(Vluchten, hotel en camper geboekt bij Travelnauts, A'dam rest eigen voorbereiding)
Na een voorspoedige vlucht vanuit Schiphol naar Toronto met een B-747 van KLM werden we zoals gepland opgehaald door een shuttlebusje van het hotel Delta Toronto Airport West en was onze eerste nacht op Canadese bodem geboekt in dit 3* hotel wat alles bracht wat je er kan van verwachten. In orde, zonder enig probleem.
's Morgens werden we na een drie kwartier wachten, ze waren het waarschijnlijk vergeten, opgehaald door de verhuurmaatschappij van de camper (Cruise Canada) en konden we de camper ophalen in Bolton (N.Toronto). Een 25' of een goeie 7,62m lang was dat ding en even groot als onze eerste die we gehuurd hadden in Los Angeles 2 jaar geleden.
Onze eerste rit was naar de KOA-camping van de Niagara Falls die zonder problemen verliep.
De volgende dag was natuurlijk vrij gehouden om de watervallen te bezoeken en we hebben ons daar een ganse dag mee bezig gehouden. Op het eerste zicht zijn die waterdingetjes niet zo spectaculair maar als je er blijft naar kijken en dichter komt bij de plaats waar die watermassa naar beneden komt ben je toch héél onder de indruk.
Via tunnels zijn we onder die watervallen gelopen en gezien hoe het er aan toe gaat. Indrukwekkend !!! Je had ons moeten zien met onze plastic jasjes aan, 2 gele smurfen!!!
Het stadje dat dezelfde naam draagt aan beide zijden van de grens, ook de Amerikaanse staat New York heeft zo een stadje, is volledig toegespitst op de toeristen en hun rare goesting. Van een casino tot een spookkot, het is allemaal typisch Amerikaans en het loopt vol met van die rare mensjes.
's Avonds en ook voor onze 21e huwelijksverjaardag hadden we een reservatie in het restaurant op de Skylon-tower, 236m boven de Niagara-falls, iets dat ronddraait terwijl je aan het eten bent en in één uur de volledige 360° afmaakt. Het eten was ongelooflijk lekker maar ook duur. Zo een biefstuk kan je bij ons niet krijgen denk ik. Het restaurant wordt dan ook gerund door een Belgske. Het is dan ook iets dat je niet zo maar meemaakt hé !!!! Na een prachtige vooravond hebben we de bus terug genomen naar de camping en onze eerste uitstap zat er op. Vanaf de Falls was het naar Kingston en de 1000 Islands. Hetgeen we gezien hebben was in feite iets te weinig om er grote dromen van te krijgen en ook onze boottocht op de S.Lawrence-river was niet héél speciaal maar misschien lag dit aan het weer. Die rivier, waarom zeggen die mannen een rivier, het is toch een stroom, is wel héél spectaculair maar dit gaan we verder nog uitleggen.
Het stadje Kingston was dan wel de moeite waard want ze hadden zelfs een mobiele frituur waar ze echte frieten verkochten. Ze waren wat bruin maar ja, dat neem je er toch bij. Ze waren zelfs zo goed dat een bedelaar die daar zat, de rest vroeg van het pakje van Anita, dat van mij moest hij niet hebben !!! Dan maar postzegels gekocht voor al die prentkaarten voor de maatjes en terug naar de camping. Dat was ook niet vanzelfsprekend want we moesten dan nog de goede bus vinden , het lijnnummer klopte maar de bestemming blijkbaar niet zodanig dat we door die vriendelijke buschauffeur afgezet werden aan de goede bushalte met een bewijs van betaling. Zoals je kan zien zijn we er wel geraakt !!!
Van Kingston ging het dan naar een véél grotere stad namelijk Montreal.
Onderweg hadden we het lumineuze idee om af te slaan aan het Upper Canada Village. Een dorpje dat volledig gereconstrueerd is naar de levenswijze van de trappers en kolonisten die er in de 17e en 18e eeuw leefden. Nog altijd wordt daar brood gebakken op de ambachtelijke wijze van die tijd (je moet er voor wachten tot na de middag en in de rij gaan staan) en ook hout wordt gezaagd via water aangedreven molens. Zelfs tinnen schotels en kruiken worden er vervaardigd. Beslist een kleine omweg waard.
Maar vóór we in Montreal geraakt zijn hebben we eerst nog een 2,5 uur in de file gestaan om een brug over te geraken, de Pont Mercier, en dat was in totaal 3km ver. Laat ze maar zwijgen van de files van bij ons, het is in Canada zeker niet beter.
Daar hebben we na een goede nachtrust zeil gezet naar Montreal-downtown, met de camper tot aan een bepaalde plaats om de metro te nemen maar die plaats hebben we nooit gezien, waarschijnlijk afslagje gemist, want we kwamen uit aan het Universitair Hospitaal en hebben daar de camper geparkeerd voor een volledige dag. Van daaruit de metro genomen en zonder missen direct naar het centrum waar we de ondergrondse winkels hebben bezocht en er zijn er veel hoor. Van frustratie heb ik dan maar een rugzak gekocht om toch iets mee te hebben en een mooie brasserie binnen gestapt. Leuk !!
Bij het vertrek hebben we zodanig gezocht naar de metro dat we plots terug op onze plaats aan het hospitaal stonden zonder de metro te nemen. Goedkoop hé, wat zijn we toch goede wandelaars !!! Dan straight ahead terug naar de camping en de volgende dag naar Québec.
Het oude stadscentrum van Québec, dat we bereikt hebben via de ferry vanuit Levis en dat op de werelderfgoedlijst staat van de Unesco, is echt de moeite waard om te doen. Het is een mooi onderhouden museum met nog heel kleine straatjes met ontelbare winkeltjes waar je werkelijk alles kunt kopen. De mensen zijn, zoals elders in het land, héél vriendelijk en direct bereid om je te helpen. We hadden mooi weer en dan is het heel mooi om ginder rond te kuieren want zo is het wel, slenteren.
Het grandioze hotel Frontenac, dat volledig is opgetrokken in renaissancestijl is een overblijfsel van de Canadian Pacific Railway company dat zijn reizigers (de chique) wilde in de watten leggen, overkoepelt de ganse oude stad en is werkelijk grandioos.
Hebben daar bij een Italiaan wat gegeten en zijn dan terug gereden naar onze camping.
Vanaf Q ging het richting het schiereiland van de Gaspésie en daarom wilden wij eerst camperen in het stadje Rivière du Loup. Waren daar al een camping opgereden maar vonden daar geen internet en aangezien het de enige was die open was, hebben we maar alles terug afgekoppeld en verder gereden naar Trois Pistoles. We vonden daar een camping aan het water maar ook geen internet en geen mogelijkheid om te Skypen naar de kindjes. Het was al wat laat in de namiddag en besloten toch om daar te blijven want het regende al terug.
Onze volgende halte was Sainte-Anne-des-Monts, een gezellig dorpje aan de route 132, dat ons de eerste dag prachtig weer gaf met verbrande smoeltjes erbij.
Op de camping hadden ze juist een nieuwe internetverbinding laten installeren maar die werkte niet als we daar aankwamen. Met onze Vlaamse snuggerheid hebben wij daar het boeltje opgelost en madam van de camping was content.
Wij wilden zeker de zeevruchten eten die ze in het stadje serveerden en dat hebben we dan ook gedaan al hebben we er 3 dagen moeten voor blijven i p v 2. Het regende zo hard de tweede dag dat wij als twee waterkiekens besloten om maar terug te gaan naar de camper en niet meer te wachten tot het restaurant open was. Het was de moeite om te wachten want Anita, mijn lieve echtgenote, toch vriendelijk hé?, heeft gegratineerde coquilles gegeten en ik een kreeft. Fantastisch !!!
Op de camping hadden we dan problemen met de verwarming van de camper en als het een ganse dag regent kan je wel wat warmers gebruiken. Hebben dan voor de eerste keer naar Cruise America gebeld om te weten hoe we het konden repareren maar daar vonden ze geen betere uitleg dan ons een winkel aan te raden om een verwarmtoestelletje te kopen dat ze zouden terug betalen. Natuurlijk in die winkel hadden ze er geen. Ben nog speciaal met die oude vader van de camping, allez oud, 67 jaar was hij maar zag er wel wat meer verrompeld uit, naar ginder gereden en hebben dan maar een toestelletje gehad van hem. Zo een oud Philips-dingetje van het jaar stilletjes maar we hadden warm.
's Anderdaags zijn we naar de Rocher Percé getrokken en hadden daar een camping op het oog maar die was nog niet open, ook de volgende Camping Indian Head was nog dicht. Dan zijn we maar uit frustratie gestopt bij een auberge. Die Auberge Fin de Banc was werkelijk héél mooi en ook de mensen waren héél vriendelijk. Echt zo een auberge uit vroegere tijden, met groot haardvuur, eiken balken en de grote zetels met gecrocheteerde plaids er op. Héél gezellig en we zouden er zo naar toe gaan want het moet er vooral héél leuk zijn in de winter met een dikke laag sneeuw en een knetterend haardvuur. Fabulous!!
Die bazin heeft gebeld naar Camping La Surprise vlak aan de kust, daar waren ze open en konden we ons voor een nachtje plaatsen met een prachtig uitzicht. Vlak voor de mooie rots van Percé. Prachtig om zien. Maar dan hebben we ook een prachtige winderige, regenvolle en stormachtige nacht meegemaakt zodanig dat we dachten dat we met camper en al de Atlantische Oceaan gingen inwaaien. Je staat daar op een klip maar je weet natuurlijk niet wat er onder die wielen zit. De volgende dag waren we weg !!
Die weg leidde ons naar Pointe-à-la-Croix en dit was aan de grens met New Brunswick of het meest oostelijke punt van de Gaspésie. Aangekomen op de camping was de hele receptie onder water gelopen de vorige dag en konden we gewoon een plaatsje nemen en dan zouden de eigenaars wel eens langs komen. Op de camping hebben we daar een nest van raven gevonden, toch grote vogeltjes hoor.
Zijn dan de volgende dag de grens overgestoken met New Brunswick, terug goed gegeten, de één een fruits-de-mer en de andere een filet van gegrilleerde zalm, en zijn dan gaan shoppen bij de Indians, de Mic-Mac-indians ofte Migmawei Mawiomi.
Mijn madam wilde uiteraard wat souvenirs kopen en we hebben er hele mooie aan overgehouden. Heel kleine mocassins in leder gemaakt door een oud vrouwtje met arthritis in haar vingers. Prachtig hoe ze dat kunnen maken. Vriendelijke mensen daar.
Van Pointe-à-la-Croix naar Rimouski was het een kleine 300km maar daar hebben zij de onhebbelijkheid om hun straten te noemen naar iedereen die geld heeft waarschijnlijk en zo komt het dat we een route,rue en chemin St.Germain hebben die 3 keer verandert van naam en er ook nog een oost en westzijde heeft !!!! Heel gemakkelijk om vinden uiteraard.
Wij werden daar op de camping terug héél vriendelijk ontvangen door een dame die vroeger nog public relations had gedaan voor de stad van Montreal en die dus goed wist hoe alles aan de man/vrouw te brengen. Leuk ! Eén ding wist ze niet, hoe lang is een kilometer wandelen want we hebben er 45 minuten over gedaan bergop,bergaf om een stom brood te halen !!! Hebben het haar uitgelegd hoor !!
Maar dit alles was nog niets met hetgeen we de volgende dag meemaakten. Aangezien één van onze achterbanden leeg aan het lopen was en zelfs na herhaaldelijk oppompen nog altijd geen goesting had om zijn werk te doen, hebben we moeten bellen naar de verhuurmaatschappij. Wij zijn namelijk niet geacht, mogen niet, een band te vervangen!
Dat was maar best ook want de reserveband was ook leeg. Na een half uurtje telefoneren met die mafkezen in Mesi, USA waar niemand Frans sprak, zijn we toch aan een adres geraakt waar ze dit euvel konden verhelpen. 's Anderdaags naar ginder om kwart na 9 's morgens en weet je wanneer wij daar buiten zijn gegaan???? Kwart na drie in de namiddag ofte 6 uur om 2 banden te repareren. Ik heb natuurlijk van mijn systeem gemaakt door die telefoon naar het hoofdbureel omdat zij gewoon vanuit Montreal geen bevestiging stuurden naar de mensen die de zaak hadden geregeld. Twee minuten nadien was het geregeld. Hadden waarschijnlijk gezegd dat die Belg geen gewone was ??!! Hebben zelfs die dag terug betaald gekregen bij Cruise Canada in Toronto.
Eind goed alles goed en voertuig terug in orde. Hadden ondertussen al boodschappen gedaan met een wagentje van de herstellers, toch leuk van die mensen.
Vanuit Rimouski was het een goed anderhalf uurtje rijden naar de ferry van Trois Pistoles om over te zetten naar de andere kant van de S.Lawrencestroom en aan te komen in Tadoussac via Les Escoumins.
Daar hadden wij een goeie camping gevonden met een oh zo mooi zicht over de baai, werkelijk héél mooi. De reden van het bezoek aan dit dorp was enkel om een cruise te kunnen maken naar de walvissen. Hier zitten er namelijk een paar soorten van die zoogdieren die men nergens in een zoo of dolfinarium kan zien.Dit is geen aquarium maar werkelijkheid, hier zie je echt die vinnen en ruggen boven water komen en zie je de beluga's met hun wit vel boven de gitzwarte zee uitkomen en in scholen de boot bezoeken. Prachtig is dit allemaal en ondanks het dure prijskaartje toch zeker de moeite waard.
De volgende stop was in in feite La Tuque maar door de grote afstand werd dit enigszins ingekort tot de Lac Bouchette, niet ver van de Lac St.Jean, waar we verbleven in de L'Ermitage Saint Antoine. Dit was een soort van bezinningsoord geloven wij want al het volk dat wij ginder tegenkwamen waren mensen die een soort Lourdes wilden bezoeken en diepgelovig de kruisweg en een noveen deden.
Niets voor mij maar iedereen zijn gedacht en goesting uiteraard.Mijn echtgenote Anita ging dan toch ook eens die kruistocht (sorry, zo noemde ik het) doen en voor haar was dat een mooie belevenis speciaal door die mooie beelden die er stonden. De wandelingetjes die je kon doen ginder waren mooi en voor ons juist genoeg om onze oude benen te strekken. De tweede dag zijn we dan naar Val Jalbert gegaan, een oud dorpje dat de geschiedenis vertelt van een bevolking die volledig afhankelijk was van de plaatselijke pulpfabriek. Daar bevindt zich ook een prachtige waterval en die zijn we naar boven gegaan met de télépherique maar te voet naar beneden gekomen ofte 752 treden. Leuk voor de fysiek!!
Ook zeer vriendelijke mensen ginder want direct nieuwsgierig hoe het bij ons er aan toegaat in België en ze vertelde, die madame van de winkel, dat ze het absoluut niet leuk vond dat die winter bij hen zo lang duurt, minimum 5 maanden, en zo koud is.
Het was voor ons een leuke ervaring en zijn dan maar terug gekeerd naar ons kloosterleven op de camping. Je kon er wel pinten drinken op het terras dus zo commercieel waren ze wel natuurlijk.
De grootste plaag die we hier in Canada zijn tegen gekomen zijn die rotte muggen en zwarte vliegen. Het krioelt ervan en ze zijn moeilijk weg te krijgen. Ze bijten je door je kledij en vinden dat waarschijnlijk nog leuk ook. Overal waar je loopt in die bossen ben je een doelwit voor die beesten en ze doen hun best hoor, ik zweer het jullie.
We wisten van die problemen vóór we naar hier kwamen maar toch bijten ze je door alles heen, ondanks de speciale crème die we hier daarvoor hebben gekocht.Zelfs een tuinman gezien in ons kloosterdorp die zo een imkerhoed met net aanhad speciaal om zich te beschermen. Wij hebben ons terug getrokken in ons motorhometje en hebben nog één gedronken, dat helpt ook denken we toch.
Van de Lac Bouchette zijn we naar Mandeville gereden en gelogeerd op camping La Baie, een 5-sterren camping waar we niet veel van gezien hebben want het heeft de eerste dag niet anders gedaan dan ononderbroken geregend en het water kwam werkelijk met bakken uit de lucht. Hebben langs de baan 2 elanden zo maar langs de weg zien lopen, in galop zoals 2 paarden . Leuk om zien maar we waren uiteraard te laat om ze te fotograferen. Gelukkig hield het de volgende dag wat op en zijn we het Nationaal Park van de Mauricie gaan bezoeken waar we echt gingen voor het bekijken van het groot wild zoals de eland, wolf, beer, enz.... Weet je wat we gezien hebben? Drie eekhoorntjes en een rare uil. Weet niet welke want zat daar te fladderen met zijn vleugels en veel lawaai te maken maar was natuurlijk weer veel te rap weg.
Het spannendste was wel dat er vooraf aan het begin van de weg een bord was waarop stond dat er zwarte beren op die plaats zaten en dat je liefst op het pad bleef. Wij ons maar afvragen wat een padje zo kunnen doen om die beren tegen te houden. Maar toch hebben we de 1,5km tocht naar boven gedaan al waren we niet direct op ons gemak. Een mens vraagt het zich maar af nadien wat men zou doen indien men zo voor een beertje staat ???!!! Ze zeggen van alles hé, laten vallen en proberen te doen of je dood bent, weglopen mag je niet, stokstijf staan doe je sowieso waarschijnlijk maar ik zou het begot niet weten.
Maar het was terug een hele mooie wandeling geweest en we hadden terug onze zuurstof binnen die we nodig hebben op onze leeftijd.We waren pas terug op de camping rond een uur of 6 en moesten dan nog de was doen want dit begon terug nodig te worden. Rond 8 uur mochten we de camper sluiten en onze dag ook afsluiten na een lekker bordje spaghetti.
Op 11 juni zijn wij vertrokken naar het Provinciaal Park van de Mont-Tremblant, het oudste en grootste park van Québec.
Volgens de gps, die op de laptop werkt, moesten we een bepaalde weg afslaan maar daar stond een bord om ons erop te wijzen dat die enkel op eigen risico kon worden genomen. De afstand die we moesten volgen was 14km maar het zijn echt 14km geworden uit de Paris-Dakar-rally. Mooi te doen met een 4X4 maar met een camper, hola !!!! Eind goed alles goed .
We zaten op een mooie camping aan een riviertje Le Diable waar we probeerden om onze kindjes via Skype te bereiken maar mijn laptop was niet in staat om enige verbinding te maken met hun systeem daar. Dan maar met de dochter gesproken zonder video maar dit gaat ook hé. Wij zagen hen maar zij ons niet en dat is misschien dikwijls nog beter , hihi. De zoon was juist begonnen te eten dus dat ging niet op dit moment en dan wordt het moeilijk als je moet betalen voor de verbinding per kwartier hé!! Nog een hot tub, het was echt een ijskoude in plaats, en een ferm etentje en we konden terug naar ons bed.
De volgende dag hebben we de Mont-Tremblant Secteur du Diable zelf bezocht en we waren er al om 9 uur 's morgens. Geen kat op de baan, zelfs weer geen eland of beertje, maar wel een witstaarthert dat gewoon dartel over de weg aan het lopen was. De Chute du Diable is héél mooi en werkelijk de moeite waard om terug die muggen te trotseren en uit te kijken voor de wolven deze keer? Echt een leuke bezigheid hoor!!!
Na nog een paar watervallen te hebben gezien zijn we dan afgezakt, allez dat afzakken moet je met een grote korrel zout nemen want hier is dat niet zomaar afzakken maar echt een rally rijden met vele bochten ups and downs, naar de dorpskern van Saint Jovit waar we lekker in de zon op een terras konden afwachten tot onze foto's waren ontwikkeld.
Gelukkig waren die in een goed uur klaar anders hadden we moeten een taxi nemen geloof ik!!! Na een mooie wandeling een warme spa van een half uur en het was heerlijk. Ook de hamburger met mooie frietjes smaakten 's avonds super. Terug een mooie dag die voorbij was. 's Morgens naar Pembroke maar zover zijn we niet geraakt want vonden het beter om terug naar een KOA-camping te rijden. Die zijn voor ons de beste die je prijs/kwaliteit kunt hebben. Niet goedkoop maar alles er op en er aan en zeer vriendelijk personeel. Je weet als je daar gaat dat alles in orde is en dat je draadloos internet (wifi) hebt zodat het thuisfront weet waar je bent, toch zeer interessant.
We zijn dus geland in Mallorytown, een dorpje ten zuiden van Ottawa, de hoofdstad van Canada. Het was ook een lange rit maar zijn nu tenminste al dichter bij het eindpunt geraakt wat Toronto is en van waar we de terugreis maken. Het was niet echt de bedoeling om Ottawa aan te doen maar het is ook leuk om eens door die drukke stad te kunnen rijden, het was natuurlijk zaterdagmarkt en dat maakte het nog iets drukker. Joepie!!
Bij onze aankomst ginder was het weer niet al te best en begon het zelfs te gieten nadat we er een kwartier waren. Dit zou een avondje in onze camper worden maar met een lekker etentje en een goede pint bier was het weer vlug vergeten. 's Avonds is Anita zoals een echte birdspotter kolibrietjes gaan filmen maar een succes mogen we dit niet noemen. De volgende dag zijn we naar Brockville getrokken, zo een 40km verder langs de oevers van de machtige S.Lawrencestroom gelegen. Werkelijk de moeite waard om eens een paar uren in rond te lopen, een mooie wandel- en winkelstraat, een prachtige promenade langs het water en een mooi jachthaventje. In de grote straat stond er zelfs vlak vóór het gerechtsgebouw een standbeeld ter ere van de overleden oudstrijders van de eerste en tweede wereldoorlog en zelfs Passchendaele (West Vlaanderen) staat vermeld op het momunent.
We zijn nog andere dingen tegen gekomen ook zoals de verhuur van kamertjes aan girls only en een saloon waar die garçon aan iedereen vertelde die hij buiten zag dat er Belgen in zijn caféetje zaten. We hebben er zelfs een T-shirt gekregen van Budweiser en nog één met een madam op maar ik heb nog niet gekeken wat het feitelijk was. Wij hebben hem een stuk van 2 gegeven uit België en hem veel succes gewenst. Hij kon het gebruiken zei hij!!! Gelukkig hadden we prachtig weer ginder en was die uitstap ook al een succes.
Terug naar Mallorytown dan en uitrusten voor de volgende lange rit.
Die ging naar onze eindcamping in Cookstown langs de highway 401 & 400. Daar waren we op ons gemak voor de rest van ons verblijf en waren we eindelijk in Toronto terug. We zeggen Toronto, maar in feite ligt dit stadje met zijn 2,500,000 inwoners, zo een 90km er vandaan.
Van hieruit zijn we de volgende dag de zoo gaan bezichtigen en dit is niet om zo maar een zoo te zien maar in feite gewoon om een eland te zien, het lievelingsbeestje van mijn echtgenote, want wij hadden dus op onze ganse trip 2 elanden gezien maar geen fotootje kunnen nemen. Je gelooft het of niet maar in de zoo waren de elanden die dag binnen geplaatst in stallen omdat ze hun gebied moesten opkuisen en opfrissen. Dus, geen elanden in de zoo!!!!!!!!!! Maar toeval oh toeval, op de camping staat er een koppeltje Zwitsers met een camper zoals de onze en die vrouw had één eland kunnen fotograferen. Die vriendelijke madam heeft haar digitale kaart uit haar fototoestelletje gehaald en we hebben enkele foto's van die eland kunnen overladen op onze laptop. Hoera !!!!!!!!!!!!!
Nadat Anita dus héél gelukkig was met haar fotootjes zijn we de volgende dag de CN-Tower gaan bezoeken in Toronto. Dit is de hoogste alleenstaande toren in de wereld met zijn 552m en daar hebben we de buitenlift genomen tot op het hoogste punt dat je kan geraken, door een glazen vloer naar beneden gekeken en verder getrokken met een andere lift tot op 450m, werkelijk héél hoog hoor !!! Magnifiek voor sommigen en voor anderen huiveringwekkend. Niet normaal om zo maar bijna een halve kilometer naar beneden te kijken.
Daarna wilde ik nog eens naar de Skydome, het American footballstadion van de Blue Jays uit Toronto, vlak naast de tower maar daar mochten wij niet in omdat ze bezig waren met de voorbereiding op de match van de avond. Met een begeleide toer ging dit wel maar dan moesten we wachten tot rond 3 uur en dat ging niet wegens het gevaar van de komende files. Voor we daar geraakt zijn hebben we nog eerst de metro moeten nemen, zo een half uur in vliegende vaart onder de grond moeten racen, maar gelukkig had onze campingeigenaar ons goed ingelicht over de te nemen richtingen.
Voor onze laatste dag zijn we nog wat souvenirs gaan halen in een grote mall vlak bij de camping, een half uurtje wandelen, want met lege handen kom je niet thuis hé bij de kindjes !!!
Het is allemaal zo mooi geweest en terug is dit het einde van een fantastische reis. We hebben een sublieme natuur gezien, veel vriendelijke mensen ontmoet die zo benieuwd waren naar ons klein landje, een 5000km gereden en alle soorten weer tegen gekomen.
Het enige wat we nu kunnen doen is plannen maken voor een volgende reis maar het was oh zo mooi.