waarschijnlijk heeft het iets met voortplanting en zelfbehoud te maken.

    29-08-2008, 21:01 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    22-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.helaas
    Inderdaad, de dingen zijn niet zo helaas zoals we ze inbeelden.
    Ik had er nooit over nagedacht dat beschrijving herhaling kan zijn.
    'Je schrijft weeral hetzelfde' zegt ze.
    Ik kijk naar haar rok, haar benen, haar hals en uiteindelijk in haar ogen.
    Ik ben het maar. De layaut kan me niks schelen. De wereld zoemt om ons heen.
    Nu ben ik zelfs mijn schrijfgerief vergeten op een veldweg.
    Niks erg, maandag raap ik het weer op.
    Het regent bijna voortdurend en toch is er een zonsondergang. Fantastich toch? 

    22-08-2008, 23:14 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    19-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.geur
    Mag ik aan je ruiken
    's nachts
    nu
     
    ja, gij
    ik ruik je
    in mijn slaap

    Je schrikt niet
    met die uitgestrekte armen
    voor mij
     
    ik ruik jouw nabijheid
    bij mij

    19-08-2008, 23:58 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    17-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.afscheid
    Luister naar de stad. De tafel is gedekt met de beste kazen, het glas invloedrijk gevuld.
    Mijn gastvrouw zit aan tafel,
    wuift twijfel.
    Met tussenpozen strijken zachte windvlagen om ons heen.
    Dan sterft het geluid, beweegt de tijd tot zijn einde.
    Stil glijdt de wind over tafel.
    Het gebladerte beweegt lichtschaduwen die zwijgen.
    De slaap moet me nog overkomen in een satijnen nachtgewaad dat wenkt op woelige golven,
    als een herinnering.
    Misschien zit ik hier tot in de ochtend, laaf ik slapeloosheid aan naasten.
    De gastvrouw toont hoe ik de lichten kan doven, wenkt mij nog voor de laatste woorden.
    Ik zal afscheid vergeten,
    in maanlicht slapen.

    17-08-2008, 21:24 Geschreven door warket
    Reageren (4)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.litteraire droom
    Ik had in een bos, aangrenzend aan een kasteel, een boom gerooid. Omdat dit in de illegaliteit gebeurde besloot ik om als het donker werd de stam in stukken te zagen en met de stootkar naar huis te brengen. Rond middernacht was de klus geklaard en duwde ik langs een bospad mijn kar voor me uit. Ik werd verrast door een groep bedevaarders die dezelfde weg volgden.
    's Anderendaags werd ik op het kasteel ontboden. Tot mijn verbazing mocht ik aanschuiven aan een rijkelijk buffet. Ik werd zelfs verzocht om aan tafel plaats te nemen naast de kasteelvrouw. Ze vroeg me of ik mijn schrijfgerief meegebracht had. Het was de bedoeling dat ik het feest zou beschrijven voor haar overleden minnaar.
    Toen ik per vergissing van mijn inktpot dronk werd ik van tafel weggestuurd.
    Het was bijzonder moeilijk om de uitgang te vinden. Een doolhof van lege ruimtes en brede stenen trappen met hier en daar verdwenen treden. Een dame zonder gelaat opende een deur langswaar ik op een marktplein kwam. Ik herkende deze plaats. Er stonden grote luidsprekers waaruit gedichten klonken. Ik vroeg aan een toeschouwer waar de dichter was.
    'Die staat achter het stadhuis' antwoordde hij.
    In een zijsteeg achter het stadhuis zag ik Herman aan de microfoon.
    'Ik wil mijn publiek niet zien' zei hij.
    Herman was aan een pauze toe. Ik had een fles Cognac meegepikt uit het kasteel.
    'Ook een slok of ben je nog steeds af van de drank?' vroeg ik hem.
    Daarop graaide Herman de fles uit mijn handen en dronk ze in een teug leeg. Dan zeeg hij neer.
    Ik riep door de microfoon dat de voorstelling afgelopen was. Net toen ik me uit de voeten wou maken liep ik de burgemeester tegen het lijf.
    'Dit zullen we maandag bespreken' zei hij streng. 

    16-08-2008, 11:11 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    11-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zondagnacht
    Mathilde
    is gegroeid in haar heelal
     
    een dronken wesp
    slaapt haar roes in een tafelkier
     
    nog wat nachtvlinders rond het kaarslicht
    de tafel wiebelt op muziek
     
    zelfs de grond beweegt
    of zou het een voetstap zijn die de aarde trilt?  

    11-08-2008, 01:04 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    04-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ietwat verward
    chaotisch is dit
    alles ligt verspreid
    de tuin bezaaid met afval

    het hemelwater stroomt door het dak
    ik verpulver het gebinte
    in mijn vingers

    nu ook draagmuren
    kantelen in de storm
    verlaat ik niet dit pand

    ik heb een woonst beloofd

    beneden zitten twee knechten
    en een vogelverkoper
    met twee kanaries

    een ervan kan niet zingen
    maar heeft bonte veren
    reinig ik een vogelkooi

    en laat de kanarie vliegen
    in zijn vlucht

    de knechten werken
    zijbijmij zit op het dak
    en duikt

    het laken is nat
    ik ben nat
    halfdonker, het is nog maar tien voor vijf

    naakt sta ik voor de spiegel
    en schrik van mezelf

    04-08-2008, 23:42 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ze bijt
    Voorlopig is de hittegolf voorbij.
    'De zwijgende meerderheid' zei ze vanmorgen tijdens een ontbijt. Gisteren kwamen Jean-Pierre en Christien toevallig voorbij. Ik zat aan de buitentafel dromerig te ruiken aan mijn hand.
       Kom erbij, maar steek uw hand niet uit want ze bijt.
    De hond?
       Neen, de tafel. Ze is nog nieuw. Jullie zien er goed uit. Een appelcider? Er zit maar twee graden alcohol in.
       Liever koffie op dit uur. Je bent vermagerd.
    Jean-Pierre en Christien zijn op zoek naar 'kapelletjes' op veldwegen die dit gehucht doorkruisen. Onvermijdelijk komen ze dan bij mij terecht want achteraan in de tuin staat een grote Jezus aan een kruis genageld naar de straatkant gericht. Toen we het huis kochten moesten we hem erbij nemen.
    Wat verder staat een kapel tegen de vallende ziekte en aan de lindenboom wordt gebeden tegen de plotselinge dood.
       Suiker en melk?
    Ja, graag.
       Witte of bruine suiker?
    Wit als hij vanuit Tienen komt.
    Jean-Pierre is iemand die wikt en weegt, geen witloof uit China koopt, matig drinkt (alleen maar voor de smaak) en tabak schuwt. Christien is op pré-pensioen maar ziet er nog altijd meisjesachtig uit.
    Dan gaan ze weg, ben ik hier als enige overgebleven. Hoe zou het in Palestina zijn?
    Voor alle zekerheid zoek ik naar de betekenis van 'werkelijkheid' in een woordenboek.
    Werkelijkheid blijkt de zintuiglijk waarneembare wereld te zijn waar iedereen het mee eens is. Dromen is de ongecontroleerde werkzaamheid van de geest tijdens de slaap. Zouden vogels soms dromen dat ze kunnen fietsen, vraag ik mij dan af.

    03-08-2008, 18:10 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    02-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nachtvandaag

    het is nacht vandaag
    stil en vroeg
    in dit schrijfsel
    ik ben het maar
    lees dit, smeek ik U

    02-08-2008, 23:33 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    29-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.poken

    De vrouw pookt de stoof. Overschot van het avondmaal pruttelt op de hete plaat. Een van hen heeft de weerwolf gezien. Telkens vertelt hij hetzelfde verhaal. Een ander heeft het over de scharensliep die in het rijpe korenveld huist. De winter heeft hem verjaagd.
    Er klopt iets niet, zou mijn grootvader  gezegd hebben moest ik hem verteld hebben dat de patatten in zijn bord uit China komen en de Chinezen ons witloof eten, dat we niet meer knielen voor de natuur, dat we zoveel meer kennis vergaard hebben zonder er iets mee te doen, dat we comfortabel leven en er desnoods voor zullen vechten om het in stand te houden. Hij zou het niet begrepen hebben moest ik hem verteld hebben dat we  mekaar zomaar voorbij lopen en ervoor zorgen dat er geen hondenpoep blijft liggen, dat je een zebrapad opzoekt om de straat over te steken. Over het weer wordt nog gepraat al gaat dat steevast over wegsmeltende poolkappen en gletsjers. Ik schrijf het met enige nostalgie zonder zwaarmoedig te kijken naar een toekomst die geregeerd wordt door een stelletje hypocrieten waar industriebaronnen en filmacteurs het presidentschap mogen verdienen, waar democratie bezworen wordt met een klamme hand op de bijbel gedrukt als een glimlach van God. Het is niet het gegeven dat irriteert maar wel dat je er niets aan kunt doen. Wat mij bedroeft is dat in Amerika een wetsvoorstel ingediend werd dat het dragen van laaghangende jeansbroeken strafbaar maakt. Geen slipjes meer tot net boven het schaamhaar. Vrouwelijke welvingen zijn onzedig geworden. Ik beitel ze dan maar uit een zwerfsteen en sleur hem mee in het restant van mijn bestaan.

    De zon schijnt en plots begint het te regenen. Een glinsterend watergordijn in zonnestralen op de rand van een wolkbreuk. Luttele minuten later overtrekt het en gutst de regen als een waterval op de binnenkoer. Ik sta ernaar te kijken vanuit de deuropening tot het al even onverwacht opklaart en het water verdampt in de zon. Het is een zeldzaam teken. Ik word daar gelukkig van.

    Wie wil een gebakken haring van mij?

    Menslief, het is bijna kerstmis zeggen ze nu. Gauw de koer opruimen en de lege flessen weg. Het stof van de vensterbank blazen en de tafel sieren. Tijd te kort om alles gedaan te krijgen. Trappistenbier hier klinkt het in de oren. Geen kruimel gaat verloren in het gekletter van leeggoed. Ze hebben altijd verteld dat kerstmis een feest van heiligen en niet van heidenen is.

    Ach zo, schrijf ik in mijn moedertaal. Ik eet een rauwe varkenspens. Ik verdun de mast van de parasol met raspend schuurpapier totdat hij open gaat.

    Wat gaan jullie doen vanavond?
       We gaan iets koken.
    Bij haar of bij ons?
       Bij haar.
    Toen we uw leeftijd hadden bakten we een brood voor kerstavond en gingen we wandelen in de nacht.
    Het wordt tijd om een fles wijn uit de kelder te halen
    en buiten leeg te drinken.

    De klokken luiden. Binnen ruikt het naar soep. Proef eens. We dansen daarna kousloos met sandalen aan in een verschroeiend graag zien. De kans is groot dat we beiden oud worden zonder verloren tijd te moeten inhalen. Het is koud en stil geworden in mijn oren

    29-07-2008, 21:37 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    26-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.nooit gestopt
    ’s Middags ging ik samen met een vriend langs een verlaten fabriek tussen het puin zitten. Verscholen voor de buitenwereld zaten we dan te filosoferen over een abstract toekomstig leven.
    En toen heb ik haar ontmoet in een dans op een kermisbal. Ze was vijftien.
    Was het haar lijfgeur of die aarzelende verlangende ogen die me bekoorden?
    Die nacht kon ik de slaap niet vatten. Ik zou vechten als een leeuw om haar gratie te verdienen. Ik bad tot de sterrenhemel, smeekte de maan en doolde rond tot ik haar opnieuw zag. Achter de kerkmuur kuste ik haar voor het eerst op de mond in een eeuwigdurende tongzoen. Vanaf dan wist ik dat we tezamen zouden blijven. Nu nog bestaat ze als liefde in mij, herinnert ze mij aan die eerste tederheid die mij als een blinde adelaar deed ontwaken. Ik begon te schrijven.
    Sindsdien ben ik met schrijven, net zoals met roken, nooit gestopt.

    Enige tijd later moest ik noodgedwongen in Duitsland mijn legerdienst vervullen. Aanvankelijk spraken de discipline van regelmaat en de fysieke inspanningen mij aan. Ik kon echter geen militair gezag verdragen en begon mij te verzetten tegen de waarden die een militaire gemeenschap hoog in het vaandel draagt. Na een weekend desertie en opeenvolgende oproermakende incidenten belandde ik met eindejaarsavond achter de tralies.
    Overmand door onmacht, opgesloten als een dier voor een daad dat niet eens een misdaad was, las ik de in het pleisterwerk gekerfde geschriften van mijn voorgangers steeds opnieuw tot mijn gedachten zich samenbalden in een schreeuw. Ik had de wortels van het anarchisme ontdekt. Geen enkel gezag zou ik nog aanvaarden. Deze wereld behoorde mij toe, mijn eigen wereld.
    ‘Gelukkig nieuwjaar mijn liefste, ze weten niet wat ze doen’, kerfde ik met een lepelsteel in de muur. Het was een begin van een dagboek dat nooit zou eindigen
    .

     


    26-07-2008, 13:46 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    23-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hoe mijn leven begon

    CURRICULUM VITAE

     

     

     

     

    ik hoor, voel haar hart bewegen

    en glijd de bevrijding tegemoet

     

    vanaf nu ga ik een mens worden,

    word ik door de wereld opgeslokt

     

    uit het water

    heb ik afscheid genomen

    van wat ik me niet meer herinneren kan

     

     

     

     

     

                                                                                                  september 1954

     

    Ik ben geboren op een bovenkamer in een doodlopende straat vlakbij het station. Naar verluidt was de huisdokter een kettingroker.
    ‘Lowie en Hilda hebben een zoon’, klonk het de dag nadien in het dorpscafé.
    Mijn  vader was schrijnwerker. Winter en zomer fietste hij elke dag naar zijn atelier in het nabijgelegen dorp.
    We woonden boven in het grootouderhuis op twee kamers. Aan de zoldertrap was een keukentje van drie meter op twee. Er ging een steile trap naar beneden waar mijn grootouders woonden.
    Mijn grootvader was een smid en mijn grootmoeder naaister.
    De smidse had iets betoverend. Er was een grote houten rolpoort die uitgaf op de binnenkoer. Ze was eveneens toegankelijk langs het waskot.
    In de buitenmuur ontbrak een steen. Wanneer ik de smidse niet binnen mocht als mijn grootvader met snijbranders werkte, kon ik langs die opening naar binnen gluren.
    Over de lengte van de werkbank bevond zich een serrenraam dat zodanig door stof en roet aangeslagen werd dat het nauwelijks lichtdoorlatend bleef. Soms mocht ik het vuur aanwakkeren en keek dan toe hoe de smeedhamer het gloeiend staal verpletterde op het aambeeld.
    Net zoals de smidse waren de kelder en de zolder mijn eerste magische ruimten die ik zelden alleen mocht betreden vanwege de voor een kind onzichtbare gevaren die er sluimerden: het smidsvuur, de kelder- en de zoldertrap. Net dat maakte mij nieuwsgierig.
    Toen ik de leeftijd bereikte om katachtig trappen op en af te klimmen had mijn grootmoeder de gewoonte om, als ik kattenkwaad uitgespookt had, me voor enige tijd in de kelder op te sluiten. Dat was voor mij de kans om dat onderaards hol te verkennen.
    Een gemetste trap daalde naar een gewelfde spelonk met een aarden vloer van zeven op zeven meter. Ik hield van de paddenstoelengeur die er heerste. Mijn grootvader had er jaren voordien nog als bijverdienste champignons gekweekt. Aan de witgekalkte muur naast de trap hingen houten rekken volgestapeld met winterfruit. Onder het keldergat stond een spinde met een deur uit muggenzift gemaakt. Die moest als koelkast dienen. Daar zat ik dan in mijn ondergronds hof van Eden.
    Toen mijn grootmoeder later de afgeknaagde fruitresten in een hoekje ontdekte heeft ze de kelderstraf afgeschaft.
    In die tijd heb ik mijn vader zelden gezien. Hij bouwde voor en na de werkuren samen met zijn vader en twee metsers ons huis. Zo ging dat in die naoorlogse tijd. De nieuwe woonst verrees op een lap grond vlak naast een perceel grenzend aan het huis van zijn ouders. In die tijd was de Achtbundersstraat nog schaars bewoond.
    Ik herinner mij nog de eerste dagen in ons nieuw huis. Er hing een kille verfgeur. We hadden nog geen binnendeuren.
    Een badkamer was er wel. Een ruimte van vijf vierkante meter met een douche en lavabo. Dat is altijd zo gebleven.
    Ze werd verwarmd met een metalen paraboolschotel met in het midden een omwikkelde porseleinen spoel die roodgloeiend werd wanneer de stekker in het stopcontact gestoken werd.
    Het huis had een kleine en twee grote slaapkamers, een salon, eetplaats en een keuken. Achteraan was er een serretje dat toegang verleende tot de binnenkoer en het waskot. We hadden ook een buitentoilet met beerput en krantenpapier. Mij maakte het niet veel uit want ik kakte nog steeds buiten op een vel krantenpapier.
    Links van de tuin, die toen niets meer dan een lap braakliggende vruchtbare grond voorstelde,  bevond zich het atelier van mijn vader. Rechts woonden Marieke en Remy die kinderloos bleven.
    Achteraan lag landbouwgrond die zich uitstrekte tot Sterrebeekbos.
    Het duurde niet lang of mijn vader besloot een kippenren te bouwen over de helft van het braakliggend terrein. De andere helft moest dienen als groentetuin en een smalle reep gazon met laagstammige fruitbomen.
    Midden in het kippenren stond op een paal een duivenhok waarin vier witte duiven hun intrek hadden genomen. Dat werd mijn vierde magische ruimte. Als mijn vader thuis was smeekte ik hem om me tot aan het duivenhok te tillen zodat ik door de boogvormige poortjes kon zien of ze thuis waren.
    In het salon en de grote slaapkamer hadden we kolenkachels die zelden aangestoken werden vanwege een slecht functionerende schouw. In de eetplaats stond het fornuis dat mijn moeder ’s winters elke ochtend een uur voor we uit bed kwamen aanwakkerde. Alle aanpalende deuren bleven dan gesloten om de warmte binnen te houden. De eetplaats werd leefplaats en tevens ziekenboeg tijdens kinderziekten. Pas in het midden van de jaren zestig heeft mijn vader met zijn broer een centrale verwarming aangelegd.
    Toen ik naar de kleuterklas moest was dat een ramp. Voor de eerste keer in mijn leven voelde ik me verlaten.
    De eerste dag liep ik weg van school. Ze vonden me algauw in het dorp op de dool. Mijn moeder werd erbij gehaald waarna ik opnieuw opgesloten werd achter die verschrikkelijke schoolpoort.
    Ik had ook een broer die een jaar jonger was.
    Door de zwakke gezondheid van mijn moeder verbleven mijn broer en ik vaak bij mijn grootmoeder, vooral nadat mijn grootvader op jonge leeftijd stierf.
    Voor het eerst zag ik een lijk en liep ik als jong familielid mee in de stoet.
    Het was gezellig om bij Bobonne (zo noemden we mijn grootmoeder) op vakantie te gaan.
    Overdag plukten we de rijpste aardbeien uit de tuin en aten die dan op met griessuiker. ’s Avonds speelden we tot het donker werd huisjes bouwen met de kaarten. Daarna deed Bobonne alle lichten uit en gingen we naar bed, met Bobonne in het midden.
    Ik had ook een nonkel. We noemden hem de oude. Hij was vrijgezel en halfdoof. Elke zondag kwam hij eten bij Bobonne. Hij zat daar telkens voor het middaguur aan de keukentafel op zijn toegeëigende plaats. De keuken lag achterin en diende tevens als waskot en bergplaats.
    Aan diezelfde tafel werden tijdens feestdagen avondlijke elexiers gedronken, tenminste, als de oude erbij was. Dan vertelde hij over Amerika waar hij geweest was of over weerwolven uit zijn kindertijd. Hij had nog echte indianen gezien en achter dwaallichten gezeten.
    Bobonne ging elke woensdag bij hem kuisen. Mijn broer en ik mochten mee.
    In het salon stond een stoel in gekrakeeld leer en een eiken tafel met op de kast een stenen geneverkruik. Die plaats mochten we niet betreden. Daar lagen de sacramenten van de oude om Gods vloek met een vierkante te verbannen.
    In de lagere school noemden ze me de Flurk. Ik was een dromer. De leraar had mijn vader hierover aangesproken en gezegd dat ik te verstrooid was in de klas.

    Ik maakte papieren vliegers en houten zwaarden. Mijn schuilplaatsen (die ik mijn kampen noemde) kan ik zo terug vinden in het bos.
    Ivanhoe, Zorro, Winitou,…waren mijn helden die ik op alle mogelijke manieren imiteerde.

    In die periode begon ik ook te experimenteren met benzine en terpentijn. Het mengsel moest als brandstof dienen voor de stuwraket die ik bouwde in het atelier van mijn vader. Toen dat project mislukte begon ik kikkervisjes te kweken vanuit een nabijgelegen poel.
    Thuis hadden we geen TV. Mijn vader had wel een transistorradio gekocht in de dorpswinkel. Een roodbruin robuust toestel van Duitse makelij dat stond voor kwaliteit. Op zondag fietsten we na het middageten naar het bos en luisterden dan liggend in het gras naar de muziek die onze portatif te bieden had. Jaren later zou mijn vader zich laten overhalen om een zwart-wit tv aan te schaffen waarmee we vier zenders konden ontvangen. Gekluisterd aan het beeld in het pikkedonker zagen we de Congolezen vechten voor onafhankelijkheid. Zelfs naar het testbeeld werd gekeken.
    Midden in de jaren zestig vond mijn vader dat het tijd werd dat ik een stiel zou leren. De oude schoolkameraden zwermden als jonge bijen uit het nest. De ene wou plaatslager worden, de ander loodgieter, sommigen automecanicien en de slimsten van de klas gingen naar de humaniora. Ik trok naar Leuven en ging voor houtbewerking.
    Als twaalfjarige mocht ik nu voor het eerst zelfstandig naar de stad.  Het was een schril contrast met het plattelandsdorp waar ik opgegroeide. Elke dag pendelen met de bus tot aan het Fochplein was op zich al een beleving. Het duurde niet lang of ik stapte af aan het station om dan verder te voet langs de Bondgenotenlaan te gaan. Halfweg kocht ik een croissant en at die telkens aan dezelfde zitbank op. Tijdens de drie kwartier durende busrit leerde ik twee meisjes kennen die ouder waren dan ik. Ze hadden dezelfde eindbestemming. Elke ochtend zaten we tezamen op een arduinen dorpel aan de Sint-Pieterskerk tot net voor schooltijd. Dan ging elkeen zijn eigen weg. Een van hen leerde mij sigaretten roken. Sindsdien ben ik nooit meer gestopt.
    De bengel in mij begon te verdwijnen. Het was mei 68. 

    Studentenprotesten, de Beatles, het feminisme, de provo’s, Black Power,…
    In Frankrijk braken straatgevechten uit tegen de politie, gevolgd door een algemene staking van studenten en twee derde van de arbeidersbevolking. Het parlement werd ontbonden. Het woord flic werd voor het eerst gebruikt.
    Het communisme en anarchisme werden populair. Velen zagen hierin een gelegenheid om ‘de gevestigde maatschappij’ door elkaar te schudden. Jean-Paul Sartre was hiervan een boegbeeld.
    In Tsjchoslowakije was er de Praagse lente en in België staakten de studenten in Leuven tegen de Franstalige invloed in de universiteit.
    Ik stapte stiekem mee in studentenbetogingen zonder te begrijpen waartegen ze precies revolteerden. Het was me om de spanning en de waterkanonnen te doen.
    Begin jaren zeventig kwam ik in Brussel terecht om er bouwkunde te gaan studeren. In die periode experimenteerde ik met alles wat ik kon vast krijgen. Het werd een benevelde periode waarin ik koorddansend het ene zwijn na het andere uit de rapen joeg.
    Ik liet mijn haren groeien, trok liftend naar Amsterdam, wou in een commune gaan wonen en werd zo langzamerhand de drop-out in de familie tot grote ergernis van mijn ouders die er niets van begrepen.
    Elke dag liep ik langs de rue de Midi heen en weer van Zuid naar Noord. Ik bleef telkens voor dezelfde vitrines staan.
    Zo was er de Aziatische winkel met zijn bronzen beelden, de tekenwinkel waar een schilderspalet stond uitgestald en de stock Americain die ik regelmatig bezocht zonder iets te kopen want thuis waren ze karig met zakgeld. Door mijn dagelijkse voettocht kon ik het tramgeld dat ik thuis kreeg aan andere dingen besteden.
    ’s Middags ging ik samen met een vriend langs een verlaten fabriek tussen het puin zitten. Verscholen voor de buitenwereld zaten we dan te filosoferen over een abstract toekomstig leven.

    http://eddie.keyaerts.eu/verbruiktetoekomstboek_clip_image003.jpg

    23-07-2008, 23:19 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    21-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.roi Albert
    Ik kan er niets aan doen,
    ik geniet van dit grillig weer,
    met opgestroopte hemdsmouwen
    aan mijn tafel onder een parasol
    in wind en kletterende regen.


    Een nationale feestdag is het vandaag
    in Belgenland.
    De straaljagers moeten nog overvliegen
    met de toespraak van roi Albert
    op deze betaalde feestdag.


    Krampachtig probeer ik van mijn schrijfsel
    een gedicht te maken,
    woorden en zinnen in een vergeetput te gooien,
    maar dat lukt niet eens
    omdat elk woord mij te kostbaar is
    als het geschreven is.


    Mijn gom is na een jaar versleten
    tot vijf centimeter lang
    na al die beklaaglijke woorden
    die niet meer bestaan


    Laat de soldaten nu maar marcheren
    in dit regenweer
    .

    21-07-2008, 15:51 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kilte dampt

    halfweg slaat de bliksem in
    hij licht rimpels van mijn handen op
    in vloeiende regen

    een plotselinge dood
    zou het leven niet waardig zijn
    moest ze te vermijden zijn

    ik vraag me af
    waarom vogels
    nog op de vlucht slaan voor mij

    morgen regent de zon

    Vanwaar komt die kilte vandaan?
    Mijn adem dampt.

    14-07-2008, 21:55 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    07-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.windstoten

    Van dit potlood rest nog een duim lang
    genoeg om dit te schrijven
    tot mijn vingers verkrampen
    in een laatste houvast.

    Vandaag speelde regen met de zon
    raakten regenbogen de grond
    in wilde zoete windvlagen

    Zelfs mijn plasstraal
    in haast glijdend water
    aan de zijkant van de weg
    had iets sierlijks in het tegenlicht
    .

    Vandaag ben ik nog niet binnen geweest.
    Waai maar de kilte door mijn lijf
    .

    07-07-2008, 22:36 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    05-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hoteldroom

    Ik liep door een vreemde stad waar ik met kennissen zou logeren in een hotel. De omgeving kwam me vaag bekend voor. Toch kon ik me nergens situeren.
    Het was zomer. Ik liep langs hellende straten omdat ik wist dat het hotel zich ergens op een plateau bevond.
    Mijn kostuum was besmeurd met modder uit de vorige nacht.
    De mensen op straat keken me wantrouwig aan. Iedereen kende hier iedereen. Ik was een vreemdeling.
    Soms nam ik een looppas, niet uit gehaastheid maar omdat het prettig was. Een vrouw keek me spottend na.
    Toen het vooravond werd ging ik in een café de weg vragen. Ik bleek vlakbij mijn bestemming te zijn.
    Voor ik naar buiten ging schudde een vieze vent mij de hand. Er bleef stinkend slijm aan mijn vingers kleven. Hij schaterlachte als iemand die denkt een geslaagde grap verteld te hebben.
    Het slijm stolde meteen zodat ik het met een zakmes van mijn huid moest schrapen.
    Mijn kennissen stonden me in de balie van het hotel op te wachten.
    Ik herkende mijn broer, zus en mijn oudste zoon die opnieuw een peuter bleek te zijn en mij tot mijn groot spijt negeerde.
    Mijn vader was er ook. Hij was fel verouderd en kreupel geworden.
    Steunend op een kruk keek hij me streng aan en vroeg: ‘Waar komen die moddervlekken op je kostuum vandaan?’
    Ik had mijn familie lange tijd niet meer gezien. Mijn broer had al die tijd voor mijn zoon gezorgd. Mijn moeder was inmiddels overleden.
    ‘Dat is jouw schuld’ snauwde mijn vader.
    Toen ik naar mijn jongste zoon vroeg bleek die net zoals ik op de dool te zijn.
    In de hotelkamer zat mijn vrouw op een matras de bagage uit te pakken. Ze had een vriend die naast haar lag te slapen.
    ‘Ik heb je gehoorapparaten meegebracht’ was het enige dat ze zei.
    Overal lagen matrassen. We sliepen allemaal op dezelfde kamer.
    Toen ik mijn zoon bij mij wou nemen gebiedde mijn broer me hem gerust te laten. Hij was vervreemd van mij. Ik besloot dan maar om weg te gaan.
    In de lift liep het mis. De deur ging niet helemaal dicht.
    Ik begon met mijn zakmes aan de hengsels te peuteren. Plots kwam ze helemaal los waarna de lift een halve meter zakte. Ik kon er nog net uit klimmen.
    Dan kwam er een echtpaar in de gang dat aanstalten maakte om de lift te gebruiken. Ik wou hen nog waarschuwen voor het gevaar, maar was te laat. Ze donderden met de liftkooi naar beneden.
    Aan de uitgang van het hotel kwam ik een verpleegster tegen. Ik herkende haar meteen.
    Ze wou weten of die wrat op mijn voet genezen was.
    Gegeneerd om de zweetgeur deed ik mijn schoeisel uit. Meteen begon ze als een kat aan mijn voet te likken.
    ‘Ga binnen eens kijken, ik denk dat er gewonden in de liftput liggen’ zei ik nog alvorens verder te gaan.
    De straten waren verlaten. Het was nacht.
    Ik liep op mijn blote voeten over een kasseiweg. Ik begon in het oranje schijnsel van de straatverlichting met mijn zakmes onkruid uit de voegen van de straatstenen te peuteren. Het voelde aan als een aangename en tevens nuttige bezigheid.
    Zodoende kwam ik nonchalant op een binnenkoer terecht en begon daar eveneens onkruid te wieden tot drie mannen met lange baarden buiten kwamen en me aanmaanden hun eigendom te verlaten. Ik kon nog net een glimp opvangen van een beeldschone vrouw in wit nachtgewaad die me vanuit de deuropening wenkte. Ik voelde pure liefde.
    Ik wou terug naar het hotel om mijn schoenen aan te trekken en haar te bevrijden.
    Onderweg begon de hemel op te flitsen. Sterren gingen in cirkels draaien en balden samen in explosies. Er kwam stof neer dat naar zwavel rook. De grond trilde en scheurde open in een oorverdovend lawaai. Ik wist zeker dat dit het einde van de wereld was.

    nu wordt ik wakker, badend in het zweet, voel haar schoot
    langs  het dakvenster begint de vroege ochtend te verschijnen
    het is halflicht
    een andere realiteit

    05-07-2008, 19:48 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    02-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.flodder
    Papa, kom eens kijken,
    wat vind jij van die kleuren?
        Ik zou de muren in turquoise willen
        en de vloer in donkergroen
    Ik ben het beu die kranten van jou te lezen.,Je wordt een anarchist.
        Ben ik altijd geweest.
    Uit de apothekerskast haal ik een doodsprent van een schamele vriend en bedenk dat...
    woorden pijn kunnen doen
    en ook strelen
    maar dat is nooit genoeg geweest
    als de schrijver is verdwenen.

    Ik weet wat ik lief heb
    er zijn geen vragen noch vervolmaking meer.
    Een stem vult maar de ruimte
    van het onuitgesprokene.

    Wat ik niet wil weten
    is waarom merels blijven fluiten
    tot het donker wordt.

    02-07-2008, 22:29 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    01-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.papillon

    voor een keer heb ik voorgenomen niets te beschrijven
    en voor me uit te kijken
    tot ik een potlood in een speerpunt slijp

    de insecten zijn met het tegenlicht verdwenen
    avond valt met uitdeinende vogelzang
    uiteindelijk zal mensenlawaai
    nog voor het nacht is verdwijnen

    ook het struikgewas en bomen gaan zwijgen
    er is geen wind

    zal de mot straks rond het kaarslicht verschijnen
    zodat ik onvermijdelijk toekijk
    hoe ze haar perkamenten vleugels verbrandt

    of zal ik gaan slapen
    en in dromen verder leven

    neen,
    uiteindelijk steek ik de kaarsen aan
    en doe mijn gehoorapparaten uit

    nu ben ik doof
    er is geen wind
    de vogels slapen nu
    het is stil
    niks beweegt

    01-07-2008, 00:17 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    26-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.tweeling
    Balanserend op gezoem en vogelzang
    denk ik aan een droom uit vorige nacht.

    Een tweeling zonder haar
    met een kop zonder bovenlijf
    en een apparaat in de schedel
    De dingen ontvlamden in blauwzacht vuur
    dat makkelijk met een vod te doven viel.
    Ik was kwaad op haar
    en zoende de tweeling op hun kop.

    ze ging weg

    In een labirint van verloren trappen

    26-06-2008, 22:07 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    24-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.laatste dag

    Met een wolfshonds gevoel
    besluit ik om te zwijgen,
    te kijken
    en te luisteren hoe ze comuniceren in deze langste dagen.
    We zouden haast het beestige in dit leven
    voorgoed vergeten moest het avondlicht niet schijnen.
    Ik kan beter zwijgen
    maar zwijgen kan ik niet.

     
    Een dag
    zonnig zoals deze
    beeld ik me in
    zomaar als een ingeving
    dat het de laatste dag kan zijn.

    Heb ik iets gemist
    of heb ik nog iets te doen?
    Misschien vraagtekens vermijden
    of een fout verbeteren.
    Ik ga ervoor
    om die laatste ingebeelde dag.

    In mijn laatste dag
    ga ik op zitbanken het stadsgebeuren bekijken
    en kwinkelieren in overschot van tijd.
    Het grafiet van potlood komt in beweging.
    In mijn fietszak steekt een slijper.
    Evident is dit schrifsel niet.
    Het is maar een ingebeelde laatste dag…

     
    die dag van mij.

    24-06-2008, 15:50 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    23-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zwijg

    Met een wolfshonds gevoel
    besluit ik om te zwijgen,
    te kijken
    en te luisteren hoe ze comuniceren in deze langste dagen.
    We zouden haast het beestige in dit leven
    voorgoed vergeten moest het avondlicht niet schijnen.
    Ik kan beter zwijgen

    maar zwijgen kan ik niet.

    23-06-2008, 21:56 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    21-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.piemonte

    Zondag 8 juni 2008

    Ik tuimel rond 7h30 uit bed. Het is droog, winstil en grijs. Een uur later komt ze beneden. Ze maakt koffie. Daarna koopt ze bij de bakker een uit de diepvries ontdooid stokbrood.
    Normaal zouden we vanmiddag naar een doopfeest gaan maar geen van ons heeft zin.
    We rijden naar Italië langs een alternatieve weg. Ondertussen is het warm geworden met twee keer een pletsende regenbui. Aangename weg. Ik glimlach. Zij zingt onzichtbaar.
    19h: Hotel L’EDEN, rue de la 1ère Armée Française, Neufchateau in Frankrijk.
    Aperitieven op de kamer met wijn die we meegebracht hebben. We gaan eten in ’t stad. Het oude stadsdeel.

    Boven bevind zich ‘l Eglise Saint Nicolas, een Romaanse kerk nog goed bewaard gebleven. Hier neem ik de eerste fotos. Ze is duidelijk niet geïnteresseerd en daalt de weg af terwijl ik nog vlug een opschrift lees. Dan gaan we op zoek naar een restaurant.
    Pittabars en pizzarias, daaraan geen gebrek. Bijna zeeg de moed in onze schoenen tot we bij toeval met onze neus voor een eetgelegenheid kwamen te staan waar ze geroosterde Andouilette serveerden.
    De serveuse zong het gerecht aan tafel. We dronken water en een pichet goedkope wijn erbij. Daarna was het voor haar genoeg geweest. Ze wou nog wat lezen in bed. Ik heb buiten nog wat rond gedwaald. Toen ik terug kwam lag ze in een zalige slaap
    .

    Maandag 9 juni 2008
    6h30: Blauwe hemel. Ze gaat onder de douche. Je kan hier vanaf 6h30 ontbijten. We zijn van plan om vroeg te vertrekken zodat we vanavond in Italië zijn.
    Buffetontbijt. Ik eet voor drie à volonté. Op de parking roken we een sigaret. Dan vervolgen we onze weg. Tot nu toe zijn we geen enkele keer verloren gereden.
    Neufchateau hebben we doorkruist. Nu rijden we door glooiende landschappen. De weg is niet druk. Met de regelmaat van een klok verminder ik snelheid in dorpen. Twee uur later stoppen we in Langres. Het is middag. Terras bij de ‘La Marne’, een brede rivier die hier in stroomversnelling voorbij zwalpt.
    Ze heeft als verassing escargots en een artisanaal blond biertje besteld.

    Millefleur is een bier dat fruitig smaakt met een honingaroma. Het wordt in de regio gebrouwen en door de waard uitdrukkelijk aangeprijsd. Een echte commerciant blijkt achteraf als we de rekening vragen. Desondanks heeft het gesmaakt en was het gezellig tafelen.
    In het hystorisch stadsdeel staan nog achtiende eeuwse huizen en een monumentale kerk met buitenklokken.
    Van hieruit rijden we naar Besançon en dan loopt het mis. De wegaanduiding komt niet meer overeen met de routebeschrijving.
    Ik moet bekennen dat ik in een dergelijke situatie onredelijk zenuwachtig wordt en het zonder co-piloot niet zou redden.
    Na wat heen en weer rijden zitten we terug in de goede richting.

    Lausanne doorkruisen we rond 18h in het spitsuur met het onvermijdelijke blokrijden. Zwitserland is immers zoals België: overbevolkt. De euro blijken ze hier niet te kennen en er rijden nog trolébussen in de stad. De transit Zwitserland heeft ons vijftig euro gekost aan infrastructuurbelasting en de tunneldoorgang ‘Grand Saint-Bernard’. Met de vijf Zwitserse frank die we aan de grensovergang bij de tolbetaling kregen hebben we ieder een halve tas koffie gedronken.
    20h30: Aosta vallei over de grens. We overnachten in een tweesterrenhotel met ruime kamer en badkamer. Hotel ‘Mont Velan’. Prijs: 75 euro ontbijt inbegrepen. We zijn net op tijd voor het avondeten. Ik eet lamsnier in wijnsaus (18 euro) en voor haar raviolli (12 euro).
    Witte wijn drinken we op de kamer. Voor het slapen gaan leun ik nog uit het venster met een laatste sigaret.

    Dinsdag 10 juni 2008
    6h30: Als ik vertel hoe vroeg het nog is pakt ze mijn hoofdkussen en keert ze zich om onder de bedsprei.
    ‘Slechte matras’ kreunt ze.
    Straks moet ik de wagen vanop de binnenkoer langs een steile helling sturen.
    Het ontbijt is eenvoudig lekker. Heerlijke sterke koffie met veel melk en suiker. De wagen krijg ik zonder veel moeite de helling op. We rijden richting Turijn. Nog 150 km en we zijn op onze bestemming.
    Middag: Salluzo. Hier koopt ze kaas en wijn in een supermaché. Ondertussen probeer ik geld af te halen uit een bankautomaat wat me niet lukt. Deze automaat aanvaard geen bankcontact.
    14h: We zijn aan het kasteel waar we acht dagen gaan logeren.
    ‘Castello Rosso’ ligt op een heuvel die langs een smalle steile weg toegankelijk is. Het werd gebouwd in 1625 door Michele Conti op de ruïnes van het kasteel van de familie Constanzia.
    Geografisch is deze plaats een onderdeel van Piemonte, wat letterlijk ‘aan de voet van de bergen’ betekent.

    In het Noorden en het Westen liggen de Alpen. In het Zuid-Oosten liggen lagere heuvels.
    We bellen aan naast de immense houten inkompoort. Het electrisch slot wordt zoemend ontgrendeld.
    Vanop de binnenplaats leidt een stenen trap ons naar de onthaalbalie. Na een korte uitleg wordt onze kamer getoond. De kruier brengt de bagage. Beneden toont hij de fietsen in beschikking maar weet niet precies dewelke wij mogen gebruiken. Aan zijn handelen is duidelijk te zien dat hij pas aangeworven werd. We vergeten hem een fooi te geven uit ongewoonte
    16h: Na de douche en een wijnaperitief maken we een korte fietstocht om te wennen.
    Al voor we vertrokken was ik haar uit het oog verloren. Terwijl zij op de parking een testrit deed was ik reeds de heuvel afgedaald.
    Wie is waar? Het is niet de eerste keer dat zoiets gebeurt.
    19h30: Ik zit aan een tafel onder drie bomen in één van de tuinen te schrijven. De zon schijnt. De wind waait fel. Van hieruit zie je de vallei en de Alpen. Het is hier beestachtig mooi. Straks wordt het avondeten opgediend. Ik ga me omkleden.
    20h30: Driegangenmenu en een fles regionale wijn die met 12 euro betaalbaar blijft. Fijn eten vriendelijk geserveerd. We tafelen tot 22 uur.
    Daarna rook ik buiten nog een sigaret. Als ik op de kamer kom slaapt ze
    .

    Woensdag 11 juni 2008
    Gisterenavond bij het omkleden had ze voor de spiegel gestaan. ‘Die spiegels zijn zo confronterend. Ik heb geen mooie benen’ had ze gezegd.
    Nu ligt ze gekruld onder de lakens. Voorzichtig vang ik langs een kier in het gordijn een glimp van het buitenlicht. Dan schuif ik het gordijn weer dicht om haar niet wakker te maken.
    Ik ga buiten.
    Van op een grasheuvel zie ik wijnstronken en schrik wanneer een vlieg dicht voorbij mijn oor raast.
    Is het het geluid van de wind die in de bomen blaast of het geraas van de benedenstad dat ik hoor?
    Het zonlicht stuikt over de heuvel. Een vroegochtendritueel.
    In het Zuid-Oosten liggen de bergkammen in een grijsblauwe zweem. De dag herleeft.

    Scarnafigi 13h
    Luister hoe de mussen ’t sjilpen
    speels kwinkelen in het gloeiend middaglicht
    met glijdende zwaluwschaduwen over het asfalt.
    Op het terras verschuift licht de tijd
    tot een oude man met zwarte mouwen
    het dorpsplein aan fietst
    en zijn polshorloge gelijk zet met de klok.

    Voor mezelf bestel ik een glas bier en voor haar witte wijn. Wanneer de winkel hiernaast opnieuw de deuren opent koop ik een hoed van stro.
    Vanmorgen had ze in Verzuolo water gekocht voor onderweg. Voorbij ‘Bar Centro’ moesten we schuin linksaf naar Manta om dan verder te gaan naar Saluzzo.
    Daar hadden we in een buitengalerij cappuccino gedronken en naar passanten gekeken. De tafel wiebelde.
    ‘Leun niet tegen de tafel, anders gutst het melkschuim uit de tas’ had ik haar gezegd
    .
     

                Avond
    Ik schat de tijd aan de hand van zeventien handgeschreven regels. Dan moet het nu 19h45 zijn.

    Castelletto, donderdag 12 juni 2008

    Naast het pad aan de rivier staat in de schaduw een zitbank.
    ‘Zullen we hier een boekje lezen?’ vraagt ze reeds beslist. Ze rijdt voorop.
    ‘Natuurlijk liefste, we blijven hier een half uur’.
    Eerst doet ze een schichtig plasje in het struikgewas.
    Onderweg had ik naar vogelzang geluisterd. Merels, vinken, kraaien. Een muziekstuk in een toevallig patroon niet door mensenhanden geschreven, dat nimfen uit dauw laat ontwaken tot de dagmaker met veel tumult uit de hemel valt.
    Ze zit naast mij met gekruiste benen. Ik kijk naar haar vuurrood gelakte teennagels. Net wanneer ik haar wil vragen waarom ze dat doet kijkt ze me aan en zegt: ‘Zullen we verder gaan?’.

    Vanmorgen wou een wolk een plasje doen
    maar wij besloten van liever niet.
    Ook de zon mocht niet teveel schijnen
    dus riepen we wat bewolking aan.
    Toch bleef het warm.
    Tijdens het middagmaal verkoelde wind en regen ons lijf
    en toen we onze tocht verder zetten
    scheen opnieuw de zon
    .
     

    Vrijdag 13 juni 2008

    In een droom ben ik Guido tegen gekomen. Vijfendertig jaar geleden hadden we elkaar voor het laatst ontmoet. Sindsdien is Guido blijven groeien en draagt hij een trapladder met zich mee. Het is een hulpmiddel voor oogcontact als je met hem praat.
    Vooraleer ik de trapladder op klom omarmden we elkaar en kwam iemand haastig vertellen dat mijn woonst door een onweer was vernield.
    Vandaag rijden we met de auto naar Cuneo. Cuneo ligt een dertig km hier vandaan.
    Net voor we de stad in rijden staan we in een file die zich beperkt tot aan een rotonde.
    Cuneo is een grote stad. We wandelen de middag voorbij langs arcaden in een lange winkelstraat.
    Het is daar dat ik een irish-coffé drink.
    Dan gaan we over het immense ‘Piazza Galimberti’ dat best vermeden wordt door mensen met pleinangst.
    Op de markt koopt ze een broek voor mij. Kost maar vijf euro.
    14 h: Maaltijd in café. Milanese steack en lasagne met een karafje wijn van ’t vat. De frieten waren niet doorbakken maar daarvoor moet je niet in Italië zijn.
    Dit is een stad om inkopen te doen.
    Op de terugweg bezoeken we een natuurpark dat op zich niet veel voorstelt.
    17h: aperitief met salami. Zoet bruisende rode streekwijn is voor haar. Voor mezelf koop ik meteen een steverige wijn.

    Zaterdag 14 juni 2008

    7h15: Als ik het venster open kijk ik naar een stralende lucht.
    10h30: In Venasca drinken we een capuccino en kopen we een T-shirt. Een zaterdags dorp. Men doet inkopen en drinkt dan een aperitief op dit terras.
    Wanneer we verder fietsen komen we op een drukke weg terecht. Na een half uur lichte klim, moegetergd door razendsnel doorgaand verkeer, besluiten we om het noodlot niet verder uit te dagen en keren we terug naar Venasca waar we meteen inkopen doen voor een picknik.
    Brood, schapenkaas, salami en rode wijn.
    Dat eten wij onder een wijds afdak midden in het dorp. Ondertussen is het 12h30 en is de bewolking toe genomen.
    13h30: koffieterras.
    Ze bladert in ‘de helaasheid der dingen’ terwijl ik notities in mijn dagboek maak en veel zin heb in grapa.
    ‘Love milk, fruit, chocolate and grapa’.
    Mensen komen en gaan, net zoals die Italiaan aan de tafel naast ons die kuchend aan een door teer verbruinde sigaret lurkt, of die vier motards die met veel tumult aan het benzinestation stopten en nog kinderen bleken tee zijn toen ze hun helmen af deden.
    15h30: Ik ben de helling naar het kasteel op gefietst.
    ‘Waarom doe je zo iets. Straks val je nog dood’ zegt ze.
    In het kasteel is er een trouwfeest aan de gang. Zonet zaten de feestvierders nog aan tafel.
    Nu, wat later, spelen bruidskinderen in de tuin met vrolijke muziek. Ik kijk er naar vanop deze heuvel. Hoe laat zou het zijn?
    Daar het zonlicht niet schijnt schat ik niet de tijd.
    Iemand komt deze heuvel naderbij, kijkt in mijn richting en gaat dan terug weg.

    Parlé no Italiano’ dacht ik te zeggen bij een eventueel onmogelijk gesprek.
     

    Zondag 15 juni 2008

    9h30: We fietsen zwijgzaam naast elkaar op de weg naar Caraglio. De tocht gaat langs afgelegen erven waar honden in het voorbij gaan blaffen, vaak aan een ketting gebonden.
    Het is zondagstil in de dorpen.
    Op een veldweg blijven we staan om naar een leeuwerik te kijken. Als hij naar beneden duikt gaan we verder langs een pad naast een oude spoorbaan.
    Op het middaguur is het in Caraglio bewolkt. Het is markt. Pizza met olijfolie.
    De jongste zoon heeft een bericht op haar gsm gestuurd. Kamiel is onverwacht overleden.
    Ik staar op nul en verkramp mijn ogen zodat er geen tranen uit kunnen vloeien. Neen, niet op dit terras.
    18h30: We zitten aan de kolkende rivier. Ze leest. We drinken van de wijn die we op de markt gekocht hebben. Ze krijgt het koud en wil verder.
    20h30: Ik had al de ganse dag goesting om een videeke te eten, en wat blijkt bij het avondmaal een uitzonderlijk toeval te zijn?
    Een knapperig hanenbilletje met boontjes.
    Haar glas is groter dan het mijne. Als compensatie tracteert ze me in de bar op een afsluiter met grapa. We praten nog wat over Kamiel. Kris heeft een bericht gestuurd. Ze wenst ons nog een coole reis.

    Maandag 16 juni 2008

    4 h ’s morgens wordt ik wakker en schrijf ik aanneemlijke passante memoires met verloren helden:
    Is het de lege uitgestrektheid
    of uitgestrekte leegte die ik zie?
    Is het het geluid van de wind die in de bomen blaast
    of het geraas van de benedenstad dat ik hoor?
    De beken stromen vol
    met verloren zielen
    tot de rivier uit haar oevers kolkt
    en het laagland overspoelt.
    Als de mist over de heuvels komt
    naar het dal
    zijn het alleen nog zwaluwen
    die onvermoeid blijven dansen

    Motregen en bewolkt. We rijden met de auto naar de kust. Een middagmaal kost daar dubbel zoveel.
    ’s Namiddags kopen we geschenken in Cuneo. Eeen fles grapa voor onze pa, dito klein flesje voor Stef en reuzepasta voor Bert en Evie.
    18h30: Dit wordt de laatste avond. Ik heb mijn gehoorapparaten uit gedaan om de omgeving beter op te vangen.
    De mist komt over de heuvels over het dal.
    Ik kijk naar de zwaluwen die onvermoeid blijven dansen in de lucht. Soms valt er een regendruppel uit een boom. Niks beweegt.
    Ze is op de kamer gebleven om de terugreis voor te bereiden.
    20h: Laatste avondmaal in het gelijkvloers terrassalon. Twee paren Scandinaviërs met luidruchtige kinderen. Ze makenzoveel kabaal dat we elkander amper verstaan.
    Het meisje dat ons met eten bediend is in een vrolijke stemming.
     

    Dinsdag 17 juni 2008

     5h40: Uitgeslapen. Laatste ontbijt. Wind in de buik. Gedroomd over onbekenden. Het had iets te maken met een internaat.
    Buiten is het nog mistig. Onvermijdelijk denk ik aan Kamiel. De mist trekt langzaam weg. Het klaart. We rijden naar huis.

    21-06-2008, 15:59 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    20-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de lege uitgestrektheid der dingen
    Is het de lege uitgestrektheid
    of uitgestrekte leegte die ik zie?
    Is het het geluid van de wind die in de bomen blaast
    of het geraas van de benedenstad dat ik hoor?
    De beken stromen vol
    met verloren zielen
    tot de rivier uit haar oevers kolkt
    en het laagland overspoelt.
    Als de mist over de heuvels komt
    naar het dal
    zijn het alleen nog zwaluwen
    die onvermoeid blijven dansen

    tot het donker wordt.

    20-06-2008, 21:29 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    19-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kostuum

    In de kleerkast hangt een kostuum. Mijn kostuum voor speciale aangelegenheden.
    Vandaag zal ik het dragen ter uwe nagedachtenis.
    Ik zal U groeten, proper gekleed en ongeschoren.
    Zo hebt ge mij nooit gezien.
    Ik was een half uur te vroeg en ging op een nabijgelegen terras ontbijten.
    Daarna kwam ik net zoals de burgemeester tien minuten te laat.
    Uw collega’s hebben U ge-eerd en Jos Depauw heeft uw gedichten voorgelezen.
    Ik wist niet dat gij gedichten schreef.

    Na mijn laatste groet aan U heb ik uw vader aangesproken in dat prachtig Sterrebeeks dialect.
    ‘Karogge’ heb ik hem nog gezegd voor ik weg ging.
    De wind probeert nu uw nagedachtenis weg te blazen maar koppig zet ik uw beeltenis recht.
    ‘Niets is onschuldig onder de mensen’ hebt ge zelf gezegd.
    Terwijl ze uiteindelijk uw lichaam verbranden in as, keuter ik met een lucifer in een jeukend oor.
    ‘Daar kan je oorkanker van krijgen’ zegt een wijsneus gemeend.
    Van deugd ook, zeg ik in men eigen
    .
    Nu de zeebezen rijpen pluk ik ze als een aap uit de struiken. Ze smaken zuurzoet.
    Niets beter te doen.
    Beter?

    Het struikgewas ritselt of is het de buitentafel die kreunt?
    Het speelt zich af in een onbeteugelbaar ritueel met zikkel en gritsel
    .

    19-06-2008, 19:05 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.onverzonden brief

    Piemonte, donderdag 12 juni 2008

     

     
    Beste,

     
    Laat ik dit schrijven beginnen in de meest eenvoudige vorm: ‘Hoe gaat het met U?’ en om mijn vraag concreter te stellen: ‘Hoe gaat het met de gezondheid?’
    Zelf verblijf ik momenteel in Piemonte, wat letterlijk ‘aan de voet van de bergen’ betekent.
    Ik zal deze brief pas bij mijn thuiskomst versturen omdat ik het huisnummer van uw woonplaats vergeten ben
    .
    Waarom schrijf ik deze brief vraagt U en ik zich af.
    ‘Zomaar’ zou een oneerlijk antwoord zijn van mijnentwege. Laten we het achterwege houden.
    Elke dag schrijf ik op dezelfde plaats een vijftal regels voor deze brief bestemd.
    Gisterenavond bij het omkleden had ze voor de spiegel gestaan. ‘Die spiegels zijn zo confronterend. Ik heb geen mooie benen’ had ze gezegd
    .
    Nu ligt ze gekruld onder de lakens. Voorzichtig vang ik langs een kier in het gordijn een glimp van het buitenlicht. Dan schuif ik het gordijn weer dicht om haar niet wakker te maken.
    Ik ga buiten
    .
    Van op een grasheuvel zie ik wijnstronken en schrik wanneer een vlieg dicht voorbij mijn oor raast.
    Is het het geluid van de wind die in de bomen blaast of het geraas van de benedenstad dat ik hoor?
    De dag herleeft
    .

                Scarnafigi 13h

    Luister hoe de mussen ’t sjilpen
    speels kwinkelen in het gloeiend middaglicht
    met glijdende zwaluwschaduwen over het asfalt.
    Op het terras verschuift licht de tijd

    tot een oude man met zwarte mouwen
    het dorpsplein aan fietst
    en zijn polshorloge gelijk zet met de klok
    .

    Voor mezelf bestel ik een glas bier en voor haar witte wijn. Wanneer de winkel hiernaast opnieuw de deuren opent koop ik een hoed van stro.
    Vanmorgen had ze in Verzuolo water gekocht voor onderweg. Voorbij ‘Bar Centro’ moesten we schuin linksaf naar Manta om dan verder te gaan naar Saluzzo.
    Daar hadden we in een buitengalerij cappuccino gedronken en naar passanten gekeken. De tafel wiebelde.

    Leun niet tegen de tafel, anders gutst het melkschuim uit de tas’ had ik haar gezegd.
     

                Avond

    Ik schat de tijd aan de hand van zeventien handgeschreven regels. Dan moet het nu 19h45 zijn.
    Het regent niet voor lang. De wind waait zacht en de drie bomen waaronder ik zit voorkomen voorlopig regendruppels op dit blad papier
    .
    Gisterenavond had ik nog naar verre bliksems gekeken die wolken schichtig deden oplichten.
    Deze plaats zou U aanstaan, beste schoolkameraad
    .
    Vorige nacht ben ik in een droom Guido tegen gekomen. Vijfendertig jaar geleden hadden we elkaar voor het laatst ontmoet. Sindsdien is Guido blijven groeien en draagt hij een trapladder met zich mee. Het is een hulpmiddel voor oogcontact als je met hem praat.
    Vooraleer ik de trapladder op klom omarmden we elkaar en kwam iemand haastig vertellen dat mijn woonst door een onweer was vernield.
     

                Venasca, 14 juni 2008 koffieterras.

    Ze bladert in ‘de helaasheid der dingen’ terwijl ik notities in mijn dagboek maak en veel zin heb in grapa.
    ‘Love milk, fruit, chocolate and grapa’.
    Mensen komen en gaan, net zoals die Italiaan aan de tafel naast ons die kuchend aan een door teer verbruinde sigaret lurkt, of die vier motards die met veel tumult aan het benzinestation stopten en nog kinderen bleken tee zijn toen ze hun helmen af deden.
    Is dit leven niet als een snel kolkende rivier, waarin het schuim door obstakels een uitdrukking is van moed
    ?
    Misschien is het wel een langdurige heildronk op wat ons te wachten staat.
    Nog voor mijn thuiskomst heb ik uw heengaan vernomen, beste zielsgenoot. Zinloos om deze brief nog te versturen
    .
    Het zou U verheugd hebben te weten dat ik niet bedroefd ben. Ge hebt de moed gehad te leven zoals gij het zelf wilde.
     

                Groet.

    18-06-2008, 09:31 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    06-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.regenboog

    In een droom
    zag ik je uitbundig dansen
    in een zomerregen
    onbereikbaar op een regenboog
    met een lied uit mijn diepste verlangen

    Het beeld verdwijnt
    langzaam in wolken
    met de vleugelslag van een schichtige vogel

    En dan lijkt alles weer zoals voorheen

    06-06-2008, 00:00 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    04-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hoe- hoe ' erkoe

    Het weer is wisselvallig. ’s Middags heeft het geregend. Dan scheen weer de zon en daarna werd het grijs.
    Ik fiets met opgestroopte mouwen zonder jas. De temperatuur is ’s morgens ook zacht. De grijze lucht schittert nog. Ik zie opnieuw een wesp in een boterbloem. De klaprozen blijven bloeien.
    Eigenlijk heeft het vandaag niet veel geregend, zegt Stef.
    Neen, vanmiddag een uurtje maar, antwoord ik.
    Ik heb zonet een bakharing gegeten. Mijn huisgenoten lusten dat niet. Bakharing moet ik buiten roosteren en op eten.
    De milt is een delicatesse. Haringmilt met een snee roggebrood.
    De hond ligt nu over mijn blote voeten. De vogels beginnen te comuniceren. Mensenlawaai vermindert en de dorpsklok slaat acht keer.
    Ik riek aan mijn pols naar de voorbije dag. Het begint te waaien.
    Hoe-hoe ‘ erkoe kirt een bosduif vanuit de zilverberk en een troep ganzen vliegen kwetterend over. Daarna zijn het merels die nog spreken. De nachtegaal heeft het laatste woord.
    Vannacht zal blauw het donker opnieuw in lichtvlagen verlichten en wezens op reis in een droom verbazen. Dan nog blijft de maan en alles bestaan. Zal ik ’s morgens ontwaken, gaan plassen, een tas koffie met een eerste sigaret en daarna een tocht langs een nieuwe dag beginnen.
    De lucht blijft grijs en toch is haar licht verblindend.
    Hoe-hoe ‘ erkoe
    !

    04-06-2008, 21:41 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    03-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vrijheid
    ...als een onvoltooid verlangen
     
    over vrijheid hebben we het al vaker gehad
    over grenzen gaan om vurig te zijn
    los, vereenzaamd
     
    of gebonden aan grenzen
    in verlangen
    daar ligt mijn vrijheid dus
    als een onvoltooid verlangen
     
    (schrijf jij als je zin hebt dit gedicht maar verder).
     
     
    warket

    03-06-2008, 00:53 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    01-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1 juni 2008

    In een vlaag van waanzin spreek ik tegen een boom; een zilverberk om precies te zijn.
    Niet zomaar. Ik vertel hem een recept.
    Glucosestroop, suiker, gemodificeerd zetmeel, gelatine, bijenwas, carmanbawas als glansmiddel en tenslotte nog wat sulfiet om te bewaren.
    Voila.
    Terwijl de omgeving uitbundig varkensvlees braadt in open lucht eet ik een vuistgrote zak Engglish Wineguns leeg, af en toe sprekend tegen een zilverberk. Je zou het haast niet geloven maar heidens zalig is dat.
    Oei, er vliegt een vliegtuig voorbij. Ik doe mijn gehoorapparaten uit en hou voor een ogenblik op met schrijven. U kan me trouwens nu niet horen.
    De voorspelde bewolking komt eraan. Mijn schrift verliest haar schaduw. Alleen de merels fluiten nog. En ja, de barbeques in de omgeving jonggleren verder in een uitbundig samenzijn.
    Die boom, waarom spreekt hij niet als ik hem omarm?
    Ik hoor nochtans zijn stilte
    .

    01-06-2008, 21:19 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.aapneus
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ze heeft een aapneus en kijkt intens
    heeft mooie schouders maar dat zie je niet
    als mens.

    Met een kaaksbeen horizontaal en samengeknepen lippen
    kijkt ze buitenhuis.
     
    Mooie vrouw.  
     
    In dit dorp slaat de klok vier maal
    dat is niet normaal
    want het is bijna nacht 

    01-06-2008, 00:22 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    27-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zeug

    onderweg kijk ik naar een koe met een zeugend kalf
    een tongkus in overleven
    en die bijen die hartstochtelijk wroeten om nectar in bloeiende rozen

    leven,
    mooi is dat
    heerlijk is dat herleven

    27-05-2008, 22:39 Geschreven door warket
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    26-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.drie eigenzinnigen

    Ik moest niet lang zoeken naar de Vanderachterstraat. Het huisnummer was ik vergeten, maar ik herinnerde mij nog de verharde verfborstel aan de voordeur die als deurgreep diende.
    Atelier Dujardin, één van de smalle rijhuizen in een al even kleine straat waar sporadisch een auto zich een weg baant tussen het voetpad en geparkeerde voertuigen.
    De gevel is helemaal dicht gegroeid.
    In de zomer zit die vol met bijen, vertelt hij mij.
    Hij stond me op het voetpad op te wachten.
    Het is bijna een jaar geleden dat we mekaar nog ontmoet hebben. Zijn voorkomen is onaangetast gebleven in de ratrace van het bestaan.
    Nog steeds diezelfde glimlach die zelden voluit gaat. Functioneel gekleed, weinig tijd om naar de kapper te gaan en vingers waarvan je niet anders kan vermoeden dat ze verbonden zijn met een of ander kunstobject.
    Ik herinner me nog die dag in Toscanië, toen hij me vroeg om met hem keien te zoeken in een laagvlakte. De hele dag bracht ik hem stenen van afwisselend formaat terwijl hij die nauwkeurig sorteerde en in een voor mij onwillekeurig patroon zorgvuldig stapelde.
    Daarna lag hij er gedroogd hooi tussen dat hij ’s avonds in brand stak.
    Toen ik ’s morgens opstond en ernaar keek vanop een heuvel zag ik een stenen vagina in het dal.
    Kom binnen.
    Ik heb camembert en Chileense wijn meegebracht.
    Ik volg hem langs een smalle gang naar een vertrek van vier meter op vier. Het ruikt er naar lijnolie, terpentijn en andere in flessen bewaarde producten.
    Voor het venster, dat uitgeeft op een minuscuul overdekt binnenkoertje, hangt de koersfiets van zijn vader. Een prachtexemplaar uit de jaren zestig. De chromé is nog intact.
    De rest van het vertrek viert hoogtij met wanorde. Pas wanneer ik aandachtig rond kijk ontdek ik de souvenirs die elke vierkantecentimeter van de muren en horizontale vlakken opeisen.
    Dit is mijn fetisjkamer, zegt hij met een zekere tevredenheid.
    Ondertussen improviseren we een tafel met schone wijnglazen en drie stoelen.
       Dat is mijn grootvader aan de muur.
    Je hebt hier ook drie kruisbeelden staan.
       Ja. Een daarvan draagt een ivoren heilige.
    Hoe is het met uw dochter? Ik heb vernomen dat je nu grootvader bent.
    Er wordt op de voordeur geklopt. Een derde persoon. Gelukkig hebben we drie stoelen.
       Kom erbij zitten, Jean Pierre. En hoe gaat het met u?
    Bwa, het gaat. Ik heb vandaag geplamuurd en we zijn naar de biomarkt geweest.
    Jean Pierre is zelden uitbundig. Volgens hem komt dat doordat de wereld zichzelf teveel onrecht aandoet. De mensen leven te oppervlakkig. Niemand heeft nog tijd om stil te staan.
    Jaren geleden hebben we in Bretagne onder ons twee op een uit de zee uitstekend rotsmassief de nacht doorgebracht.
    Overdag, toen het water zich teruggetrokken had, gingen we er langs een zandvlakte naartoe.
    Nog voor zonsondergang  waren we omringd door de opkomende zee.
    We zagen een vuurtoren en hoorden de golven klotsen.
    Die nacht heb ik als een bezetene tamtam gespeeld terwijl Jean Pierre probeerde te slapen.
    Het was toen volle maan in een reusachtige sterrenhemel.
    Lang blijven we hier niet tesamen. Over grootse dingen wordt niet gepraat. Dat hoeft ook niet. We leven ons bestaan.
    Vooraleer ik weg ga, ga ik plassen. Het toilet is boven naast de werkkamer. Die is opgeruimd.
    Naast de trap hangen drie tableau’s onafscheidelijk aan de muur.
    Zie dat ge die niet appart verkoopt, zeg ik nog.
    Drie eigenzinnige zielen groeten tot weerziens.
    Ooit.
    Scheuten bloeien uit de grond. Een schreeuw de moeite waard.

    26-05-2008, 23:02 Geschreven door warket
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    23-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.katrien

    Vooravond. Hoe gaat het met U?
            
    Goed.
    Mijn uitlaat proestte de wc pot vol
    Zou het door die inktvis zijn die we gisteren aten?
    Alleszins lees ik een krant bij getik van een lekkende kraan.
    Er klimt vlakbij een spin over de faiënce.
    Zal ik meppen of niet?
    Ze is te jong om in brutaliteit te eindigen.

    Het is vrijdag nu.

    Ik heb een nieuwe eetplaats gevonden in de schaduw aan een voetbalveld.
    Ze zien me niet zitten als ik een haring eet
    en eenden ruziën om een stukje brood.
    Het is middag aan ’t stad.

    Katrien, wat vind je ervan?
    Katrien wil pannekoek met peren
    en vooral veel suiker.
    Als ze dat eet drukt ze met haar suikervinger
    beestelijk zacht een litteken over mijn tekst.
    Dat kan je niet lezen maar zo is het wel.

    23-05-2008, 23:51 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    21-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ik en de wereld

    Een vrouw duwt een kinderkoets voor zich uit. Ik kijk er naar.
    In deze dagval vliegt een vogel langs een verknipte omheining.
    Een ouderling verdeelt het mest en kijkt me aan.
    De wind blaast koelte langs hem en mij.

    het hooggras bloeit
          dofglanst in laag licht

    mensen gaan mijn traagheid voorbij
    alsof beweging en tijd veranderd zijn
    in een wereld van verkapte zielen

    noch de vleugelslag van een kraai
    of het spurten van een vogeldier
    gaan dit vermijden

    21-05-2008, 22:32 Geschreven door warket
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Foto

    Over mijzelf
    Ik ben warket, en gebruik soms ook wel de schuilnaam warket.
    Ik ben een man en woon in de wereld (de wereld) en mijn beroep is zien bouwen.
    Ik ben geboren op 11/09/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: vanalles.

    Archief
  • Alle berichten

    Mijn favorieten
  • website
  • kerima_ellouise
  • Kaatje Wharton
  • Marleen De Smet
  • fotos
  • warket

  • Foto

    Blog als favoriet !

    Foto

    Laatste commentaren
  • geen titel (maart)
        op verkeerde ochtend
  • Vele groetjes uit Zonhoven (sloefke)
        op droomwereld
  • ongetiteld (warket)
        op verkeerde ochtend
  • Ja inderdaad, (Michelly)
        op verkeerde ochtend
  • ongetiteld (warket)
        op zaterdag 21 maart
  • Gastenboek
  • groetjes terug
  • Groetjes.
  • fijne avond
  • vriendelijke groetjes van uit Tessenderlo
  • WANDELGROETJES UIT BORGLOON

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!