Een bedelaar was ik, en ik was aan het bedelen van deur tot deur, toen een gouden wagen als een prachtige droom in de verte verscheen, het moest wel die van een koning zijn.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Hoog steeg mijn verwachting... Ik dacht dat mijn kwade dagen nu ten einde waren en ik droomde al van een grote gift.
De wagen hield stil bij mij. Een man keek naar mij en daalde af met een glimlach. Nu was het geluk van mijn leven eindelijk gekomen, dacht ik.
Toen hield hij zijn rechterhand op en zei: 'Wat ga je mij geven?'
Ach, het was een koninklijke grap, dat hij zijn handpalm bedelend uitstak voor een bedelaar.
Bedremmeld en besluiteloos stond ik, en toen nam ik langzaam uit mijn bedeltas een heel klein korreltje graan en gaf het.
Maar hoe groot was mijn verrassing, toen ik aan het einde van de dag mijn bedeltas leegschudde op de vloer en een heel klein korreltje goud vond in de armzalige hoop.
Ik weende en wenste dat ik hem alles gegeven had.
(Een parabel van Rabindranath Tagore )
.
|