Ik ben Karin des Rues, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Lichtpuntje.
Ik ben een vrouw en woon in Huissen, Lingewaard (Nederland) en mijn beroep is Kunstenares van Quast en leven!.
Ik ben geboren op 03/04/1953 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Tekenen-schilderen-fotografie-schrijven-dichten-groei-ontwikkeling en bewustwording!.
Kin 250, kleine valk.
Sinds ruim 5 jaar ben ik weer single, nooit eenzaam, maar All 1
Ik wens je sterrenlicht in je ziel, de hemel in je hart, en wonderen in je leven tijdens deze wonderlijke tijden
16-05-2016
Hoe meer ik liefde leef hoe lichter alles wordt, het is voor mij het vreugdevolle besef dat, hoe vreemd en kronkelig mijn weg ook mag lijken, alles uit liefde is geschapen en in liefde zal terugkeren...
Marja schreef;
Jaren geleden ontmoette ik de moeder van een vriendinnetje van de lagere school. Het klikte en we dronken af en toe koffie met elkaar. Ze was christen en we hadden prachtige gesprekken. We begrepen elkaar en gingen dieper en dieper. Tot ze me op een dag tijdens het eten van haar koekje streng aankeek en zei: “Marja, jij bent van de duivel!” Ik verslikte me in mijn koffie en keek haar ongelovig aan. Ik dacht dat ze een grapje maakte… maar nee… Weg was de goede sfeer en ze rukte me mijn koffie uit de handen. “Ja, want jij gelooft niet dat Jezus de enige weg is.” Dit was het eind van onze gesprekken. De koek was op.
En dan de prachtige gesprekken die ik had met een vrouw die Krishna aanbad. We hadden zoveel gemeen en we zweefden samen op golven van spiritualiteit tot ze plotseling, met haar vinger dreigend naar me uitgestoken, zei: “Je moet Krishna als God zien, anders klopt er niets van je spiritualiteit!”
Ik maakte kennis met allerlei richtingen: bij de éne mocht je geen seks en geen uien, bij de andere geen vlees op vrijdag en bij weer een andere moest je het ijskastlicht met tape bedekken op zaterdag. God zei tegen de één dat je naar het oosten moest buigen tijdens het bidden en tegen de ander dat je niet moest bidden maar mediteren. Voor sommigen moest dat vijf keer per dag en voor weer anderen drie keer. Sommigen mochten een vrouw geen hand geven en anderen moesten dat juist. Twee boeddhistische vriendinnen keken me meewarig aan en zeiden dat ik nog niet zo ver was omdat ik God niet los had gelaten. Tja, wat moet je dan? Wat is nu de waarheid? Je komt thuis na dit leven en je staat voor God. Hij kijkt je woedend aan en zegt: “Op 2 maart 1988 heb jij een ui gegeten!” Of: ”Jij hebt het licht van de koelkast aan laten staan op 3 februari 2004!” “Je hebt gevreeën op zaterdag 10 december! Foei!” “Je boog te veel naar het zuiden op 2 maart 2005 en je geloofde nog in me tot het einde, terwijl je me allang los had moeten laten!”
Binnen en buiten al die stromingen kom ik mensen tegen die de regels niet zo nauw nemen en die hun hart wijd open hebben staan. Warmte straalt me tegemoet als ik hen zie. Ik zie atheïsten die diezelfde liefde uitstralen en in de meest vreselijke oorden mensen helpen. Ik ontmoet doodgewone mensen die zomaar op een bankje in het park, levenswijsheden die niet uit boekjes komen, aan anderen doorgeven. Mensen die, al dan niet gedoopt of besneden, liefde verspreiden.
Regels en rituelen zijn middelen om de connectie met God te ervaren. Als ze echter de hoofdmoot worden, dan werken ze eerder als een blokkade. Ik ken mensen die doodsbang zijn als ze een regel hebben overtreden. Er is dan altijd iemand die zich opwerpt als boze rechter, Gods afgevaardigde op aarde. Als we gekwetst zijn in naam van God is het eigenlijk ons ego dat gekwetst is. We gebruiken God als machtsmiddel voor onze eigen strijd. We maken van God een karikatuur van ons eigen gekwetste ego. God kan niet beledigd zijn als we een regel overtreden of als we hem bespotten. Moslims zijn beledigd over spotprenten en anderen zijn weer beledigd omdat de moslims het niet pikken. Zo zijn we met ons allen beledigd en denken we het meeste recht te hebben op het slachtofferschap.
God of Allah, de bron, of hoe je hem/haar wilt noemen, is liefde. Angst blokkeert de ervaring van liefde. Die liefde en kracht zijn er altijd. Zomaar om door ons heen te laten stromen en te gebruiken en door te geven. Dat gaat eeuwig door. Soms vergeten we het en weten we niet meer waar de deur zit. Als we hem weer vinden hoeven we alleen maar te kloppen. Hoe we dat doen mogen we zelf weten.
Er is een prachtig verhaal van Tolstoj dat me elke keer weer raakt: Een goeroe stuurt zijn discipel naar een onbewoond eiland met een mantra. Na 20 jaar stapt de goeroe in een bootje en roeit naar het eiland, om te zien hoe het met hem gaat. Daar zit de monnik voor een grot zijn mantra te zeggen. “Ai”, zegt de goeroe geschrokken, “je zegt de mantra verkeerd.” “Oh jé,” zegt de monnik, “hoe was het ook weer?” De goeroe geeft de juiste mantra en zegt dat de monnik nu helemaal opnieuw moet beginnen. Mismoedig stapt hij weer in zijn bootje en half op zee hoort hij: Splash splash… Als hij omkijkt, ziet hij de monnik over het water aan komen rennen: “Wat was de mantra ook weer?”
Ooit zag ik een plaatje waarop God als stralende zon naar alle kanten schijnt. Mensen trekken met lange touwen aan hem en roepen: “Hij is van ons!!” “Nee, hij is van ons!” God trekt zich nergens wat van aan en straalt rustig zijn stralen naar iedereen om hem heen.
Kleine verborgen verdrietjes, we hebben ze allemaal Ze horen bij het leven en kleuren jouw verhaal Is de kleur alleen maar rood, dan nog blijft het een kleur Een kleur waarvan je later zegt: 'Ik verf het op mijn deur' !
overdenking: Wat een overheerlijke dag mogen we beleven.. de vogels zingen hier hun hoogste lied en ik ja ik geniet...intens zelfs. Zelf het geluk te beleven, moeder te mogen zijn en ook nog steeds welkom in hun leven. Heerlijk aan het rondkrumelen, totaal vergeten dat ik zoveel pijn achter de rug heb,
mogen ontdekken dat een paar jaar stilte je tot jezelf weten te brengen en dat je niets meer moet of hoeft. Ouder worden, tja misschien met gebreken,
desondanks een rijkdom tot en met, rust ..vrede..en soms zelfs regelmaat. Zomaar stil zijn van veel en in verwondering. De jongens simpel gelukkig met zichzelf, hun levenskeuzes. wat wil je dan nog meer?