Het is een bijzonder duet: een watermuzikant in een zelfgebouwde boot, die samenspeelt met het carillon in de toren van de Westerkerk.

Samen brengen Beiaardier Boudewijn Zwart en watermuzikant Reinier Sijpkens een ode aan Amsterdam.

Na het duet komt Boudewijn even tevoorschijn om vanuit ‘zijn’ toren naar de mensen te wuiven.

“Toeristen vinden het prachtig.” 

Reinier speelt met zijn linkerhand trompet, terwijl hij met zijn rechterhand een draaiorgeltje bedient.

Ondertussen vaart hij in zijn zelfgebouwde boot rondjes op de gracht.

De kerktoren beantwoordt de klanken van de watermuzikant.

“Op een dag herkende ik zijn melodie en speelde met hem mee”, vertelt Boudewijn.

“Hij wist niet wat hem overkwam.

Sindsdien doe ik dat altijd, vijf minuten, voor de lol.

Hij roept aan het eind door zijn scheepshoorn ‘Ahoy’, dan steek ik mijn hoofd even uit de toren en zwaai ik met een zakdoek.

Toeristen vinden het prachtig.”

Genieten
En niet alleen de toeristen vinden het prachtig, ook Boudewijn geniet met volle teugen.

“Sommige beiaardiers spelen liever alleen, maar ik vind het leuk om mensen mee te nemen de toren op.

Ik wil communiceren met mijn muziek.

Het is een prachtig instrument, je maakt er verbinding mee op straat.” 

Geloof
Zijn christelijk geloof speelt in zijn beroep een belangrijke rol.

“Muziek is de taal waarmee ik God en mijn naasten kan dienen.

Ik geloof dat we allemaal leven met een taak voor God en de mensen.

Mijn taak is muziek maken.

De Schepper heeft de klanken aan de natuur gegeven, het is aan mij om deze geluiden terug te geven in geordend geluid.

Mensen in de stad horen het overal, waar je ook loopt.

Dat vind ik prachtig.

Ik mag de hele stad onder de paraplu van lofprijs zetten.”

">

.">