haar kinderen en kleinkinderen geven een groot feest voor haar
zij vragen haar:"moeder, heb je nog een wens?"
"ja"zegt moeder, "als ik dood ga, wil ik gecremeerd worden" "ok" zeggen de kinderen, "dat regelen wij voor u" "maar heb je niets anders te wensen?" "neen" zegt moeder,"ik heb toch alles" "ja, maar wij willen graag iets speciaals doen" zeggen de kinderen "och ja" zegt moeder, "als ik dood ben en gecremeerd strooi mijn as dan maar uit over de parkeerplaats van den ALDI" waarom den ALDI, moeder?" vragen de kinderen "ja, dan weet ik zeker dat jullie een of twee keer per week langs komen...
opent een nieuwe brillenwinkel ergens in antwerpen de naam van zijn zaak wordt afgebeeld in een mooie lichtreklame boven het uitstalraam "IN DE KLEINE HOND" de buurman vraagt waar hij toch die naam vandaan haalt? fier antwoordt de jonge man mijn grote broer heeft ook zo een winkel in brussel en die heet "O PTI CIEN"
wie heeft er iets speciaals, vraagt de juf in de klas "ik heb een cavia" zegt suzy "ik heb een poes " zegt mieke jantje steekt ook zijn vinger op "ik heb een van veertig centimeter" streng zegt de juf "blijf jij straks maar na" zegt jantje"dat dacht ik wel, hete brok"
een paar vrouwen staan op straat te kletsen zegt de ene:"mijne man is 300 procent impotent" waarop de andere "ge kunt toch maar voor 100 procent impotent zijn?" antwoordt de eerste "jaja, dat was hem al maar nu is hij van de trap gevallen, en hij heeft zo zijn middenvinger gebroken en een stuk van zijn tong gebeten
"dokter", vraagt de bezorgde vrouw, "mag mijn man nog wel seks hebben nu hij een hartinfarct gehad heeft?" "jawel mevrouw", zegt de dokter, "maar alleen met u, want hij mag zich absoluut niet meer opwinden"
eindexamen filosofie aan de katholieke universiteit leuven afdeling kortrijk (kulak): onderwerp: maak een verhandeling, zo beknopt mogelijk, die de volgende drie domeinen raakt: 1. godsdienst. 2. seksualiteit 3. mysterie een juffrouw kreeg 20/20 haar antwoord "MIJN GOD IK BEN ZWANGER MAAR VAN WIE?
snobisme: zaken kopen die men niet graag ziet met geld dat men niet heeft om indruk te maken op mensen die men niet mag. synoniem: woord dat men gebruikt in plaats van een ander waarvan men de schrijfwijze niet kent. groepswerk: mogelijkheid om fouten op de rug van een ander te schrijven. vedette: persoon die zijn hele leven hard werkt om bekend te geraken en dan een donkere brilopzet om niet herkend te worden.
autobus: voertuig dat tweemaal zo snel rijdt als je er achter loopt dan wanneer je er in zit. programmeur: onbegrepen persoon die op een onbegrijpelijke manier een onbegrijpelijk probleem oplost, dat enkel door een programmeur gecreeerd kon worden. psycholoog:iemand die andere mensen bekijkt als er een mooie vrouw binnen komt. sardientje: visje zonder kop dat in olie leeft. geheim: informatie die men slechts aan een persoon per keer doorgeeft.
een stotteraar komt een café binnen."een p-p-p-p-p-pintje, astublieft"."hierzie" zegt de cafébaas terwijl hij hem een pint tapt."zeg, merkt hij terloops op, gij stottert nogal? ik deed dat vroeger ook, maar ik heb me door mijn vrouw eens zo hevig laten pijpen dat het over was, je moet dat echt ook eens laten doen"."o-o-o-o-o-k, antwoordt de stotteraar, i-i-i-i-ik zal er eens over d-d-d-d-denken". de volgende week komt de stotteraar weer dezelfde café binnen." een p-p-p-p-pintje astublieft"."awel zegt de cafébaas, hebt ge mijn raad niet opgevolgt?""t-t-t-t-toch wel, zegt de stotteraar. "maar het heeft niet veel geholpen, merkt de cafébaas op.n-n-n-n-nee, antwoordt de stotteraar ma-ma-ma-ma- maar ge w-w-w-w-woont daar w-w-w-w-wel heel schoon!
jan wordt op een morgen wakker met een enorme kater. hij kan nauwelijks zijn ogen open krijgen. het eerste wat hij ziet is een glas met water naast zijn bed en enkele aspirientjes. hij slikt die in en ziet dan al zijn kleren netjes gewassen en wel over de stoel hangen. de rest van de kamer is ook heel netjes. hij gaat naar beneden, waar een briefje ligt van zijn vrouw:"schatje, je ontbijt staat klaar in de keuken. ik ga boodschappen doen, ik hou van je? jan gaat naar de keuken en vindt er zijn zoon aan de ontbijttafel. en ja hoor: er staat een uitgebreid ontbijt klaar voor jan, met de krant erbij. jan vraagt aan zijn zoon: wat is er gisteren eigenlijk gebeurd? wel, pa, is het antwoord, jij kwam om 3 uur vannacht thuis, stomdronken, brak een vaas en hebt overgegeven in de hal. je hebt jezelf een blauw oog bezorgd toen je tegen de deur liep. oei, denkt jan. maar waarom is alles dan zo netjes, en waarom heeft je moeder mijn ontbijt klaar gemaakt, was ze dan niet boos? ach, mama heeft je naar de slaapkamer gesleept en ze wou je uitkleden, maar toen ze aan je broek stond te sjorren om die uit te trekken riep je iets van "LAAT ME MET RUST, IK BEN GETROUWD".