Jantje, Truusje en Mohammetje zitten te spelen in de zandbak. Zegt de juf: 'Jantje, kom eens uit die zandbak, wat was jij daar aan t doen?' 'Ik was met Truusje aan het spelen met zand in de zandbak juf.' 'Nou Jantje, als jij bak op het bord kan schrijven zonder foutjes krijg je van mij een chocolaatje.' En jantje loopt naar het bord, en schrijft foutloos: bak. Waarna jantje een chocolaatje krijgt. 'Truusje, kom jij eens uit die zandbak, wat was je daar aan het doen?' 'Ik was met Jan aan het spelen met zand in de zandbak juf.' 'Nou Truusje, als je zonder foutjes 'Jan' op het bord kan schrijven, krijg je van mij een chocolaatje' En Truusje doet dat, foutloos en krijgt een chocolaatje. 'Mohammetje, kom jij eens uit die zandbak, wat was je daar aan het doen?' 'Ik zat in de zandbak juf, en ik wilde spelen met Jantje en Truus, maar die wilden niet met mij spelen! Ze zeiden dat ik stonk en ze gooiden stenen naar mijn hoofd' 'Oh', zegt de juf, 'Dat dit uberhaubt nog voorkomt in ons land, dat is echt schandalig, zoiets noemen wij rassendiscriminatie!' 'Weet je wat Mohammetje?' 'Ga jij maar naar het bord en dan schrijf je maar; (zonder foutjes): rassendiscriminatie en lukt het je dan krijg je van mij een chocolaatje!'
'Kan iemand me vertellen wat een doorzichtig lichaam is?', vraagt de onderwijzer. 'Een lichaam waar je doorheen kunt kijken, meester.' 'Goed. Kan iemand me daar een voorbeeld van geven?' 'Een sleutelgat, meester.'
Op school moesten de kinderen hun toekomstplannen uittekenen. Een jongen tekende een vliegtuig, hij wilde piloot worden. Een ander tekende een auto, omdat hij chauffeur wilde worden. Maar Elsje leverde haar papier leeg in -kon je niets bedenken? vroeg de juf. -jawel, ik wil later trouwen, antwoorde Elsje. -maar mama word altijd zo boos als ik dat teken...
Er is een leerkracht die altijd diep gedecolleteerd is. Op een dag komt zij naar school en heeft zij een roos tussen haar borsten gestoken. De leerkracht vraagt aan de kinderen 'Waarmee voeden rozen zich?' Jantje steekt zijn vinger op en roept 'met moedermelk mevrouw' De leerkracht werd boos en stuurde Jantje naar de directeur. De directeur vraagt aan Jantje wat hij verkeerd heeft gedaan. Jantje legt uit wat hij gezegd heeft. Maar Jantje toch zegt de directeur je weet toch dat rozen zich voeden met water. Ja maar zegt Jantje hoe kon ik nu weten dat die stengel zolang was.
Onderwijzer: 'Miesje, vandaag gaan we zinnen maken met persoonlijke voornaamwoorden: ik, jij, hij, wij, jullie, zij. Bijvoorbeeld je vader zegt: 'Ik ga uit.' Wat zegt je moeder dan?' Miesje: 'Jij blijft thuis!'.
In de klas moet Freddie een stukje voorlezen uit een boek. Piet moet lachen want Freddie stotterd heel erg. Freddie zegt dan: 'Je moet niet lachen want iedereen heeft wel een afwijking.' Dan vraagt Freddie opeens aan Piet: 'Hoe veeg jij je komt af?' Waarop Piet antwoord: 'Met mijn linkerhand.' Freddie: 'Dat is dan jou afwijking, want de meeste mensen doen dat met w.c.-papier!'
Jantje, Miep en Keesje zitten op school. Daar krijgen ze te horen dat ze bijles krijgen van meneer Klaas. Die middag zitten Jantje, Miep en Keesje in de klas bij meneer klaas. Meneer Klaas: 'Miep, die som moet je optellen en niet aftrekken! Keesje, de klok sloeg niet bij nieuwspoort, in 1600 was de slag bij Nieuwpoort!' Jantje: 'Daar snap ik nou niets van!' Meneer Klaas: 'Waar van Jantje?' Jantje: 'Nou van U.' Meneer Klaas: 'Hoe zo van mij?' Jantje: 'U moet ons niet leren over een slag bij Nieuwpoort of een som leren optellen of aftrekken.' Meneer Klaas: 'Natuurlijk wel!' Jantje: 'U moet ons toch leren hoe ze honing maken en een winterslaap houden?' Meneer Klaas: 'Jantje, wat bedoel je met ZE?' Jantje: 'De bijen.' Meneer Klaas: 'De bijen?' Jantje: 'Ja! dit is toch BIJ-LES!'
Jaap komt thuis in z'n gloednieuwe sportauto, staat z'n schoonmoeder 14 hoog te schreeuwen op de flat: 'Ik spring, ik spring'. Roept Jaap terug naar boven: 'Als je ff wacht haal ik eerst m'n sportauto weg'.
Zit ik thuis,komt er opeens mijn buurman aanlopen en schreeuwt: 'Help! Help!' Ik vraag hem wat er is en hij zegt: 'Mijn schoonmoeder wil uit het raam springen!' Ik zeg: 'Nou laat haar mooi springen!' Maar hij zegt: 'Dat is het hem juist. Ik kan het raam niet open krijgen!'