glimmend grimt het gras groen en grijs door donkere dagen een uil hoehoet luguber wollige wolken wijzen wijds naar de machtige maan
ik glijd naar jou
onbevangen blijf ik hangen aan je trouw
paarse paarlen glinsteren gloeiend in je ogen die hebben nooit gelogen nooit bedrogen ik ben zo blij mijn vrouw
aan mijn vrouw van Piet
Uitbundige verwelkoming in bar op Gran Canaria.
is dat blok dan echt kanker of aids waarschijnlijk erger nog het zet voort via het woord
een hersenziekte blijkbaar illusies voor mensen in nood opgeblazen door legale criminelen
democratische bescherming van een fanatieke diktatoriale dracht
ik weet het wij zijn tegen de doodstraf zij niet wij zijn voor gewettigde abortus en euthanasie zij niet één nadeel hebben ze ze kunnen geen 90 maagden beloven na een zelfmoordaanslag
wat dan nog dat is maar drie maanden werk als je het langzaam doet
laat ons maar eens lachen we leven in het land van beloften
Droom ik mijn leven ?
ik ben alleen al wat ik beleef droom ik romantische fantasieën nuchtere realiteit nachtmerries
of ben ik figurant in de dromen van iemand anders
als er een god is droomt die misschien romantische fantasieën nuchtere realiteit nachtmerries met mij als een van de figuranten
al eeuwen lang ?
Ja, ik lees graag thrillers.
Piet
In de schaduw is men altijd donkerder
Piet met de pet heeft zich even opzij gezet
't is zo plezant vreemd gaan zonnig zieden zonnig zien zonnig zijn met je liefde voor haar tussen al dat vreemds
ik ken nu alle talen maar versta ze niet al die mensen met verdwenen zorgen 't moet hier nu maar goed zijn
ach vrouwtje lief 't is zo plezant met jou vreemd te gaan en samen zonnig te zijn hier in dit vreemde land
3 foto's
rara wie ben ik ?
klagen
een mens klaagt als een machteloze god het klagen moe zingt psalmen en vloekt -tegenstelling schept leven- de donder ruist zachtjes als pasgeboren rotsen en huppelt moedeloos langs de tegels
-begijntjes schrikken om een muis-
de witte muren liggen zoetjes te vrijen in de zon onder de hete daken alsof de bomen het niet zien
het lied van de achterdeur klinkt dof boven de aarden vazen en bloemen plukken bloemen tot een wrede vredeskrans
troje
dat paard ken je dat er indringen
zomaar ongeweten
er zijn waar je niet wordt verwacht het hebben van macht omdat je in een paard hebt gezeten
weten dat weten komt vanwaar je het niet wenste
wij zijn het toch of niet
wie heeft het kompas uitgevonden west oost noord zuid
is de wereld wel rond of blijven we gewoon platvloers
van hier naar scherpenheuvel gaan alle wegen toch naar rome pausmobiel minder-mobiel gaan bidden voor maria van ...
Zomerse herfstgedachten
het is zomer in ons paradijs hier en nu sluimerend in oktober vlinders tellend bloemen bloeiend een vroege dood tegemoet maar toch geleefd wanneer zij er niet moesten zijn
het is zomer in ons paradijs glimmend en glanzend als in mei parelt oktober ons voorbij de zon verblindt de eenzame regendruppels tot een regenboog de mens glimlacht weer hoera
het is zomer in ons paradijs zonder stormen of orkanen terrasjes vol met jonge zwanen giechelend genietend alsof het niet eindigen zal verleidend kijken naar al dat moois
verbaasd is hij niemand kent hem nog wanneer hij zijn ego aflegt zijn aangeleerde maniertjes zijn opgedrongen dracht zijn gestileerd uiterlijk
hij verdwijnt dan tussen al die andere nep onzichtbaar als de zon verblindend als zijn verzinsels verdoemd om weer mens te zijn zoals hij aanvankelijk was
vroeger voor de grote metamorfose toen de bossen nog heersten de sterren nog straalden de segen nog aarde waren de mist nog veilig verhullend hij zichzelf nog was
Deze week overleed Karel Van Miert schielijk in zijn tuin. We weten allen wat deze prachtige mens betekende en zijn dan helemaal onthutst over zijn onverwachts heengaan. HIJ ZAL ALTIJD EEN VOORBEELD ZIJN zowel voor zijn politieke medestanders als zijn tegenstanders.
Hij is te vroeg van ons weggegaan en dat betreuren we tenzeerste.
daarom gooien ze bommen op Gaza daarom schieten ze granaten naar Israël daarom weten we geen antwoord daarom onderhandelen ze daarom wordt er geprotesteerd daarom sterven er zoveel kinderen daarom weten we geen antwoord daarom zien we die trieste beelden op tv daarom staan de kranten er vol van daarom weten we geen geen antwoord
niemand kent het einde het neergaan het laatste overzicht voor het afscheid de vraag om vergiffenis voor gedane leed of het trotse ego ik heb alles goed gedaan
men denkt nog niet aan het gewicht van de grafsteen of de hitte van de crematie het leven draaft nog eens langs het zicht op wat men zich nog wil herinneren de hoop alles nog te zien van een verre hoogte
het wenen zal regen zijn een glimlach zonneschijn denken wordt wijsheid een god gelijk ach mens leef wanneer je nog leeft ween dan glimlach dan regen en zonneschijn
ik zat een beetje benepen vreemdeling te zijn bleek nog niet gebruind mijn plaats nog niet gevonden
na het vliegen hoog en droog geland met echte papieren kreeg ik het toch benauwd dat kleine hokje met die strenge vent
een rijbewijs had ik wel de buschauffeur blijkbaar niet zo voel ik mij altijd als ik zelf niet stuur onveilig dicht bij de grond
en dan de zon echt begrijpen niet dat enge gevoel drukkend als juist aangekomen herademen in een andere sfeer efkens anders zijn
vertoeven in een vreemde wereld verrassend vriendelijk tussen mensen die je echt niet kent maar altijd "morgen" of "mahlzeeit" dan vredig aan de dag beginnen
onderhuids is er heimwee dat ontberen van het dagelijkse het teder samenzijn met diegenen die je even wou missen blij terug van blij weggeweest
ik heb zojuist een vlieg gedood ik die geen vlieg kwaad zou doen ben ik dan toch een moordenaar een gedrocht zonder begrip voor een anders leven of was het een onweerstaanbare drang verzachtende omstandigheid die zelf niet te verklaren is
zal de vlieg worst wezen misschien was ze liever tyrannosaurus rex geweest die zijn niet zo vlug te verdelgen alhoewel de geschiedenis leert ons dat groten ook vergaan
ik heb er eigenlijk geen spijt van gewetenloze boef ik zal branden in de hel of herrijzen als een vlieg
mijn penseel streelt haar palet tot grootse dimensies de horizon straalt een kleurenspansel dampig glinsterend als ogen van een roofvogel allesziend verheven de goden nabij
spitsig grijp ik het panorama in één spontaan gebaar van links naar rechts draaierig beheerst kransen van verlangen dumpen mij in het niets het oneindig einde van het zijn
ik verlies haar niet spaar haar met hoge rente in tubes en potten buitensporig gierig op liefde mijn enig bezit het sparen waard zij het schilderij van mijn geluk
ik wandel in de tuin van mijn gevoelens tastend naar al wat kleurt en warmte geeft
de bomen wuiven witte wolkjes naar de zon ik ben klein en groots de wereld in het heelal denkend aan mijn bloem in de tuin van mijn verlangens
ik klungel in de jungle van mijn ziel duwend naar al wat klam en drassig is
de bomen in de zilveren lucht priemen naar grauwe vogels ik ben zo niets en alles een zwart gat in het universum dan denk ik aan mijn bloem in de tuin van mijn hoop
sito presto te gehaast om traag op gang te komen schoffer ik op glad ijs geen gevaar schrikt mij af domheid is niet glibberig maar houterig betweterig
sneeuwvlokken verblinden mijn bedoelingen zo weet ik niet welk kwaad geschiedt geweldig gewelddadig scheffer ik alles om de val is gezet zelfs woorden die ik niet ken schrijven mijn eigen dictionaire flutterig betweterig
sito presto te gehaast om na te denken brabbel ik erop los tot ik laks en wanhopig bedlegerig word wie mij niet verstaat is geschift en spreek mij nu niet tegen ik weet toch wat ik zeg of denk je anders betweter
je staat daar dan op het podium van je leven zoekend naar je tekst verdwaald in je choreografie bangelijk hunkerend naar een beoordeling met branie
elkeen staart je aan je bezwijkt voor de roem tot je in de spiegel ziet de angstige ogen
benauwd in het keurslijf van je omgeving de dwang te doen wat anderen doen na-apen wat anderen na-apen dan wachten op glorie niet uit de toon vallen
voldoen benauwd voldoen hunkerend naar wat liefde wachtend op erkenning waardering appreciatie bijval applaus
daar sta je dan voor de spiegel van je leven speurend naar jezelf beducht voor elke teleurstelling beteuterd omdat leven louter leven was opgetogen omdat leven toch pittig was
draagbaar is mijn last bewogen en stil staand in het moeras van gevoelens
ik zie de vleermuis en de spin het web cirkelt mijn denken rond duisternis kroont mijn hoofd
wanneer het licht verzwaard door stalen stralen mijn ogen doorboort wend ik mij af klim klunzig de heuvel op verdwijn in de mist een vampier op missie
mijn vingers vinden wat ik niet zocht in dit mysterie onbewogen wroet ik mij gevangen wanhopig in een vloed van gezochte woorden ik zwijg nu in een onverstaanbare wereldtaal zodat iedereen die mij begrijpt weet hoe nietig ik ben
ra ra de heer zonder grenzen wie ben ik niet willoos en gevoelloos in de oceaan van noen ik ken geb en noet ik heb mezelf doen ontstaan daar win je mee
de mens heeft een god gemaakt die de mens heeft geschapen naar zijn evenbeeld die de stilte heeft verbroken verstand en domheid ontloken
ja wee diegenen die de wetten zal schenden die in de tafels stonden gegrift slechts uitverkorenen hebben het recht te doden te laten doden te oordelen te veroordelen verscholen in de bushes en andere wilde oorden
ik ben laden en lossen moe geworden in havens van terreur aan de oevers van noen word ik willoos en gevoelloos als een gevallen god
de brug overwatert mijn geheugen elektrolyse van mijn geslacht doorboring de tram rolt steenblauw mijn liefde plat de ammoniakfles spuwt water en vermillioen blauwe bloemen blozen van schuchtere hoogmoed en lachen door een slechte radio HALLO en ik ween met een glimlach drie mooie kinderen dood de moeders schateren hoe schoon wanneer ze droevig zijn alleen met koekenbroodjes
ik klim de koorde op het water in en val tussen de wolken door ik lach op stenen lieve vrouwtjes de steen weg de fiets rijdt steigerend voort ik zie de ketting kraken en druppels van mijn geweten druipen achter mijn kiezen mijn keelgat in
mijn geheugen overwatert de brug geslacht zwemt boven de pijlers slaan stuk de dwarse zinken zacht geslacht zwemt boven
de daken schreeuwen het uit het galmt mijn stem achterna echo van het beleven grijze rook kleurt de vogels slierten van gekwetter en getjilp
een dag begint geraas sirenes gefluister doet mij stilzwijgend bang zijn
de dag begint ik ben een held ik durf alles gebalde taal maakt me groot groter grootst de kleinen onder mij krijsen verbeeld ik mij gefluister doet me stilzwijgend bang zijn
en nu een salto spartelen als een ledenpop een popzanger hees vuisten geknot een held zonder kop
ik schreeuw het uit het galmt mijn hoofd achterna echo van het besterven het duister blinkt reeds in de avond een dag ten einde
kraaien krassen brutaal achter de forten van mijn schrik dan ontwaak ik verdronken transparant op de rand van gekte en plezier
toch komt ze nog flirten alhoewel ze verbannen is verleidelijk draaiend en kerend woelend en krabbend en dan weer zalig dromend op de muur liefde in zwart en wit
ze houdt van haar vrijheid ik ben slechts een schuilplaats hulpje bij jeuksel voedstervader en portier naar de buitenwereld liefde in zwart en wit
ik ben jaloers op haar vrijheid haar spontane spinnen haar zweepstaartje haar soepele strektrekjes haar feeksachtig bultruggetje liefde in zwart en wit
het volk heeft het nieuws blad voor blad uitgerafeld en mij tegen wil en dank u bekend gemaakt met foto en Inge was natuurlijk echt natuurlijk mooier dan
en dan ik stond er bij hoeksgewijs links onderaan is het warmer gezelliger ik kreeg wel samen met haar een trap dat zie je echter niet
na de foto ging het bergafwaarts de krantenwinkel in 0,90 ik heb geluk wc-papier is nu op rolletjes
snoezig stappen in de tijd vriendschappen als trappen van vergelijking kinderen lachen leuk sculptuur van eendrachtig zijn iedereen verdient wat hij verdient verdient iedereen echter wat hij verdient zoals doorgedraaide presidenten moordventen met veel centen voor wie levens slechts wisselgeld zijn schabouwelijke dragonders die niet stappen in de tijd vriendschappen vertrappen tot eigen baat
ach laat ons vrolijk wezen een quizje op tv een borreltje een sigaartje en snoezig stappen in de tijd die ons nog rest geen opstand of protest maar leven een leuk sculptuur de toekomst is te duur verleden is te ver doorgaan waar je blijft tot je zelf verleden bent
allen samen de pers perst er zich bij belangrijk bijstellen bijstelen de staat staat paraat fouten repareren vragen pareren allen samen eensgezind fouten maskeren casinobeheer uitbesteden jongleren allen samen eensgezind verdeeldheid negeren vergrijzing investeren jonkheid vereren de pers perst er zich bij media projecteren het beeld verbergt de werkelijkheid weer
'k wou dat het zondag was 'k wou dat het zo'n dag was om aan terug te denken de val der engelen adam en zijn appel van eva verdreven uit het paradijs en dan genieten van wat niet mag zalig zondigen alleen naar jezelf kijken je bent zo enig je bent zo geweldig
'k wou dat het zo'n dag was rustig kabbelend door een storm van voldoening een tornado van onverwachte beelden een film uit het binnenste van je ego een standbeeld een mime en lachen maar je tanden bloot je ogen bol en wazig glazig dwazig rondtollen hotsen en botsen rotsen
de daken schreeuwen het uit het galmt mijn stem achterna echo van het beleven grijze rook kleurt de vogels slierten van gekwetter en getjilp een dag begint geraas sirenes gefluister doet mij stilzwijgend bang zijn de dag begint ik ben een held ik durf alles gebalde taal maakt mij groot groter grootst de kleinen onder mij krijsen verbeeld ik mij gefluister doet mij stilzwijgend bang zijn en nu een salto spartelen van een ledenpop een popzanger hees vuisten gebald een held zonder kop ik schreeuw het uit het galmt mijn hoofd achterna echo van het besterven het duister blinkt reeds in de avond een dag ten einde kraaien krassen brutaal achter de forten van mijn schrik dan ontwaak ik verdronken transparant op de rand van gekte en plezier ik leef ik droom niet meer
iedere dag is iedere dag niet zeker niet met jou mijn schat mijn belevenis mijn doel om te zijn zonder jou zou de zon niet schijnen zou de maan niet zo romantisch zijn
iedere dag is iedere dag niet niets zou nog bloeien niets zou mij nog pijn doen alleen dat jij er niet zou zijn zou mijn ik doden
blijf maar verjaren mijn schat in mijn hart blijf je toch de jeugd van mijn bestaan de schoonheid die mij ontroert
iedere dag is iedere dag niet met jou is elke dag een festijn van zonnig samenzijn
ik dacht doordacht ach wat ik weet het niet niet doorgedacht ze heeft alles wat ik wou dat ze had dacht ik
ik denk aan haar lach zo echt dat heeft ze toch ik denk aan haar zomaar de lach is er toch
ach wat is er nu haar verjaardag en dan haar zijn is een pret een pretpark ze heeft alles wat ik maar wil
blijf wat je bent Annieken blijf bij mij elke verjaardag of tel de dagen van gelukkig zijn de tijd is een ravijn van altijd vallen een berg van altijd klimmen de schoonheid daartussen ben jij mijn alp mijn dal mijn eeuwige vlakte mijn horizon mijn vrouw
eksteroog het oog van de dood 'k heb ze weggesneden dag dood doodzielig als je bekijkt wat er overblijft
wat vel wattig vel en een flauwe geur maar niet doods
wat zou zo'n oog al gezien hebben ginds boven in de lucht beneden in het gras bang krijsend - de ekster dan - niet het oog en dan eten en kijken en eten en kijken en door het oog van de naald kruipen terwijl men eet en leven
natuur
en gaya medelijden met dieren met papieren het schaap het paard het lam lamlendig leuteren de natuur tegennatuurlijk beschermen tegen natuurmoordenaars moeilijk te onderscheiden of verstand wel gunstig is voor het dier mens willen we alles beheersen moeten we dan doden eksterogen wegsnijden proberen dier te zijn en de wet van de sterkste voor ogen hebben of maar schreeuwen tegen het geweld natuur dat we zelf zijn
't was de nacht dat de wolven huilden dat de berg spuwde zijn eeuwig vuur dat oh goddeloze de god zich zelve werd -ik sterf om u te vergeten om weer tot u te keren als gebed dat distilleert - troebel water dat helder wordt in droog zand
't was de dag dat de heuvels hun ruggen bultten als wulpse katten dat de rivieren hun voorhoofd fronsten als oude wijzen dat ik geboren werd als een nieuwe lente
zenuwzieke lentedauw als vloeken veren licht het zweven vogels - open en de bek een hete wonde
de trapeziste die niet blij was in verwachting baarde tenslotte een open baring
en het nieuwe testament kon
herbeginnen waar ge nog niet zijt begonnen zo is uw kunnen nu ten toon (de tent flappert reeds onteerd
Een gedicht van ROGER SERRAS aan mij opgedragen op 27.05.1963 (zie tijdschrift Yang 1 - redactiesecretaris M. Storme). Waar is de tijd ? Roger Serras is ondertussen reeds lang overleden.
zie je de vage sporen skiën naar de verlaten verte witte weiden ... wijde woorden klinken als zwarte stippen tussen grijpende bomen ... de hemel drukt de horizon lange monotonen zoeken klagend trachtend
avond na avond witte bloemen op het raam bloemen in volle maan ijsschotsen op een glazen stroom - varende cimbalen - schurken de oever stuk alsof me de dood komt halen op holle schaatsen door schotse holen en gaten in een donkere lucht
draag me op je kille baren winterwind ijzig eiland van stervende vogels zing een vervroren symfonie speel spinneharpen op zilveren draden en glijd in een verleden van dode bladeren grijs grijnzende wolken uitgeborduurde sneeuwzon kijken naar rillende koumensen ginds ...
mijn koude handen gieren een sirene van kristallen vazen ogen glinsteren als hemeltranen een knotwilg balt zijn houten vuist en tergt de sterren met zijn priemen een hond blaft aaah : een kind dat schreit een moeder is verdwenen in grauwe vries-beboste-boorden nog eenmaal heeft ze ja geknikt de sneeuwman toegelachten toen is ze metalen blik opgelost in zinken zeden zacht en jingle-bells en engelengezang huilend met de wolven want wolven hebben kou als de winter slaat harde hagelstriemen
is mijn geest bevroren met het pinkelende dauwdruppeltje hangt mijn ziel tussen de huppelende sneeuwvlokken buig ik me gelaten voorjaarskind voor het krakende geweld oneindig zoek ik tussen slapende levens daar onder de harde aardschelp als een drabbig kuiken krieuwend spelend fratsend één oog reeds boven het sneeuwgazon spiedend naar iets wat ik vroeger heb geweten
bergen barsten en langs de lange lijn van verre volle vormen glimt een glimworm wonderlijk achtergebleven sprookjesvuur kabouters dansen wild en dan weer zacht tot hun neus rood als winterroosjes openspringt
heb je de sneeuwman gezien heb je de witte sneeuwman gezien de witte wiekse winterman rond en bazig glazig glinsterend in een zieke zon
rozig als een baby eet hij de moederkoek en sluit haar benen olei krijsend achter tralies van het park tragisch lachend om onbegrip volwassen kind zijn sluipend door gras en duinen zeewaarts na de woestijn van denken en niet weten
daar is het dan
twee borsten twee tepels moeilijke keuze
groeiend op haar schoot lacht hij naar haar zij waren eens één galmend de eerste klanken talmend de eerste stappen en dan weer denken en niet weten
grasduinend naar alles nieuwsgierig als de pest eenhandig vragend naar vriendschap en dan de bank op schooljaar een, twee, drie, ... tot het einde van een jeugd gemetselde wetenschap houdt hem recht hij weet nu bijna alles bijna
en dan die andere het verlangen passioneel starend naar haar
twee borsten twee tepels en nog iets hij groeit nu en opent haar benen de cyclus is rond
licht dat je hoort als klamme kleur van je geweten starogen die vergeten dat 't leven dichterbij is naakte sprongen van verlangen een droom klauwen naar de wens te willen schaterlachen om een droeve stunt massahypnose geef acht wreed eekhoorntje dat tracht te leven
Maria en ik een verborgen openbare liefde sinds dan bijna altijd zo raar zo waar je denkt niet na je bent zomaar in de ban direct verbonden
een bloemetje en dat is ze gebleven fragiel en toch sterk sterk in steunen
een egeltje zwak maar stekelig ik wou dat ik haar was dat ik zo zwak zo sterk kon zijn me wegstoppen in mooi zijn me tonen in eenvoud en zo meervoudig zijn zo echt zijn zo open zijn
strijk je pluimen zachte vlieger gevallen uit de ijle lucht slijp je bek en vecht je leven tussen de stromen van 't lijden door denk niet na geen problemen in de knopen der leugen lieg je eigen waarheid
opus 2
als je gebeten door het leven in je hok weer komt denk je hoe terug te bijten met je stukke tanden
dan voel je de muilbanden der conventie de strop der onmacht spant zich je voelt je zwak als een woesteling buig je hoofd en leef je dood
opus 3
dode dagen krabben je principes stuk grijpen naar je zeden en wurgen je menszijn het dier ontwaakt in al zijn glorie wil het sterven een eigen dood de dood der dappere geslagene
slot
'k grijp de dood liefkozend zacht 'k streel de knoken die mij wegleiden naar het geheimzinnige 'k lach me in stille nevel van het geweest zijn
kwaad schuilt in mijn ogen drukkend zwak als verborgen kluisters het hele circus laat me koud als een lange nacht waarin ik niets zie dan mijn onbewust vergeten
vergeten welk leed ik draag welk leed ik maak
'k voel mijn hart eenzaam eiland koraalrif vulkanisch wachten op een ongewenste uitbarsting
neem het van me weg neem het en loop zover het leven je dragen kan opdat ik je weer kan zien als een zachte herinnering
waarom geen wit doodskistje op het vlaams behang symbolisch schuldbewust berouwvol boetedoen
echte criminelen hebben geen spijt beseffen de draagkracht van hun daden niet
eigenbelang eerst
zij zijn slachtoffer als ze kritiek krijgen als ze bestraft worden
zou het dan toch zijn "heer ze weten niet wat ze doen" ? en moeten wij hen vergeven
ocharme wie zijn wij
onbenullen die niet verheven denken zoals zij zij zijn de verlossers de oplossers de slogandroppers de opvullers van leeghoofden de leegzuigers van echt gevoel
draadloze omroep verwaarloosde melancholie verdwaalde dwaasheid en sterrennacht
ach einder zo ver zie ik niet waar de toekomst groeit het verleden rust daarboven waar het stof vergrijst en ondergaat als zwarte zon trofee van mystiek de ketens kraken vrijheid roest als woord
en ieder zwijgt het gras der wijsheid groeit onkruid van dartel leven tussen tanden van de ondergang schuurt de tijd mijn lijden
niemand wist wat in hen was dat naakte vuur die witte gloed steigerend ... ziedend niemand kende de klaarte hun samenzijn dat losse spelen met geluk het dartel kussen als jonge bloemen in een wiegende wind
rozen bloeiden lippen als de twee één werden de bomen knikten hun late bladeren weg niane riep de vogel aan de rand het drong tot haar door als priemend geluk en ze lachte zoet en hij keek haar aan en beminde haar als nooit tevoren
rozen bloeiden lippen als de twee één werden en de sneeuw smolt als een blijde verwachting
hij trad de kamer binnen met een zachte kus niane droomde een maan een ster een geluk en zeven zwanen glommen statig recht haar ogen pinkelden en hij was met haar hij was zij ze waren elkaar als het begin en het einde als alles en niets als hij en zij
Morgen is het mijn verjaardag, daarom deze bedenking :
de deur van het niet kunnen sluit alles af de toekomst is als een berg zonder hellingen stroomafwaarts klimmend in stille vlucht de regen in einde van een droom
wees zacht voor de vluchteling van het werkelijk ontwaken
elke verjaardag denk je oud genoeg te zijn tot je op een dag merkt dat je reeds te oud bent
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Over mijzelf
Ik ben Piet
Ik ben een man en woon in Lebbeke (België) en mijn beroep is gepensioneerd onderwijs.
Ik ben geboren op 08/05/1943 en ben nu dus 81 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: poëzie, sociale toestanden, verdraagzaamheid.
Ik ben nogal sociaal voelend, ad rem bij momenten, niet altijd begrepen door iedereen, humoristisch maar dan droog.
Ik voel me soms zoals ik er hierboven uitzie. Jong en onnozel.
***************************************
aan het eind van mijn latijn nam ik de weg terug door de donkere dreef waar geen leugen meer is en zag de wereld zoals hij was een zwarte diamant van vernuft en verdorvenheid met de glans van een beetje liefde en goede wil
toen ik mijn ogen opende was ik terug bij het begin
Piet 24.05.2006
Mijn vrouw en ik. De onderste ben ik, om alle vergissingen te vermijden deze toelichting.
Nu is mijn vrouw, Annie, natuurlijk de onderste. Alles is relatief, hé.
Aan mijn vrouwtje
ik droom van jou
spelen in mijn kinderdromen hoge bomen springen door de wolken naar de zon
woeps
springen naar de zon
luistervinken kijken schalks sprieten door het gras boterbloemen madeliefjes vergeet-mij-nietjes
en jij
dansen dansen dansen
onder de bomen in mijn kinderdromen
en dan groei ik een reus een heuse reus
en daarboven zie ik jou echt levensecht hou ik van jou
en jij met mij springen naar de zon dansen in het gras
alsof het echt dromen was
Raar volkje. Supporters. Dit zijn argentijnse supporters voor dat hun club uitgeschakeld was Foto's van "daarna" heb ik niet.
Annieken met de jongste supporter van Argentinië op vakantie in Malaga.
ontdekking
Annie
ik heb ze weer ontdekt dat lieve wezen dat immer weervinden vind ik onwezenlijk
lijk altijd maar opnieuw beginnen leven
ik heb ze weer ontdekt en bedekt en ze lieflijk willen begrijpen
niet zomaar grijpen dat ongrijpbare onbegrijpelijke
lijk altijd maar opnieuw beginnen ontginnen
mijn bron mijn bron van mijn bron van de bron mijn leven
Wel ? Wie ben ik ?
verdeel en heers
een kindeken is geboren en heeft zoveel vrede gebracht eens per jaar
zoveel kindekens sterven nu dikwijls in naam van dat ene kindeken
het noorden van... gebombardeerd het zuiden van ... gebombardeerd er is geen grens tussen geweld en geweld
alleen geld zoals altijd winnen die baronnen
kapot wederopbouwen humaan geldbejag
de mens wint nooit
alleen de machtsbeesten doen het al eeuwen
verdeel en heers wie zei dat weer
na de zomer komt de herfst, brrr ...
zie bovenaan ....
03.10.2006
Zoeken in blog
eureka groen licht in het venster van de maan groot glanzend symbool van mijn gestolen hoop wandelen in het nachtgewaad winterachtig doorschijnend
traliezoenen aan gedroomde meisjeslippen
op je knieën lieve liefde ouderwetse platoniek heldere troebeling van schaterende zelfzucht
hij leefde in een wolkenkrabber onmetelijk en nam de lift en nam de lift en nam de lift ... tot hemelse hoogten nu is hij oud en stilletjes knuffelend vol liefde verhuisd naar een impoTENTJE