Wie is die man, die frank en vrij eenvoudig tot de mensen kwam en al door zijn aanwezigheid hun leed en zorgen op zich nam?
Gewoon een mens van vlees en bloed het woord van God dat leven doet.
Wie is die man die voor zichzelf geen veiligheid of rijkdom vroeg en enkel in zachtmoedigheid de armoede van anderen droeg?
Wie is die man die als een vuur verlichting, troost en warmte gaf in pure zelfvergetelheid voor ons geluk zijn leven gaf?
Wie is die man die als een knecht een wonderlijke vreemdeling, de wegen van gerechtigheid van vrede en genezing ging?
Wie is die man, hoe is zijn naam, die zo zichzelf tot voedsel brak en met de eenvoud van een kind van God en van zijn Vader sprak?
(Henk Jongerius)
|