Ik ben Karin des Rues, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Lichtpuntje.
Ik ben een vrouw en woon in Huissen, Lingewaard (Nederland) en mijn beroep is Kunstenares van Quast en leven!.
Ik ben geboren op 03/04/1953 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Tekenen-schilderen-fotografie-schrijven-dichten-groei-ontwikkeling en bewustwording!.
Kin 250, kleine valk.
Sinds ruim 5 jaar ben ik weer single, nooit eenzaam, maar All 1
Ik wens je sterrenlicht in je ziel, de hemel in je hart, en wonderen in je leven tijdens deze wonderlijke tijden
09-01-2017
Wat is de functie van boosheid?
Boosheid en de pijn
Voordat we ons boos voelen, ervaren we eerst pijn. Pijn omdat we ervan overtuigd zijn dat ons iets onredelijks is aangedaan, ons iets is ontnomen of ons iets niet is gegund. Onze perceptie van de realiteit is dat iets of iemand schuldig is aan het feit dat we niet krijgen wat we willen of denken nodig te hebben. We voelen ons benadeeld en in de kou gezet. Er is sprake van een dader-slachtoffer verhouding.
Vroege kindertijd
Vaak waren we ooit slachtoffer in een gelijke situatie. Iets wat zich heeft afgespeeld in onze vroege jeugd en/of kindertijd. Thema’s als misbruik, verwaarlozing en mishandeling liggen hier aan ten grondslag. Maar ook is het van cruciaal belang hoe jij als kind geleerd hebt met emoties van boosheid om te gaan.
Hoe gingen jouw ouders met jou om wanneer je als kleuter stampvoetend in de kamer stond? Mocht jij je uiten of was er totaal geen begrip voor jouw gevoelens? Werden jouw behoeften bevredigd door jouw ouders wanneer je dit gedrag vertoonde of werd je misschien juist gestraft?
Razernij
Wanneer we iemand schuldig bevinden aan de omstandigheden waarin we ons bevinden, betekent dat we de regie uit handen hebben gegeven. We stellen iemand anders verantwoordelijk voor ons welbevinden. Dat zou tevens betekenen dat diegene ook onze narigheid kan oplossen. Dat is natuurlijk niet waar.
En daar ligt nu het ware probleem dat onze boosheid in stand houdt en ons kan drijven tot ware razernij. We geloven, onbewust, in de illusie dat de ander ons nog kan geven wat we zo nodig hebben en dat we dat kunnen verkrijgen door onze boosheid. Het slechte nieuws is; we gaan het nooit krijgen. Het goede nieuws is: we hebben het niet meer nodig.
Slachtoffer
Het slachtoffer dat we eens waren voelen we nog steeds aanwezig in ons. We begeven ons zodoende nog altijd in een slachtofferpositie en diep van binnen willen we niets liever dan dat de ander verantwoording neemt voor zijn daden.
We hunkeren naar erkenning, wachten eindeloos tot de ander door de knieën zal gaan en ons de erkenning zal geven voor het leed dat ons is aangedaan. Maar het zal ons niets brengen. Het gat dat in onze ziel geslagen is zal de ander nimmer kunnen dichten. De regie over ons leven geven we hiermee weg, het maakt ons gevoelloos en apathisch.
Zodoende zijn we niet meer in staat tot het maken van een beweging in de juiste richting en vreet de boosheid ons van binnen op. Zo donker als het eens was blijft het omdat we nog altijd wachten tot de ander ooit het licht aan zal doen.
Ruimte geven
Het is dan ook van groot belang om die boosheid de ruimte te geven. Om er uiting aan te geven op een constructieve wijze. Daarbinnen in die boosheid zit namelijk een enorme explosieve kracht welke kan imploderen of exploderen.
In beide gevallen heeft dat een enorm destructieve werking; op onszelf of de ander. We worden ziek, of relaties lopen op de klippen. We voelen ons niet meer bij machte om het roer in eigen handen te nemen en houden de ander onbewust verantwoordelijk voor onze nare positie.
Kalmte en verlichting
Uiting geven aan gevoelens van boosheid geeft ruimte en verlichting. De energie verlaat je lichaam door bijvoorbeeld te gaan sporten, je gevoelens op te schrijven of erover te praten.
Wanneer je enigszins gekalmeerd bent, kun je jezelf de vraag stellen: wat heb ik nu nodig nu ik mij zo boos voel? Het antwoord dat volgt vanuit jouw onderbewuste, kan je totaal verrassen. Het heeft namelijk nooit met het nu te maken maar altijd met het kind dat we waren en dat we toen niet kregen wat we zo nodig hadden.
Realiteit
En het kind was niet in staat om aan te geven wat het nodig had, kon het niet benoemen. Tevens was het afhankelijk van de ouder/verzorger. De perceptie: “de ander is verantwoordelijk voor mijn behoeften”, is dus de realiteit van het kind. Niet van de volwassene. We zijn nu namelijk bij machte om onze behoeften zelf te vervullen. Indien nodig zelfs uit te stellen.
We hoeven niet langer te wachten op de ander. We kunnen onze boosheid loslaten. We zullen nooit meer krijgen wat we toen zo nodig hadden en nu hebben we het niet meer nodig. Wij kunnen nu zelf het licht aan doen.