De wereld is met een wit kleed bedekt
zo stil en zo sereen
het voelt haast heilig, onbevlekt
alle vuiligheid verdween.
Go, als dit zo eens blijven kon
't is toch wel buitengewoon
zo wit en stralend in de zon
dit sneeuwkleed zo wonderschoon.
Even droom ik hierover voort
een wereld zo wondermooi
zo ongerept en ongestoord
in deze wintertooi.
Maar algauw zie ik weer stappen staan
in dat prachtige tapijt
wie heeft dat nou weer gedaan
'k ben weer een illusie kwijt.
Ik dacht even dat het kon
alle rottigheid in één keer weg
alleen een stralend wit kleed daar in de zon
maar jammer ik heb pech.
Want ik hoor de mensen alweer zeuren
wat is het weer een troep
dat moet ons nu weer gebeuren
al die rotzooi op de stoep.
Maar mensen kijk eens in het rond
er heerst zo'n diepe rust
die ik nog nergens elders vond
't is of God de aarde kust.
De sneeuwvlokken dwarrelen alweer neer
zij bedekken weer even wat wij hebben verstoord
die vlokken zo wit, zo zacht en teer
't is fantatisch in één woord.
Als kind al kon ik er uren naar kijken
het bracht zo'n stilte mee
en nu doet het wel weer blijken
het geeft me nog altijd het gevoel van vree.
Maar als ik aan de dieren denk
weet ik dit kan niet blijven
maar deze sneeuw ervaar ik als een geschenk
dus wil ik er even over schrijven.
december 1996, apf