Jan Verhas (Dendermonde, 9 januari 1834 - Schaarbeek, 31 oktober 1896) was een Belgisch kunstschilder. Hij wordt beschouwd als de grondlegger van de Dendermondse School.
Hij was de jongere broer van de schilder Franz Verhas (1832-1894). Hij studeerde aan de academie van Dendermonde en Antwerpen. Hij behaalde de tweede prijs in de Prix de Rome in 1860 waardoor hij van de Belgische Staat een reis naar Venetië aangeboden kreeg. Hij is bekend omwille van zijn schilderijen van landschappen, portretten, marines. Hij was tevens een genreschilder. Te midden van grote evoluties in de Franse en Belgische schilderkunst bleef hij aandacht geven aan het realisme van het detail. Hij woonde vier jaar in Binche waar hij in het huwelijk trad en verhuisde dan naar Brussel. Hij werd er bekend voor zijn portretten van kinderen van de Belgische bourgeoisie, in een academisch gevormde stijl gemengd met een natuurlijk gevoel. Hij was regelmatig te zien in de Salons van zijn tijd. Hij schilderde soms vrij grote composities, zoals "Op de golfbreker" (Stedelijke Musea, Dendermonde). Hij won een medaille tweede klas tijdens het Parijse salon in 1881 en een gouden medaille op de Wereldtentoonstelling in 1889. Op oudere leeftijd verbleef hij veel in een villa op de zeedijk van Heist. Uit die periode stammen veel schilderijen van het strandleven, scènes in de duinen en verschillende marines. In 1881 werd hij benoemd tot Ridder in het Franse Legioen van Eer. Werken van hem zijn te zien in het KMSKB, het Museum voor Schone Kunsten (Gent), het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten (Antwerpen) en het stadhuis van Dendermonde, musea in Elsene en Luik, en het Sincfala Museum Knokke-Heist.
Sir Polydore De Keyser (Dendermonde, 13 december 1832 - Londen, 14 januari 1898) was van 1887 tot 1888 de Lord Mayor of burgemeester van de City of London. Niet het huidige groot-Londen, maar wel het hart van de toenmalige stad. De Keyser werd geboren als de zoon van de onderwijzer Constantin De Keyser (1801-1861) en Catharina Rosalia Troch. Constantin was achtereenvolgens onderwijzer in Gent, Zomergem, Eeklo, Dendermonde en Sint-Jans-Molenbeek, om uiteindelijk met zijn echtgenote in 1842 uit te wijken naar Londen. Daar kocht hij een hotel dat hij omdoopte tot het De Keyser's Royal Hotel, het was gelegen nabij het Blackfriars Station. In 1856 liet Constantin het beheer van hotel over aan zijn zoon Polydore. In 1872 begon hij met de bouw van een 400 kamers tellend hotel aan de oever van de Theems, het werd officieel geopend door de Belgische koning Leopold II in 1874. In 1868 werd De Keyser gemeenteraadslid van de City of London, om er in 1882 alderman te worden. Deze laatste functie is te vergelijken met het ambt van schepen of wethouder. In 1887 werd hij verkozen tot de eerste rooms-katholieke Lord Mayor. Tijdens zijn bestuursperiode ontving hij dan ook tal van buitenlandse koningen, prinsen en politici. Als burgemeester bracht hij in 1888 een bezoek aan zijn geboortestad Dendermonde, die hem verwelkomde met een speciale Ros Beiaardommegang. Datzelfde jaar werd hij door koningin Victoria verheven in de adelstand, na zijn aftreden bleef hij tot 1892 nog schepen van de stad.
Eerder, in 1853, had hij zich laten naturaliseren. In 1862 was hij er gehuwd met Louise Piéron. Hij overleed kinderloos, het beheer van zijn hotel werd overgedragen John Henry Weichand, de zoon van zijn zuster Emma. In 1921 werd het hotel verhuurd aan de Lever Brothers. In 1930 werd het door hen aangekocht en afgebroken, om vanaf 1932 plaats te maken voor het huidige hoofdkwartier van Unilever. (bron Wikipedia).
Karikatuur van Polydore De Keyser, getekend door Leslie Ward
Foto van café 'De Vier Poorten' (ook café 'Den Trip') op de Begijnhoflaan. De hoekstenen van 'den Aria' zijn ook duidelijk zichtbaar. Van wie 'den dikken bak' is weten we niet.
De link tussen ‘kolvenier’ en de Dendermondse ommegangen loopt via de omweg van de kolveniersgilde Sint-Andries. Dit is de ‘jongste’ van de traditionele schuttersgilden van Dendermonde, zij dateert van het begin van de 16e eeuw. Mars is de reus die vroeger verbonden was aan deze gilde.
Een meer gekende benaming voor kolveniers is ‘buskruitschutters’, deze terminologie is meer gangbaar in de hedendaagse stoeten. Zoals je weet zijn het de begeleiders van de reuzen en het Ros Beiaard. Bij Katuit zorgen zij voor een ‘eresaluut’ bij het binnenzetten van de reuzen een de kazerne. Bij de Ros Beiaardommegang leveren zij het vuurgevecht met het Ros Beiaard.
Een kolvenier of klovenier was een man die met een clover (culverin) schoot, een vuurwapen dat zijn oorsprong vond in de 15e eeuw. De populaire vorm kolvenier kwam er onder druk van het woord kolf. Net als handboogschutters, wevers en andere beroepen verenigden kolveniers zich in een kloveniersgilde.