Glinsterende ballen tussen het felle dennengroen, Onder de mistletoe geeft iedereen elkaar een zoen. De kersttijd is weer aangebroken, Het kerstgevoel volop ontloken. Het is de tijd van geschenkjes geven, En een gezellige sfeer creëren. De tijd van gezellig samenzijn, Met een kruidig glaasje gluhwein.
De tijd voor een overvloedig kerstmaal, En daarna nog het kerstverhaal. Als je jezelf hierin herkent, Weet dan dat je door het leven bent verwend, Want diezelfde mooie kersttijd, Is voor velen het besef van hun eenzaamheid.
21-11-2007
Creddykerst
Er waren eens tien kaarsjes met vlammetjes zo fijn, Ze wilden op het Kerstfeest graag goede lichtjes zijn. Eén kaarsje viel het tegen altijd in vlam te staan, Hij doofde snel zijn lichtje en is toen uitgegaan. Er waren eens negen kaarsjes, een van de negen zei: "Ik vind het hier niet prettig," en stapte uit de rij. Er waren nog acht kaarsjes, het was een mooi gezicht, Eén dacht: "Ik ben de beste," meteen verdween zijn licht. Toen stonden er van de kaarsjes er zeven nog in vlam, Maar een vergat te branden, hij wist niet hoe het kwam. De vlammen van de kaarsjes, die brandden honderduit, Eén zei: "Ik ben de mooiste," en ja, toen ging hij uit...
Nog maar vijf kaarsjes over, wat zullen we gaan doen? Eén brandde veel te haastig, opeens verdween hij toen. Er stonden nog vier kaarsjes, ze brandden feller op. Eén werd uitgeblazen, hij lette niet goed op. Van die drie laatste kaarsjes ging één met het donker mee, Hij vond het niet meer nodig, toen stonden er nog twee. Die beide kleine kaarsjes, wat waren ze alleen, De kleinste ging van moeheid slapen, toen was er nog maar één. Het laatste kleine kaarsje dat eenzaam achter bleef,
Dacht: "Als ik mijn lichtje eens aan een ander geef?" Toen heeft dat ene kaarsje het feest nog net gered, Het heeft alle andere kaarsjes opnieuw in vlam gezet. Nu brandden alle kaarsjes met een vlammetje zo fijn, Ze wilden op het Kerstfeest graag goede lichtjes zijn!
winter
t
T
Eens in het jaar vallen de bladeren van de bomen, En hopen we dat er een witte Kerst zal komen, Dat is toch waar alle mensen van dromen. De kaarsen branden en de lichtjes in de kerstboom zijn aan, En we kijken dan omhoog naar de maan, Dan vragen we ons af of we sneeuw krijgen dit jaar, Maar die zal wel weer komen na het nieuwe jaar. Kerst zonder sneeuw is nu alweer een eeuw, Maar laten we ondanks alles vrolijk zijn, ook al is er geen sneeuw.
kerstsfeer
T
Wie komt daar in de arreslee, Met luid gebel glijdend naar benee? Dat is de Kerstman met pakjes bemand, Want Sint is nu weer uit 't land. Winkels straten.. zijn versierd, Iedereen die weer Kerstmis viert. Winkels vol met de leukste dingen, Kinderen die Kerstliedjes zingen. De Kerstman schatert luid: "Ho, ho, ho, Vrede op aarde.. 't Mooiste cadeau."