Er verschijnen wat woorden
Aan mij gericht
Zomaar wat zinnen
Van iemand zonder gezicht
Ik kan het niet begrijpen
Een mens, een vreemde voor mij
Zo ver weg, zo dichtbij
Het is zo wonderlijk, vreemd, apart
Gedachten delen zonder
in ogen te kunnen kijken
Zonder bij verdriet een hand te kunnen reiken
Of samen te lachen zonder elkaar te horen
Ik raak aan het idee gewend
Want zonder die pc had ik jou nooit gekend
|