Er staat een paar militairen tegenover elkaar op te scheppen over hoe hoog hun IQ wel niet is. Dan komt er iemand naast hen staan, die al een tijdje heeft staan luisteren. Hij zegt: "Nee jongens, het meten van je slimheid aan de hand van het IQ is allang verleden tijd. Ze hebben allang een nieuwe eenheid gevonden: de 'tère.'" Al die militairen knikken zo'n beetje en zeggen allemaal zoiets van: "Ja, daar hebben we wel eens iets over gehoord." Dan zegt de man: "Ik zal een voorbeeld geven. Einstein bijvoorbeeld, was heel erg slim. Hij was dus een 'mega-tère'. Kijk ik, ik ben niet zo slim, ik ben een 'kilo-tère'. En ja, dan heb je ook nog militairen!"
Twee konijntjes komen elkaar tegen aan de rand van de weg. De een vraagt aan de ander: "Waar kom jij vandaan?" "Uit een holletje aan de overkant van de weg." "Maar hoe steek je die weg dan over? Die is toch veel te druk? Ik ben al mijn broertjes en zusjes al verloren, omdat ze naar de overkant van de weg wilden." "Nou", zegt het andere konijntje, "daar heb ik een truukje op gevonden. Je loopt eerst naar het midden van de ene weghelft, daar ga je plat op de weg liggen en wacht je totdat je verder kunt. Op de streep wacht je dan even en je herhaalt het truukje voor de andere weghelft." "Dat ga ik dan even proberen," zegt het ene konijntje. Dat konijntje loopt dus naar de helft van de weg, gaat plat op de weg liggen en ja hoor, de auto's raken hem niet. Het konijntje huppelt vrolijk verder tot de middenstreep, kijkt links, rechts en weer links en huppelt weer naar de helft van de weg. Het bukt weer totdat het veilig verder kan. Het andere konijntje kijkt rustig toe en ziet hoe het ene konijntje plotseling morsdood op de weg ligt. "Tsja" zucht het konijntje "die driewielers zie je ook niet vaak meer hč!"
Er zaten eens een Nederlander, een Belg en een Duitser in een luchtballon. De Nederlander gooide een appel naar beneden en zei: "Die hebben wij niet meer nodig." De Belg gooide een hamer naar beneden en zei: "Die hebben we niet meer nodig." De Duitser gooide een bom naar beneden en zei: "Die hebben we niet meer nodig." Even later waren ze geland en kwam er een man aangelopen die zei: "Ik had mijn appel op en had nog steeds honger en toen viel er nog een appel uit de lucht." Daarna kwam er nog een man aanlopen en die zei: "Ik was mijn hamer kwijt en toen kwam er zomaar een hamer uit de lucht vallen." Toen kwam er een vrouw lachend aanrennen en zei: "Ik liet een scheetje en toen ontplofte de hele flat!"
Jantje en oma lopen in het bos. Ze komen een bordje tegen. Daarop staat: klootzak. Waarop Jantje aan zijn oma vraagt: "Wat betekent dat, oma?" Oma zegt: "Dat betekent dokter." Dan komen ze nog een bordje tegen. Daarop staat: lul. "Wat betekent dat, oma?" Oma zegt: "Dat betekent jas." Ze lopen nog een stukje door en komen weer een bordje tegen. Daarop staat: neuken. "Wat betekent dat, oma?" Oma zegt: "Dat betekent slapen." Dan komen ze thuis en oma zegt: "Zo meteen komt de dokter, je moet aardig tegen hem zijn, maar wel een beetje zachtjes praten want ik ga nu even slapen." Even later belt de dokter aan. Jantje doet de deur open en zegt: "Hallo klootzak, hang je lul maar aan de kapstok en u moet een beetje stil zijn want mijn oma ligt boven te neuken."
Er komt een dwergje een café binnen en gaat naar de toog, die nogal hoog voor hem is en al springend bestelt hij: "Eén limonade.... één limonade," maar van de andere kant van de toog komt geen reactie. Dan begint hij opnieuw te springen en roept: "Eén limonade...." Nog steeds geen reactie... "Toch maar eens achter de toog gaan kijken," denkt hij bij zichzelf.... En daar ziet hij een ander dwergje springend roepen: "Een witte of een gele.....?"
Een dronken man gaat naar de kermis. Bij de schiettent schiet hij in de roos en krijgt als prijs een waterschildpadje. De volgende dag gaat de dronken man weer naar de kermis. Bij de schiettent schiet hij weer in de roos en krijgt weer een waterschildpadje. De derde dag gaat hij weer naar de kermis en schiet bij de schiettent in de roos. Maar dit keer krijgt hij als prijs een teddybeer. "Hé," zegt de dronken vent, "zijn de gevulde koeken op?"
Zegt er een dokter tegen een patiënt: "U hebt nierstenen, kalk in de bloedvaten en water in de knieën". Waarop de patiënt zegt: "als u ook nog zegt dat ik cement in mijn zak heb, kan ik een bouwbedrijf beginnen".
De postbode staat met een pakje voor de deur, als er plotseling luid blaffend een hond om de hoek van het huis komt rennen. De postbode laat pardoes het pakje vallen, rent als een speer de tuin door en springt over de heg. Intussen gaat de deur open en zegt de mevrouw lachend: "Maar postbode, blaffende honden bijten toch niet, dat spreekwoord kent U toch wel?" "Kan wel waar zijn", zegt de postbode, "maar wie zegt dat die hond dat spreekwoord kent?"