Een hond ziet een kind niet zoals hij een volwassene ziet: kinderen tot circa 10 jaar zullen door een hond zelden als ranghoger worden erkend. Een precieze leeftijdsgrens is niet te geven omdat dit afhangt drie elementen:
1) het karakter van de hond: hoe dominant dan wel onderdanig is hij? 2) het gedrag van het kind: hoe gedraagt het kind zich ten opzichte van de hond, hoeveel autoriteit kan het kind uitstralen? 3) het gedrag van de volwassenen: hoe hoog plaatsen zij het kind, gezien door de ogen van de hond? Eén van de rechten die volgens de natuur van de hond hoort bij het ranghoger zijn, is dat je het recht hebt om een ranglagere te corrigeren wanneer deze zich niet houdt aan de regels die horen bij de rol van de ranglagere. In de ogen van de hond is het bijvoorbeeld volstrekt ongepast wanneer een ranglagere dominante gebaren maakt naar een ranghogere. Dominante gebaren zijn onder andere alle gebaren van bovenaf: over de hond heen hangen, over zijn kop en/of rug aaien, omhelzen (!) en dergelijke. Ook ongepast is het wanneer een ranglagere een "prooi" (eten, botje, speeltje) van de ranghogere zou willen afpakken.
Gelukkig is het niet zo dat iedere hond elk kind dat een dominant gebaar maakt of een speeltje van de hond (af)pakt het kind zal corrigeren met een beet. Er zijn heel veel honden die een sterke vriendschap hebben met een kind en op basis van die vriendschap heel veel accepteren. Maar in het kader van de veiligheid is het heel verstandig ervan uit te gaan dat de hond het kind niet als ranghoger erkent en dat de hond dus het voor hem natuurlijke recht heeft het kind te corrigeren indien de hond dit nodig vindt. Op basis van deze uitgangspunten adviseren wij u de volgende regels in acht te nemen:
1. Laat kinderen nooit met honden alleen. Dit mede om te voorkomen dat ze een van de volgende regels overtreden. Uit onderzoek blijkt dat 95% van alle bijtincidenten met kinderen, het kind alleen met de hond in een ruimte was.
2. Een kind mag een hond nooit straffen !!!!
3. De etensbak, waterbak of speeltjes van de hond zijn alleen van de hond. Het kind mag hier dan ook niet aankomen (ook niet als de hond er niet uit eet, drinkt of mee speelt).
4. Kinderen mogen een hond geen dominante commando’s of correcties geven. Wel voorzichtig de hond verzorgen, zoals borstelen (onder begeleiding).
5. De hond niet toestaan om tegen het kind op te springen of omver te duwen. Als het kind er oud genoeg voor is kunt u het kind aanleren stil te staan met de armen over elkaar en naar het plafond te kijken. Als het kind namelijk niet gilt en met de armen zwaait, zal de hond de interesse in het kind verliesen en niet meer springen.
6. Pas op met vriendjes van uw eigen kinderen. Hun onderling gestoei wordt door de hond soms opgevat als een bedreiging voor zijn roedelgenoten, en kan tot het verdedigen van de eigen kinderen (roedelgenoten) leiden.
7. Pas op met het straffen van het kind als de hond in de buurt is. Sommige honden zijn erg gevoelig voor correcties met de stem en kunnen geen onderscheid maken tegen wie er geschreeuwd worden.
8. Laat kinderen nooit in de hondenmand zitten, het is belangrijk dat de hond weet dat de mand zijn vrijplaats is. De mand is zijn terrein. Kinderen moeten bovendien leren dat ze de slapende hond met rust laten.
9. Leer kinderen nooit zelf naar de hond toe te gaan maar alleen aandacht te geven aan de hond als deze op eigen initiatief naar het kind toekomt, of als het kind de hond naar zich toe roept. Als een kind naar een hond kruipt of loopt, kan een kind alle waarschuwingen die de hond geeft om niet in zijn buurt te komen niet zien of begrijpen.
10. Kinderen aaien honden bijna automatisch verkeerd, ze strijken met de vlakke hand over de kop. Dat is een overheersend gebaar, dat aan dominante dieren en mensen is voorbehouden. Aaien doen kinderen liever alleen onder de kin of achter de oren van de hond.
11. Hou kinderen uit de buurt van een hond die eet. Eenmaal geserveerd is het voer van het dier. Helemaal gevaarlijk kan het worden als kinderen met hun gezicht bij de kop van de etende hond komen.
12. Leer uw kind alleen onder uw begeleiding en pas als het kind daar oud genoeg voor is met de hond te spelen. Geschikt zijn dan alleen spelletjes die niet kunnen uitlopen in een machtsstrijd, dus geen vecht- en trekspelletjes maar wel zoek- en apporteerspelletjes.
13. Kinderen die hun armen om de hond heen slaan, gedragen zich overheersend. Ze verpletteren zo'n dier met hun aanwezigheid en lopen daardoor kans op een beet in hun gezicht.
14. Leer kinderen dat ze niet op honden af moeten rennen. Beter is het om de hond naar het kind toe te laten komen.
15. Kinderen mogen niet op, maar ook niet onder een hond gaan zitten of liggen. Honden die over een kind of een soortgenoot heen staan, bevestigen de rangorde in hun voordeel. Kinderen die bovenop een hond zitten, gedragen zich overheersend en kunnen een conflict uitlokken.
16. Kinderen hebben de neiging om naar de hond, die in de kamer op de grond ligt, toe te kruipen en liggen dan op ooghoogte met het dier. Honden worden soms zenuwachtig van starende blikken, dat kunnen ze als intimiderend ervaren. Leer kinderen daarom ook dat ze honden niet strak aanstaren.
17. Als honden op de bank mogen zitten, dan zitten ze op ooghoogte van kinderen. Pas hiermee op! Deze hoge positie geeft lang niet altijd een hoge rangorde aan, maar positioneert de hond met zijn bek op de hoogte van het gezicht van een kind.
18. Laat te jonge kinderen nooit de hond uitlaten. Vaak wordt er gerent met de hond en loopt het uit op een valpartij. Ook kunnen kinderen de hond niet houden als deze een kat ziet of uitvalt naar andere honden. Ook kleine hondjes horen niet door kinderen uitgelaten te worden. Het uitlaten van pups door jonge kinderen is helemaal uit den boze!
Deze regels zijn zowel van toepassing op de omgang van uw kind met de eigen hond, als op de omgang met een vreemde hond. Leer uw kind om een onbekende hond nooit te aaien, tenzij met uitdrukkelijke toestemming van de eigenaar!
Bijtincidenten kunnen zich ook voordoen als gevolg van angst of onzekerheid van de hond. Zeker honden die als jonge pup niet of nauwelijks met kleine kinderen hebben kennisgemaakt, zien kinderen vaak als enge wezentjes. In de ogen van een hond is een klein kind misschien wel een andere soort dan de mens, immers de bewegingen, de geluiden en het uiterlijk zijn heel verschillend. Jonge kinderen doen daarbij vaak precies die dingen die honden snel als bedreigend zien: hard lopen met kleine wiebelpasjes, met de handjes wapperen, hoge geluidjes maken, hard huilen en dergelijke. Ook om deze reden is het in het kader van veiligheid belangrijk om uw kinderen zo vroeg mogelijk de bovenstaande regels te leren!
Kinderen en honden kunnen de beste kameraden worden, maar het is belangrijk om beide partijen aan elkaar te laten wennen.
|